Schonauwen / Blancouwen
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Schonauwen / Blancouwen
Schonauwen / Blancouwen
Locatie
Adres: Cascademuur
Houten
Gemeente Houten
Provincie Utrecht
Schonauwen is gelegen in de wijk Schonauwen in Houten tussen de Cascademuur en de Dobbelsteen.
Adres: Cascademuur
Houten
Gemeente Houten
Provincie Utrecht
Schonauwen is gelegen in de wijk Schonauwen in Houten tussen de Cascademuur en de Dobbelsteen.
Typologie
Het ging om een vierkant kasteel. Dit kan worden geconcludeerd op basis van de tekening van Roghman, die open ruimte in het kasteelcomplex laat zien.
Het ging om een vierkant kasteel. Dit kan worden geconcludeerd op basis van de tekening van Roghman, die open ruimte in het kasteelcomplex laat zien.
Etymologie
Schonauwen bekent waarschijnlijk 'schoon gebouw in de velden'. Het kasteel werd eerder aangeduid als Blancouwen: een wit gebouw in de velden.
Schonauwen bekent waarschijnlijk 'schoon gebouw in de velden'. Het kasteel werd eerder aangeduid als Blancouwen: een wit gebouw in de velden.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 2-4-2009
De veertiende-eeuwse ronde toren is 13,5 m hoog. Het muurwerk is op de begane grond 1,3 m dik, en verjongt zich naar boven toe tot ca. 50 cm. De vertrekken op de begane grond en de eerste verdieping hebben een achthoekig grondplan, op de overige verdiepingen een ronde plattegrond. Het huis staat op een weelderig begroeid kasteeleiland. Het kasteel heeft vroeger een formele tuin, bloemen- en moestuin gehad, zoals zichtbaar is op een vogelvluchtzicht van Schonauwen uit de achttiende eeuw. Deze zijn niet meer aanwezig. Er waren in het landschap nog wel restanten van de tweede gracht aanwezig. Deze tweede gracht is inmiddels vrijwel geheel gereconstrueerd.
Laatst bijgewerkt: 2-4-2009
De veertiende-eeuwse ronde toren is 13,5 m hoog. Het muurwerk is op de begane grond 1,3 m dik, en verjongt zich naar boven toe tot ca. 50 cm. De vertrekken op de begane grond en de eerste verdieping hebben een achthoekig grondplan, op de overige verdiepingen een ronde plattegrond. Het huis staat op een weelderig begroeid kasteeleiland. Het kasteel heeft vroeger een formele tuin, bloemen- en moestuin gehad, zoals zichtbaar is op een vogelvluchtzicht van Schonauwen uit de achttiende eeuw. Deze zijn niet meer aanwezig. Er waren in het landschap nog wel restanten van de tweede gracht aanwezig. Deze tweede gracht is inmiddels vrijwel geheel gereconstrueerd.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Van het oude kasteel rest nog slechts de ronde toren. Daar is in het midden van de twintigste eeuw een woonhuis tegenaan gebouwd. Het kasteel is nog steeds omgracht.In het landschap zijn restanten van de tweede omgrachting zichtbaar.
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Van het oude kasteel rest nog slechts de ronde toren. Daar is in het midden van de twintigste eeuw een woonhuis tegenaan gebouwd. Het kasteel is nog steeds omgracht.In het landschap zijn restanten van de tweede omgrachting zichtbaar.
Afmetingen
De hoofdburcht mat ongeveer 30 x 40 m. De toren heeft een doorsnede van 5,5 m. Het woonhuis dat tegen de toren is aangebouwd meet ca. 9,5 x ca. 4 m (afmetingen woonhuis op basis van de plattegronden van het kasteel, Wttewaall en Smits 1995, 412 en de kadastrale minuut Schonauwen, Utrecht, Sectie B, blad 02).
