Haar, De
BASISREGISTRATIE [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Haar, De
Haar, De
Locatie
Adres: Kasteellaan 1-2, 3455 RR
Haarzuilens als onderdeel Utrechtse woonwijk Vleutende-de Meer;
Gemeente Utrecht;
Provincie Utrecht
Kasteel de Haar ligt ingesloten tussen de A2 en de A12, ten westen van Haarzuilens, ten oosten van de Rijndijk en ten noorden van de Parkweg.
Adres: Kasteellaan 1-2, 3455 RR
Haarzuilens als onderdeel Utrechtse woonwijk Vleutende-de Meer;
Gemeente Utrecht;
Provincie Utrecht
Kasteel de Haar ligt ingesloten tussen de A2 en de A12, ten westen van Haarzuilens, ten oosten van de Rijndijk en ten noorden van de Parkweg.
Typologie
(Betreft de allereerste bebouwing.)
(Het kasteel stammende uit de 12e a 13e eeuw)
(Het uit de 15e eeuw stammende kasteel met een onregelmatige vijfhoekige plattegrond;)
Het allereerste kasteel is waarschijnlijk een motte geweest, die mogelijk reeds in de elfde eeuw aanwezig was. In de dertiende eeuw is deze motte waarschijnlijk uitgevlakt en verstevigd met een keermuur. Hierna is het kasteel vermoedelijk uitgebreid tot een omgrachte ronde burcht met in ieder geval een zwaar uitgevoerde woon-en poorttoren aan de noord-westrand. Aan die zijde moet zich toen ook een voorburcht hebben bevonden. In de vijftiende eeuw is dit kasteel omgebouwd tot een veelhoekig kasteel. Dit kasteel werd in 1482 vrijwel volledig verwoest. In de zestiende eeuw werd het kasteel herbouwd waarbij grotendeels de oude plattegrond en indeling werd gehandhaafd. Nadat het kasteel in de negentiende eeuw grotendeels tot een ruïne was vervallen, werd aan het eind van die eeuw gestart met een grootscheepse herbouw resp. restauratie. Hierbij werd de plattegrond en de indeling gehandhaafd. Allen de noordwest- en de noordoostvleugels werden daarbij groter en hoger uitgevoerd.
(Betreft de allereerste bebouwing.)
(Het kasteel stammende uit de 12e a 13e eeuw)
(Het uit de 15e eeuw stammende kasteel met een onregelmatige vijfhoekige plattegrond;)
Het allereerste kasteel is waarschijnlijk een motte geweest, die mogelijk reeds in de elfde eeuw aanwezig was. In de dertiende eeuw is deze motte waarschijnlijk uitgevlakt en verstevigd met een keermuur. Hierna is het kasteel vermoedelijk uitgebreid tot een omgrachte ronde burcht met in ieder geval een zwaar uitgevoerde woon-en poorttoren aan de noord-westrand. Aan die zijde moet zich toen ook een voorburcht hebben bevonden. In de vijftiende eeuw is dit kasteel omgebouwd tot een veelhoekig kasteel. Dit kasteel werd in 1482 vrijwel volledig verwoest. In de zestiende eeuw werd het kasteel herbouwd waarbij grotendeels de oude plattegrond en indeling werd gehandhaafd. Nadat het kasteel in de negentiende eeuw grotendeels tot een ruïne was vervallen, werd aan het eind van die eeuw gestart met een grootscheepse herbouw resp. restauratie. Hierbij werd de plattegrond en de indeling gehandhaafd. Allen de noordwest- en de noordoostvleugels werden daarbij groter en hoger uitgevoerd.
Etymologie
De naam van het kasteel is afgeleid van de locatie van het kasteel; een hoge zandige stroomrug van de Oude Rijn omringd door drassig land, haer genaamd. De eerste bewoners hebben vervolgens ook deze naam aangenomen.
De naam van het kasteel is afgeleid van de locatie van het kasteel; een hoge zandige stroomrug van de Oude Rijn omringd door drassig land, haer genaamd. De eerste bewoners hebben vervolgens ook deze naam aangenomen.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: januari 2016
Huidige functie:
Huidige functie:
Het kasteel is opengesteld voor publiek. Alleen het ten noordoosten van het kasteel aanwezige châtelet is in bepaalde periode van het jaar in gebruik als woning en daarom nooit voor het publiek toegankelijk.
Laatst bijgewerkt: januari 2016
Huidige functie:
Huidige functie:
Het kasteel is opengesteld voor publiek. Alleen het ten noordoosten van het kasteel aanwezige châtelet is in bepaalde periode van het jaar in gebruik als woning en daarom nooit voor het publiek toegankelijk.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar: (Geldt voor muurresten van het kasteel uit de 13e eeuw)
Het kasteel is in de periode 2000-2011 grondig gerestaureerd. De restauratie van het aan de noordzijde van het kasteel aanwezige châtelet is in 2015 afgerond. Het kasteel met bijbehorende tuinen zijn dagelijks voor bezoek toegankelijk. Het châtelet is voor bewoning ingericht maar is niet toegankelijk voor bezoekers.
Zichtbaar: (Geldt voor muurresten van het kasteel uit de 13e eeuw)
Het kasteel is in de periode 2000-2011 grondig gerestaureerd. De restauratie van het aan de noordzijde van het kasteel aanwezige châtelet is in 2015 afgerond. Het kasteel met bijbehorende tuinen zijn dagelijks voor bezoek toegankelijk. Het châtelet is voor bewoning ingericht maar is niet toegankelijk voor bezoekers.
Afmetingen
Het totale terrein van het door een brede gracht omgeven kasteel met voorburcht heeft een oppervlakte van ca. 145x165m. De binnen de omgrachting aanwezige hoofdburcht is vijfhoekig en heeft een oppervlakte van ca. 40x55m.
Het totale terrein van het door een brede gracht omgeven kasteel met voorburcht heeft een oppervlakte van ca. 145x165m. De binnen de omgrachting aanwezige hoofdburcht is vijfhoekig en heeft een oppervlakte van ca. 40x55m.
Fysisch-geografische situering
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Rivieroeverwal, bodem - TERP, Oudebewoningsplaatsen.
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Rivieroeverwal, bodem - TERP, Oudebewoningsplaatsen.
