Rijsenburg
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Rijsenburg
Rijsenburg
Locatie
Adres: Naast Langbroekerdijk 4
Driebergen-Rijsenburg
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Provincie Utrecht
Rijsenburg was gelegen aan de noordzijde van de Langbroekerwetering, ten westen van het dorp, naast de boerderij aan de Langbroekerdijk 4.
Adres: Naast Langbroekerdijk 4
Driebergen-Rijsenburg
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Provincie Utrecht
Rijsenburg was gelegen aan de noordzijde van de Langbroekerwetering, ten westen van het dorp, naast de boerderij aan de Langbroekerdijk 4.
Typologie
De typologie van het middeleeuwse kasteel is niet bekend. Pogingen tot reconstructie dakenplan 17e en 18e eeuw (Bullinga en Kamphuis 1995, 399) en plattegrond in Harzing (1967, 82) doen vermoeden dat het ging om een vierkant kasteel.
De typologie van het middeleeuwse kasteel is niet bekend. Pogingen tot reconstructie dakenplan 17e en 18e eeuw (Bullinga en Kamphuis 1995, 399) en plattegrond in Harzing (1967, 82) doen vermoeden dat het ging om een vierkant kasteel.
Etymologie
De naam is ontleend aan de eigenaar, Willem van Rijswijk, die zich later Willem van Rijsenburg gaat noemen.
De naam is ontleend aan de eigenaar, Willem van Rijswijk, die zich later Willem van Rijsenburg gaat noemen.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 2-4-2009
Het kasteel is verdwenen. Van de op de voorburcht staande gebouwen zijn de boerderij en het poortgebouw min of meer behouden gebleven. In de bodem bevinden zich nog belangrijke archeologische resten (Van Kempen 2002, 22) en ook de grachten aan de zuidoost-, oost- en noordzijde van het kasteel lijken nog grotendeels onverstoord te zijn.
Laatst bijgewerkt: 2-4-2009
Het kasteel is verdwenen. Van de op de voorburcht staande gebouwen zijn de boerderij en het poortgebouw min of meer behouden gebleven. In de bodem bevinden zich nog belangrijke archeologische resten (Van Kempen 2002, 22) en ook de grachten aan de zuidoost-, oost- en noordzijde van het kasteel lijken nog grotendeels onverstoord te zijn.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het middeleeuwse kasteel is rond 1800 gesloopt. Van de op de voorburcht staande gebouwen zijn de boerderij (Langbroekerdijk 4) en het poortgebouw min of meer behouden. Het poortgebouw gaf toegang tot de voorburcht. Restanten van de oorspronkelijke grachten zijn aanwezig. Het is niet bekend of er nog resten van de hoofdburcht in de grond aanwezig zijn.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het middeleeuwse kasteel is rond 1800 gesloopt. Van de op de voorburcht staande gebouwen zijn de boerderij (Langbroekerdijk 4) en het poortgebouw min of meer behouden. Het poortgebouw gaf toegang tot de voorburcht. Restanten van de oorspronkelijke grachten zijn aanwezig. Het is niet bekend of er nog resten van de hoofdburcht in de grond aanwezig zijn.
Afmetingen
Het gehele kasteelterrein mat ca. 280 x 85 m. De afmetingen zijn gebaseerd op de kadastrale minuut Rijsenburg, Utrecht, Sectie A, blad 02.
Het gehele kasteelterrein mat ca. 280 x 85 m. De afmetingen zijn gebaseerd op de kadastrale minuut Rijsenburg, Utrecht, Sectie A, blad 02.
Fysisch-geografische situering
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal), geologie - Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal), geologie - Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Oudste vermelding
Datum: 1274
Bron: Johannes de Beke, Chronographia, 221.
"'Ghiselbertus itaque de Aemstel capitaneus tam indomite plebis, cernens sibi cuncta properari, castella scilicet Ghiselberti de Abcoude, Wilhelmi de Risenburch ac Huberti de Vianen adversariorum suorum destruxit et exinde Kinemaros per quandam astuciam a belli tumultu temperans in hunc modum loqui cepit: 'bellatores (...)' (Johannes de Beke, 221)."