De hoofdburcht mat ongeveer 30 x 40 m. De toren heeft een doorsnede van 5,5 m. Het woonhuis dat tegen de toren is aangebouwd meet ca. 9,5 x ca. 4 m (afmetingen woonhuis op basis van de plattegronden van het kasteel, Wttewaall en Smits 1995, 412 en de kadastrale minuut Schonauwen, Utrecht, Sectie B, blad 02).
Fysisch-geografische situering
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Rivierkom en oeverwalachtige vlakte , geologie - Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Rivierkom en oeverwalachtige vlakte , geologie - Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Oudste vermelding
Datum: 1305, 28-08
Bron: RA Arnhem, hh Culemborg, nr 4851 en nr. 1787 f. 203v (Dekker 1983, 488).
Op 28 augustus 1305 droeg Dirk Splinter van Beusichem 'dat huys te Blancouwen' op aan de heer van Culemborg om het vervolgens weer in leen te ontvangen. Uit latere beleningen blijkt dat het hier het huis Schonauwen betreft.
Datum: 1305, 28-08
Bron: RA Arnhem, hh Culemborg, nr 4851 en nr. 1787 f. 203v (Dekker 1983, 488).
Op 28 augustus 1305 droeg Dirk Splinter van Beusichem 'dat huys te Blancouwen' op aan de heer van Culemborg om het vervolgens weer in leen te ontvangen. Uit latere beleningen blijkt dat het hier het huis Schonauwen betreft.
Bezitsgeschiedenis
Schonauwen was in eerste instantie de naam van een uithof van de Norbertijnerabdij Mariënwaard. In 1271 schonken abt en convent de rechtsmacht over het gebied aan Hubert van Beusichem, heer van Culemborg. Mogelijk heeft hij de rechtsmacht in achterleen gegeven aan zijn broer Dirk Splinter van Beusichem. Deze blijkt in 1305 aldaar een huis te hebben, 'dat huys te Blancouwen' geheten, dat hij in leen opdraagt aan de heer van Culemborg en weer in leen terug ontvangt. Het gaat hier om het huis Schonauwen. In 1423 werd Petronella Sloyer, echtgenote van Jan van Schonauwen met het huis beleend. Na Jans dood hertrouwde zij met Willem van Zuylen van Nijevelt. Petronella's dochter uit haar eerste huwelijk, Aleid, trouwde tegen haar moeders wil met Rudolf van Baarn, waarna Petronella het huis Schonauwen vermaakte aan haar zoon uit het tweede huwelijk, Willem van Nijevelt. Deze stierf echter kinderloos, waardoor Schonauwen in 1497 alsnog in handen van de familie Van Baarn kwam. Deze familie bleef in bezit van het huis tot 1628. Na de dood van erfdochter Petronella van Baarn erfde haar zoon Rudolf Raitz von Frentz het huis. Hij verkocht het in 1631 aan Johan van Renesse van der Aa. Diens dochter Agnes was getrouwd met Jacob van Wassenaer Obdam, waardoor het huis in 1662 in handen van de familie Wassenaer Obdam kwam. Agnes' zoon, eveneens Jacob geheten, verkocht Schonauwen in 1667 aan Hendrik van Reede van Renswoude. Daarna kwam het huis in handen van de families Van Hardenbroek, van Lockhorst en Ploos van Amstel. In 1727 verkocht Nicolaas van Bronkhorst kasteel Schonauwen aan mr. Adriaan Wittert, heer van Hoogland. Terwijl Schonauwen in handen was van de familie Wittert, werd het 30 jaar lang bewoond door een gemeenschap Franse Jansenisten die vanwege hun levensovertuiging Frankrijk waren ontvlucht. Toen deze groep in 1758 vrijwel was uitgestorven, werd het huis verkocht aan Gerlach Theodoor van der Capellen, heer van Houten en 't Goy. Zijn erfgenamen verkochten het in 1812 op een veiling aan Hendrik Ravée. Ravée heeft het kasteel grotendeels al kort na 1813 laten slopen, getuige een verzoek tot vrijstelling van belasting op ramen en deuren uit dat jaar (Thoomes 2004, 80-81). De zuidelijke toren bleef echter staan. Ravée liet de deels gesloopte buitenplaats na zijn dood na aan Hendrik Bernard Nieuwehuys. Hij legateerde het aan de Nederlands-Hervormde gemeente te Houten, maar dit werd aangevochten door Ravées erfgenamen. Uiteindelijk kregen zij de hoofdburcht met daarop de restant van het huis en de bijbehorende rechten, en moest de Nederlands-Hervormde gemeente genoegen nemen met de voorburcht. In 1891 verkochten de erfgenamen Schonauwen aan David George Bingham, Daarna ging het over op de familie Van Beuningen, die het in 1939 verkocht aan W.F. Wassink. Zijn erfgenamen waren in 1995 nog steeds in bezit van het huis.