Oudste vermelding
Datum: 1391
Bron: Leenregister Vianen
"Boekel van der Haar wordt beleend met ‘dat huus ter Haer vrythof ende gherecht, tins ende tienden mit alle sinen toebehoeren soe als dat gelegen is, daer vornen naest geland is die heer van Abcoude mit sinen ambocht van Themaet ende beneden naest gelandt her Peter Uten Hamme mit 2 hoeven lands dat sijn gerecht is, te behouden tot enen rechten onversteerfliken erfleen ende te verhergewaden alser verscijnt mit 12 pont goets gelds’. "
Hoewel het kasteel de Haar al veel ouder moet zijn, is de vermelding van Boekel van der Haar in 1391 in het nog bestaande gedeelte van het leenregister van de heren van Vianen de oudst bekende zekere vermelding van het kasteel. De Haar was een achterleen, omdat de heren van Vianen het leengoed weer in leen hadden van de bisschop van Utrecht.
Datum: 1391
Bron: Leenregister Vianen
"Boekel van der Haar wordt beleend met ‘dat huus ter Haer vrythof ende gherecht, tins ende tienden mit alle sinen toebehoeren soe als dat gelegen is, daer vornen naest geland is die heer van Abcoude mit sinen ambocht van Themaet ende beneden naest gelandt her Peter Uten Hamme mit 2 hoeven lands dat sijn gerecht is, te behouden tot enen rechten onversteerfliken erfleen ende te verhergewaden alser verscijnt mit 12 pont goets gelds’. "
Hoewel het kasteel de Haar al veel ouder moet zijn, is de vermelding van Boekel van der Haar in 1391 in het nog bestaande gedeelte van het leenregister van de heren van Vianen de oudst bekende zekere vermelding van het kasteel. De Haar was een achterleen, omdat de heren van Vianen het leengoed weer in leen hadden van de bisschop van Utrecht.
Bezitsgeschiedenis
Wie de eerste heer Van der Haar is geweest en wanneer dat dan was, is niet bekend. Wel is het duidelijk, dat het grondgebied oorspronkelijk toebehoorde aan de bisschop van Utrecht. Als leen is het waarschijnlijk via de familie Uten Goye door huwelijk halverwege de veertiende eeuw overgegaan naar de heren van Vianen. In die periode was De Haar reeds als achterleen in het bezit van leden van de familie De Haer. Hoewel het bewijs hiervoor nog niet beschikbaar is, wordt op basis van de door beide families gehanteerde wapenschilden aangenomen, dat een familielid van de Heren van Woerden in de twaalfde eeuw de eerste bewoner van De Haar is geweest. Deze bewoner zou dan de naam hebben aangenomen van het leengoed. Eind dertiende eeuw werd ene Werner Willemszoon van der Haer in documenten vermeld als gerechtsheer van De Haar. Zijn achterkleinzoon (Gijsbert) Boekel van der Haer is het oudst bekende familielid, die in 1391 voor het eerst wordt vermeld als bezitter van het leengoed in het nog beschikbare leenregister van de heren van Vianen. Via vererving binnen de familie bleef het goed binnen de familie de Haer tot 1434. In dat jaar trouwde de kleindochter van Boekel, Josina van der Haer, met Dirk I van Zuylen en ging het goed over naar de familie van Zuylen. Deze tak van de Van Zuylens gingen zich vanaf dat ogenblik Van Zuylen van der Haer noemen. Na het overlijden van Dirk I van Zuylen bleef De Haar via vererving binnen de familie Van Zuylen van der Haer tot 1654. Alleen in de periode tussen 1483 en 1503 was Dik II, de zoon van Dirk I, wegens mogelijk verraad en woordbreuk uit zijn leen ontheven. Na het overlijden van Dirk II werd diens zoon Steven in 1503 pas weer door de Heren van Vianen met De Haar beleend. Na het in 1641 overlijden van Johan van Zuylen van de Haer, de laatste mannelijke telg, en vervolgens van diens vrouw Geertruid van Lennep in 1653 ging de heerlijkheid met kasteel De Haar in 1654 over naar Johan Ernst van Renesse van Moermont, de kleinzoon van de zus van Johan van Zuylen. Na diens overlijden in 1664 gingen goed en kasteel de Haar over naar diens dochter Gijsberta, die in 1679 trouwde met Anthony van Stembor. Deze Anthony van Stembor kocht in 1681 de in financiëele moeilijkheden verkerende heerlijkheid met kasteel en werd daarmee heer van de Haar. Hij overleed in 1694, waarna de heerlijkheid met kasteel achtereenvolgens ging naar zijn zoon Johan Philips (tot 1706), zijn zoon Willem (tot 1736) en zijn zoon Carel (tot 1760). Na het overlijden van de laatste zoon Carel van Stembor ging De Haar in 1763 over op diens neef Anton Martinus van Zuylen van Nijvelt. Toen die overleed ging De Haar in 1807 over naar de zoon van zijn achterneef, Jan Jacob van Zuylen van Nijvelt. Deze Jan Jacob was op dat ogenblik woonachtig in Brugge en kreeg in 1816 de titel baron toegekend. Via vererving van vader op zoon bleef het inmiddels tot een ruïne vervallen kasteel binnen de familie van Van Zuylen van Nijevelt van de Haar. Eind negentiende begin twintigste eeuw heeft Etienne van Zuylen van Nijevelt van de Haar en zijn vrouw Hélène de Rothschild het middeleeuwse kasteel weer herbouwd. Van wege financiële overwegingen heeft zijn kleinzoon Thierry van Zuylen van Nijevelt van de Haar het kasteel met omliggende grond in 2000 overgedragen aan de stichting Kasteel de Haar en de omliggende landerijen verkocht aan de Vereniging Natuurmonumenten. In 2011 is deze laatste baron overleden en is het bestuur van de stichting overgedragen aan zijn vijf dochters.
