Sinderen, te Voorst
BASISREGISTRATIE [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Sinderen, te Voorst
Sinderen, te Voorst
Locatie
Adres: Voorsterklei 9, 7383RW
Voorst
Gemeente Voorst
Provincie Gelderland
Kasteel Sinderen lag ten oosten van Voorst, aan de overzijde van de beek die in het noorden samenkomt met de Voorster beek en vervolgens opgenomen wordt in de IJssel. Langs de Voorsterklei. De bovenstaande vier coördinaten geven de hoekpunten van het terrein weer waarbinnen het kasteel en de grachten zich bevonden, zoals dat nog te zien is op de kadastrale minuut (1811-1832).
Adres: Voorsterklei 9, 7383RW
Voorst
Gemeente Voorst
Provincie Gelderland
Kasteel Sinderen lag ten oosten van Voorst, aan de overzijde van de beek die in het noorden samenkomt met de Voorster beek en vervolgens opgenomen wordt in de IJssel. Langs de Voorsterklei. De bovenstaande vier coördinaten geven de hoekpunten van het terrein weer waarbinnen het kasteel en de grachten zich bevonden, zoals dat nog te zien is op de kadastrale minuut (1811-1832).
Typologie
Etymologie
Huidige situatie
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Boven het maaiveld zijn geen resten meer zichtbaar van het in 1362 afgebroken kasteel. Wel bevinden zich onder de schuur naast de boerderij van het terrein nog muurresten.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Boven het maaiveld zijn geen resten meer zichtbaar van het in 1362 afgebroken kasteel. Wel bevinden zich onder de schuur naast de boerderij van het terrein nog muurresten.
Afmetingen
Oudste vermelding
Datum:
Bron:
Datum:
Bron:
Bezitsgeschiedenis
Op twee plaatsen in Gelderland was er sprake van een huize/kasteel Sinderen. De ene lag te Voorst, bij kasteel Nijenbeek in de buurt. De andere lag bij Varsseveld, nu de gemeente Oude IJsselstreek. Het is moeilijk vast te stellen over welke van de twee wordt gesproken in beschibare bronnen, mede omdat Sinderen bij Voorst voorheen ook een gehucht was en bij Sinderen te Varsseveld ook een gebied ligt met de naam Voorst.Het is niet bekend wanneer het huis/kasteel Sinderen bij Voorst is gebouwd. Er wordt al begin 13e eeuw gesproken van een 'advocatus' van Sinderen; Rodolf van Sinderen. Hij was dus beheerder of leenman van Sinderen in 1235 en 1238 (Schaap 1970, p. 187). Hij heeft zijn naam aan het slot gegeven of daaraan ontleend.In 1251 wordt zijn zoon Albero van Sinderen genoemd; 'dominus Albero de Sinderen, miles'. Een ridder, heer van Sinderen (Schaap, idem).In 1279 wordt de knape Rodolf, Albero's zoon 'Rudolphus advocatus de Sinderen' genoemd. Schaap zegt dat Slot Sinderen toen al een leengoed was, uitgegeven door de Gelderse graaf. Een zeer relevant feit, want dat zou bevestigen dat we het hier over Sinderen te Voorst hebben, maar hierbij wordt echter geen bron vermeld (Schaap idem). Dat is echter wel de conclusie die Schaap hieruit trekt. Deze laatste Rodolf kreeg drie zoons, Albernus, Dirk en Arnoldus van Sinderen. In 1296 worden deze heren genoemd als veroorzakers van het beëindigen van een conflict tussen Arnold van Nijenbeke (hun oom) en wat andere familieleden over de erfenis van Dirk van Nijenbeke, Arnolds broer. De drie van Sinderen broers hadden ook een aandeel in dat nalatenschap, maar deden daarvan gedeeltelijk afstand. Albernus is de oudste broer, dus hij zal heer van Sinderen zijn geweest, maar het geslacht wordt voortgezet door Dirk, waarschijnlijk door het vroege overlijden van zijn broer (Schaap 1970, p. 185).Dan komt er weer een Rodolf van Sinderen, waarschijnlijk de zoon van Dirk van Sinderen. Hij erkende op 1 maart 1338 'krachtens legaat en testament van wijlen vrouwe Rekense, weduwe van Nijenbeke'. Hij wordt hierin dominus genoemd; dus hij zal heer van Sinderen zijn geweest (Schaap 1970, p. 186). Deze Rodolf van Sinderen was de vader van Willem van Sinderen.Willem was leenheer ten tijde van de Hertogen Reinald III (1343-1361, 1371) en diens broer Eduard (1361-1371). Na een machtsstrijd tussen de twee kreeg Eduard de overhand, zette Reinald gevangen (in het slot Nijenbeek bij Voorst) en nam op 25 mei 1361 de macht over. Nog in de tijd van Reinald III werd het huis Sinderen in 1356 tot open huis van de Hertog van Gelre verklaard en wordt de leen overgedragen van Willem van Sinderen naar diens neven Gerard, Dirk en Henrik van Hakvoorde/Hackfort. 