Schonauwen was in eerste instantie de naam van een uithof van de Norbertijnerabdij Mariënwaard. In 1271 schonken abt en convent de rechtsmacht over het gebied aan Hubert van Beusichem, heer van Culemborg. Mogelijk heeft hij de rechtsmacht in achterleen gegeven aan zijn broer Dirk Splinter van Beusichem. Deze blijkt in 1305 aldaar een huis te hebben, 'dat huys te Blancouwen' geheten, dat hij in leen opdraagt aan de heer van Culemborg en weer in leen terug ontvangt. Het gaat hier om het huis Schonauwen. In 1423 werd Petronella Sloyer, echtgenote van Jan van Schonauwen met het huis beleend. Na Jans dood hertrouwde zij met Willem van Zuylen van Nijevelt. Petronella's dochter uit haar eerste huwelijk, Aleid, trouwde tegen haar moeders wil met Rudolf van Baarn, waarna Petronella het huis Schonauwen vermaakte aan haar zoon uit het tweede huwelijk, Willem van Nijevelt. Deze stierf echter kinderloos, waardoor Schonauwen in 1497 alsnog in handen van de familie Van Baarn kwam. Deze familie bleef in bezit van het huis tot 1628. Na de dood van erfdochter Petronella van Baarn erfde haar zoon Rudolf Raitz von Frentz het huis. Hij verkocht het in 1631 aan Johan van Renesse van der Aa. Diens dochter Agnes was getrouwd met Jacob van Wassenaer Obdam, waardoor het huis in 1662 in handen van de familie Wassenaer Obdam kwam. Agnes' zoon, eveneens Jacob geheten, verkocht Schonauwen in 1667 aan Hendrik van Reede van Renswoude. Daarna kwam het huis in handen van de families Van Hardenbroek, van Lockhorst en Ploos van Amstel. In 1727 verkocht Nicolaas van Bronkhorst kasteel Schonauwen aan mr. Adriaan Wittert, heer van Hoogland. Terwijl Schonauwen in handen was van de familie Wittert, werd het 30 jaar lang bewoond door een gemeenschap Franse Jansenisten die vanwege hun levensovertuiging Frankrijk waren ontvlucht. Toen deze groep in 1758 vrijwel was uitgestorven, werd het huis verkocht aan Gerlach Theodoor van der Capellen, heer van Houten en 't Goy. Zijn erfgenamen verkochten het in 1812 op een veiling aan Hendrik Ravée. Ravée heeft het kasteel grotendeels al kort na 1813 laten slopen, getuige een verzoek tot vrijstelling van belasting op ramen en deuren uit dat jaar (Thoomes 2004, 80-81). De zuidelijke toren bleef echter staan. Ravée liet de deels gesloopte buitenplaats na zijn dood na aan Hendrik Bernard Nieuwehuys. Hij legateerde het aan de Nederlands-Hervormde gemeente te Houten, maar dit werd aangevochten door Ravées erfgenamen. Uiteindelijk kregen zij de hoofdburcht met daarop de restant van het huis en de bijbehorende rechten, en moest de Nederlands-Hervormde gemeente genoegen nemen met de voorburcht. In 1891 verkochten de erfgenamen Schonauwen aan David George Bingham, Daarna ging het over op de familie Van Beuningen, die het in 1939 verkocht aan W.F. Wassink. Zijn erfgenamen waren in 1995 nog steeds in bezit van het huis.