Wittert van Hoogland geeft 1240 als vroegste jaartal, maar geeft hiervoor geen bewijsplaats. Bardet meldt 1268 als vroegste jaartal; ook hier wordt geen bewijsplaats gegeven. De Beke beschrijft hoe ondanks hulp van Amersfoort en Eemland, het kasteel van Willem van Rijsenburg wordt verwoest (Bullinga en Kamphuis 1995, 396); 'Ghiselbertus itaque de Aemstel capitaneus tam indomite plebis, cernens sibi cuncta properari, castella scilicet Ghiselberti de Abcoude, Wilhelmi de Risenburch ac Huberti de Vianen adversariorum suorum destruxit et exinde Kinemaros per quandam astuciam a belli tumultu temperans in hunc modum loqui cepit: 'bellatores (...)' (Bullinga en Kamphuis, 221).
Datum: 1274
Bron: Johannes de Beke, Chronographia, 221.
"'Ghiselbertus itaque de Aemstel capitaneus tam indomite plebis, cernens sibi cuncta properari, castella scilicet Ghiselberti de Abcoude, Wilhelmi de Risenburch ac Huberti de Vianen adversariorum suorum destruxit et exinde Kinemaros per quandam astuciam a belli tumultu temperans in hunc modum loqui cepit: 'bellatores (...)' (Johannes de Beke, 221)."
Wittert van Hoogland geeft 1240 als vroegste jaartal, maar geeft hiervoor geen bewijsplaats. Bardet meldt 1268 als vroegste jaartal; ook hier wordt geen bewijsplaats gegeven. De Beke beschrijft hoe ondanks hulp van Amersfoort en Eemland, het kasteel van Willem van Rijsenburg wordt verwoest (Bullinga en Kamphuis 1995, 396); 'Ghiselbertus itaque de Aemstel capitaneus tam indomite plebis, cernens sibi cuncta properari, castella scilicet Ghiselberti de Abcoude, Wilhelmi de Risenburch ac Huberti de Vianen adversariorum suorum destruxit et exinde Kinemaros per quandam astuciam a belli tumultu temperans in hunc modum loqui cepit: 'bellatores (...)' (Bullinga en Kamphuis, 221).
Bezitsgeschiedenis
Het kasteel wordt voor het eerst genoemd in een kroniek van Johannes de Beke, als hij beschrijft hoe het kasteel van Willem van Rijsenburg (of Rijswijk) wordt verwoest. Waarschijnlijk was het kasteel in 1297 weer opgebouwd, want dan blijkt Rijsenburg door de bisschop, middels twee tussenleenheren, in leen gegeven te zijn aan Willem van Rijswijk. Op dat moment is er dus sprake van drie bisschoppelijke leengoederen te Rijsenburg, wat in de literatuur voor veel onduidelijkheid heeft gezorgd. In het navolgende zal dat goed gevolgd worden, waarop het huis Rijsenburg stond. In 1317 wordt al een Johan van Rijsenburg genoemd. In 1336 draagt de heer van Rijsenburg het kasteel en land in het Rijsenburgerbroek op als leen aan de heer van IJsselstein, die het als achterleen weer teruggaf aan de heer van Rijsenburg. Johan van Rijsenburg overleed in 1349, bij een aanval van bisschop Jan van Arkel op Oudewater. Na diens dood wordt zijn broer Hubert van Rijsenburg heer van Rijsenburg, maar hij overlijdt al in hetzelfde jaar. De erfgenamen verkopen het kasteel aan Otto van Laer. De Van Laers verkopen Rijsenburg in 1369 aan de heer Van Abcoude van Gaasbeek. Gijsbert van Abcoude geeft het huis Rijsenburg in 1374 in achterleen aan zijn zoon Johan van Limbeek. De familie van Limbeek verkoopt het kasteel Rijsenburg op 4 augustus 1397 aan Zweder van Vianen en diens zoon Gijsbert van Vianen. Deze Gijsbert had in datzelfde jaar ook de twee tussenlenen gekocht, waarvan hierboven eveneens sprake was. Nu waren alle lenen met betrekking tot Rijsenburg weer in één hand. Gijsbert van Vianens kleinzoon, Zweder van Vianen van Rijsenburg, had alleen dochters. Gijsberta, de oudste, werd in 1517 beleend met Rijsenburg. Doordat zij in 1492 was geschaakt door Gerard van Kuilenburg kwam het kasteel Rijsenburg in handen van de familie Van Kuilenburg. In 1530 werd hun zoon Gerrit beleend met het kasteel. Rijsenburg werd