'In 1356 werd het huis Sinderden door Gerard, Dirk en Hendrik van Hacfort tot open huis gemaakt van de Hertog van Gelre. In 1360 echter beloofde Willem van Sinderen [en diens vrouw Hadewich] zijn huis te Sinderen te zullen openen voor de heer van Bronckhorst. Reeële betekenis had dit niet, want in 1360 werd het kasteel door zijn drie neven bezet, die het kasteel al eerder tot Gelders open huis hadden verklaard' (Kalkwiek 1976, p. 155).Schaap gaat er in zijn artikel over het geslacht van Sinderen vanuit dat de drie neven zich bij de ene kant van het conflict tussen de graven aansloten en Willem bij de andere: 'Aangezien de moeilijkheden van Willem van Sinderen zich ook in die tijd afspeelden, en omdat bij een strijd om de macht kan worden verwacht dat zich zonder de Gelderse leenmannen facties gaan manifesteren, zullen we wel op de goede weg zijn, als we vermoeden, dat Willem de partij van Reinald III steunde. Daarentegen zullen zijn oomzeggers, Gerrit, Dirk en Hendrik van Hackfort aanhangers van Eduard zijn geweest. Op deze manier is te verklaren, dat Willem's leenbezit, met name het kasteel Sinderen en toebehoren, in 1356 door hertog Eduard aan Gerrit van Hackfort in leen is overgedragen' (Schaap 1970, p. 181).Het leenbezit is echter overgedragen onder het bewind van Reinald III, en daarom is het logischer van het omgekeerde uit te gaan; dat Willem zich aansloot bij de kant van Eduard. De Gids voor Nijenbeek uit 1900 vertelde ook het verhaal van de strijd tussen de broers:'Niet zonder strijd handhaafde Eduard zich, de aanhangers van Reinald moester tevreden gesteld en anders tot vrede gedwongen worden. Het kasteel van den Heer van Voorst (bij Zwolle) werd geslecht, het bij Nijenbeek gelegen Zinderen werd in 1362 veroverd en de steenen aan de stad Zutphen gegeven, die er haar vestingwerken mee versterkte'. Als Willem aan de kant van Eduard zou hebben gestaan, is dit niet een manier om te danken voor die steun. In 1362 werd er inderdaad een oorkonde uitgegeven door graaf Eduard: 'no. 117, Eduard hertog van Gelre vergunt aan die van Zutphen, het huis Zinderen af te breken'. Hierin verklaart hij dat het volledige huis te Sinderen mag worden afgebroken ter verdediging van de stad Zutphen, mocht dat in de toekomst nodig zijn (Nijhof II 1833, p. 173-174). Het lijkt erop dat de afbraak nooit plaats heeft gevonden. Deze oorkonde was dan meer een tactische manier om de stad Zutphen in de toekomst te beschermen, dan het geslacht van Sinderen te benadelen. Sprake van een 'verovering' was er niet. Er blijkt echter nergens uit dat Willem van Sinderen opnieuw het leenrecht verkreeg in deze periode. Pas in 1393 is er weer sprake van het geslacht van Sinderen in combinatie met het huis. Derk van Sinderen was heer van Sinderen '...al wordt hij in de hertogelijke leenregisters niet als zodanig genoemd. Bekend is namelijk, dat hij in 1393 het huis Sinderen na verzuim aan de hertog opdroeg en er door deze 29 mei van dat jaar mee werd beleend' (Schaap 1970, p. 179).Zijn dochter, Hadewich van Sinderen was de laatste van het geslacht die Sinderen heeft bewoond. Kort na haar huwelijk met Johan ven Gelre (1403), woont ze op huis Sinderen. De huwelijkse voorwaarden tussen Johan en Hadewig werden vastgelegd in 1400. Johan kreeg 'dat huyss tot Synderen mitten vorborght ende mitten syngell, so als dat heren Derix voirscreven placht te wesen'. En 'Voirt so sal Johan hebben den Snauwert also groit ende also veer als her Derich die voir den Snauwert hielt'. (Doorninck 1901, p. 10) Het huis had een gracht en een voorburcht, ook kreeg Johan de Snauwert, mogelijk een ander landgoed. Hadewich wordt weduwe in 1458 en hertrouwd daarna weer. Ze krijgt geen kinderen. Het huis wordt overgedragen aan Joost van Hemert, zoon van Johan van Hemert, tantezegger van Hadewich. Een kleinzoon van haar zus. Het vervolg van de bezitsgeschiedenis is te vinden in de leenregister van Arnhem, tot in de 18e eeuw.
