Hagmeule
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Hagmeule
Hagmeule
Locatie
Adres: (bij de Bentelosestraat 69)
Bentelo
Gemeente Ambt Delden
Provincie Overijssel
Hagmeule lag aan de Hagmeuler Beeke, waar de weg van Delden naar Hengevelde het water kruiste.
Adres: (bij de Bentelosestraat 69)
Bentelo
Gemeente Ambt Delden
Provincie Overijssel
Hagmeule lag aan de Hagmeuler Beeke, waar de weg van Delden naar Hengevelde het water kruiste.
Typologie
Hagmeule was een moated site.
Hagmeule was een moated site.
Etymologie
De naam Hagmeule zal zijn oorsprong hebben in een molen op de lokatie van de havezate. Er hebben altijd molens bij Hagmeule gestaan.
De naam Hagmeule zal zijn oorsprong hebben in een molen op de lokatie van de havezate. Er hebben altijd molens bij Hagmeule gestaan.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 16-10-2000
Er rest slechts nog een 18e eeuws lanenstelsel van de Hagmeule. De graanmaalderij 'De Hagmolen' in het gebied is uit omstreeks 1900.
Laatst bijgewerkt: 16-10-2000
Er rest slechts nog een 18e eeuws lanenstelsel van de Hagmeule. De graanmaalderij 'De Hagmolen' in het gebied is uit omstreeks 1900.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Bij een opgraving in 1982 bleken praktisch alle funderingsstenen te zijn verdwenen.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Bij een opgraving in 1982 bleken praktisch alle funderingsstenen te zijn verdwenen.
Afmetingen
De hoofdburcht, geschat op basis van de doctoraalscriptie van D. Bente, heeft afmetingen van ca. 14 x 20 meter.
De hoofdburcht, geschat op basis van de doctoraalscriptie van D. Bente, heeft afmetingen van ca. 14 x 20 meter.
Oudste vermelding
Datum: 1490-1495
Bron: Heeringa, K., 1926, Rekeningen van het bisdom Utrecht 1378-1573, I, Utrecht, 456.
"'Jan van Barmentlo [Hagmeule heeft] betymmert ende bebout sonder orlof myns genedigen heren, ende der souden op wonen myns heren horigen lude'."
De landrentmeester meldt begin jaren negentig van de 15e eeuw aan de bisschop van Utrecht dat 'Jan van Barmentlo [Hagmeule heeft] betymmert ende bebout sonder orlof myns genedigen heren, ende der souden op wonen myns heren horigen lude' (K. Heeringa, 1926, Rekeningen van het bisdom Utrecht 1378-1573, I, Utrecht, 456). In 1495 wordt de Hagmeule door deze Johan van Barmentlo volgens riddermatig recht gevrijd van de belastingen (A.L. Hulshoff, 1953, Het schattingsregister van Twente van 1475, Zwolle, 48-49). Het lijkt erop dat hij er wilde gaan wonen in een passende edelmanswoning die hij er had laten bouwen.
Datum: 1490-1495
Bron: Heeringa, K., 1926, Rekeningen van het bisdom Utrecht 1378-1573, I, Utrecht, 456.
"'Jan van Barmentlo [Hagmeule heeft] betymmert ende bebout sonder orlof myns genedigen heren, ende der souden op wonen myns heren horigen lude'."
De landrentmeester meldt begin jaren negentig van de 15e eeuw aan de bisschop van Utrecht dat 'Jan van Barmentlo [Hagmeule heeft] betymmert ende bebout sonder orlof myns genedigen heren, ende der souden op wonen myns heren horigen lude' (K. Heeringa, 1926, Rekeningen van het bisdom Utrecht 1378-1573, I, Utrecht, 456). In 1495 wordt de Hagmeule door deze Johan van Barmentlo volgens riddermatig recht gevrijd van de belastingen (A.L. Hulshoff, 1953, Het schattingsregister van Twente van 1475, Zwolle, 48-49). Het lijkt erop dat hij er wilde gaan wonen in een passende edelmanswoning die hij er had laten bouwen.
