Scherpenzeel
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Scherpenzeel
Scherpenzeel
Locatie
Adres: n.v.t.
Goor
Gemeente Goor
Provincie Overijssel
De havezate Scherpenzeel lag ten westen van Goor, waar nu huizen van het stadje Goor zelf staan.
Adres: n.v.t.
Goor
Gemeente Goor
Provincie Overijssel
De havezate Scherpenzeel lag ten westen van Goor, waar nu huizen van het stadje Goor zelf staan.
Typologie
De typologie van het oudste huis Scherpenzeel is niet bekend. Er zijn geen beschrijvingen of afbeeldingen van.
De typologie van het oudste huis Scherpenzeel is niet bekend. Er zijn geen beschrijvingen of afbeeldingen van.
Etymologie
Huidige situatie
Sinds de verkaveling na de veiling van de huisplaats in 1908, staan er huizen behorende bij de gemeente Goor. Niets herinnert meer aan de havezate Scherpenzeel.
Sinds de verkaveling na de veiling van de huisplaats in 1908, staan er huizen behorende bij de gemeente Goor. Niets herinnert meer aan de havezate Scherpenzeel.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Er rest niets meer van Scherpenzeel na de verkaveling van de huisplaats en de huizenbouw begin 20e eeuw.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Er rest niets meer van Scherpenzeel na de verkaveling van de huisplaats en de huizenbouw begin 20e eeuw.
Afmetingen
Er rest niets meer van het oude huis Scherpenzeel. De afmetingen zijn daarom onbekend.
Er rest niets meer van het oude huis Scherpenzeel. De afmetingen zijn daarom onbekend.
Oudste vermelding
Datum: 1548
Bron: Markelo (Kerspel Goor), Rentmeesterij Weldam. Kuile jr., G.J. ter, 1966, Inventaris van het archief van de voormalige havezate Wegdam bij Goor, Zwolle, inv.nr. 11/regest nr. 52.
"[Wolter van Coverden] 'sal erfflick holden dat huis ten Scharpensell mit sinen thobehoer, gelegen voer Goer an de Rosmansbrugge, met die windemolle'."
Bij een verdeling van de nalatenschap van Wolter van Coeverden in 1548, verkreeg zijn oudste zoon Wolter het huis Scherpenzeel. Hij 'sal erfflick holden dat huis ten Scharpensell mit sinen thobehoer, gelegen voer Goer an de Rosmansbrugge, met die windemolle' (Markelo -Kerspel Goor-, Rentmeesterij Weldam. Ter Kuile, Inventaris Wegdam, inv.nr. 11 -regestnr. 52-).
Datum: 1548
Bron: Markelo (Kerspel Goor), Rentmeesterij Weldam. Kuile jr., G.J. ter, 1966, Inventaris van het archief van de voormalige havezate Wegdam bij Goor, Zwolle, inv.nr. 11/regest nr. 52.
"[Wolter van Coverden] 'sal erfflick holden dat huis ten Scharpensell mit sinen thobehoer, gelegen voer Goer an de Rosmansbrugge, met die windemolle'."
Bij een verdeling van de nalatenschap van Wolter van Coeverden in 1548, verkreeg zijn oudste zoon Wolter het huis Scherpenzeel. Hij 'sal erfflick holden dat huis ten Scharpensell mit sinen thobehoer, gelegen voer Goer an de Rosmansbrugge, met die windemolle' (Markelo -Kerspel Goor-, Rentmeesterij Weldam. Ter Kuile, Inventaris Wegdam, inv.nr. 11 -regestnr. 52-).
