Saaftinge
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Saaftinge
Saaftinge
Locatie
Adres: N.v.t.
Verdronken land van Saeftinghe
Gemeente Hulst
Provincie Zeeland
Kasteel Saaftinge heeft vermoedelijk gelegen zo’n 500-750 meter ten noordwesten van de schaapskooi in het verdronken land van Saaftinge (zie RAAP-rapport 685). Er is echter geen booronderzoek uitgevoerd om vast te stellen of dit ook werkelijk het geval is.
Adres: N.v.t.
Verdronken land van Saeftinghe
Gemeente Hulst
Provincie Zeeland
Kasteel Saaftinge heeft vermoedelijk gelegen zo’n 500-750 meter ten noordwesten van de schaapskooi in het verdronken land van Saaftinge (zie RAAP-rapport 685). Er is echter geen booronderzoek uitgevoerd om vast te stellen of dit ook werkelijk het geval is.
Typologie
De veronderstelde typologie, een vierkante burcht, is afgeleid van de Brusselse (uit 1468) en Antwerpse Scheldekaart (uit 1504). Het kasteel is later op de Brusselse Scheldekaart geplakt. Deze kaart zal evenwel betrouwbaarder zijn dan de latere Antwerpse kaart, daar de Antwerpse versie een vrije weergave betreft van de Brusselse kaart (Van Kempen en Vreugdenhil 2001, 16). Wat op de kaarten te zien is, is geen 15de-eeuws kasteel. Mogelijk is het kasteel dus ouder en zijn de verwoestingen in de loop van de tijd toch niet erg hevig geweest. De kaart kan ook een oudere situatie weergeven dan die uit de 15de eeuw.
De veronderstelde typologie, een vierkante burcht, is afgeleid van de Brusselse (uit 1468) en Antwerpse Scheldekaart (uit 1504). Het kasteel is later op de Brusselse Scheldekaart geplakt. Deze kaart zal evenwel betrouwbaarder zijn dan de latere Antwerpse kaart, daar de Antwerpse versie een vrije weergave betreft van de Brusselse kaart (Van Kempen en Vreugdenhil 2001, 16). Wat op de kaarten te zien is, is geen 15de-eeuws kasteel. Mogelijk is het kasteel dus ouder en zijn de verwoestingen in de loop van de tijd toch niet erg hevig geweest. De kaart kan ook een oudere situatie weergeven dan die uit de 15de eeuw.
Etymologie
Kasteel bij het dorp of stadje Saeftinghe of Saaftinge.
Kasteel bij het dorp of stadje Saeftinghe of Saaftinge.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 05-06-2012
N.v.t.
Laatst bijgewerkt: 05-06-2012
N.v.t.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De locatie van het voormalige kasteel Saaftinge bevindt zich nu onder water of onder het slib. Aan de oppervlakte van het water of het slib zijn geen sporen meer zichtbaar van het kasteel, waarvan mogelijk nog resten in de bodem aanwezig zijn. Hiernaar is echter geen onderzoek gedaan.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De locatie van het voormalige kasteel Saaftinge bevindt zich nu onder water of onder het slib. Aan de oppervlakte van het water of het slib zijn geen sporen meer zichtbaar van het kasteel, waarvan mogelijk nog resten in de bodem aanwezig zijn. Hiernaar is echter geen onderzoek gedaan.
Afmetingen
De afmetingen van het middeleeuwse huis zijn onbekend.
De afmetingen van het middeleeuwse huis zijn onbekend.
Oudste vermelding
Datum: 1296
Bron: Poschet 2010, 163.
"'castel de tsaeftinges' "
Raes Mulaert noteert in 1296 uitgaven voor de bewaking van het 'castel de tsaeftinges'. Poschet citeert uit het toponymisch woordenboek van Karel de Flou. De Flou geeft directe citaten uit 13de-eeuwse rekeningen.
Datum: 1296
Bron: Poschet 2010, 163.
"'castel de tsaeftinges' "
Raes Mulaert noteert in 1296 uitgaven voor de bewaking van het 'castel de tsaeftinges'. Poschet citeert uit het toponymisch woordenboek van Karel de Flou. De Flou geeft directe citaten uit 13de-eeuwse rekeningen.