in 1536 op de lijst met ridderhofsteden vermeld. De laatste van dit geslacht, Jacob van Kuilenburg overleed kinderloos in 1681. Zijn zus Geertruyd, tevens zijn erfgename, was getrouwd met jonkheer Cornelis François van Heemskerk van Bekenstein, zodat Rijsenburg in handen van de familie Van Heemskerk viel.De laatste uit dit geslacht liet het kasteel na aan Maria Anne Geertruid van Bemmel; haar kleinzoon verkocht het kasteel in 1798 aan Justus Hendrik Wiedeman, die het weer verkocht aan Willem van Dam. Deze liet kasteel slopen en verkocht het terrein en de landerijen aan Petrus Judocus van Oosthuyse, eigenaar van het huis Sparrendaal, die door deze koop ook de titel heer van de riddermatige ambachtsheerlijkheid Rijsenburg kreeg. Van Oosthuyse liet delen van het kasteel opgraven; de afgebikte stenen werden gebruikt voor de rooms-katholieke kerk die in 1810 in Rijsenburg werd gebouwd.
Het kasteel wordt voor het eerst genoemd in een kroniek van Johannes de Beke, als hij beschrijft hoe het kasteel van Willem van Rijsenburg (of Rijswijk) wordt verwoest. Waarschijnlijk was het kasteel in 1297 weer opgebouwd, want dan blijkt Rijsenburg door de bisschop, middels twee tussenleenheren, in leen gegeven te zijn aan Willem van Rijswijk. Op dat moment is er dus sprake van drie bisschoppelijke leengoederen te Rijsenburg, wat in de literatuur voor veel onduidelijkheid heeft gezorgd. In het navolgende zal dat goed gevolgd worden, waarop het huis Rijsenburg stond. In 1317 wordt al een Johan van Rijsenburg genoemd. In 1336 draagt de heer van Rijsenburg het kasteel en land in het Rijsenburgerbroek op als leen aan de heer van IJsselstein, die het als achterleen weer teruggaf aan de heer van Rijsenburg. Johan van Rijsenburg overleed in 1349, bij een aanval van bisschop Jan van Arkel op Oudewater. Na diens dood wordt zijn broer Hubert van Rijsenburg heer van Rijsenburg, maar hij overlijdt al in hetzelfde jaar. De erfgenamen verkopen het kasteel aan Otto van Laer. De Van Laers verkopen Rijsenburg in 1369 aan de heer Van Abcoude van Gaasbeek. Gijsbert van Abcoude geeft het huis Rijsenburg in 1374 in achterleen aan zijn zoon Johan van Limbeek. De familie van Limbeek verkoopt het kasteel Rijsenburg op 4 augustus 1397 aan Zweder van Vianen en diens zoon Gijsbert van Vianen. Deze Gijsbert had in datzelfde jaar ook de twee tussenlenen gekocht, waarvan hierboven eveneens sprake was. Nu waren alle lenen met betrekking tot Rijsenburg weer in één hand. Gijsbert van Vianens kleinzoon, Zweder van Vianen van Rijsenburg, had alleen dochters. Gijsberta, de oudste, werd in 1517 beleend met Rijsenburg. Doordat zij in 1492 was geschaakt door Gerard van Kuilenburg kwam het kasteel Rijsenburg in handen van de familie Van Kuilenburg. In 1530 werd hun zoon Gerrit beleend met het kasteel. Rijsenburg werd in 1536 op de lijst met ridderhofsteden vermeld. De laatste van dit geslacht, Jacob van Kuilenburg overleed kinderloos in 1681. Zijn zus Geertruyd, tevens zijn erfgename, was getrouwd met jonkheer Cornelis François van Heemskerk van Bekenstein, zodat Rijsenburg in handen van de familie Van Heemskerk viel.De laatste uit dit geslacht liet het kasteel na aan Maria Anne Geertruid van Bemmel; haar kleinzoon verkocht het kasteel in 1798 aan Justus Hendrik Wiedeman, die het weer verkocht aan Willem van Dam. Deze liet kasteel slopen en verkocht het terrein en de landerijen aan Petrus Judocus van Oosthuyse, eigenaar van het huis Sparrendaal, die door deze koop ook de titel heer van de riddermatige ambachtsheerlijkheid Rijsenburg kreeg. Van Oosthuyse liet delen van het kasteel opgraven; de afgebikte stenen werden gebruikt voor de rooms-katholieke kerk die in 1810 in Rijsenburg werd gebouwd.