Bouwgeschiedenis
De vroegste afbeeldingen van kasteel Schonauwen zijn de tekeningen van Roelant Roghman uit 1646/7. Op de hoofdburcht stond op het zuiden een grote ronde toren, die nu nog steeds aanwezig is, en die uit de veertiende eeuw stamt. Deze werd door een woonvleugel verbonden met de grote veelhoekige toren op het westen. Op het zuidoosten stond het vierkante poortgebouw, gedekt met spits, met aansluitend een woonvleugel. De binnenplaats werd afgesloten met een gekanteelde ringmuur. Weerstandsmetingen door Raap in 2002 hebben, naast de hiervoorgenoemde bouwdelen, bij de noordelijke hoek van het kasteel een vierkant of D-vormige structuur van 5x5 m aan het licht gebracht. Mogelijk betreft het volgens RAAP de fundering van een toren, die vermoedelijk voor 1646/1647 gesloopt is. Deze toren is dan vermoedelijk middels een bijna rechthoekig bouwdeel met het kasteel verbonden geweest, mogelijk de keuken. In combinatie met de vermoedelijke toren en keuken is op deze hoek van het kasteel mogelijk ook sprake geweest van een gemak. Hierover bestaat echter nog veel onduidelijkheid. Verdere opgravingen zijn nodig om het noordelijke gedeelte van het kasteel beter in kaart te brengen. De weerstandsmetingen in 2002 hebben eveneens aangetoond dat de grachten in het verleden veel breder waren. De zuidoostgracht was 25 m breed, de zuidwestgracht 35 m, de westgracht 37,5 m en de tussengracht was 10 m breed. De hoofdburcht was door een brug verbonden met de voorburcht (vermoedelijk bevinden zich in de gracht nog de resten van een brug aan de noordoostzijde van de hoofdburcht). Op de voorburcht stonden aan drie zijden dienstgebouwen, en op de hoek stond een poortgebouw. Op 23 april 1668 werd in opdracht van Johan van Reede, die het kasteel ten behoeve van zijn zoon Hendrik had gekocht, Schonauwen geinspecteerd door meestermetselaar Gijsberts Antonis van Vianen en meestertimmerman Gerret Pijsel. Zij beschreven het als 'zeer vervallen' en gaven het advies het huis ingrijpend te verbouwen. Op een gravure uit 1703 is te zien dat dit inderdaad is gebeurd. De bebouwing aan de noordoostzijde was volledig vervangen door een nieuw Hollands-classicistische woonvleugel met de ingang in het midden van de symmetrische gevel. De overige gebouwen zijn waarschijnlijk niet zo drastisch verbouwd, maar slechts opgeknapt. In het begin van de achttiende eeuw heeft er waarschijnlijk weer een verbouwing plaatsgevonden. Daarbij werd het restant van de ringmuur afgebroken. Blijkbaar is er tijdens het verblijf van de Jansenisten weinig onderhoud gepleegd, want toen Gerlach Theodoor van Capellen het huis in 1758 kocht was het opnieuw nodig om het huis 'considerabel' te laten verbeteren. Waarschijnlijk heeft hij toen enkele moderniseringen laten doorvoeren, zoals het aanbrengen van een nieuwe ingangspartij en het vervangen van de kruisvensters door schuifvensters. Hendrik Ravée die in 1813 het huis kocht, liet alle bebouwing slopen, op de grote ronde toren op het zuiden na. Deze toren werd in 1891 in opdracht van George Bingham gerestaureerd en ingericht als zomerverblijf. In 1944 liet W.F. Wassink de toren opnieuw restaureren en bouwde er met toestemming van de Rijksdienst voor Monumentenzorg een woonvleugel in historiserende stijl tegenaan.