Op twee plaatsen in Gelderland was er sprake van een huize/kasteel Sinderen. De ene lag te Voorst, bij kasteel Nijenbeek in de buurt. De andere lag bij Varsseveld, nu de gemeente Oude IJsselstreek. Het is moeilijk vast te stellen over welke van de twee wordt gesproken in beschibare bronnen, mede omdat Sinderen bij Voorst voorheen ook een gehucht was en bij Sinderen te Varsseveld ook een gebied ligt met de naam Voorst.Het is niet bekend wanneer het huis/kasteel Sinderen bij Voorst is gebouwd. Er wordt al begin 13e eeuw gesproken van een 'advocatus' van Sinderen; Rodolf van Sinderen. Hij was dus beheerder of leenman van Sinderen in 1235 en 1238 (Schaap 1970, p. 187). Hij heeft zijn naam aan het slot gegeven of daaraan ontleend.In 1251 wordt zijn zoon Albero van Sinderen genoemd; 'dominus Albero de Sinderen, miles'. Een ridder, heer van Sinderen (Schaap, idem).In 1279 wordt de knape Rodolf, Albero's zoon 'Rudolphus advocatus de Sinderen' genoemd. Schaap zegt dat Slot Sinderen toen al een leengoed was, uitgegeven door de Gelderse graaf. Een zeer relevant feit, want dat zou bevestigen dat we het hier over Sinderen te Voorst hebben, maar hierbij wordt echter geen bron vermeld (Schaap idem). Dat is echter wel de conclusie die Schaap hieruit trekt. Deze laatste Rodolf kreeg drie zoons, Albernus, Dirk en Arnoldus van Sinderen. In 1296 worden deze heren genoemd als veroorzakers van het beëindigen van een conflict tussen Arnold van Nijenbeke (hun oom) en wat andere familieleden over de erfenis van Dirk van Nijenbeke, Arnolds broer. De drie van Sinderen broers hadden ook een aandeel in dat nalatenschap, maar deden daarvan gedeeltelijk afstand. Albernus is de oudste broer, dus hij zal heer van Sinderen zijn geweest, maar het geslacht wordt voortgezet door Dirk, waarschijnlijk door het vroege overlijden van zijn broer (Schaap 1970, p. 185).Dan komt er weer een Rodolf van Sinderen, waarschijnlijk de zoon van Dirk van Sinderen. Hij erkende op 1 maart 1338 'krachtens legaat en testament van wijlen vrouwe Rekense, weduwe van Nijenbeke'. Hij wordt hierin dominus genoemd; dus hij zal heer van Sinderen zijn geweest (Schaap 1970, p. 186). Deze Rodolf van Sinderen was de vader van Willem van Sinderen.Willem was leenheer ten tijde van de Hertogen Reinald III (1343-1361, 1371) en diens broer Eduard (1361-1371). Na een machtsstrijd tussen de twee kreeg Eduard de overhand, zette Reinald gevangen (in het slot Nijenbeek bij Voorst) en nam op 25 mei 1361 de macht over. Nog in de tijd van Reinald III werd het huis Sinderen in 1356 tot open huis van de Hertog van Gelre verklaard en wordt de leen overgedragen van Willem van Sinderen naar diens neven Gerard, Dirk en Henrik van Hakvoorde/Hackfort. 'In 1356 werd het huis Sinderden door Gerard, Dirk en Hendrik van Hacfort tot open huis gemaakt van de Hertog van Gelre. In 1360 echter beloofde Willem van Sinderen [en diens vrouw Hadewich] zijn huis te Sinderen te zullen openen voor de heer van Bronckhorst. Reeële betekenis had dit niet, want in 1360 werd het kasteel door zijn drie neven bezet, die het kasteel al eerder tot Gelders open huis hadden verklaard' (Kalkwiek 1976, p. 155).Schaap gaat er in zijn artikel over het geslacht van Sinderen vanuit dat de drie neven zich bij de ene kant van het conflict tussen de graven aansloten en Willem bij de