Sterkenburg
BASISREGISTRATIE [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Sterkenburg
Sterkenburg
Locatie
Adres: Langbroekerdijk 10
Driebergen
Gemeente Driebergen-Rijsenburg
Provincie Utrecht
Sterkenburg is gelegen aan de Langbroekerwetering, 4 km ten zuiden van Driebergen.
Adres: Langbroekerdijk 10
Driebergen
Gemeente Driebergen-Rijsenburg
Provincie Utrecht
Sterkenburg is gelegen aan de Langbroekerwetering, 4 km ten zuiden van Driebergen.
Typologie
Sterkenburg is een polygonaal kasteel.
Sterkenburg is een polygonaal kasteel.
Etymologie
De naam Sterkenburg duidt aan dat het hier een versterkt huis betreft: het gaat om een 'sterke burcht'.
De naam Sterkenburg duidt aan dat het hier een versterkt huis betreft: het gaat om een 'sterke burcht'.
Huidige situatie
Kasteel Sterkenburg is sinds de negentiende eeuw nauwelijks meer veranderd. Het is gelegen in een park dat ontstaan is uit een tuin met een formele aanleg die in de eerste helft van de zeventiende eeuw werd gerealiseerd. Deze tuin is in de eerste helft van de negentiende eeuw enigszins aangepast, waarschijnlijk onder leiding van Hendrik van Lunteren. Bij de verbouwing van het kasteel door Karel Kneppelhout werd ook de tuin weer aangepast. De tuinmanswoning werd verbouwd. In het park werden een oranjerie en een duiventoren opgetrokken. Deze landschappelijke aanleg is nu nog steeds goed herkenbaar in de tuin en het park rond Sterkenburg. Het park en het kasteel, en enkele andere opstallen en tuinsieraden, zijn beschermd als historische buitenplaats.
Kasteel Sterkenburg is sinds de negentiende eeuw nauwelijks meer veranderd. Het is gelegen in een park dat ontstaan is uit een tuin met een formele aanleg die in de eerste helft van de zeventiende eeuw werd gerealiseerd. Deze tuin is in de eerste helft van de negentiende eeuw enigszins aangepast, waarschijnlijk onder leiding van Hendrik van Lunteren. Bij de verbouwing van het kasteel door Karel Kneppelhout werd ook de tuin weer aangepast. De tuinmanswoning werd verbouwd. In het park werden een oranjerie en een duiventoren opgetrokken. Deze landschappelijke aanleg is nu nog steeds goed herkenbaar in de tuin en het park rond Sterkenburg. Het park en het kasteel, en enkele andere opstallen en tuinsieraden, zijn beschermd als historische buitenplaats.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Sterkenburg nog steeds zichtbaar in het landschap.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Sterkenburg nog steeds zichtbaar in het landschap.
Afmetingen
Fysisch-geografische situering
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal), bodemkunde - Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Zoals vermeld in Archis: geomorfologie - Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal), bodemkunde - Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Oudste vermelding
Datum: 1261
Bron:
In een vredesverdrag uit 1261 wordt een 'castrum Langebruch' genoemd, waar de bisschop recht op meende te hebben. Aangezien in Langbroek Sterkenburg het enige bisschoppelijke leengoed is dat hiervoor in aanmerking komt, kan worden aangenomen dat met 'castrum Langebruch' Sterkenburg bedoeld wordt.
Datum: 1261
Bron:
In een vredesverdrag uit 1261 wordt een 'castrum Langebruch' genoemd, waar de bisschop recht op meende te hebben. Aangezien in Langbroek Sterkenburg het enige bisschoppelijke leengoed is dat hiervoor in aanmerking komt, kan worden aangenomen dat met 'castrum Langebruch' Sterkenburg bedoeld wordt.
Bezitsgeschiedenis
Sterkenburg is waarschijnlijk niet lang voor 1261 gesticht, vermoedelijk door Gijsbert van Wulven. Ernst van Sterkenburg, waarschijnlijk de zoon van Gijsbrecht, was waarschijnlijk de eerste die zich Van Sterkenburg noemde. Het kasteel vererfde in 1456 op de echtgenoot van Ernst's kleindochter Catharina, Wouter van IJzendoorn. Ruim een eeuw lang bleef het in de familie Van IJzendoorn. De zoon van de erfdochter Mechteld van IJzendoorn, Antonie van Aeswijn erfde kasteel Sterkenburg in 1618. In 1646 ging het vervolgens over in handen van zijn neef en naamgenoot Antonie van Aeswijn. Deze werd echter al in het daaropvolgende jaar door een onbekende dader vermoord. Zijn vrouw baarde hem postuum een dochter, Antonetta, die later trouwde met Gijsbrecht van Mathenesse. Door een reeks sterfgevallen vererfde Sterkenburg uiteindelijk op het driejarige achterneefje van Gijsbrecht, Willem van Mathenesse. Ook deze stierf echter een jaar later, waardoor zijn zuster Florentina vrouwe van Sterkenburg werd. Zij overleefde haar man en kinderen en verkocht het huis in 1725 aan Catharina van Heusden, de weduwe van de uitgeweken hugenoot Johan Frederik Mamuchet van Houdringe. Haar zoon erfde het kasteel, maar stierf zonder nakomelingen, waardoor Sterkenburg overging op zijn zuster Johanna Catharine Mamuchet van Houdringe, getrouwd met Jan Jacob van Westrenen. Deze liet vastleggen dat het goed altijd onverdeeld over moest gaan op de oudste zoon. Jan Jacob's achterkleinzoon, eveneens Jan Jacob geheten, overleed in 1827 kinderloos op 25-jarige leeftijd, waardoor er geen directe mannelijke erfgenaam meer was. Zijn halfzuster, A.M.C. van Westrenen, en haar echtgenoot mr. Pieter Antonie Hinlopen, kochten daarop in 1829 Sterkenburg op een openbare veilig, om het in 1848 te verkopen aan mr. Karel Johan Kneppelhout. Zijn achterkleinkinderen verkochten het kasteel (maar niet de rest van het landgoed) in 1978 aan Hendrik de Groot. Deze is inmiddels overleden en het huis is in 2005 verkocht aan nieuwe eigenaars.