Wie de eerste heer Van der Haar is geweest en wanneer dat dan was, is niet bekend. Wel is het duidelijk, dat het grondgebied oorspronkelijk toebehoorde aan de bisschop van Utrecht. Als leen is het waarschijnlijk via de familie Uten Goye door huwelijk halverwege de veertiende eeuw overgegaan naar de heren van Vianen. In die periode was De Haar reeds als achterleen in het bezit van leden van de familie De Haer. Hoewel het bewijs hiervoor nog niet beschikbaar is, wordt op basis van de door beide families gehanteerde wapenschilden aangenomen, dat een familielid van de Heren van Woerden in de twaalfde eeuw de eerste bewoner van De Haar is geweest. Deze bewoner zou dan de naam hebben aangenomen van het leengoed. Eind dertiende eeuw werd ene Werner Willemszoon van der Haer in documenten vermeld als gerechtsheer van De Haar. Zijn achterkleinzoon (Gijsbert) Boekel van der Haer is het oudst bekende familielid, die in 1391 voor het eerst wordt vermeld als bezitter van het leengoed in het nog beschikbare leenregister van de heren van Vianen. Via vererving binnen de familie bleef het goed binnen de familie de Haer tot 1434. In dat jaar trouwde de kleindochter van Boekel, Josina van der Haer, met Dirk I van Zuylen en ging het goed over naar de familie van Zuylen. Deze tak van de Van Zuylens gingen zich vanaf dat ogenblik Van Zuylen van der Haer noemen. Na het overlijden van Dirk I van Zuylen bleef De Haar via vererving binnen de familie Van Zuylen van der Haer tot 1654. Alleen in de periode tussen 1483 en 1503 was Dik II, de zoon van Dirk I, wegens mogelijk verraad en woordbreuk uit zijn leen ontheven. Na het overlijden van Dirk II werd diens zoon Steven in 1503 pas weer door de Heren van Vianen met De Haar beleend. Na het in 1641 overlijden van Johan van Zuylen van de Haer, de laatste mannelijke telg, en vervolgens van diens vrouw Geertruid van Lennep in 1653 ging de heerlijkheid met kasteel De Haar in 1654 over naar Johan Ernst van Renesse van Moermont, de kleinzoon van de zus van Johan van Zuylen. Na diens overlijden in 1664 gingen goed en kasteel de Haar over naar diens dochter Gijsberta, die in 1679 trouwde met Anthony van Stembor. Deze Anthony van Stembor kocht in 1681 de in financiëele moeilijkheden verkerende heerlijkheid met kasteel en werd daarmee heer van de Haar. Hij overleed in 1694, waarna de heerlijkheid met kasteel achtereenvolgens ging naar zijn zoon Johan Philips (tot 1706), zijn zoon Willem (tot 1736) en zijn zoon Carel (tot 1760). Na het overlijden van de laatste zoon Carel van Stembor ging De Haar in 1763 over op diens neef Anton Martinus van Zuylen van Nijvelt. Toen die overleed ging De Haar in 1807 over naar de zoon van zijn achterneef, Jan Jacob van Zuylen van Nijvelt. Deze Jan Jacob was op dat ogenblik woonachtig in Brugge en kreeg in 1816 de titel baron toegekend. Via vererving van vader op zoon bleef het inmiddels tot een ruïne vervallen kasteel binnen de familie van Van Zuylen van Nijevelt van de Haar. Eind negentiende begin twintigste eeuw heeft Etienne van Zuylen van Nijevelt van de Haar en zijn vrouw Hélène de Rothschild het middeleeuwse kasteel weer herbouwd. Van wege financiële overwegingen heeft zijn kleinzoon Thierry van Zuylen van Nijevelt van de Haar het kasteel met omliggende grond in 2000 overgedragen aan de stichting Kasteel de Haar en de omliggende landerijen verkocht aan de Vereniging Natuurmonumenten. In 2011 is deze laatste baron overleden en is het bestuur van de stichting overgedragen aan zijn vijf dochters.
Historische betekenis
Het kasteel en diversen van haar bewoners hebben een belangrijke rol gespeeld in de vijftiende en zestiende eeuw tijdens de diverse burgeroorlogen die toen plaats hebben gevonden.
Het kasteel en diversen van haar bewoners hebben een belangrijke rol gespeeld in de vijftiende en zestiende eeuw tijdens de diverse burgeroorlogen die toen plaats hebben gevonden.
Bouwgeschiedenis
Tijdens de laatste restauratie is in de periode 2008-2010 archeologisch onderzoek uitgevoerd om meer informatie te verkrijgen over de vroegste voorgangers van het kasteel. Hieruit heeft men afgeleid, dat de oudste vorm van Kasteel de Haar waarschijnlijk een omgrachte motte met aan de basis een diameter van ca. 30m is geweest. Deze motte moet in ieder geval aan het begin van de twaalfde eeuw al aanwezig zijn geweest. Deze motte is waarschijnlijk in de loop van de dertiende eeuw uitgevlakt en verstevigd met een keermuur ten behoeve van de bouw van een ronde burcht. Hierbij is tevens de oorspronkelijke omgrachting verlegd. Eind dertiende begin veertiende eeuw moet er in ieder geval een ronde burcht met een zwaar uitgevoerde woon- en poorttoren aan de noordwestzijde. Aan die zijde moet zich ook de voorburcht hebben bevonden. Tijdens het beheer van Josina van der Haer en Dirk van Zuylen werd omstreeks 1440 gestart met de bouw van een nieuw kasteel, dat in principe dezelfde plattegrond had als het huidige kasteel. In grote lijnen had (en heeft) dat kasteel de vorm van een onregelmatige vijfhoek, waarvan de langs alle zijden aanwezige gebouwen rondom een centrale binnenplaats waren gesitueerd. Een buiten het gebouw gelegen ronde toren op de noordhoek (de huidige riddertoren) en op de zuidoosthoek (de huidige gevangenentoren) en een knik in de tussenliggende gevel. Een half ronde toren halverwege de zuidwestgevel ( de huidige duiventoren) en een tweetal vierkante torens halverwege de noordwestgevel ( de huidige keukentoren en reservoirtoren). De toegang tot het kasteel vanaf de voorburcht bevond zich tussen de beide vierkante torens aan de noordwestzijde. De noordelijkste van beide torens, de reservoirtoren is gesitueerd ter plaatse van de woon- en poortoren van de vroegere ronde burcht. In die periode zijn in ieder geval de gebouwdelen aan de zuid- en de westzijde gefaseerd gerealiseerd, zij het met waarschijnlijk minder verdiepingen dan bij het huidige kasteel. Of er op dat ogenblik aan de oostzijde en de noordoostzijde al meer bebouwing was dan alleen een weermuur, is niet bekend. In 1482 werd dit kasteel in opdracht van de stadhouder van Holland door de burgers van Woerden geplunderd en met de