Hoikink, Bevervoorde of Beverveurde.
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Hoikink, Bevervoorde of Beverveurde.
Hoikink, Bevervoorde of Beverveurde.
Locatie
Adres:
Huiting
Gemeente Weerselo
Provincie Overijssel
De havezate lag dichtbij de tegenwoordige boerderij Huitink. Deze boerderij ligt ten noordoosten van Saasveld en Dulder, ten oosten van de Stroomans beek.
Adres:
Huiting
Gemeente Weerselo
Provincie Overijssel
De havezate lag dichtbij de tegenwoordige boerderij Huitink. Deze boerderij ligt ten noordoosten van Saasveld en Dulder, ten oosten van de Stroomans beek.
Typologie
De typologie van de havezate Hoikink is onbekend wegens het ontbreken van historische of archeologische gegevens die hier iets over kunnen zeggen.
De typologie van de havezate Hoikink is onbekend wegens het ontbreken van historische of archeologische gegevens die hier iets over kunnen zeggen.
Etymologie
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 09-11-2000
De lokatie van de voormalige havezate Hoikink is nu het boerenerve Huiting.
Laatst bijgewerkt: 09-11-2000
De lokatie van de voormalige havezate Hoikink is nu het boerenerve Huiting.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Er resten slechts lanen met hoge bomen en wat reliëf.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Er resten slechts lanen met hoge bomen en wat reliëf.
Afmetingen
De afmetingen van de ovale huisplaats zijn, op grond van archeologisch onderzoek, vastgesteld op circa 24 bij 23 meter. Gevonden funderingen lijken erop te wijzen dat het voormalige huis ongeveer 21 bij 20 meter was. Het baksteenformaat was over het algemeen 27/28 x 13 x 6,5 cm. Het noordelijke grachtdeel was circa 20 meter breed en de overige grachtdelen (west, zuid en oost) waren circa 10 meter breed.
De afmetingen van de ovale huisplaats zijn, op grond van archeologisch onderzoek, vastgesteld op circa 24 bij 23 meter. Gevonden funderingen lijken erop te wijzen dat het voormalige huis ongeveer 21 bij 20 meter was. Het baksteenformaat was over het algemeen 27/28 x 13 x 6,5 cm. Het noordelijke grachtdeel was circa 20 meter breed en de overige grachtdelen (west, zuid en oost) waren circa 10 meter breed.
Oudste vermelding
Datum: ca. 1475
Bron: Eijken, E.D., 1995, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, nr. 780 en Mensema, A.J. e.a., ed., 1985, Het verpondingsregister van Twente van 1601, Enschede, nr. 342.
"'Den Hoykinchof' en 'denstman'"
Er is geen duidelijke vermelding van de oudste datum waarop er een huis op de Hoikinkhof stond. De eerste bezitter van 'Den Hoykinchof' is Gerd Snoye in 1379-1382 (Eijken, 1995, Repertorium, 1379-1805, nr. 780). Vanaf 1457 was Ghese van der Heyden met 'Den Hoykinchof' beleend en in 1475 werd volgens het verpondingsregister haar zoon vermeld als 'denstman' te 'Hoiking' (Mensema, e.a., ed., 1985, Het verpondingsregister, nr. 342). Dit is de eerste vermelding dat Hoikink een dienstmangoed is, dat van de belastingen is gevrijd, wat het aannemelijk maakt dat er een edelmanswoning op gebouwd is.
Datum: ca. 1475
Bron: Eijken, E.D., 1995, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, nr. 780 en Mensema, A.J. e.a., ed., 1985, Het verpondingsregister van Twente van 1601, Enschede, nr. 342.
"'Den Hoykinchof' en 'denstman'"
Er is geen duidelijke vermelding van de oudste datum waarop er een huis op de Hoikinkhof stond. De eerste bezitter van 'Den Hoykinchof' is Gerd Snoye in 1379-1382 (Eijken, 1995, Repertorium, 1379-1805, nr. 780). Vanaf 1457 was Ghese van der Heyden met 'Den Hoykinchof' beleend en in 1475 werd volgens het verpondingsregister haar zoon vermeld als 'denstman' te 'Hoiking' (Mensema, e.a., ed., 1985, Het verpondingsregister, nr. 342). Dit is de eerste vermelding dat Hoikink een dienstmangoed is, dat van de belastingen is gevrijd, wat het aannemelijk maakt dat er een edelmanswoning op gebouwd is.