Bouwgeschiedenis
Hoe het 13de-eeuwse huis Rijsenburg eruit heeft gezien is niet bekend. Vermoedelijk ging het om een vierkant kasteel met op de westhoek een poorttoren en op de zuidhoek een ronde toren. Het huis stond op een omgracht terrein.In de zeventiende en achttiende eeuw bestond Rijsenburg uit een binnenplaats, waar drie vleugels omheen stonden. De noordoosthoek kende een torenvormig gebouw, mogelijk het oudste gedeelte gezien de ruïneuze toestand. Door het gesloten karakter van de bebouwing aan de zuidzijde wordt aangenomen dat deze twee vleugels en toren uit de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw stammen. De L-vormige vleugel met trapgevels op de oosthoek van het complex is waarschijnlijk aan het begin van de zeventiende eeuw ontstaan. De hoofdtoegang was in de hoek van deze L-vormige vleugel gesitueerd. Het gebouw van één bouwlaag met zadeldak tussen de ruïneuze poorttoren en middeleeuwse westvleugel zou, gezien de korfboogvormige ontlastingsbogen, die ook bij de galerij voor de zuidvleugel aanwezig zijn, ook uit de zeventiende eeuw kunnen stammen. Een gemetselde brug leidde over de gracht; de oostmuur van de binnenplaats heeft op een tekening van Pronk een aantal ontlastingsbogen. Dit zou een restant van een middeleeuwse weermuur kunnen zijn. Tussen 1798 en 1810 is kasteel Rijsenburg gesloopt. De voorburcht bleef gespaard bij de sloop van het kasteel tussen 1798 en 1810. Ook de gracht rond de voorburcht bleef daarbij in tact.Begin april 2004 kwam Geurt van Yperen, eigenaar van het terrein, met het plan om het historische kasteel Rijsenburg weer op te bouwen (zie hiervoor http://www.landgoedrijsenburg.nl/huis.php Geraadpleegd 2-4-2009). Dit plan heeft geen doorgang gevonden.
Hoe het 13de-eeuwse huis Rijsenburg eruit heeft gezien is niet bekend. Vermoedelijk ging het om een vierkant kasteel met op de westhoek een poorttoren en op de zuidhoek een ronde toren. Het huis stond op een omgracht terrein.In de zeventiende en achttiende eeuw bestond Rijsenburg uit een binnenplaats, waar drie vleugels omheen stonden. De noordoosthoek kende een torenvormig gebouw, mogelijk het oudste gedeelte gezien de ruïneuze toestand. Door het gesloten karakter van de bebouwing aan de zuidzijde wordt aangenomen dat deze twee vleugels en toren uit de vijftiende of het begin van de zestiende eeuw stammen. De L-vormige vleugel met trapgevels op de oosthoek van het complex is waarschijnlijk aan het begin van de zeventiende eeuw ontstaan. De hoofdtoegang was in de hoek van deze L-vormige vleugel gesitueerd. Het gebouw van één bouwlaag met zadeldak tussen de ruïneuze poorttoren en middeleeuwse westvleugel zou, gezien de korfboogvormige ontlastingsbogen, die ook bij de galerij voor de zuidvleugel aanwezig zijn, ook uit de zeventiende eeuw kunnen stammen. Een gemetselde brug leidde over de gracht; de oostmuur van de binnenplaats heeft op een tekening van Pronk een aantal ontlastingsbogen. Dit zou een restant van een middeleeuwse weermuur kunnen zijn. Tussen 1798 en 1810 is kasteel Rijsenburg gesloopt. De voorburcht bleef gespaard bij de sloop van het kasteel tussen 1798 en 1810. Ook de gracht rond de voorburcht bleef daarbij in tact.Begin april 2004 kwam Geurt van Yperen, eigenaar van het terrein, met het plan om het historische kasteel Rijsenburg weer op te bouwen (zie hiervoor http://www.landgoedrijsenburg.nl/huis.php Geraadpleegd 2-4-2009). Dit plan heeft geen doorgang gevonden.