grond gelijk gemaakt. Begin zestiende eeuw werd door Steven van Zuylen gestart met de herbouw van het kasteel. Deze herbouw heeft in fasen plaats gevonden. Met uitzondering van de noordwest- en de noordoostvleugel had dit kasteel in principe dezelfde afmetingen en vormgeving als het huidige kasteel. De toren op de noordoosthoek werd evenwel niet hoger opgebouwd dan twee bouwlagen. Vanaf halverwege de zeventiende eeuw heeft deze toren tijdelijk een achtzijdige opbouw van twee verdiepingen gehad. De tegen deze toren aansluitende bebouwing aan de noordoostzijde en de noordwestzijde is van beperkte omvang geweest, namelijk een smalle bebouwing van een bouwlaag tegen de weermuur van het kasteel. Begin achttiende eeuw ging het minder goed met de familie en trad de periode van verval in. Dit startte bij de vleugels aan de noordoost- en noordwestzijde, omdat die minder deugdelijk waren gebouwd. Vanaf midden achttiende eeuw raken ook de overige delen van het kasteel in verval. Eind achttiende eeuw waren alle daken verdwenen en begonnen delen van gebouwen in te storten. Bij de start van de herbouw eind negentiende eeuw was het kasteel tot een ruïne gereduceerd met alleen nog een beperkt aantal overeind staande muren. In de periode 1893 tot 1912 werd het middeleeuwse kasteel door Pierre Cuypers in opdracht van Etienne van Zuylen van Nijevelt van de Haar en zijn vrouw Hélène de Rothschild weer herbouwd. Hierbij werden de toren op de noordelijke hoek en de aansluitende vleugels aan de noordwestzijde en de noordoostzijde op dezelfde wijze uitgevoerd als de overige vleugels. Verder werd de voormalige binnenplaats tot op het niveau van het souterrain van de aanliggende vleugels ontgraven en ingericht en de hierboven ontstane ruimte van een kapconstructie voorzien. Verder werd het kasteel voorzien van alle op dat ogenblik beschikbare installatietechnische voorzieningen. In de periode 2000 tot 2011 is het kasteel grondig gerestaureerd.
Tijdens de laatste restauratie is in de periode 2008-2010 archeologisch onderzoek uitgevoerd om meer informatie te verkrijgen over de vroegste voorgangers van het kasteel. Hieruit heeft men afgeleid, dat de oudste vorm van Kasteel de Haar waarschijnlijk een omgrachte motte met aan de basis een diameter van ca. 30m is geweest. Deze motte moet in ieder geval aan het begin van de twaalfde eeuw al aanwezig zijn geweest. Deze motte is waarschijnlijk in de loop van de dertiende eeuw uitgevlakt en verstevigd met een keermuur ten behoeve van de bouw van een ronde burcht. Hierbij is tevens de oorspronkelijke omgrachting verlegd. Eind dertiende begin veertiende eeuw moet er in ieder geval een ronde burcht met een zwaar uitgevoerde woon- en poorttoren aan de noordwestzijde. Aan die zijde moet zich ook de voorburcht hebben bevonden. Tijdens het beheer van Josina van der Haer en Dirk van Zuylen werd omstreeks 1440 gestart met de bouw van een nieuw kasteel, dat in principe dezelfde plattegrond had als het huidige kasteel. In grote lijnen had (en heeft) dat kasteel de vorm van een onregelmatige vijfhoek, waarvan de langs alle zijden aanwezige gebouwen rondom een centrale binnenplaats waren gesitueerd. Een buiten het gebouw gelegen ronde toren op de noordhoek (de huidige riddertoren) en op de zuidoosthoek (de huidige gevangenentoren) en een knik in de tussenliggende gevel. Een half ronde toren halverwege de zuidwestgevel ( de huidige duiventoren) en een tweetal vierkante torens halverwege de noordwestgevel ( de huidige keukentoren en reservoirtoren). De toegang tot het kasteel vanaf de voorburcht bevond zich tussen de beide vierkante torens aan de noordwestzijde. De noordelijkste van beide torens, de reservoirtoren is gesitueerd ter plaatse van de woon- en poortoren van de vroegere ronde burcht. In die periode zijn in ieder geval de gebouwdelen aan de zuid- en de westzijde gefaseerd gerealiseerd, zij het met waarschijnlijk minder verdiepingen dan bij het huidige kasteel. Of er op dat ogenblik aan de oostzijde en de noordoostzijde al meer bebouwing was dan alleen een weermuur, is niet bekend. In 1482 werd dit kasteel in opdracht van de stadhouder van Holland door de burgers van Woerden geplunderd en met de grond gelijk gemaakt. Begin zestiende eeuw werd door Steven van Zuylen gestart met de herbouw van het kasteel. Deze herbouw heeft in fasen plaats gevonden. Met uitzondering van de noordwest- en de noordoostvleugel had dit kasteel in principe dezelfde afmetingen en vormgeving als het huidige kasteel. De toren op de noordoosthoek werd evenwel niet hoger opgebouwd dan twee bouwlagen. Vanaf halverwege de zeventiende eeuw heeft deze toren tijdelijk een achtzijdige opbouw van twee verdiepingen gehad. De tegen deze toren aansluitende bebouwing aan de noordoostzijde en de noordwestzijde is van beperkte omvang geweest, namelijk een smalle bebouwing van een bouwlaag tegen de weermuur van het kasteel. Begin achttiende eeuw ging het minder goed met de familie en trad de periode van verval in. Dit startte bij de vleugels aan de noordoost- en noordwestzijde, omdat die minder deugdelijk waren gebouwd. Vanaf midden achttiende eeuw raken ook de overige delen van het kasteel in verval. Eind achttiende eeuw waren alle daken verdwenen en begonnen delen van gebouwen in te storten. Bij de start van de herbouw eind negentiende eeuw was het kasteel tot een ruïne gereduceerd met alleen nog een beperkt aantal overeind staande muren. In de periode 1893 tot 1912 werd het middeleeuwse kasteel door Pierre Cuypers in opdracht van Etienne van Zuylen van Nijevelt van de Haar en zijn vrouw Hélène de Rothschild weer herbouwd. Hierbij werden de toren op de noordelijke hoek en de aansluitende vleugels aan de noordwestzijde en de noordoostzijde op dezelfde wijze uitgevoerd als de overige vleugels. Verder werd de voormalige binnenplaats tot op het niveau van het souterrain van de aanliggende vleugels ontgraven en ingericht en de hierboven ontstane ruimte van een kapconstructie voorzien. Verder werd het kasteel voorzien van alle op dat ogenblik beschikbare installatietechnische voorzieningen. In de periode 2000 tot 2011 is het kasteel grondig gerestaureerd.