De vroegste afbeeldingen van kasteel Schonauwen zijn de tekeningen van Roelant Roghman uit 1646/7. Op de hoofdburcht stond op het zuiden een grote ronde toren, die nu nog steeds aanwezig is, en die uit de veertiende eeuw stamt. Deze werd door een woonvleugel verbonden met de grote veelhoekige toren op het westen. Op het zuidoosten stond het vierkante poortgebouw, gedekt met spits, met aansluitend een woonvleugel. De binnenplaats werd afgesloten met een gekanteelde ringmuur. Weerstandsmetingen door Raap in 2002 hebben, naast de hiervoorgenoemde bouwdelen, bij de noordelijke hoek van het kasteel een vierkant of D-vormige structuur van 5x5 m aan het licht gebracht. Mogelijk betreft het volgens RAAP de fundering van een toren, die vermoedelijk voor 1646/1647 gesloopt is. Deze toren is dan vermoedelijk middels een bijna rechthoekig bouwdeel met het kasteel verbonden geweest, mogelijk de keuken. In combinatie met de vermoedelijke toren en keuken is op deze hoek van het kasteel mogelijk ook sprake geweest van een gemak. Hierover bestaat echter nog veel onduidelijkheid. Verdere opgravingen zijn nodig om het noordelijke gedeelte van het kasteel beter in kaart te brengen. De weerstandsmetingen in 2002 hebben eveneens aangetoond dat de grachten in het verleden veel breder waren. De zuidoostgracht was 25 m breed, de zuidwestgracht 35 m, de westgracht 37,5 m en de tussengracht was 10 m breed. De hoofdburcht was door een brug verbonden met de voorburcht (vermoedelijk bevinden zich in de gracht nog de resten van een brug aan de noordoostzijde van de hoofdburcht). Op de voorburcht stonden aan drie zijden dienstgebouwen, en op de hoek stond een poortgebouw. Op 23 april 1668 werd in opdracht van Johan van Reede, die het kasteel ten behoeve van zijn zoon Hendrik had gekocht, Schonauwen geinspecteerd door meestermetselaar Gijsberts Antonis van Vianen en meestertimmerman Gerret Pijsel. Zij beschreven het als 'zeer vervallen' en gaven het advies het huis ingrijpend te verbouwen. Op een gravure uit 1703 is te zien dat dit inderdaad is gebeurd. De bebouwing aan de noordoostzijde was volledig vervangen door een nieuw Hollands-classicistische woonvleugel met de ingang in het midden van de symmetrische gevel. De overige gebouwen zijn waarschijnlijk niet zo drastisch verbouwd, maar slechts opgeknapt. In het begin van de achttiende eeuw heeft er waarschijnlijk weer een verbouwing plaatsgevonden. Daarbij werd het restant van de ringmuur afgebroken. Blijkbaar is er tijdens het verblijf van de Jansenisten weinig onderhoud gepleegd, want toen Gerlach Theodoor van Capellen het huis in 1758 kocht was het opnieuw nodig om het huis 'considerabel' te laten verbeteren. Waarschijnlijk heeft hij toen enkele moderniseringen laten doorvoeren, zoals het aanbrengen van een nieuwe ingangspartij en het vervangen van de kruisvensters door schuifvensters. Hendrik Ravée die in 1813 het huis kocht, liet alle bebouwing slopen, op de grote ronde toren op het zuiden na. Deze toren werd in 1891 in opdracht van George Bingham gerestaureerd en ingericht als zomerverblijf. In 1944 liet W.F. Wassink de toren opnieuw restaureren en bouwde er met toestemming van de Rijksdienst voor Monumentenzorg een woonvleugel in historiserende stijl tegenaan.