Afbeeldingen
-Kasteel Rijsenburg vanuit het zuiden gezien, tekening, Roelant Rogham, 1646/47. AHM, A 10297 (Olde Meierink e.a. 1995, 396)._-Kasteel Rijsenburg, tekening, Jan de Beijer, 1744. KHA, MCK/474 (Olde Meierink e.a. 1995, 397).-Kadastrale minuut, 1829, gemeente Rijsenburg, Utrecht, sectie A, blad 2, nr. 256 (Bullinga en Kamphuis 1995, 398 en http://watwaswaar.nl/#WW-Tw-6-ed-1v-1-3Ie0-21Vg---2ah, geraadpleegd op 23-03-2010)._-Kaart van landgoed Rijsenburg uit 1806, tekening, A. Tollus in 1806 naar kaart uit 1797. RAU, familiearchief Van Rijckevorse, 1006 (Olde Meierink e.a. 1995, 398).-Reconstructie van het dakenplan van kasteel Rijsenburg aan de hand van zeventiende- en achttiende-eeuwse tekeningen, tekening, R.G. Bosch van Drakestein naar ir. J. Kamphuis en drs B. Olde Meierink 1994 (Olde Meierink e.a. 1995, 399).-Plattegrond, detail van kaart der landerijen van de Ambachtsheerlijkheid Rijsenburg, F.E.M. Loeffler, 1797. Archief 'De Wamberg', Berlicum (Harzing 1960, 69).-Plattegrond van de directe omgeving van het voormalige huis Rijsenburg, 186, waarop het kasteel gearceerd is weergegeven (Harzing 1967, 81).-Reconstructie n.a.v. afbeeldingen van gevelpartijen, plattegrond uit 1797 en situatietekening uit 1863, tekening (Harzing 1967, 82).- Kadastrale minuut (1829) over Google Earth foto, 2009, locatie terrein Rijsenburg (NKS digitale documentatie).
-Kasteel Rijsenburg vanuit het zuiden gezien, tekening, Roelant Rogham, 1646/47. AHM, A 10297 (Olde Meierink e.a. 1995, 396)._-Kasteel Rijsenburg, tekening, Jan de Beijer, 1744. KHA, MCK/474 (Olde Meierink e.a. 1995, 397).-Kadastrale minuut, 1829, gemeente Rijsenburg, Utrecht, sectie A, blad 2, nr. 256 (Bullinga en Kamphuis 1995, 398 en http://watwaswaar.nl/#WW-Tw-6-ed-1v-1-3Ie0-21Vg---2ah, geraadpleegd op 23-03-2010)._-Kaart van landgoed Rijsenburg uit 1806, tekening, A. Tollus in 1806 naar kaart uit 1797. RAU, familiearchief Van Rijckevorse, 1006 (Olde Meierink e.a. 1995, 398).-Reconstructie van het dakenplan van kasteel Rijsenburg aan de hand van zeventiende- en achttiende-eeuwse tekeningen, tekening, R.G. Bosch van Drakestein naar ir. J. Kamphuis en drs B. Olde Meierink 1994 (Olde Meierink e.a. 1995, 399).-Plattegrond, detail van kaart der landerijen van de Ambachtsheerlijkheid Rijsenburg, F.E.M. Loeffler, 1797. Archief 'De Wamberg', Berlicum (Harzing 1960, 69).-Plattegrond van de directe omgeving van het voormalige huis Rijsenburg, 186, waarop het kasteel gearceerd is weergegeven (Harzing 1967, 81).-Reconstructie n.a.v. afbeeldingen van gevelpartijen, plattegrond uit 1797 en situatietekening uit 1863, tekening (Harzing 1967, 82).- Kadastrale minuut (1829) over Google Earth foto, 2009, locatie terrein Rijsenburg (NKS digitale documentatie).