andere: 'Aangezien de moeilijkheden van Willem van Sinderen zich ook in die tijd afspeelden, en omdat bij een strijd om de macht kan worden verwacht dat zich zonder de Gelderse leenmannen facties gaan manifesteren, zullen we wel op de goede weg zijn, als we vermoeden, dat Willem de partij van Reinald III steunde. Daarentegen zullen zijn oomzeggers, Gerrit, Dirk en Hendrik van Hackfort aanhangers van Eduard zijn geweest. Op deze manier is te verklaren, dat Willem's leenbezit, met name het kasteel Sinderen en toebehoren, in 1356 door hertog Eduard aan Gerrit van Hackfort in leen is overgedragen' (Schaap 1970, p. 181).Het leenbezit is echter overgedragen onder het bewind van Reinald III, en daarom is het logischer van het omgekeerde uit te gaan; dat Willem zich aansloot bij de kant van Eduard. De Gids voor Nijenbeek uit 1900 vertelde ook het verhaal van de strijd tussen de broers:'Niet zonder strijd handhaafde Eduard zich, de aanhangers van Reinald moester tevreden gesteld en anders tot vrede gedwongen worden. Het kasteel van den Heer van Voorst (bij Zwolle) werd geslecht, het bij Nijenbeek gelegen Zinderen werd in 1362 veroverd en de steenen aan de stad Zutphen gegeven, die er haar vestingwerken mee versterkte'. Als Willem aan de kant van Eduard zou hebben gestaan, is dit niet een manier om te danken voor die steun. In 1362 werd er inderdaad een oorkonde uitgegeven door graaf Eduard: 'no. 117, Eduard hertog van Gelre vergunt aan die van Zutphen, het huis Zinderen af te breken'. Hierin verklaart hij dat het volledige huis te Sinderen mag worden afgebroken ter verdediging van de stad Zutphen, mocht dat in de toekomst nodig zijn (Nijhof II 1833, p. 173-174). Het lijkt erop dat de afbraak nooit plaats heeft gevonden. Deze oorkonde was dan meer een tactische manier om de stad Zutphen in de toekomst te beschermen, dan het geslacht van Sinderen te benadelen. Sprake van een 'verovering' was er niet. Er blijkt echter nergens uit dat Willem van Sinderen opnieuw het leenrecht verkreeg in deze periode. Pas in 1393 is er weer sprake van het geslacht van Sinderen in combinatie met het huis. Derk van Sinderen was heer van Sinderen '...al wordt hij in de hertogelijke leenregisters niet als zodanig genoemd. Bekend is namelijk, dat hij in 1393 het huis Sinderen na verzuim aan de hertog opdroeg en er door deze 29 mei van dat jaar mee werd beleend' (Schaap 1970, p. 179).Zijn dochter, Hadewich van Sinderen was de laatste van het geslacht die Sinderen heeft bewoond. Kort na haar huwelijk met Johan ven Gelre (1403), woont ze op huis Sinderen. De huwelijkse voorwaarden tussen Johan en Hadewig werden vastgelegd in 1400. Johan kreeg 'dat huyss tot Synderen mitten vorborght ende mitten syngell, so als dat heren Derix voirscreven placht te wesen'. En 'Voirt so sal Johan hebben den Snauwert also groit ende also veer als her Derich die voir den Snauwert hielt'. (Doorninck 1901, p. 10) Het huis had een gracht en een voorburcht, ook kreeg Johan de Snauwert, mogelijk een ander landgoed. Hadewich wordt weduwe in 1458 en hertrouwd daarna weer. Ze krijgt geen kinderen. Het huis wordt overgedragen aan Joost van Hemert, zoon van Johan van Hemert, tantezegger van Hadewich. Een kleinzoon van haar zus. Het vervolg van de bezitsgeschiedenis is te vinden in de leenregister van Arnhem, tot in de 18e eeuw.