Bezitsgeschiedenis
Johan van Barmentlo en zijn vrouw Bye Wilminck kochten het kamerlingsgoed de Hagmeule in 1479. Begin jaren negentig van de 15e eeuw meldt de landrentmeester in zijn rekening ten behoeve van de domeingoederen van de bisschop van Utrecht, dat 'Jan van Barmentlo [Hagmeule heeft] betymmert ende bebout sonder orlof myns genedigen heren, ende der souden op wonen myns heren horige lude'. Het goed werd in 1495 door Van Barmentlo gevrijd van de belastingen volgens zijn riddermatige recht. Hiervoor was Hagmeule een kamerlingsgoed dat alleen door een keurmedige bewoond en bebouwd kon worden. Na het vrijen van het goed en het bebouwen is het niet onaannemelijk dat Van Barmentlo zich ook heeft gevestigd op de Hagmeule. De zoon van Johan van Barmentlo, Jurjen (I) Van Barmentlo, was in 1518 al overleden, toen zijn weduwe Odilia de Baecke in een geschil raakte met de eerdere eigenaars van het goed Hagmeule, die probeerden het goed te bemachtigen op grond van een ongeldige verkoop. De bisschop zorgde in 1519 dat Hagmeule van hofhorig tot leenhorig goed werd gemaakt en hij beleende Lucia van Barmentlo met het goed. Zij was de dochter van Odilia en de reeds overleden Jurjen (I). Zij woonde er echter niet, maar haar broer, de riddermatige Jurjen (II) van Barmentlo. De Hagmeule vererfde hierna voor het grootste deel op zijn dochter Josina en haar man Herman van Welvelde die het beheerde. Het goed bleef in de familie Welvelde. Johan van Welvelde was in 1635 de eerste die ermee was beleend sinds Lucia van Barmentlo in 1557. Johan van Welvelde verkocht het in 1644 aan Johan van Laer. Deze werd met de Hagmeule beleend door de Overijsselse leenkamer en daarop toegelaten tot de statenvergaderingen. De havezate kwam door huwelijk in 1680 in de familie Bentinck. De hagmeule zal afgedaald zijn tot boerderij met oliemolen, want in 1675 werden er nog 4 vuursteden geteld, maar in 1682 blijken het er nog maar twee te zijn met een olieketel. Door de status van havezate bleven het recht tot verschrijving en het recht op jacht aan de Hagmeule verbonden. Niet lang voor 1721 was de Hagmeule door koop op de familie Von Harde overgegaan. Via nalatenschap van een echtpaar Von Harde-Van Keppel kwam het goed in 1746 aan het echtpaar De Mahony tot Boekelo-Van Keppel. Dit echtpaar deed het kort daarop van de hand en Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam werd de nieuwe eigenaar. Zijn zoon Carel George verkocht de Hagmeule in 1774 aan Frederik Gijsbert van Dedem. Zijn kinderen zetten de Hagmeule te koop in 1821, wat dan nog slechts bestaat uit landerijen, rechten, een katerstede en een water korenmolen. De familie Ten Heggeler werd de nieuwe eigenaar totdat de heer van Twickel de goederen in 1880 aankocht. Evenals de overige goederen van Twickel werd de Hagmeule in 1953 in de Stichting Twickel ondergebracht.
Johan van Barmentlo en zijn vrouw Bye Wilminck kochten het kamerlingsgoed de Hagmeule in 1479. Begin jaren negentig van de 15e eeuw meldt de landrentmeester in zijn rekening ten behoeve van de domeingoederen van de bisschop van Utrecht, dat 'Jan van Barmentlo [Hagmeule heeft] betymmert ende bebout sonder orlof myns genedigen heren, ende der souden op wonen myns heren horige lude'. Het goed werd in 1495 door Van Barmentlo gevrijd van de belastingen volgens zijn riddermatige recht. Hiervoor was Hagmeule een kamerlingsgoed dat alleen door een keurmedige bewoond en bebouwd kon worden. Na het vrijen van het goed en het bebouwen is het niet onaannemelijk dat Van Barmentlo zich ook heeft gevestigd op de Hagmeule. De zoon van Johan van Barmentlo, Jurjen (I) Van Barmentlo, was in 1518 al overleden, toen zijn weduwe Odilia de Baecke in een geschil raakte met de eerdere eigenaars van het goed Hagmeule, die probeerden het goed te bemachtigen op grond van een ongeldige verkoop. De bisschop zorgde in 1519 dat Hagmeule van hofhorig tot leenhorig goed werd gemaakt en hij beleende Lucia van Barmentlo met het goed. Zij was de dochter van Odilia en de reeds overleden Jurjen (I). Zij woonde er echter niet, maar haar broer, de riddermatige Jurjen (II) van Barmentlo. De Hagmeule vererfde hierna voor het grootste deel op zijn dochter Josina en haar man Herman van Welvelde die het beheerde. Het goed bleef in de familie Welvelde. Johan van Welvelde was in 1635 de eerste die ermee was beleend sinds Lucia van Barmentlo in 1557. Johan van Welvelde verkocht het in 1644 aan Johan van Laer. Deze werd met de Hagmeule beleend door de Overijsselse leenkamer en daarop toegelaten tot de statenvergaderingen. De havezate kwam door huwelijk in 1680 in de familie Bentinck. De hagmeule zal afgedaald zijn tot boerderij met oliemolen, want in 1675 werden er nog 4 vuursteden geteld, maar in 1682 blijken het er nog maar twee te zijn met een olieketel. Door de status van havezate bleven het recht tot verschrijving en het recht op jacht aan de Hagmeule verbonden. Niet lang voor 1721 was de Hagmeule door koop op de familie Von Harde overgegaan. Via nalatenschap van een echtpaar Von Harde-Van Keppel kwam het goed in 1746 aan het echtpaar De Mahony tot Boekelo-Van Keppel. Dit echtpaar deed het kort daarop van de hand en Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam werd de nieuwe eigenaar. Zijn zoon Carel George verkocht de Hagmeule in 1774 aan Frederik Gijsbert van Dedem. Zijn kinderen zetten de Hagmeule te koop in 1821, wat dan nog slechts bestaat uit landerijen, rechten, een katerstede en een water korenmolen. De familie Ten Heggeler werd de nieuwe eigenaar totdat de heer van Twickel de goederen in 1880 aankocht. Evenals de overige goederen van Twickel werd de Hagmeule in 1953 in de Stichting Twickel ondergebracht.