Afbeeldingen
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2007, geraadpleegd januari 2016; - Kadastrale minuutkaart gemeente Haarzuilens, 1811-1832, Utrecht, sectie A, blad 2, nr. 190; - Overzicht oudste structuren uit de dertiende eeuw, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 107; - Plattegrond souterrain en bel-etage kasteel halverwege de zestiende eeuw; Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 146; - Plattegrond souterrain en bel-etage huidige kasteel met bouwfasering, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS Zwolle,123; - Plattegrond 1e, 2e en 3e verdieping huidige kasteel met bouwfasering, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 124; - Luchtfoto kasteel de Haar vanuit het zuiden in 2011, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 18 en 19; - Tekening kasteel de Haar van Roelant Roghman omstreeks 1646 vanuit het oosten, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 144; - Tekening Kasteel de Haar van Cornelis Pronk omstreeks 1731 vanuit het noorden, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle 85; - Tekening kasteel de Haar van Jan de Beijer omstreeks 1744 vanuit het westen, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 87; - Tekening kasteel de Haar van Jan de Beijer omstreeks 1744 vanuit het zuiden, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 133; -Tekening ruïne kasteel de Haar van Jacob Versteegh eind achttiende eeuw vanuit het noorden, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 89;
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2007, geraadpleegd januari 2016; - Kadastrale minuutkaart gemeente Haarzuilens, 1811-1832, Utrecht, sectie A, blad 2, nr. 190; - Overzicht oudste structuren uit de dertiende eeuw, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 107; - Plattegrond souterrain en bel-etage kasteel halverwege de zestiende eeuw; Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 146; - Plattegrond souterrain en bel-etage huidige kasteel met bouwfasering, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS Zwolle,123; - Plattegrond 1e, 2e en 3e verdieping huidige kasteel met bouwfasering, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 124; - Luchtfoto kasteel de Haar vanuit het zuiden in 2011, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 18 en 19; - Tekening kasteel de Haar van Roelant Roghman omstreeks 1646 vanuit het oosten, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 144; - Tekening Kasteel de Haar van Cornelis Pronk omstreeks 1731 vanuit het noorden, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle 85; - Tekening kasteel de Haar van Jan de Beijer omstreeks 1744 vanuit het westen, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 87; - Tekening kasteel de Haar van Jan de Beijer omstreeks 1744 vanuit het zuiden, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 133; -Tekening ruïne kasteel de Haar van Jacob Versteegh eind achttiende eeuw vanuit het noorden, Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle, 89;
Bronnen
- http://watwaswaar.nl/#UK-WC-8-1-1v-1-32fA-29Pc---3Sk, geraadpleegd december 2015; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd december 2015; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd ???????????; - http://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/alle-afbeeldingen/?q=kasteel%20de%20Haar&mode=gallery&view=horizontal, geraadpleegd januari 2016; - http://www.kasteeldehaar.nl/, geraadpleegd januari 2016;
- http://watwaswaar.nl/#UK-WC-8-1-1v-1-32fA-29Pc---3Sk, geraadpleegd december 2015; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd december 2015; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd ???????????; - http://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/alle-afbeeldingen/?q=kasteel%20de%20Haar&mode=gallery&view=horizontal, geraadpleegd januari 2016; - http://www.kasteeldehaar.nl/, geraadpleegd januari 2016;
Literatuur
- Bosdijk, J.F., 1841, 'Het Huis de Haer Anthonia van Groenenberch of de ridderhofstad de Haer', Utrechtsche Volks-Almanak, Utrecht, 93-138. - Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle - Janssen, H. En K. Loeff, 1995, 'De Haar', in: B. Olde Meierink, et al, Kastelen en Ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 218-224.- Kolman, C., L.H.M. Olde Meierink en R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland Utrecht, Zeist/Zwolle, 120-122.- Oosterhout, P. Van, H. Tromp, 1999, restoration plan for the park and gardens; Castle de haar, Haarzuilens, Haarzuilens.- Uslar-Gleichen - van Asch van Wijck, L.A. von, 1959, Het archief van het kasteel de Haar te Haarzuilens, Haarzuilens.