Bezitsgeschiedenis
De oudste vermelding van kasteel Saaftinge dateert uit 1296. Het kasteel bestond toen al. In 1279 liet gravin Margaretha van Vlaanderen (of Margaretha van Constantinopel) volgens Van den Broecke bij de samenvloeiing van de Schelde en de Honte een kasteel bouwen als grafelijke veste (Van den Broecke 1978, 274). Hoe aan het jaartal 1279 komt, is niet duidelijk. Volgens Poschet (2010, 163) zou het kasteel zelfs nog iets eerder gebouwd kunnen zijn, maar hij noemt geen exact jaartal. Hoe Van den Broecke aan het jaar 1279 komt is niet duidelijk. Uit een oorkonde van 1 april 1300 blijkt dat Robert, de oudste zoon van graaf Guij van Vlaanderen, het kasteel in leen overgaf aan Gerard, heer van Sotteghem, in ruil voor diens bezit in Gent. Hoe lang dat heeft geduurd is onbekend, maar daarna is het kasteel weer grafelijk bezit geworden (Van den Broecke 1978, 274). In de 14de en 15de eeuw waren diverse heren baljuw, kastelein en ontvanger van Saaftinge. Vermoedelijk is het kasteel in de tweede helft van de 16de eeuw opgegeven.
De oudste vermelding van kasteel Saaftinge dateert uit 1296. Het kasteel bestond toen al. In 1279 liet gravin Margaretha van Vlaanderen (of Margaretha van Constantinopel) volgens Van den Broecke bij de samenvloeiing van de Schelde en de Honte een kasteel bouwen als grafelijke veste (Van den Broecke 1978, 274). Hoe aan het jaartal 1279 komt, is niet duidelijk. Volgens Poschet (2010, 163) zou het kasteel zelfs nog iets eerder gebouwd kunnen zijn, maar hij noemt geen exact jaartal. Hoe Van den Broecke aan het jaar 1279 komt is niet duidelijk. Uit een oorkonde van 1 april 1300 blijkt dat Robert, de oudste zoon van graaf Guij van Vlaanderen, het kasteel in leen overgaf aan Gerard, heer van Sotteghem, in ruil voor diens bezit in Gent. Hoe lang dat heeft geduurd is onbekend, maar daarna is het kasteel weer grafelijk bezit geworden (Van den Broecke 1978, 274). In de 14de en 15de eeuw waren diverse heren baljuw, kastelein en ontvanger van Saaftinge. Vermoedelijk is het kasteel in de tweede helft van de 16de eeuw opgegeven.
Historische betekenis
Vanuit het grafelijk kasteel werden de gelden geïnd van de geleidetol, die de over de Honte varende schepen aan de graaf waren verschuldigd. Citaat uit de rekening over 1375/76 van de baljuw van Saaftinge: 'Item betaelt van mijn heren deele van een huus dat de castellein heeft doen maken ten casteele, daer de tholnaers wonen ende habitacie inne hebben die tgheleede ontfaen bi der Honte...'.
Vanuit het grafelijk kasteel werden de gelden geïnd van de geleidetol, die de over de Honte varende schepen aan de graaf waren verschuldigd. Citaat uit de rekening over 1375/76 van de baljuw van Saaftinge: 'Item betaelt van mijn heren deele van een huus dat de castellein heeft doen maken ten casteele, daer de tholnaers wonen ende habitacie inne hebben die tgheleede ontfaen bi der Honte...'.