Bronnen
Literatuur
Bullinga, N. en Kamphuis, J., 1995, 'Rijsenburg', in: Olde Meierink e.a., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 396-399.Bardet, J.D.M., Kastelenboek provincie Utrecht.Harzing,W., 1960, 'De riddermatige ambachtsheerlijkheid Rijsenburg. Een kaart uit 1797', in: Maandblad Oud-Utrecht 33(1960), 67-69.Kempen, P.A.M.M., Kasteel Rijsenburg, gemeente Driebergen-Rijsenburg een archeologisch weerstands- en booronderzoek, Amsterdam 2002. RAAP-rapport 770. Helaas kon tijdens dit onderzoek de exacte omvang van het kasteel en de grachten niet bepaald worden. Kolman, C., e.a., 1996, Monumenten in Nederland, Utrecht, 112-117._Olde Meierink, B., 1995, Een 16de-eeuws familiekroniekje van het huis Rijsenburg, in: Mededelingen Stichting Utrechtse Kastelen 51 (1995) nr. 4. Weenink, J., 1996, 'Enig licht op de beginperiode van Rijsenburg, en wat de ridders daar zoal uitvoerden', in: Mededelingen Stichting Utrechtse Kastelen 2(1996), 8-15.Wittert van Hoogland, E.B.F.F, 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden.
Bullinga, N. en Kamphuis, J., 1995, 'Rijsenburg', in: Olde Meierink e.a., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 396-399.Bardet, J.D.M., Kastelenboek provincie Utrecht.Harzing,W., 1960, 'De riddermatige ambachtsheerlijkheid Rijsenburg. Een kaart uit 1797', in: Maandblad Oud-Utrecht 33(1960), 67-69.Kempen, P.A.M.M., Kasteel Rijsenburg, gemeente Driebergen-Rijsenburg een archeologisch weerstands- en booronderzoek, Amsterdam 2002. RAAP-rapport 770. Helaas kon tijdens dit onderzoek de exacte omvang van het kasteel en de grachten niet bepaald worden. Kolman, C., e.a., 1996, Monumenten in Nederland, Utrecht, 112-117._Olde Meierink, B., 1995, Een 16de-eeuws familiekroniekje van het huis Rijsenburg, in: Mededelingen Stichting Utrechtse Kastelen 51 (1995) nr. 4. Weenink, J., 1996, 'Enig licht op de beginperiode van Rijsenburg, en wat de ridders daar zoal uitvoerden', in: Mededelingen Stichting Utrechtse Kastelen 2(1996), 8-15.Wittert van Hoogland, E.B.F.F, 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden.
Documentatie
Krantenartikel uit de Stichtse Courant van 31-3-2005: 'Kasteelplan nu officieel in behandeling bij B&W.' Te raadplegen in het documentatiecentrum van de NKS.
Krantenartikel uit de Stichtse Courant van 31-3-2005: 'Kasteelplan nu officieel in behandeling bij B&W.' Te raadplegen in het documentatiecentrum van de NKS.
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 14109/1635
Rijsenburg is als volgt door de RDMZ beschermd: MRS-nr. 14109, Langbroekerdijk 4: Poortgebouw (1635).
Status:
Monumentnummer: 14109/1635
Rijsenburg is als volgt door de RDMZ beschermd: MRS-nr. 14109, Langbroekerdijk 4: Poortgebouw (1635).
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan algemeen voorschriften Driebergen Buitengebied)
Bestemming: (1 (Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden.))
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan algemeen voorschriften Driebergen Buitengebied)
Bestemming: (1 (Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden.))
Auteur en datum
Auteur: J. Reijnders
Beschrijving gemaakt: 8 maart 2001
Auteur: J. Reijnders
Beschrijving gemaakt: 8 maart 2001
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
In het kader van het AMR-project is er in september 2003 een booronderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek werd een voorstel gedaan om het monument te verkleinen. Men ging echter niet akkoord, want methode en onderbouwing waren onvoldoende om historische tuinaanleg goed te bepalen.