Bezitsgeschiedenis
Hoewel het goed Scherpenzeel als borgleen van Goor in de 14e eeuw genoemd werd, was er pas sprake van een huis Scherpenzeel bij de verdeling van de nalatenschap van Wolter van Coeverden in 1548. Wolter was reeds in 1539 gestorven. Zijn oudste zoon, ook Wolter genaamd, erfde Scherpenzeel. Tijdens het eigenaarsschap van zijn zoon, Johan van Coeverden, werd het huis in 1581 een vluchtplaats voor Staatse troepen, die het daar twaalf dagen uithielden tegen de Spaansgezinde troepen voordat ze gedwongen waren zich over te geven. De plunderingen en vernielingen waren zo verschrikkelijk dat het in beslag genomen goed van de gevluchte Johan niets meer opbracht. Zijn huis was tot tweemaal afgebrand.Blijkbaar werd het huis weer opgebouwd, want zijn oudste zoon Johan kreeg bij de verdeling van de nalatenschap in 1600 'datt hus und hovesate zum Scharpenzell'. In 1642 verzocht de volgende erfgenaam, een Wolter van Coevorden, de Staten van Overijssel om een goed dat hij bezat in Boekelo te ontslaan uit de leenhorigheid en in ruil daarvoor het huis en de havezate Scherpenzeel als leen aan te nemen. Zowel in 1665-1666 en 1672-1674 was er een vijandelijk Munsters garnizoen op het huis gelegen. Na de laatste bezetting stond het huis leeg. Met de Van Coeverdens die het huis in leen hadden ging het financieel steeds slechter. De ongehuwde zusters Aleid Agnes en Anna Magdalena van Coeverden erfden het huis in 1692 en verkochten het aan wachtmeester Ernst Brant en zijn vrouw Catharina Elisabeth Olmius. Daarbij werden onder meer het adellijke recht van havezate en het borgmansrecht werden van de koop uitgezonderd. Wegens geldleningen hadden de zusters het huis in onderpand gedaan. In 1713 werd Scherpenzeel door een resolutie van de Ridderschap en Steden uit de leenverband ontslagen. Crediteuren legden in 1716 beslag op Scherpenzeel dat de erfgenamen Brant wilden verkopen en verkochten het in 1717 aan Assuerus Fockinck. De familie Fockinck bleef eigenaar tot het huis in 1749 werd verkocht aan Maria Quackelstein. In 1768 werd het verwaarloosde huis gekocht door Jan Hendrik van Wyck tot Stoevelaar. Het vervallen huis werd in 1792 afgebroken.Het goederenbezit met de huisplaats van Scherpenzeel werd verkocht door de kinderen en erfgenamen Van Wyck in 1817. Het werd gekocht door Jan Berend Bennink, timmerman en later landbouwer. Het vererfde in 1863 op Johanna Maria Geertruid Werning. De erfgenamen van Johanna en haar man brachten de voormalige huisplaats in 1908 in publieke veiling. De huisplaats werd opgedeeld in dertien kleinere percelen en stuksgewijs verkocht. Hierop werden door de nieuwe eigenaren, voornamelijk fabrieksarbeiders, huisjes gebouwd. Er restte toen niets meer van Scherpenzeel.
Hoewel het goed Scherpenzeel als borgleen van Goor in de 14e eeuw genoemd werd, was er pas sprake van een huis Scherpenzeel bij de verdeling van de nalatenschap van Wolter van Coeverden in 1548. Wolter was reeds in 1539 gestorven. Zijn oudste zoon, ook Wolter genaamd, erfde Scherpenzeel. Tijdens het eigenaarsschap van zijn zoon, Johan van Coeverden, werd het huis in 1581 een vluchtplaats voor Staatse troepen, die het daar twaalf dagen uithielden tegen de Spaansgezinde troepen voordat ze gedwongen waren zich over te geven. De plunderingen en vernielingen waren zo verschrikkelijk dat het in beslag genomen goed van de gevluchte Johan niets meer opbracht. Zijn huis was tot tweemaal afgebrand.Blijkbaar werd het huis weer opgebouwd, want zijn oudste zoon Johan kreeg bij de verdeling van de nalatenschap in 1600 'datt hus und hovesate zum Scharpenzell'. In 1642 verzocht de volgende erfgenaam, een Wolter van Coevorden, de Staten van Overijssel om een goed dat hij bezat in Boekelo te ontslaan uit de leenhorigheid en in ruil daarvoor het huis en de havezate Scherpenzeel als leen aan te nemen. Zowel in 1665-1666 en 1672-1674 was er een vijandelijk Munsters garnizoen op het huis gelegen. Na de laatste bezetting stond het huis leeg. Met de Van Coeverdens die het huis in leen hadden ging het financieel steeds slechter. De ongehuwde zusters Aleid Agnes en Anna Magdalena van Coeverden erfden het huis in 1692 en verkochten het aan wachtmeester Ernst Brant en zijn vrouw Catharina Elisabeth Olmius. Daarbij werden onder meer het adellijke recht van havezate en het borgmansrecht werden van de koop uitgezonderd. Wegens geldleningen hadden de zusters het huis in onderpand gedaan. In 1713 werd Scherpenzeel door een resolutie van de Ridderschap en Steden uit de leenverband ontslagen. Crediteuren legden in 1716 beslag op Scherpenzeel dat de erfgenamen Brant wilden verkopen en verkochten het in 1717 aan Assuerus Fockinck. De familie Fockinck bleef eigenaar tot het huis in 1749 werd verkocht aan Maria Quackelstein. In 1768 werd het verwaarloosde huis gekocht door Jan Hendrik van Wyck tot Stoevelaar. Het vervallen huis werd in 1792 afgebroken.Het goederenbezit met de huisplaats van Scherpenzeel werd verkocht door de kinderen en erfgenamen Van Wyck in 1817. Het werd gekocht door Jan Berend Bennink, timmerman en later landbouwer. Het vererfde in 1863 op Johanna Maria Geertruid Werning. De erfgenamen van Johanna en haar man brachten de voormalige huisplaats in 1908 in publieke veiling. De huisplaats werd opgedeeld in dertien kleinere percelen en stuksgewijs verkocht. Hierop werden door de nieuwe eigenaren, voornamelijk fabrieksarbeiders, huisjes gebouwd. Er restte toen niets meer van Scherpenzeel.