Bouwgeschiedenis
In 1279 liet gravin Margaretha van Vlaanderen bij de samenvloeiing van de Schelde en de Honte een kasteel bouwen als grafelijke veste. Het stond daarna meermalen bloot aan overstromingsgevaar, zoals in 1295. Bij het kasteel, dat in de polder het Oude Land lag, moest een inlaagdijk worden aangelegd. Vanaf de 14de eeuw lag het kasteel op buitendijks land. Blijkbaar was de polder tussen 1295 en 1365 opgegeven. Om het kasteel te behouden heeft men een ringdijk om het kasteel opgeworpen (Van Kempen en Vreugdenhil 2001). In 1382 werd het kasteel gedurende 108 dagen tevergeefs door de Gentenaren belegerd. De heer van Voorhoute had na zijn aanstelling in 1381 het kasteel namelijk onmiddellijk aangepast en versterkt met het oog op een eventuele belegering. Op 11 oktober 1452 trokken opnieuw troepen Gentenaren plunderend door de heerlijkheid Saaftinge. Volgens Van den Broecke liet Maximiliaan van Oostenrijk in 1484 niet ver van de plaats van het kasteel een nieuw kasteel bouwen dat eveneens een belangrijke rol heeft gespeeld in de strijd tegen opstandige Vlaamse steden. Dit kasteel zou in het begin van de 16de eeuw door Antwerpenaren zijn verwoest en vervolgens ook nog eens door stormvloeden in 1509, 1530 en 1539 (Van Kempen en Vreugdenhil 2001, 13). Tijdens de stormvloeden in 1539 en 1552 spoelde de ringdijk voor een groot deel weg. Volgens Van Kempen en Vreugenhil is het niet zeker of er daadwerkelijk sprake is geweest van een tweede kasteel. Zij concluderen dat het kasteel in 1452 nog bemand was. Daarnaast wijzen meldingen van het kasteel en het snelle herstel van de kasteeldijk erop dat het kasteel ook tussen 1400 en 1484 bestond en zelfs een belangrijke functie vervulde. Zo schrijft Gottschalk dat bij een stormvloed in 1422 de dijk bij het kasteel doorbrak (ARA Brussel no. 14347, baljuwsrekening van 1421/22; Gottschalk 1984, 420). Dat gebeurde nog eens in 1424. Bij de stormvloed van 1477 slaat een groot gat in de dijk bij het kasteel (Gottschalk 1984, 520). Daarnaast wordt het kasteel afgebeeld op de Brusselse Scheldekaart uit 1468. Van Kempen en Vreugdenhil concluderen voorzichtig dat er geen tweede kasteel is geweest, doch dat bij het middeleeuwse kasteel militaire versterkingen zijn gebouwd door Maximiliaan van Oostenrijk. Dit wordt eveneens door Poschet (2010) beargumenteerd en ook Gottschalk (1984, 526) schrijft dat het kasteel tijdens de oorlog werd versterkt met een bolwerk. In de eerste helft van de 16de eeuw werd de schans of het bolwerk (en het kasteel?) bij oorlogshandelingen verwoest. Het kasteel werd in de tweede helft van de 16de eeuw opgegeven. Van het kasteel was in 1574 blijkbaar enkel nog wat puin over. Uiteindelijk is het gehele Land van Saeftinghe door militaire inundaties tijdens de Tachtigjarige Oorlog (in 1584) verdronken. Daarna zijn veel ruïnes van gebouwen ten behoeve van het bouwmateriaal gesloopt. Gegevens over het kasteel zelf: Uit een rekening uit de jaren 1375-1376 blijkt dat het kasteel vier torens heeft gehad en Poschet (2010) meldt er op een gegeven moment zelfs vijf. Het kasteelplein werd aan twee zijden begrensd door zware gekanteelde muren, voorzien van steunberen. Het grondplan van het kasteel is waarschijnlijk vierkant of rechthoekig geweest, met eromheen een gracht, zoals blijkt uit de Scheldekaart uit 1504. Dat wordt bevestigd door een rekening uit 1296, waarin staat dat er een gracht van 231,25 meter rondom de burcht is gegraven (Poschet 2010). Het waterpeil in de gracht werd geregeld met een eikenhouten sluis. In een rekening uit 1293 wordt gerept over een steen (dus een stenen gebouw) dat voorzien was van sloten en een loden dakgoot. In diezelfde rekening staat dat zich twee huizen onder de donjon bevonden. De toren kan volgens Pochet dus op een motte hebben gestaan. De huizen kunnen natuurlijk ook aan de voet van de toren hebben gestaan. Het kasteel beschikte verder over een paardenstal, kasteelpoort, kanonnen, een houten (en later mogelijk een bakstenen) brug, galei voor vier roeiers en een kleinere schuit of emmer, waarmee men aan de dijken kon werken en waarmee men het kasteel kon bereiken in tijden van stormvloed (Poschet 2010, 164). Volgens rekeningen uit de 14de en 15de eeuw heeft het kasteel ook twee gevangenissen gehad, een in een grote kelder en een bovenin het poortgebouw.