- Bosdijk, J.F., 1841, 'Het Huis de Haer Anthonia van Groenenberch of de ridderhofstad de Haer', Utrechtsche Volks-Almanak, Utrecht, 93-138. - Heijenbrok, J., Steenmeijer, G., Timmers, K., 2011, Tien eeuwen Kasteel de Haar, Wat een weelde, Uitgave stichting Kasteel De Haar en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, WBOOKS, Zwolle - Janssen, H. En K. Loeff, 1995, 'De Haar', in: B. Olde Meierink, et al, Kastelen en Ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 218-224.- Kolman, C., L.H.M. Olde Meierink en R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland Utrecht, Zeist/Zwolle, 120-122.- Oosterhout, P. Van, H. Tromp, 1999, restoration plan for the park and gardens; Castle de haar, Haarzuilens, Haarzuilens.- Uslar-Gleichen - van Asch van Wijck, L.A. von, 1959, Het archief van het kasteel de Haar te Haarzuilens, Haarzuilens.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 527891
OMSCHRIJVING UIT RCE: OMSCHRIJVING VAN HET COMPLEX: HISTORISCHE BUITENPLAATS KASTEEL DE HAAR bestaande uit HOOFDGEBOUW KASTEEL DE HAAR (527892), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (527893), TOEGANGSPOORT MET TOEGANGSBRUG (527894), DIENSTGEBOUW MET STALPLEIN MET WATERPUT (527895), CHATELET MET KLEINE VOORBURCHT OF COUR MET PUT EN DUBBELE BRUG NAAR HET KASTEEL (527896), DUIVENTOREN MET BRUG (527897), FRANSE BRUG (527898), GROTE VOORBURCHT (GROTE COUR/COUR D'HONNEUR) (527899), KERK OF KAPEL OP KERKEILAND MET TWEE BRUGGEN (527900), TUINSIERADEN IN DE ROZENTUIN (527901), TUINSIERADEN IN DE PALMENTUIN (27902), TUINSIERADEN IN DE ROMEINSE TUIN (527903), BASTIONS TUSSEN ROMEINSE TUIN EN ZUYLENLAAN (527904), SIERSMEEDIJZEREN BRUG (527905), TUINSIERADEN AAN DE WESTZIJDE VAN DE ZUYLENLAAN, IN PARKDEEL IN LANDSCHAPSSTIJL (527906), RUSTIEKE BRUG TUSSEN KASTEELGRACHT EN VIJVER IN LANDSCHAPSSTIJL (527907), ENTREEHEK TER AFSLUITING VAN DE ZUYLENLAAN (527908), PORTIERSWONING AAN DE ZUYLENLAAN (527909), TUINSIERADEN IN FRANSE TUIN (527910), MOESTUINMUUR MET TOEGANGSPOORT MET SPIJLENHEK (527911), RUSTIEKE BRUG TUSSEN FRANSE TUIN EN GROTE HERTENKAMP (527912), TENNISHUISJE (527913), BRUG LIMBURG (527914), GROTE HERTENKAMP MET HERTENVERBLIJF (527915), PLATTE BRUG (527916), RUSTIEKE BRUG IN BETON IN HET ZUIDERPARK (527917), RODE BAKSTENEN BRUG OP BOCHTDIJK (527918), RUSTIEKE BRUG IN BETON MET HEK OVER DE BOCHTDIJK (527919), BOSWACHTERSWONING (527920), TWEE DIENSTWONINGEN (527921), BRUG (530011), BANK (530012), FONTEIN (530013), HEK (530014).Het vijfhoekige middeleeuwse huis werd in de loop van de veertiende eeuw gesticht op een hoger gelegen stroomrug langs een dode arm van de Rijn. De Haar wordt voor het eerst in 1391 vermeld. Het kasteel werd onder leiding van dr P.J.H.Cuypers gedurende de jaren 1892-1912 geheel gerestaureerd, waarbij hij het middeleeuwse kasteel, dat nog in hoofdlijnen bewaard was gebleven, als uitgangspunt nam. Dit kasteel, dat in het begin van de vijftiende eeuw zijn typische vijfhoekige vorm kreeg, was gezien zijn grootte en opzet al een bijzonderheid ten tijde van de bouw. De restauratie omvatte niet alleen de herbouw van het kasteel maar ook de realisering van een uniek interieur, de creatie van een uitgestrekt landschappelijk park met in de kern verschillende geometrische tuinen en de aanleg van een dorp aan de rand van het park, dit alles op het ruim 450 ha. grootte landgoed. Tevens werd de dorpskerk door Cuypers gerestaureerd en deels herbouwd. De inrichting van het kasteel, met zijn vaste decoratieve elementen als beeldhouwwerk, houtsnijwerk, lambriseringen, behangsels, marmeren en natuurstenen vloeren, tegelplateaus, glas-in-loodramen, smeedijzer, brons- en koperwerk behoort tot de hoogtepunten van de Europese interieurkunst van rond 1900 en is sinds zijn ontstaan onveranderd gebleven. In tegenstelling tot wat bij zovele andere historische huizen in Nederland het geval is, is deze aankleding van binnenruimten grotendeels gaaf bewaard. Als zodanig vertoont het complex een unieke en onverbrekelijke samenhang tussen kasteel, interieur, bijgebouwen en omgeving, in casu tuinen, park en historisch landgoed. Ook de van oorsprong reeds aanwezige kapel of kerk en het dorp werden in deze visie betrokken, zodat men van een 'Gesamtkunstwerk' kan spreken.In samenwerking met elkaar creëerden de bouwmeester Dr P.J.H. Cuypers en de opdrachtgever baron Etienne van Zuylen van Nyevelt op basis van de middeleeuwse ruïne een monument van negentiende-eeuwse bouwkunst met verschillende betekenislagen. Tot in de kleinste details komt hierin de nauwe verwevenheid van thema's als de ridderlijke middeleeuwen en de verdediging van het geloof, de verering van de Vrouw en de familiegeschiedenis van de van Zuylens tot uiting. Bijzonder voor Nederland is het omvangrijke park, dat rond 1900 onder leiding van de tuinarchitect Henri Copijn en mede naar ideeën van vader en zoon Cuypers werd aangelegd en in zijn eclectische verschijningsvorm met zowel geometrische patronen als uitgestrekte delen in landschapsstijl geheel aansluit bij de ideeënwereld van de bouwheer en zijn bouwmeester. De Haar beschikt over een grote variatie aan militaire, defensieve details, opgenomen in het park. Cuypers verwoordde deze toepassing van fortificatie-elementen als 'een raffinement aan voorzorgmaatregelen in de interne rangschikking, een systematische irregulariteit omdat in de tijd van de bouw iedere kasteelheer het beter wilde doen dan zijn buurman'. Hij legde tevens een direct verband met zijn eigen tijd: 'Die oerzorg ter verdediging is nu in onze moderne tijd verplaatst en gericht op de behoeften van de moderne samenleving. In geval van kasteel De Haar in het bijzonder, betekende dit, dat de wens om de herinnering te eren van de glorieuze voorouders van zijn tegenwoordige kasteelheer een centrale