Afbeeldingen
- Tekening van Schonauwen gezien vanuit het zuidoosten, door Roelant Roghman, 1646/47. Teylers Museum, Haarlem O**7 (Wttewaall en Smits 1995, 410; Van der Wyck 1989, 194).- Tekening van Schonauwen gezien vanuit het zuiden, door Roelant Roghman, 1646/47. Teylers Museum, Haarlem, O**8 (Van der Wyck 1989, 195)._- Ets van Schonauwen, door J. Ottens in Riddermatige Huysen en Gezichten in de Provincie Utrecht, 1703. (RUA TA 1120) (Olde Meierink 1995, 32).- Tekening van Schonauwen vanuit het zuiden, door Jan de Beyer, 1745. RDMZ, TH-25 (Wttewaall en Smits 1995, 413).- Vogelvlucht van de buitenplaats Schonauwen, anoniem, ca. 1750. Bibliothèque des Amies de Port Royal, Parijs (repro RAU, TA 1825-1) (Wttewaall en Smits 1995, 411).- Tekening van Schonauwen gezien vanuit het zuidoosten, door E.M.F. d'Yvoy, 1768. MFA, AC 13-125-1 (Wttewaall en Smits 1995, 413).- Plattegronden en doorsnede van de ronde toren van Schonauwen. Tekeningen R.G. Bosch van Drakesten naar opmetingen van B. van den Bergh en H. van Beveren, 1942 (Wttewaall en Smits 1995, 412).- Kadastrale minuut, kadastrale gemeente Schonauwen, 1828, sectie B, blad 2, perceelnummers 309 t/m 314 (312=kasteel) (Wttewaall en Smits 1995, 412 en http://watwaswaar.nl/#W8-TQ-7-ed-1v-1-3Dwe-1yka---Zu, geraadpleegd op 23-03-2010).- Kadastrale minuut (1828) over Google Earth foto, 2009, Locatie terrein Schonauwen (NKS digitale documentatie).
- Tekening van Schonauwen gezien vanuit het zuidoosten, door Roelant Roghman, 1646/47. Teylers Museum, Haarlem O**7 (Wttewaall en Smits 1995, 410; Van der Wyck 1989, 194).- Tekening van Schonauwen gezien vanuit het zuiden, door Roelant Roghman, 1646/47. Teylers Museum, Haarlem, O**8 (Van der Wyck 1989, 195)._- Ets van Schonauwen, door J. Ottens in Riddermatige Huysen en Gezichten in de Provincie Utrecht, 1703. (RUA TA 1120) (Olde Meierink 1995, 32).- Tekening van Schonauwen vanuit het zuiden, door Jan de Beyer, 1745. RDMZ, TH-25 (Wttewaall en Smits 1995, 413).- Vogelvlucht van de buitenplaats Schonauwen, anoniem, ca. 1750. Bibliothèque des Amies de Port Royal, Parijs (repro RAU, TA 1825-1) (Wttewaall en Smits 1995, 411).- Tekening van Schonauwen gezien vanuit het zuidoosten, door E.M.F. d'Yvoy, 1768. MFA, AC 13-125-1 (Wttewaall en Smits 1995, 413).- Plattegronden en doorsnede van de ronde toren van Schonauwen. Tekeningen R.G. Bosch van Drakesten naar opmetingen van B. van den Bergh en H. van Beveren, 1942 (Wttewaall en Smits 1995, 412).- Kadastrale minuut, kadastrale gemeente Schonauwen, 1828, sectie B, blad 2, perceelnummers 309 t/m 314 (312=kasteel) (Wttewaall en Smits 1995, 412 en http://watwaswaar.nl/#W8-TQ-7-ed-1v-1-3Dwe-1yka---Zu, geraadpleegd op 23-03-2010).- Kadastrale minuut (1828) over Google Earth foto, 2009, Locatie terrein Schonauwen (NKS digitale documentatie).