Bouwgeschiedenis
Hoe zag het huis Sinderen eruit? Er zijn geen afbeeldingen en de eerste uitgebreide omschrijving van het goed is van 1533, uit het leenregister van Sloet, deel Arnhem: 'Heylwich van Hemert, huysfrou Lubbert Turx, erve hares vaders Joost, ontfengt dat huys ende hofstat to Sinderen met allen erven, renten, goederen, weyden, vogelriën, cischeriën, rechten, heerlickheyden, manschappen, eygenhorigen ende koermoedigen luyden daerto gehorende, als dat met eggen, eynden, inhogen, legen, met water, weyden, bosch, broick ende allen anderen sijnen tobehoor in den lande van Veluwen, inden kerspel van Voorst gelegen is, tot Zutphenschen rechten, 23 junii 1533'.
Hoe zag het huis Sinderen eruit? Er zijn geen afbeeldingen en de eerste uitgebreide omschrijving van het goed is van 1533, uit het leenregister van Sloet, deel Arnhem: 'Heylwich van Hemert, huysfrou Lubbert Turx, erve hares vaders Joost, ontfengt dat huys ende hofstat to Sinderen met allen erven, renten, goederen, weyden, vogelriën, cischeriën, rechten, heerlickheyden, manschappen, eygenhorigen ende koermoedigen luyden daerto gehorende, als dat met eggen, eynden, inhogen, legen, met water, weyden, bosch, broick ende allen anderen sijnen tobehoor in den lande van Veluwen, inden kerspel van Voorst gelegen is, tot Zutphenschen rechten, 23 junii 1533'.
Afbeeldingen
Kaart van Bernard Kempinck, 1598, Rijks Archief Arnhem (Kalkwiek 1976, p. 154) .Google Earth foto, 2009, locatie terrein Sinderen te Voorst (Documentatiecentrum NKS).Kadastrale minuut, 1811-1832, Gemeente Voorst, Gelderland. Sectie D, blad 3, nr. 126 (gracht), 127 (huis) en 128 (tuin)(http://watwaswaar.nl/#fY-XI-7-1-1v-1-4BTk-2EOu---3tc, Geraadpleegd 24-02-2009).
Kaart van Bernard Kempinck, 1598, Rijks Archief Arnhem (Kalkwiek 1976, p. 154) .Google Earth foto, 2009, locatie terrein Sinderen te Voorst (Documentatiecentrum NKS).Kadastrale minuut, 1811-1832, Gemeente Voorst, Gelderland. Sectie D, blad 3, nr. 126 (gracht), 127 (huis) en 128 (tuin)(http://watwaswaar.nl/#fY-XI-7-1-1v-1-4BTk-2EOu---3tc, Geraadpleegd 24-02-2009).
Bronnen
Winter, J.M. van, 1962, Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Arnhem, p. 168 nr.7, 180 nr. 126, 353. Winter, J.M. van, 1962, Tabellen bij Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Arnhem, Tabel C. Adel blad 2, nr. 34 'van Sinderen'. Sloet, J.S.S., Baron, 1917, Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Het kwartier Arnhem, Arnhem, p. 348-364.
Winter, J.M. van, 1962, Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Arnhem, p. 168 nr.7, 180 nr. 126, 353. Winter, J.M. van, 1962, Tabellen bij Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Arnhem, Tabel C. Adel blad 2, nr. 34 'van Sinderen'. Sloet, J.S.S., Baron, 1917, Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Het kwartier Arnhem, Arnhem, p. 348-364.