Bezitsgeschiedenis
het 'Hoykinchof' was een leengoed van de bisschop van Utrecht dat in 1380 door Geert Snoye in leen werd gehouden en in 1385 ook, samen met Herman Snoye. Egbert Sticker werd in 1389 en in 1395 met Hoikink beleend, maar in 1433 bleek het bezit van Johan Snoye te zijn, die het overdroeg aan Gese, de vrouw van Herman van Heyden. De zoons van Herman en Gese zijn riddermatigen die op de klaring verschenen. Hoikink werd in 1475 beschouwd als een dienstmangoed dat vrij was van de belasting. De Van Heydens zijn verder riddermatige eigenaars van Hoikink. In 1574 gaat Hoikink volgens het testament van Wolter van Heyden over op zijn neef Johan van Hoevel. De Van Hoevels zijn ook riddermatige eigenaars van deze havezate. Onder hun bewind is de havezate uitgebreid, want Hoikink werd in 1675 aangeslagen voor drie haardplaatsen en in 1682 werden vijf vuursteden geteld. De havezate werd in 1710 verkocht aan de Utrechtse advocaat Hendrik Willem Briëlius, die het een jaar later verkocht aan Hendrik Adolf Bentinck tot Schoonheten. Hendrik Adolf was een riddermatige die een havezate nodig had nadat zijn oudere broer de havezate Schoonheten van hun vader had geërfd. Hij woonde er echter niet. Verder bleek dat een Van Hoevel, wellicht de laatste eigenaar Hendrik Arnold van Hoevel, het huis Hoikink al af had laten breken.Willem Bentinck, zoon van Hendrik Adolf liet zich in 1746 met Hoikink belenen. Hij heeft waarschijnlijk een nieuw huis laten bouwen dat te zien is op een tekening van Aart Schouman uit 1765, want Willem stierf pas in 1784.Het nieuwe huis werd Beverfeurde genoemd. Het werd waarschijnlijk omstreeks 1810 afgebroken. In 1838 verkochten de erfgenamen Bentinck publiekelijk de erven en landerijen van Hoikink, de huisplaats van de voormalige havezate en de twee katerstedes die het voormalige bouwhuis vormden. De landerijen werden verdeeld onder verschillende eigenaren. Vanaf 1972 is Johanna Jenneke Bernarda Dreteler de eigenaar van het erve 'Huiting'.
het 'Hoykinchof' was een leengoed van de bisschop van Utrecht dat in 1380 door Geert Snoye in leen werd gehouden en in 1385 ook, samen met Herman Snoye. Egbert Sticker werd in 1389 en in 1395 met Hoikink beleend, maar in 1433 bleek het bezit van Johan Snoye te zijn, die het overdroeg aan Gese, de vrouw van Herman van Heyden. De zoons van Herman en Gese zijn riddermatigen die op de klaring verschenen. Hoikink werd in 1475 beschouwd als een dienstmangoed dat vrij was van de belasting. De Van Heydens zijn verder riddermatige eigenaars van Hoikink. In 1574 gaat Hoikink volgens het testament van Wolter van Heyden over op zijn neef Johan van Hoevel. De Van Hoevels zijn ook riddermatige eigenaars van deze havezate. Onder hun bewind is de havezate uitgebreid, want Hoikink werd in 1675 aangeslagen voor drie haardplaatsen en in 1682 werden vijf vuursteden geteld. De havezate werd in 1710 verkocht aan de Utrechtse advocaat Hendrik Willem Briëlius, die het een jaar later verkocht aan Hendrik Adolf Bentinck tot Schoonheten. Hendrik Adolf was een riddermatige die een havezate nodig had nadat zijn oudere broer de havezate Schoonheten van hun vader had geërfd. Hij woonde er echter niet. Verder bleek dat een Van Hoevel, wellicht de laatste eigenaar Hendrik Arnold van Hoevel, het huis Hoikink al af had laten breken.Willem Bentinck, zoon van Hendrik Adolf liet zich in 1746 met Hoikink belenen. Hij heeft waarschijnlijk een nieuw huis laten bouwen dat te zien is op een tekening van Aart Schouman uit 1765, want Willem stierf pas in 1784.Het nieuwe huis werd Beverfeurde genoemd. Het werd waarschijnlijk omstreeks 1810 afgebroken. In 1838 verkochten de erfgenamen Bentinck publiekelijk de erven en landerijen van Hoikink, de huisplaats van de voormalige havezate en de twee katerstedes die het voormalige bouwhuis vormden. De landerijen werden verdeeld onder verschillende eigenaren. Vanaf 1972 is Johanna Jenneke Bernarda Dreteler de eigenaar van het erve 'Huiting'.
