Duivendijke (I)
 VOLLEDIG [?]

algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst

Object
Duivendijke (I)
Locatie
Adres: Duivendijkseweg
Kerkwerve
Gemeente Schouwen-Duiveland
Provincie Zeeland

Duivendijke I lag aan de Duivendijkse weg, ongeveer 2,5 kilometer ten noordoosten van de dorpskern van Kerkwerve. (NB! Op dit terrein bevonden zich twee bergjes:een ten noorden en een ten zuiden van de Duivendijkseweg. De hier gegeven coördinaten zijn gebaseerd op Archis waarneming 20330. die de ligging van de zuidelijke vliedberg aangeeft). Op de militaire topografische kaart (veldminuut) van J.M.A. Hubar (1857) wordt deze zuidelijke locatie Terp genoemd, de noordelijke ontbreekt.`
Typologie

Het is onzeker of bij Duivendijke sprake kan zijn van een motte. Daarvoor is onvoldoende bewijs aanwezig. De berg lag volgens het veldboek (het register waarin in Zeeland het grondgebied en eigenaren werden opgetekend, dienend als grondslag voor verponding en verdeling van dijklasten) in een burgbevang. Een bevang is op Schouwen wat bv. op Duiveland een mate is: een stuk grond, bestaand uit een aantal percelen, besloten tussen natuurlijke grenzen (Dekker, 1982, 488). Een burgbevang is zo'n stuk grond waaraan de daarin gelegen werf/berg zijn naam gaf (Dekker, 1982, 500). De natuurlijke grenzen zouden, volgens De Man(1897, 30) de Elkerzee, de Duvene, de Maaije en de Golde zijn geweest.
Etymologie
Du(i)vendijke is waarschijnlijk een toponiem, waarvan de herkomst niet geheel duidelijk is. De Man (1897, 31) oppert het idee dat Duivendijke genoemd is naar de drager, een ambachtsheer, van de eigennaam Duve: 'Duivendijke beduidt een dijk door een ambachtsheer Duve gemaakt en Duvene het water dat dien heer toebehoorde.'
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 00-08-2007

Op het huidige terrein is niets meer zichtbaar van de motte.Terrein met sporen van een vliedberg/motte (Kuipers 1984, nr 31; Waarneming 20322). In november 2003 werd door N. de Visser (prov. Zeeland, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, afd. Archeologie) in het kader van het project 'Waardering Terreinen van Archeologische Betekenis voor de Archeologische Monumentenkaart Zeeland' een nader onderzoek ingesteld naar de archeologische waarde van het monument 64H-019 (mon.nr. 15780; voorheen een deel van het inmiddels opgesplitste 64H-A03).Het oorspronkelijke monument (64H-A03) omvatte 2 vliedbergen. In 1892 is met de afgraving van de zuidelijke berg begonnen; de onderhavige noordelijke ophoging was toen nog gaaf. In de periode 1919-1927 werd de afgraving van beide bergen, een ten noorden en een ten zuiden van de weg, voortgezet. J.A. Hubregtse heeft toentertijd archeologische waarnemingen gedaan (uitvoerig beschreven en gefotografeerd) en veel aardewerk verzameld, dat dateert uit de periode Romeinse tijd tot en met de late middeleeuwen. Te oordelen naar het gelaagde profiel waren de bergen in verschillende perioden opgeworpen. In 1947 vond veldinspectie plaats door ir. S.F. Kuipers, die eveneens Romeins, vroeg- en laat-middeleeuws aardewerk aantrof. Bij herverkavelingswerkzaamheden in 1953 zijn de (restanten van) de bergen geheel verploegd. Tijdens een archeologische inspectie in 1980 (ROB) bleken geen archeologische sporen (vondsten?) meer aanwezig te zijn. Ook B. Oele (Provinciaal Bodemdepot Zeeland) heeft op het terrein gekarteerd, zonder resultaat. Op de kadastrale minuut uit 1832 worden de bergen ten Noorden (Kuipers 1984, nr 31) en ten Zuiden (Kuipers 1984, nr 30) van de Klapweg beide verhogingen. Een kaart uit 1913 laat weer 2 bergen zien, aan weerszijden van de weg. Deze Klapweg, gelegen op de plek van de huidige Duivendijkse Weg, blijkt op de Topografische kaart uit 1950 te zijn rechtgetrokken; alleen nog de noordelijke verhoging wordt weergegeven. Ook op een luchtfoto uit 1942 (nr 1008) is de noordelijke berg mogelijk zichtbaar; foto's uit 1989 en 2003 bevatten geen aanwijzingen meer voor archeologische sporen. De analyse van AHN-gegevens leverde evenmin iets op. Daarnaast is door De Visser veldwerk verricht. Aan het oppervlak lagen enkele fragmenten middeleeuws aardewerk. In de boringen werden geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een (verdwenen) vliedberg gevonden; wel enkele puinspikkels.Op advies van De Visser is het terrein in tweeen gesplitst. Van het zuidelijke deel (64H-018; mon.nr 11286) is de status verhoogd tot een terrein van Hoge Archeologische Waarde. Het deel ten Noorden van de weg (64H-019; mon.nr 15780) is opgewaardeerd tot terrein van Archeologische Waarde. http://www.kich.nl/kich2010/rapport.jsp?id_qualifier=Archis:monumentnummer&id=15780