Bronnen
Literatuur
Corver, B.A., De gracht van kasteel Schonauwen. Een archeologische begeleiding op Granietsteen in Houten, Amersfoort 2009. ADC Rapport 1688.Dekker, C., 1983, Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen. Een institutioneel-geografische studie. Stichtse Historische Reeks 9, z.p., 488-490. _Jordanov, M.S., Plangebied gracht kasteel Schonauwen, gemeente Houten archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen (karterende fase), Amsterdam 2006. RAAP-rapport 1371.Jordanov, M.S., Plangebied oostgracht kasteel Schonauwen, gemeente Houten archeologisch vooronderzoek: een aanvullend inventariserend veldonderzoek, Amsterdam 2007. RAAP-notitie 2058.Kempen, P.A.M.M. van, 2002, Kasteel Schonauwen, gemeente Houten, een archeologisch weerstands- en booronderzoek. Amsterdam, RAAP-rapport 815._Kempen, P.A.M.M., Kasteel Schonauwen, gemeente Houten archeologische begeleiding aanleg rioolsleuf en opgraving met beperkingen aanleg pompput, Amsterdam 2006. RAAP-rapport 1327 Olde Meierink, B., 1995, 'Kasteel Schonauwen bij Houten: een bouwkundige inspectie uit de 17de eeuw', in: Het Kromme-Rijngebied. Tijdschrift van de Historische Kring 'Tussen Rijn en Lek', juni 1995, 29-2, 29-34._Smits, J.A.M., en O.J. Wttewaal, 1991, Houten. Historische bebouwing. Monumenten-inventarisatie Provincie Utrecht 2. Zeist, 240-243._Spitzers, T.A., Houten, kasteel Schonauwen archeologische begeleiding funderingsverbetering, Den Bosch 2003. BAAC-rapport 02.082.Thoomes, W., 2004, 'de sloop van het kasteel Schonauwen in 1813', Het Kromme-Rijngebied 38-4(2004), 79-82.Wyck, H.W.M. van der, 1989, De kasteeltekeningen van Roelant Roghman, Alphen aan de Rijn.Wttewaall, O., en J. Smits, 1995, 'Schonauwen', in: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, B. Olde Meierink e.a. (red.) Utrecht, 410-413.
Corver, B.A., De gracht van kasteel Schonauwen. Een archeologische begeleiding op Granietsteen in Houten, Amersfoort 2009. ADC Rapport 1688.Dekker, C., 1983, Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen. Een institutioneel-geografische studie. Stichtse Historische Reeks 9, z.p., 488-490. _Jordanov, M.S., Plangebied gracht kasteel Schonauwen, gemeente Houten archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen (karterende fase), Amsterdam 2006. RAAP-rapport 1371.Jordanov, M.S., Plangebied oostgracht kasteel Schonauwen, gemeente Houten archeologisch vooronderzoek: een aanvullend inventariserend veldonderzoek, Amsterdam 2007. RAAP-notitie 2058.Kempen, P.A.M.M. van, 2002, Kasteel Schonauwen, gemeente Houten, een archeologisch weerstands- en booronderzoek. Amsterdam, RAAP-rapport 815._Kempen, P.A.M.M., Kasteel Schonauwen, gemeente Houten archeologische begeleiding aanleg rioolsleuf en opgraving met beperkingen aanleg pompput, Amsterdam 2006. RAAP-rapport 1327 Olde Meierink, B., 1995, 'Kasteel Schonauwen bij Houten: een bouwkundige inspectie uit de 17de eeuw', in: Het Kromme-Rijngebied. Tijdschrift van de Historische Kring 'Tussen Rijn en Lek', juni 1995, 29-2, 29-34._Smits, J.A.M., en O.J. Wttewaal, 1991, Houten. Historische bebouwing. Monumenten-inventarisatie Provincie Utrecht 2. Zeist, 240-243._Spitzers, T.A., Houten, kasteel Schonauwen archeologische begeleiding funderingsverbetering, Den Bosch 2003. BAAC-rapport 02.082.Thoomes, W., 2004, 'de sloop van het kasteel Schonauwen in 1813', Het Kromme-Rijngebied 38-4(2004), 79-82.Wyck, H.W.M. van der, 1989, De kasteeltekeningen van Roelant Roghman, Alphen aan de Rijn.Wttewaall, O., en J. Smits, 1995, 'Schonauwen', in: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, B. Olde Meierink e.a. (red.) Utrecht, 410-413.