rol speelt.' Na de voltooiing van het hoofdgebouw werden de bijgebouwen in verschillende fasen gerealiseerd: de volgende fase betrof de voorburcht of Châtelet, grotendeels onder leiding van ir. Jos.Cuypers [eerste fase 1910; volgende fase enkele jaren later; het Châtelet werd nooit geheel voltooid, zoals blijkt uit de tanding in de meest westelijke muur], en het Stalplein [verschillende fasen: stallen, koetshuis, wasplaatsen en garages]. De serres met wintertuin [in 1996 afgebroken] en de kerk. Ook de tuinen werden in verschillende fasen aangelegd: de Kruisvijver of Grand Canal is na 1920 vergroot, terwijl de Romeinse Tuin, de Rozentuin, het Noorderpark en het Zuiderpark in het begin van de twintigste eeuw gereed kwamen. De rozentuin onderging een belangrijke wijziging na de vroegtijdige dood van de oudste zoon van baron Etienne in 1912 en heeft sindsdien het karakter van een herinneringstuin gekregen. Tijdens de restauratie en herbouw vergrootte van Zuylen het landgoed van De Haar door de aankoop van oorspronkelijk tot het kasteel behorende gronden tot een oppervlakte van ca. 450 ha. en werd er een nieuw dorp gepland omdat de oude huizen van Haarzuilens plaats moesten maken voor de groots opgezette parkaanleg van het Noorderpark. De oorspronkelijk, zeer grootscheepse plannen, waarbij het kasteel een centrale plaats in het landgoed zou krijgen werden slechts gedeeltelijk voltooid. Oorspronkelijk was het park ongeveer twee maal zo groot als het huidige park uitgedacht. Het parkgedeelte aan de westzijde van het complex is nooit uitgevoerd. WAARDERING VAN HET COMPLEX: De HISTORISCHE BUITENPLAATS DE HAAR is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang: A. als voorbeeld van een voor Nederland uniek complex van Kasteel of hoofdgebouw, Châtelet, bij- en dienstgebouwen, historische tuinen, tuinsieraden en parkaanleg, dat naar omvang, gevarieerde samenstelling en verscheidenheid van de onderdelen, tot stand is gekomen tijdens één restauratie- en herbouwperiode. Dit complex kan alleen vergeleken worden met enkele internationale voorbeelden.B. vanwege de bij de buitenplaats behorende geometrische tuinaanleg, die een representatief voorbeeld is van het werk van de tuin- en landschapsarchitect Hendrik [Henri] Copijn, tot stand gekomen in nauwe samenwerking met Dr. P.J.H. Cuypers en Ir. Jos. Cuypers. C. vanwege de bij de buitenplaats behorende parkaanleg in landschapsstijl, die een representatief voorbeeld is van het werk van de tuin- en landschapsarchitect Hendrik [Henri] Copijn.
Status:
Monumentnummer: 527891
OMSCHRIJVING UIT RCE: OMSCHRIJVING VAN HET COMPLEX: HISTORISCHE BUITENPLAATS KASTEEL DE HAAR bestaande uit HOOFDGEBOUW KASTEEL DE HAAR (527892), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (527893), TOEGANGSPOORT MET TOEGANGSBRUG (527894), DIENSTGEBOUW MET STALPLEIN MET WATERPUT (527895), CHATELET MET KLEINE VOORBURCHT OF COUR MET PUT EN DUBBELE BRUG NAAR HET KASTEEL (527896), DUIVENTOREN MET BRUG (527897), FRANSE BRUG (527898), GROTE VOORBURCHT (GROTE COUR/COUR D'HONNEUR) (527899), KERK OF KAPEL OP KERKEILAND MET TWEE BRUGGEN (527900), TUINSIERADEN IN DE ROZENTUIN (527901), TUINSIERADEN IN DE PALMENTUIN (27902), TUINSIERADEN IN DE ROMEINSE TUIN (527903), BASTIONS TUSSEN ROMEINSE TUIN EN ZUYLENLAAN (527904), SIERSMEEDIJZEREN BRUG (527905), TUINSIERADEN AAN DE WESTZIJDE VAN DE ZUYLENLAAN, IN PARKDEEL IN LANDSCHAPSSTIJL (527906), RUSTIEKE BRUG TUSSEN KASTEELGRACHT EN VIJVER IN LANDSCHAPSSTIJL (527907), ENTREEHEK TER AFSLUITING VAN DE ZUYLENLAAN (527908), PORTIERSWONING AAN DE ZUYLENLAAN (527909), TUINSIERADEN IN FRANSE TUIN (527910), MOESTUINMUUR MET TOEGANGSPOORT MET SPIJLENHEK (527911), RUSTIEKE BRUG TUSSEN FRANSE TUIN EN GROTE HERTENKAMP (527912), TENNISHUISJE (527913), BRUG LIMBURG (527914), GROTE HERTENKAMP MET HERTENVERBLIJF (527915), PLATTE BRUG (527916), RUSTIEKE BRUG IN BETON IN HET ZUIDERPARK (527917), RODE BAKSTENEN BRUG OP BOCHTDIJK (527918), RUSTIEKE BRUG IN BETON MET HEK OVER DE BOCHTDIJK (527919), BOSWACHTERSWONING (527920), TWEE DIENSTWONINGEN (527921), BRUG (530011), BANK (530012), FONTEIN (530013), HEK (530014).Het vijfhoekige middeleeuwse huis werd in de loop van de veertiende eeuw gesticht op een hoger gelegen stroomrug langs een dode arm van de Rijn. De Haar wordt voor het eerst in 1391 vermeld. Het kasteel werd onder leiding van dr P.J.H.Cuypers gedurende de jaren 1892-1912 geheel gerestaureerd, waarbij hij het middeleeuwse kasteel, dat nog in hoofdlijnen bewaard was gebleven, als uitgangspunt nam. Dit kasteel, dat in het begin van de vijftiende eeuw zijn typische vijfhoekige vorm kreeg, was gezien zijn grootte en opzet al een bijzonderheid ten tijde van de bouw. De restauratie omvatte niet alleen de herbouw van het kasteel maar ook de realisering van een uniek interieur, de creatie van een uitgestrekt landschappelijk park met in de kern verschillende geometrische tuinen en de aanleg van een dorp aan de rand van het park, dit alles op het ruim 450 ha. grootte landgoed. Tevens werd de dorpskerk door Cuypers gerestaureerd en deels herbouwd. De inrichting van het kasteel, met zijn vaste decoratieve elementen als beeldhouwwerk, houtsnijwerk, lambriseringen, behangsels, marmeren en natuurstenen vloeren, tegelplateaus, glas-in-loodramen, smeedijzer, brons- en koperwerk behoort tot de hoogtepunten van de Europese interieurkunst van rond 1900 en is sinds zijn ontstaan onveranderd gebleven. In tegenstelling tot wat bij zovele andere historische huizen in Nederland het geval is, is deze aankleding van binnenruimten grotendeels gaaf bewaard. Als zodanig vertoont het complex een unieke en onverbrekelijke samenhang tussen kasteel, interieur, bijgebouwen en omgeving, in casu tuinen, park en historisch landgoed. Ook de van oorsprong reeds aanwezige kapel