Bouwgeschiedenis
Begin jaren negentig van de 15e eeuw bebouwde Johan van Barmentlo de Hagmeule en had hij het goed van de belastingen gevrijd, omdat hij van plan was er te wonen. De Hagmeule zal toen een riddermatige woning geworden zijn. De Hagmeule blijkt later inderdaad een havezate te zijn met het recht onder andere tot verschrijving. Tussen 1675 en 1682 vervalt de havezate van een telling van vier vuursteden naar die van twee vuursteden en een oliemolen. Het lijkt erop dat er dan nog slechts een boerderij staat. Het is niet duidelijk waarom dit is gebeurd, maar het valt precies in de periode van de invallen van de Munsterse en Keulse troepen. In 1821 staat er in ieder geval geen groot huis meer, maar worden nog slechts een katerstede en een molen op het boerenerve genoemd.
Begin jaren negentig van de 15e eeuw bebouwde Johan van Barmentlo de Hagmeule en had hij het goed van de belastingen gevrijd, omdat hij van plan was er te wonen. De Hagmeule zal toen een riddermatige woning geworden zijn. De Hagmeule blijkt later inderdaad een havezate te zijn met het recht onder andere tot verschrijving. Tussen 1675 en 1682 vervalt de havezate van een telling van vier vuursteden naar die van twee vuursteden en een oliemolen. Het lijkt erop dat er dan nog slechts een boerderij staat. Het is niet duidelijk waarom dit is gebeurd, maar het valt precies in de periode van de invallen van de Munsterse en Keulse troepen. In 1821 staat er in ieder geval geen groot huis meer, maar worden nog slechts een katerstede en een molen op het boerenerve genoemd.
Afbeeldingen
- De havezate Hagmeule, naar de kadastrale minuutplan door J. Noordhoek Hegt, 1820.
- De havezate Hagmeule, naar de kadastrale minuutplan door J. Noordhoek Hegt, 1820.
Bronnen
Literatuur
Bente, D., Het aardewerk van de voormalige havezate De Hagmolen. Een zestiende-eeuws vondstencomplex uit Twente. Doctoraalscriptie middeleeuwse archeologie I.P.P. [1992]. -Boeijenga, M en Olde Meierink, B., 1982, 'De Hachmeule in Twente', in: Fibula (1982) nr.3, 22-26.-Gevers, A.J. en Mensema A.J., 1995, De havezaten in Twente en hun bewoners, Zwolle, 128-133.-Heeringa, K., 1926, Rekeningen van het bisdom Utrecht 1378-1573, I, Utrecht, 456. -Hagens, H., 1979, Molens, mudlers, meesters. Negen eeuwen watermolens in de Gelderse Achterhoek, Salland en Twente. z.p., 359-362. -Hulshoff, A.L. en Olde Meierink, B., 1982, 'Op zoek naar de havezate Hachmeule', in: 't Inschrien, nr 4, 57.-Hulshoff, A.L. en Olde Meierink, B., 1983, 'De Hachmeule opgegraven', in: Jaarboek Twente, 22, 112-113.-Kuile, G.J. ter, 1911, Geschiedkundige aantekeningen op de havezathen van Twente, Hengelo/Arnhem, 115-116.-Stenvert, R. e.a., 1997, Monumenten in Nederland; Overijssel, Zeist/Zwolle, 60.
Bente, D., Het aardewerk van de voormalige havezate De Hagmolen. Een zestiende-eeuws vondstencomplex uit Twente. Doctoraalscriptie middeleeuwse archeologie I.P.P. [1992]. -Boeijenga, M en Olde Meierink, B., 1982, 'De Hachmeule in Twente', in: Fibula (1982) nr.3, 22-26.-Gevers, A.J. en Mensema A.J., 1995, De havezaten in Twente en hun bewoners, Zwolle, 128-133.-Heeringa, K., 1926, Rekeningen van het bisdom Utrecht 1378-1573, I, Utrecht, 456. -Hagens, H., 1979, Molens, mudlers, meesters. Negen eeuwen watermolens in de Gelderse Achterhoek, Salland en Twente. z.p., 359-362. -Hulshoff, A.L. en Olde Meierink, B., 1982, 'Op zoek naar de havezate Hachmeule', in: 't Inschrien, nr 4, 57.-Hulshoff, A.L. en Olde Meierink, B., 1983, 'De Hachmeule opgegraven', in: Jaarboek Twente, 22, 112-113.-Kuile, G.J. ter, 1911, Geschiedkundige aantekeningen op de havezathen van Twente, Hengelo/Arnhem, 115-116.-Stenvert, R. e.a., 1997, Monumenten in Nederland; Overijssel, Zeist/Zwolle, 60.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: R.P. Chorus
Beschrijving gemaakt: 14-11-2000
Auteur: R.P. Chorus
Beschrijving gemaakt: 14-11-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.