In 1279 liet gravin Margaretha van Vlaanderen bij de samenvloeiing van de Schelde en de Honte een kasteel bouwen als grafelijke veste. Het stond daarna meermalen bloot aan overstromingsgevaar, zoals in 1295. Bij het kasteel, dat in de polder het Oude Land lag, moest een inlaagdijk worden aangelegd. Vanaf de 14de eeuw lag het kasteel op buitendijks land. Blijkbaar was de polder tussen 1295 en 1365 opgegeven. Om het kasteel te behouden heeft men een ringdijk om het kasteel opgeworpen (Van Kempen en Vreugdenhil 2001). In 1382 werd het kasteel gedurende 108 dagen tevergeefs door de Gentenaren belegerd. De heer van Voorhoute had na zijn aanstelling in 1381 het kasteel namelijk onmiddellijk aangepast en versterkt met het oog op een eventuele belegering. Op 11 oktober 1452 trokken opnieuw troepen Gentenaren plunderend door de heerlijkheid Saaftinge. Volgens Van den Broecke liet Maximiliaan van Oostenrijk in 1484 niet ver van de plaats van het kasteel een nieuw kasteel bouwen dat eveneens een belangrijke rol heeft gespeeld in de strijd tegen opstandige Vlaamse steden. Dit kasteel zou in het begin van de 16de eeuw door Antwerpenaren zijn verwoest en vervolgens ook nog eens door stormvloeden in 1509, 1530 en 1539 (Van Kempen en Vreugdenhil 2001, 13). Tijdens de stormvloeden in 1539 en 1552 spoelde de ringdijk voor een groot deel weg. Volgens Van Kempen en Vreugenhil is het niet zeker of er daadwerkelijk sprake is geweest van een tweede kasteel. Zij concluderen dat het kasteel in 1452 nog bemand was. Daarnaast wijzen meldingen van het kasteel en het snelle herstel van de kasteeldijk erop dat het kasteel ook tussen 1400 en 1484 bestond en zelfs een belangrijke functie vervulde. Zo schrijft Gottschalk dat bij een stormvloed in 1422 de dijk bij het kasteel doorbrak (ARA Brussel no. 14347, baljuwsrekening van 1421/22; Gottschalk 1984, 420). Dat gebeurde nog eens in 1424. Bij de stormvloed van 1477 slaat een groot gat in de dijk bij het kasteel (Gottschalk 1984, 520). Daarnaast wordt het kasteel afgebeeld op de Brusselse Scheldekaart uit 1468. Van Kempen en Vreugdenhil concluderen voorzichtig dat er geen tweede kasteel is geweest, doch dat bij het middeleeuwse kasteel militaire versterkingen zijn gebouwd door Maximiliaan van Oostenrijk. Dit wordt eveneens door Poschet (2010) beargumenteerd en ook Gottschalk (1984, 526) schrijft dat het kasteel tijdens de oorlog werd versterkt met een bolwerk. In de eerste helft van de 16de eeuw werd de schans of het bolwerk (en het kasteel?) bij oorlogshandelingen verwoest. Het kasteel werd in de tweede helft van de 16de eeuw opgegeven. Van het kasteel was in 1574 blijkbaar enkel nog wat puin over. Uiteindelijk is het gehele Land van Saeftinghe door militaire inundaties tijdens de Tachtigjarige Oorlog (in 1584) verdronken. Daarna zijn veel ruïnes van gebouwen ten behoeve van het bouwmateriaal gesloopt. Gegevens over het kasteel zelf: Uit een rekening uit de jaren 1375-1376 blijkt dat het kasteel vier torens heeft gehad en Poschet (2010) meldt er op een gegeven moment zelfs vijf. Het kasteelplein werd aan twee zijden begrensd door zware gekanteelde muren, voorzien van steunberen. Het grondplan van het kasteel is waarschijnlijk vierkant of rechthoekig geweest, met eromheen een gracht, zoals blijkt uit de Scheldekaart uit 1504. Dat wordt bevestigd door een rekening uit 1296, waarin staat dat er een gracht van 231,25 meter rondom de burcht is gegraven (Poschet 2010). Het waterpeil in de gracht werd geregeld met een eikenhouten sluis. In een rekening uit 1293 wordt gerept over een steen (dus een stenen gebouw) dat voorzien was van sloten en een loden dakgoot. In diezelfde rekening staat dat zich twee huizen onder de donjon bevonden. De toren kan volgens Pochet dus op een motte hebben gestaan. De huizen kunnen natuurlijk ook aan de voet van de toren hebben gestaan. Het kasteel beschikte verder over een paardenstal, kasteelpoort, kanonnen, een houten (en later mogelijk een bakstenen) brug, galei voor vier roeiers en een kleinere schuit of emmer, waarmee men aan de dijken kon werken en waarmee men het kasteel kon bereiken in tijden van stormvloed (Poschet 2010, 164). Volgens rekeningen uit de 14de en 15de eeuw heeft het kasteel ook twee gevangenissen gehad, een in een grote kelder en een bovenin het poortgebouw.