of kerk en het dorp werden in deze visie betrokken, zodat men van een 'Gesamtkunstwerk' kan spreken.In samenwerking met elkaar creëerden de bouwmeester Dr P.J.H. Cuypers en de opdrachtgever baron Etienne van Zuylen van Nyevelt op basis van de middeleeuwse ruïne een monument van negentiende-eeuwse bouwkunst met verschillende betekenislagen. Tot in de kleinste details komt hierin de nauwe verwevenheid van thema's als de ridderlijke middeleeuwen en de verdediging van het geloof, de verering van de Vrouw en de familiegeschiedenis van de van Zuylens tot uiting. Bijzonder voor Nederland is het omvangrijke park, dat rond 1900 onder leiding van de tuinarchitect Henri Copijn en mede naar ideeën van vader en zoon Cuypers werd aangelegd en in zijn eclectische verschijningsvorm met zowel geometrische patronen als uitgestrekte delen in landschapsstijl geheel aansluit bij de ideeënwereld van de bouwheer en zijn bouwmeester. De Haar beschikt over een grote variatie aan militaire, defensieve details, opgenomen in het park. Cuypers verwoordde deze toepassing van fortificatie-elementen als 'een raffinement aan voorzorgmaatregelen in de interne rangschikking, een systematische irregulariteit omdat in de tijd van de bouw iedere kasteelheer het beter wilde doen dan zijn buurman'. Hij legde tevens een direct verband met zijn eigen tijd: 'Die oerzorg ter verdediging is nu in onze moderne tijd verplaatst en gericht op de behoeften van de moderne samenleving. In geval van kasteel De Haar in het bijzonder, betekende dit, dat de wens om de herinnering te eren van de glorieuze voorouders van zijn tegenwoordige kasteelheer een centrale rol speelt.' Na de voltooiing van het hoofdgebouw werden de bijgebouwen in verschillende fasen gerealiseerd: de volgende fase betrof de voorburcht of Châtelet, grotendeels onder leiding van ir. Jos.Cuypers [eerste fase 1910; volgende fase enkele jaren later; het Châtelet werd nooit geheel voltooid, zoals blijkt uit de tanding in de meest westelijke muur], en het Stalplein [verschillende fasen: stallen, koetshuis, wasplaatsen en garages]. De serres met wintertuin [in 1996 afgebroken] en de kerk. Ook de tuinen werden in verschillende fasen aangelegd: de Kruisvijver of Grand Canal is na 1920 vergroot, terwijl de Romeinse Tuin, de Rozentuin, het Noorderpark en het Zuiderpark in het begin van de twintigste eeuw gereed kwamen. De rozentuin onderging een belangrijke wijziging na de vroegtijdige dood van de oudste zoon van baron Etienne in 1912 en heeft sindsdien het karakter van een herinneringstuin gekregen. Tijdens de restauratie en herbouw vergrootte van Zuylen het landgoed van De Haar door de aankoop van oorspronkelijk tot het kasteel behorende gronden tot een oppervlakte van ca. 450 ha. en werd er een nieuw dorp gepland omdat de oude huizen van Haarzuilens plaats moesten maken voor de groots opgezette parkaanleg van het Noorderpark. De oorspronkelijk, zeer grootscheepse plannen, waarbij het kasteel een centrale plaats in het landgoed zou krijgen werden slechts gedeeltelijk voltooid. Oorspronkelijk was het park ongeveer twee maal zo groot als het huidige park uitgedacht. Het parkgedeelte aan de westzijde van het complex is nooit uitgevoerd. WAARDERING VAN HET COMPLEX: De HISTORISCHE BUITENPLAATS DE HAAR is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang: A. als voorbeeld van een voor Nederland uniek complex van Kasteel of hoofdgebouw, Châtelet, bij- en dienstgebouwen, historische tuinen, tuinsieraden en parkaanleg, dat naar omvang, gevarieerde samenstelling en verscheidenheid van de onderdelen, tot stand is gekomen tijdens één restauratie- en herbouwperiode. Dit complex kan alleen vergeleken worden met enkele internationale voorbeelden.B. vanwege de bij de buitenplaats behorende geometrische tuinaanleg, die een representatief voorbeeld is van het werk van de tuin- en landschapsarchitect Hendrik [Henri] Copijn, tot stand gekomen in nauwe samenwerking met Dr. P.J.H. Cuypers en Ir. Jos. Cuypers. C. vanwege de bij de buitenplaats behorende parkaanleg in landschapsstijl, die een representatief voorbeeld is van het werk van de tuin- en landschapsarchitect Hendrik [Henri] Copijn.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: Ja (Op het kasteelterrein met bijbehorende tuinen is van toepassing het door de gemeente Utrecht in januari 2014 vastgestelde bestemmingsplan Haarzuilens, met als enkelbestemming "Kasteel" en als dubbelbestemming waarden, "ecologie", cultuurhistorie" en "archeologie". )
Bestemming: (enkelbestemming Kasteel)
Bestemming: (dubbelbestemming waarden ecologie, cultuurhistorie en archeologie)
Bestemmingsplan: Ja (Op het kasteelterrein met bijbehorende tuinen is van toepassing het door de gemeente Utrecht in januari 2014 vastgestelde bestemmingsplan Haarzuilens, met als enkelbestemming "Kasteel" en als dubbelbestemming waarden, "ecologie", cultuurhistorie" en "archeologie". )
Bestemming: (enkelbestemming Kasteel)
Bestemming: (dubbelbestemming waarden ecologie, cultuurhistorie en archeologie)
Auteur en datum
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: januari 2016
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: januari 2016
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Archis onderzoeksmeldingnummer 36086BAAC heeft in 2009 archeologische proefputten/proefsleuven uitgevoerd op het terrein ten noordwesten van het kasteel (BAAC-project A-09.0237).
Archis onderzoeksmeldingnummer 36086BAAC heeft in 2009 archeologische proefputten/proefsleuven uitgevoerd op het terrein ten noordwesten van het kasteel (BAAC-project A-09.0237).
Geomorfologische codering
3K25, Rivieroeverwal.
3K25, Rivieroeverwal.
Bodemkundige codering
|f, TERP, Oudebewoningsplaatsen.
|f, TERP, Oudebewoningsplaatsen.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.