In het kader van het AMR-project is er in september 2003 een booronderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van dit onderzoek werd een voorstel gedaan om het monument te verkleinen. Men ging echter niet akkoord, want methode en onderbouwing waren onvoldoende om historische tuinaanleg goed te bepalen.
Overig onderzoek
Archis onderzoeksmeldingnummer 3507: in 2001 voerde RAAP archeologisch booronderzoek uit op het terrein van het kasteel.Toelichting: Het onderzoek had ten doel om de overblijfselen van het kasteel op non-destructieve wijze in kaart te brengen.Hoewel is aangetoond dat zich in de bodem belangrijke resten van het kasteel bevinden, kon de exacte omvang van het kasteel en de omringende grachten niet worden bepaald; deels omdat resten hiervan buiten het onderzoeksgebied liggen.Opmerkelijk is dat het voormalige kasteel niet evenwijdig aan het huidige slotenpatroon ligt. (RAAP-rapport 770)Archis vondstmeldingsnummer 141837: (RAAP) Uit de beschikbare gegevens, aangevuld met de resultaten van het nu uitgevoerde booronderzoek, kan de ontwikkeling van dit gebied in grote lijnen als volgt worden gereconstrueerd. In de prehistorie vormt zich op het pleistocene zand, waarin zich door de natte omstandigheden ter plaatse geen bodem heeft ontwikkeld, een vegetatie die de kenmerken moet hebben vertoond van een broekbos. Door deze begroeiing ontstaat in de loop van de tijd een pakketje veen. Vervolgens verdwijnt deze vegetatie en wordt vanuit het Kromme Rijn systeem een laag zware klei afgezet. Gelet op de laklaag die zich bovenin dit kleipakket ontwikkeld heeft, moet het gebied nog vrij nat zijn geweest met een begroeiing van voornamelijk grasachtige vegetatie. In dit landschap wordt, waarschijnlijk al in de 13de eeuw, het oorspronkelijke kasteel Rijsenburg gebouwd, technisch gezien een ideale locatie voor een dergelijke vestiging. Op ongeveer een meter onder het oppervlak bevindt zich het pleistocene zand waarop zonder al te veel moeite het gebouw kan worden gefundeerd, en dat in een natte en dus weinig toegankelijke omgeving, hetgeen de verdedigbaarheid ten goede komt. Zoals gebruikelijk is bij kastelen, wordt de directe omgeving vrij gehouden van begroeiing en bebouwing, waardoor het complex niet ongezien kan worden benaderd en een vrij schootsveld in stand wordt gehouden. Pas in later tijd, als het defensieve karakter van het kasteel meer en meer op de achtergrond raakt en het woongenot langzaam maar zeker gaat prevelleren, wordt het open gebied rondom het kasteel veelal ingericht als tuin en/of park, al dan niet met bijbehorende kassen, belvedères, priëlen en wat dies meer zij. Deze veranderingen vinden meestal plaats in de 17de en 18de eeuw. Dat zich ook bij het kasteel Rijsenburg een dergelijke ontwikkeling heeft voltrokken, blijkt wel uit de aanwezigheid van vijvers en singels op het zuidwestelijke perceel, zoals die op de oude kadastrale situatie van omstreeks 1900 staan aangegeven. Het noordwestelijke perceel heeft vermoedelijk eveneens deel uitgemaakt van deze tuinaanleg en de brede singels die beide percelen gedeeltelijk omsluiten, zijn wellicht in dezelfde tijd aangelegd. In dat geval zal met het zand en het veen dat door het graven van de singels vrijkwam het noordwestelijke perceel zijn opgehoogd, waardoor dit geschikt werd voor de aanplant van een boomgaard. Of er in deze parkachtige aanleg gebouwtjes hebben gestaan is niet bekend, maar zeker is dat dit soort zaken niets van doen gehad kunnen hebben met het middeleeuwse kasteel en slechts van recentere datum kunnen zijn. Archeologische waardevolle zaken zijn op beide genoemde percelen dan ook niet aangetroffen en daar eigenlijk ook niet te verwachten. Daarbij komt dat het oorspronkelijk oppervlak van het zuidwestelijke perceel vermoedelijk grotendeels is verstoord.