Afbeeldingen
- Kasteel Saeftinghe op de Brusselse (1468) en Antwerpse Scheldekaart (1504) (Van den Broecke 1978, 275). De Brusselse kaart bevindt zich in het Algemeen Rijksarchief (ARA) te Brussel onder inventarisnr. CG1.351. De Antwerpse kaart wordt bewaard in het stadsarchief van Antwerpen. - Google Earth foto, 2010, Locatie Saaftinge (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).- Luchtfoto provincie Zeeland, april 2011 (Geografisch loket/educatieve kaarten). Bij de RD-coördinaten 072646/377082 is een duidelijk spoor in de vorm van een haak zichtbaar.- Kaart van het Land van Saaftinge uit de eerste helft van de 16de eeuw in het RA Gent, kaarten en plans nr 451, met daarop het kasteel; afgebeeld in Gottschalk 1984, Vier Ambachten, p. 432.
- Kasteel Saeftinghe op de Brusselse (1468) en Antwerpse Scheldekaart (1504) (Van den Broecke 1978, 275). De Brusselse kaart bevindt zich in het Algemeen Rijksarchief (ARA) te Brussel onder inventarisnr. CG1.351. De Antwerpse kaart wordt bewaard in het stadsarchief van Antwerpen. - Google Earth foto, 2010, Locatie Saaftinge (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).- Luchtfoto provincie Zeeland, april 2011 (Geografisch loket/educatieve kaarten). Bij de RD-coördinaten 072646/377082 is een duidelijk spoor in de vorm van een haak zichtbaar.- Kaart van het Land van Saaftinge uit de eerste helft van de 16de eeuw in het RA Gent, kaarten en plans nr 451, met daarop het kasteel; afgebeeld in Gottschalk 1984, Vier Ambachten, p. 432.
Bronnen
K. Poschet heeft in zijn publicatie uit 2010 gebruik gemaakt van contemporaine bronnen (baljuwrekeningen en oorkonden uit de periode 13de t/m 16de eeuw).
K. Poschet heeft in zijn publicatie uit 2010 gebruik gemaakt van contemporaine bronnen (baljuwrekeningen en oorkonden uit de periode 13de t/m 16de eeuw).
Literatuur
- Broecke, J.P. van den, 1978, Middeleeuwse kastelen van Zeeland. Bijzonderheden over verdwenen burchten en ridderhofsteden, Delft, 274-276. - Kempen, P.A.M.M. van en V. Vreugdenhil, 2001, Kasteel van Saeftinghe, gemeente Hulst. Een archeologisch onderzoek. RAAP-rapport 685.- Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1984, Saaftinge, in: Encyclopedie van Zeeland III. Middelburg, 11-14. - Poschet, K., 2010, De kastelen Singelberg (Beveren) en Saaftinge rond 1400, in: Het Land van Beveren, jaargang LIII nr. 3, Beveren, 156-192.- Gottschalk, M.K.E., 1984, De vier ambachten en het Land van Saaftinge in de Middeleeuwen, Assen.
- Broecke, J.P. van den, 1978, Middeleeuwse kastelen van Zeeland. Bijzonderheden over verdwenen burchten en ridderhofsteden, Delft, 274-276. - Kempen, P.A.M.M. van en V. Vreugdenhil, 2001, Kasteel van Saeftinghe, gemeente Hulst. Een archeologisch onderzoek. RAAP-rapport 685.- Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1984, Saaftinge, in: Encyclopedie van Zeeland III. Middelburg, 11-14. - Poschet, K., 2010, De kastelen Singelberg (Beveren) en Saaftinge rond 1400, in: Het Land van Beveren, jaargang LIII nr. 3, Beveren, 156-192.- Gottschalk, M.K.E., 1984, De vier ambachten en het Land van Saaftinge in de Middeleeuwen, Assen.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Hulst, d.d. 30-05-2012.)
Bestemming:
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Hulst, d.d. 30-05-2012.)
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: Hans Jongepier
Beschrijving gemaakt: 08-10-2013
Auteur: Hans Jongepier
Beschrijving gemaakt: 08-10-2013
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
2001, archeologisch boor- en bureauonderzoek door RAAP.
2001, archeologisch boor- en bureauonderzoek door RAAP.
Geomorfologische codering
2M41, Strandvlakte, zandplaat of slik (+/- lage duinen)
2M41, Strandvlakte, zandplaat of slik (+/- lage duinen)
Bodemkundige codering
Moo02, Slikvaaggronden; zand beginnend ondieper dan 80cm
Moo02, Slikvaaggronden; zand beginnend ondieper dan 80cm
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.