Documentatie
Coördinaten
Coordinaten: 52° 0'44.13''N, 5°10'30.47''O
Kaartblad: 39A , x: 140.440, y: 447.120, precisie 3
Coordinaten: 52° 0'44.13''N, 5°10'30.47''O
Kaartblad: 39A , x: 140.440, y: 447.120, precisie 3
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 22677
Beschrijving uit Archis: Terrein waarin overblijfselen van het kasteel Schonauwen uit de 13e eeuw-Nieuwe tijd, gelegen in rivierklei in het overgangsgebied tussen oeverwal en komgebied.Op het omgrachte terrein staan de 14e eeuwse ronde toren en een koetshuis uit 1895.De 14de eeuwse toren heeft een hoogte van 13.5 meter, de doorsnede aan de binnenzijde bedraagt 5.5 meter en de muren zijn beneden 1.3 meter dik.De eerste aanleg van het kasteel heeft in de 13de eeuw plaatsgevonden. In de loop van de tijd is het kasteel uitgebreid tot een hoofd- en voorburcht. In de 17de eeuw is het omgebouwd tot een landhuis dat in de 18de eeuw grotendeels gesloopt is.
Status:
Monumentnummer: 22677
Beschrijving uit Archis: Terrein waarin overblijfselen van het kasteel Schonauwen uit de 13e eeuw-Nieuwe tijd, gelegen in rivierklei in het overgangsgebied tussen oeverwal en komgebied.Op het omgrachte terrein staan de 14e eeuwse ronde toren en een koetshuis uit 1895.De 14de eeuwse toren heeft een hoogte van 13.5 meter, de doorsnede aan de binnenzijde bedraagt 5.5 meter en de muren zijn beneden 1.3 meter dik.De eerste aanleg van het kasteel heeft in de 13de eeuw plaatsgevonden. In de loop van de tijd is het kasteel uitgebreid tot een hoofd- en voorburcht. In de 17de eeuw is het omgebouwd tot een landhuis dat in de 18de eeuw grotendeels gesloopt is.
Bescherming terrein
Status: (45465)
Status: (45465)
Bestemming
Bestemmingsplan: onbekend
Bestemming:
Bestemmingsplan: onbekend
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 24-8-2006
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 24-8-2006
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Het terrein is bezocht in het kader van het AMR-project op 23 september 2004. CMA heeft besloten de omvang van dit monument aan te passen, maar de contouren in Archis zijn nog niet gewijzigd.
Het terrein is bezocht in het kader van het AMR-project op 23 september 2004. CMA heeft besloten de omvang van dit monument aan te passen, maar de contouren in Archis zijn nog niet gewijzigd.
Overig onderzoek
Archeologisch onderzoek vond plaats in 2002, 2003, 2006, 2007 en 2008. In 2008 werden bij een archeologische begeleiding door ADC de resten gevonden van drie kloostermoppen. Gevonden werd één rode kloostermop (26x15x6 cm), een gebroken oranje kloostermop (15x6,5 cm) en een halve rode kloostermop (14x5,5 cm). Deze vondsten werden gedaan in de gracht om de westhoek van het kasteelterrein.
Archeologisch onderzoek vond plaats in 2002, 2003, 2006, 2007 en 2008. In 2008 werden bij een archeologische begeleiding door ADC de resten gevonden van drie kloostermoppen. Gevonden werd één rode kloostermop (26x15x6 cm), een gebroken oranje kloostermop (15x6,5 cm) en een halve rode kloostermop (14x5,5 cm). Deze vondsten werden gedaan in de gracht om de westhoek van het kasteelterrein.
Geomorfologische codering
2M22, Rivierkom en oeverwalachtige vlakte.
2M22, Rivierkom en oeverwalachtige vlakte.
Bodemkundige codering
Rn47C-V, Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Rn47C-V, Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.