Archis onderzoeksmeldingnummer 3507: in 2001 voerde RAAP archeologisch booronderzoek uit op het terrein van het kasteel.Toelichting: Het onderzoek had ten doel om de overblijfselen van het kasteel op non-destructieve wijze in kaart te brengen.Hoewel is aangetoond dat zich in de bodem belangrijke resten van het kasteel bevinden, kon de exacte omvang van het kasteel en de omringende grachten niet worden bepaald; deels omdat resten hiervan buiten het onderzoeksgebied liggen.Opmerkelijk is dat het voormalige kasteel niet evenwijdig aan het huidige slotenpatroon ligt. (RAAP-rapport 770)Archis vondstmeldingsnummer 141837: (RAAP) Uit de beschikbare gegevens, aangevuld met de resultaten van het nu uitgevoerde booronderzoek, kan de ontwikkeling van dit gebied in grote lijnen als volgt worden gereconstrueerd. In de prehistorie vormt zich op het pleistocene zand, waarin zich door de natte omstandigheden ter plaatse geen bodem heeft ontwikkeld, een vegetatie die de kenmerken moet hebben vertoond van een broekbos. Door deze begroeiing ontstaat in de loop van de tijd een pakketje veen. Vervolgens verdwijnt deze vegetatie en wordt vanuit het Kromme Rijn systeem een laag zware klei afgezet. Gelet op de laklaag die zich bovenin dit kleipakket ontwikkeld heeft, moet het gebied nog vrij nat zijn geweest met een begroeiing van voornamelijk grasachtige vegetatie. In dit landschap wordt, waarschijnlijk al in de 13de eeuw, het oorspronkelijke kasteel Rijsenburg gebouwd, technisch gezien een ideale locatie voor een dergelijke vestiging. Op ongeveer een meter onder het oppervlak bevindt zich het pleistocene zand waarop zonder al te veel moeite het gebouw kan worden gefundeerd, en dat in een natte en dus weinig toegankelijke omgeving, hetgeen de verdedigbaarheid ten goede komt. Zoals gebruikelijk is bij kastelen, wordt de directe omgeving vrij gehouden van begroeiing en bebouwing, waardoor het complex niet ongezien kan worden benaderd en een vrij schootsveld in stand wordt gehouden. Pas in later tijd, als het defensieve karakter van het kasteel meer en meer op de achtergrond raakt en het woongenot langzaam maar zeker gaat prevelleren, wordt het open gebied rondom het kasteel veelal ingericht als tuin en/of park, al dan niet met bijbehorende kassen, belvedères, priëlen en wat dies meer zij. Deze veranderingen vinden meestal plaats in de 17de en 18de eeuw. Dat zich ook bij het kasteel Rijsenburg een dergelijke ontwikkeling heeft voltrokken, blijkt wel uit de aanwezigheid van vijvers en singels op het zuidwestelijke perceel, zoals die op de oude kadastrale situatie van omstreeks 1900 staan aangegeven. Het noordwestelijke perceel heeft vermoedelijk eveneens deel uitgemaakt van deze tuinaanleg en de brede singels die beide percelen gedeeltelijk omsluiten, zijn wellicht in dezelfde tijd aangelegd. In dat geval zal met het zand en het veen dat door het graven van de singels vrijkwam het noordwestelijke perceel zijn opgehoogd, waardoor dit geschikt werd voor de aanplant van een boomgaard. Of er in deze parkachtige aanleg gebouwtjes hebben gestaan is niet bekend, maar zeker is dat dit soort zaken niets van doen gehad kunnen hebben met het middeleeuwse kasteel en slechts van recentere datum kunnen zijn. Archeologische waardevolle zaken zijn op beide genoemde percelen dan ook niet aangetroffen en daar eigenlijk ook niet te verwachten. Daarbij komt dat het oorspronkelijk oppervlak van het zuidwestelijke perceel vermoedelijk grotendeels is verstoord.
Geomorfologische codering
2M14, Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal).
2M14, Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal).
Bodemkundige codering
Rn47Cwp-II, Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Rn47Cwp-II, Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.