Bouwgeschiedenis
Het huis Scherpenzeel werd voor het eerst genoemd bij de verdeling van een nalatenschap in 1548. De nalatenschap was echter van Wolter van Coeverden die al in 1539 was gestorven. Hiervoor zal het huis gebouwd zijn. In 1581 brandde het huis tot tweemaal af doordat het strijdtoneel was. Het zal heropgebouwd of gerepareerd zijn, want het werd al in 1600 weer vermeld bij de verdeling van de nalatenschap van Johan van Coeverden. Door de bezettingen van Munsterse garnizoenen in de 17e eeuw is het huis wellicht juist ontsnapt aan plundering en vernieling. In 1768 bevond het huis zich al in verwaarloosde staat totdat het in 1792 werd afgebroken. De voormalige huisplaats werd bij een publieke veiling in 1908 opgedeeld in dertien kleinere percelen, waarop huisjes werden gebouwd door de nieuwe eigenaren, voornamelijk fabrieksarbeiders. Hiermee was Scherpenzeel geheel verdwenen.
Het huis Scherpenzeel werd voor het eerst genoemd bij de verdeling van een nalatenschap in 1548. De nalatenschap was echter van Wolter van Coeverden die al in 1539 was gestorven. Hiervoor zal het huis gebouwd zijn. In 1581 brandde het huis tot tweemaal af doordat het strijdtoneel was. Het zal heropgebouwd of gerepareerd zijn, want het werd al in 1600 weer vermeld bij de verdeling van de nalatenschap van Johan van Coeverden. Door de bezettingen van Munsterse garnizoenen in de 17e eeuw is het huis wellicht juist ontsnapt aan plundering en vernieling. In 1768 bevond het huis zich al in verwaarloosde staat totdat het in 1792 werd afgebroken. De voormalige huisplaats werd bij een publieke veiling in 1908 opgedeeld in dertien kleinere percelen, waarop huisjes werden gebouwd door de nieuwe eigenaren, voornamelijk fabrieksarbeiders. Hiermee was Scherpenzeel geheel verdwenen.
Afbeeldingen
geen
geen
Bronnen
Literatuur
-Gevers, A.J. en Mensema A.J., 1995, De havezaten in Twente en hun bewoners, Zwolle, 226-231.-Kuile, G.J. ter, 1911, Geschiedkundige aantekeningen op de havezathen van Twente, Arnhem, 202-203.-Kuile jr., G.J. ter, 1966, Inventaris van het archief van de voormalige havezate Wegdam bij Goor, Zwolle, inv.nr. 11/regest nr. 52.
-Gevers, A.J. en Mensema A.J., 1995, De havezaten in Twente en hun bewoners, Zwolle, 226-231.-Kuile, G.J. ter, 1911, Geschiedkundige aantekeningen op de havezathen van Twente, Arnhem, 202-203.-Kuile jr., G.J. ter, 1966, Inventaris van het archief van de voormalige havezate Wegdam bij Goor, Zwolle, inv.nr. 11/regest nr. 52.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: N
Bestemming:
Bestemmingsplan: N
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: R.P.Chorus
Beschrijving gemaakt: 14-11-2000
Auteur: R.P.Chorus
Beschrijving gemaakt: 14-11-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.