Bouwgeschiedenis
Uit 1475 dateert de eerste vermelding dat Hoikink een dienstmangoed was dat vrij was van de belasting, wat het aannemelijker maakt dat er toen een edelmanswoning op was gebouwd. In 1675 werd het op drie haardplaatsen aangeslagen, waarmee het tot de kleinere havezaten behoorde. Hierna moet het huis verbouwd en uitgebreid zijn, of herbouwd, want in in 1682 worden er vijf vuursteden geteld. Na 1711 werd door de eigenaar Bentinck vermeld dat door de vorige eigenaar Van Hoevel, het huis was afgebroken en dat er slechts een bouwhuis met twee vuursteden staat. Hierop hoefde Bentinck slechts de helft te betalen van de zes vuursteden waarvoor de havezate was aangeslagen. Tijdens het eigenaarschap van Willem Bentinck (1749-1784) werd er een nieuw huis gebouwd dat op een tekening uit 1765 verschijnt. Dit is slechts een eenvoudig huis zonder verdieping met een zadeldak onderbroken door een gekuifde dakkapel. Het werd omstreeks 1810 afgebroken.
Uit 1475 dateert de eerste vermelding dat Hoikink een dienstmangoed was dat vrij was van de belasting, wat het aannemelijker maakt dat er toen een edelmanswoning op was gebouwd. In 1675 werd het op drie haardplaatsen aangeslagen, waarmee het tot de kleinere havezaten behoorde. Hierna moet het huis verbouwd en uitgebreid zijn, of herbouwd, want in in 1682 worden er vijf vuursteden geteld. Na 1711 werd door de eigenaar Bentinck vermeld dat door de vorige eigenaar Van Hoevel, het huis was afgebroken en dat er slechts een bouwhuis met twee vuursteden staat. Hierop hoefde Bentinck slechts de helft te betalen van de zes vuursteden waarvoor de havezate was aangeslagen. Tijdens het eigenaarschap van Willem Bentinck (1749-1784) werd er een nieuw huis gebouwd dat op een tekening uit 1765 verschijnt. Dit is slechts een eenvoudig huis zonder verdieping met een zadeldak onderbroken door een gekuifde dakkapel. Het werd omstreeks 1810 afgebroken.
Afbeeldingen
geen
geen
Bronnen
Literatuur
-Eijken, E.D., 1995, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, nr. 780.-Gevers, A.J. en Mensema A.J., 1995, De havezaten in Twente en hun bewoners, Zwolle, 405-410.-Kuile, G.J. ter, 1911, Geschiedkundige aantekeningen op de havezathen van Twente, Hengelo/Arnhem, 140-142.-Mensema, A.J. e.a., ed., 1985, Het verpondingsregister van Twente van 1601, Enschede, nr. 342.
-Eijken, E.D., 1995, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, nr. 780.-Gevers, A.J. en Mensema A.J., 1995, De havezaten in Twente en hun bewoners, Zwolle, 405-410.-Kuile, G.J. ter, 1911, Geschiedkundige aantekeningen op de havezathen van Twente, Hengelo/Arnhem, 140-142.-Mensema, A.J. e.a., ed., 1985, Het verpondingsregister van Twente van 1601, Enschede, nr. 342.
Documentatie
Verlinde, A.D., A. de Haan en P. Schut, 1995, Rijssen-havezathe Bevervoorde. Bewoning late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd, Bron onbekend - nooit gepubliceerd (?). Zie documentatiecentrum NKS.
Verlinde, A.D., A. de Haan en P. Schut, 1995, Rijssen-havezathe Bevervoorde. Bewoning late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd, Bron onbekend - nooit gepubliceerd (?). Zie documentatiecentrum NKS.
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: N
Bestemming:
Bestemmingsplan: N
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: R.P.Chorus
Beschrijving gemaakt: 14-11-2000
Auteur: R.P.Chorus
Beschrijving gemaakt: 14-11-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.