Literatuur
Diessen, H.R. van, 1980, Buitenplaatsen op de Oost-Veluwe dl. 2 per buitenplaats, p. 91.Doorninck, P.N. v., 1900, Acten betreffende Gelre en Zutphen,1377-1397, Haarlem, p. 31: 'Derick van Synderen, ridder, draagt het huis Zynderen enz. op aan den hertog van Gelre", p. 32 & 211: "Henderich van Zynderen beleend met huis to Zynderen enz. feria quinta post festum Pentecostes, 1393'.Doorninck, P.N.v., 1901, Acten betreffende Gelre en Zutphen 1400-1404, Haarlem, p. 10.Edelman, J.H., 1900, Gids voor Nijenbeek, p. 21.Harenberg, J., 2001, 'Het voormalige kasteel Sinderen op de Voorster Klei', Kroniek. Mededelingen Oudheidkundige Kring Voorst. Deel 24, p. 15-20.Hoogland, C.J., 1991, 'Het kasteel Sinderen en zijn bewoners',in: Stichting Regiocontact Vecht, Veluwe IJsselstreek. Nr. 2, p. 22-23.Kalkwiek, K.A., 1976, De hertog en zijn burchten, Zaltbommel, p. 154-155.Nijhoff, Is. An., 1833, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland door onuitgegevene oorkonden, Arnhem, nr. 75: 'Gerard Dirk en Henrik van Hakvoorde, gebroeders, erkennen dat het huis Zinderen leen in openhuis is des hertogs van Gelre '(p. 85), nr. 96: 'Willem van Zinderen en zijne gemalin beloven, hun huis te Zinderen voor den heer van Bronkhorst te zullen open houden" (p. 148), nr. 117:"Eduard hertog van Gelre vergunt aan die van Zutphen het huis Zinderen af te breken' (p. 173).Schaap, J.W., 1970, 'Het Veluwse adellijke geslacht Van Sinderen', De Nederlandsche Leeuw, no. 7(1970), 's-Gravenhage, 175-190.Sloet van den Beele, L.A.J.W., 1863, De Hof te Voorst, Amsterdam, p. 28, voetnoot.Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden. Derde Deel. Vervattende beschryving der provincie Gelderland, 1741, Amsterdam, p. 510.
Diessen, H.R. van, 1980, Buitenplaatsen op de Oost-Veluwe dl. 2 per buitenplaats, p. 91.Doorninck, P.N. v., 1900, Acten betreffende Gelre en Zutphen,1377-1397, Haarlem, p. 31: 'Derick van Synderen, ridder, draagt het huis Zynderen enz. op aan den hertog van Gelre", p. 32 & 211: "Henderich van Zynderen beleend met huis to Zynderen enz. feria quinta post festum Pentecostes, 1393'.Doorninck, P.N.v., 1901, Acten betreffende Gelre en Zutphen 1400-1404, Haarlem, p. 10.Edelman, J.H., 1900, Gids voor Nijenbeek, p. 21.Harenberg, J., 2001, 'Het voormalige kasteel Sinderen op de Voorster Klei', Kroniek. Mededelingen Oudheidkundige Kring Voorst. Deel 24, p. 15-20.Hoogland, C.J., 1991, 'Het kasteel Sinderen en zijn bewoners',in: Stichting Regiocontact Vecht, Veluwe IJsselstreek. Nr. 2, p. 22-23.Kalkwiek, K.A., 1976, De hertog en zijn burchten, Zaltbommel, p. 154-155.Nijhoff, Is. An., 1833, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland door onuitgegevene oorkonden, Arnhem, nr. 75: 'Gerard Dirk en Henrik van Hakvoorde, gebroeders, erkennen dat het huis Zinderen leen in openhuis is des hertogs van Gelre '(p. 85), nr. 96: 'Willem van Zinderen en zijne gemalin beloven, hun huis te Zinderen voor den heer van Bronkhorst te zullen open houden" (p. 148), nr. 117:"Eduard hertog van Gelre vergunt aan die van Zutphen het huis Zinderen af te breken' (p. 173).Schaap, J.W., 1970, 'Het Veluwse adellijke geslacht Van Sinderen', De Nederlandsche Leeuw, no. 7(1970), 's-Gravenhage, 175-190.Sloet van den Beele, L.A.J.W., 1863, De Hof te Voorst, Amsterdam, p. 28, voetnoot.Tegenwoordige staat der Vereenigde Nederlanden. Derde Deel. Vervattende beschryving der provincie Gelderland, 1741, Amsterdam, p. 510.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status: (Terrein van hoge archeologische waarde, niet beschermd.)
Status: (Terrein van hoge archeologische waarde, niet beschermd.)
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: Maartje Verhoeckx
Beschrijving gemaakt: 24-06-2009
Auteur: Maartje Verhoeckx
Beschrijving gemaakt: 24-06-2009
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
Archis (waarnemings nr. 18725): Muurrestanten van het kasteel aangetroffen uit de late middeleeuwen: 1250-1500 nC. (geen jaartal vermeld van vondst).
Archis (waarnemings nr. 18725): Muurrestanten van het kasteel aangetroffen uit de late middeleeuwen: 1250-1500 nC. (geen jaartal vermeld van vondst).
Geomorfologische codering
4L14, Welvingen.
4L14, Welvingen.
Bodemkundige codering
Rd10A, Rivierkleigronden.
Rd10A, Rivierkleigronden.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.