Sterkenburg is waarschijnlijk niet lang voor 1261 gesticht, vermoedelijk door Gijsbert van Wulven. Ernst van Sterkenburg, waarschijnlijk de zoon van Gijsbrecht, was waarschijnlijk de eerste die zich Van Sterkenburg noemde. Het kasteel vererfde in 1456 op de echtgenoot van Ernst's kleindochter Catharina, Wouter van IJzendoorn. Ruim een eeuw lang bleef het in de familie Van IJzendoorn. De zoon van de erfdochter Mechteld van IJzendoorn, Antonie van Aeswijn erfde kasteel Sterkenburg in 1618. In 1646 ging het vervolgens over in handen van zijn neef en naamgenoot Antonie van Aeswijn. Deze werd echter al in het daaropvolgende jaar door een onbekende dader vermoord. Zijn vrouw baarde hem postuum een dochter, Antonetta, die later trouwde met Gijsbrecht van Mathenesse. Door een reeks sterfgevallen vererfde Sterkenburg uiteindelijk op het driejarige achterneefje van Gijsbrecht, Willem van Mathenesse. Ook deze stierf echter een jaar later, waardoor zijn zuster Florentina vrouwe van Sterkenburg werd. Zij overleefde haar man en kinderen en verkocht het huis in 1725 aan Catharina van Heusden, de weduwe van de uitgeweken hugenoot Johan Frederik Mamuchet van Houdringe. Haar zoon erfde het kasteel, maar stierf zonder nakomelingen, waardoor Sterkenburg overging op zijn zuster Johanna Catharine Mamuchet van Houdringe, getrouwd met Jan Jacob van Westrenen. Deze liet vastleggen dat het goed altijd onverdeeld over moest gaan op de oudste zoon. Jan Jacob's achterkleinzoon, eveneens Jan Jacob geheten, overleed in 1827 kinderloos op 25-jarige leeftijd, waardoor er geen directe mannelijke erfgenaam meer was. Zijn halfzuster, A.M.C. van Westrenen, en haar echtgenoot mr. Pieter Antonie Hinlopen, kochten daarop in 1829 Sterkenburg op een openbare veilig, om het in 1848 te verkopen aan mr. Karel Johan Kneppelhout. Zijn achterkleinkinderen verkochten het kasteel (maar niet de rest van het landgoed) in 1978 aan Hendrik de Groot. Deze is inmiddels overleden en het huis is in 2005 verkocht aan nieuwe eigenaars.
Historische betekenis
Sterkenburg is een polygonaal kasteel met een grote ronde toren à cheval aan de naar het oosten gekeerde aanvalszijde.
Sterkenburg is een polygonaal kasteel met een grote ronde toren à cheval aan de naar het oosten gekeerde aanvalszijde.
Bouwgeschiedenis
Sterkenburg is een polygonaal kasteel met aan de naar het oosten gelegen aanvalszijde een grote ronde toren. Het kasteel is waarschijnlijk in de tweede helft van de dertiende eeuw gesticht, zoals afgeleid kan worden uit het baksteenformaat van 31,5 x 14,5 x 8 cm van de bakstenen in de noordelijke keermuur van het kasteel. Deze muur is waarschijnlijk oorspronkelijk de schildmuur geweest. De oorspronkelijk vorm van het kasteel is niet met zekerheid bekend, maar is wel met enige waarschijnlijkheid te reconstrueren. Het middeleeuwse grondplan van het kasteel was waarschijnlijk een gestrekte vijfhoek met zijden van ongeveer 15 m. De grote ronde toren is waarschijnlijk later aan het kasteel toegevoegd, zoals blijkt uit de anorganische aansluiting met de vermoedelijke schildmuur en het afwijkende baksteenformaat van 29/30 x 14 x 7,5/8 cm. Deze toren, met een doorsnede van ongeveer 10 m., had oorspronkelijk 3 bouwlagen, en daar zijn op zijn laatst in de vijftiende eeuw nog drie bouwlagen bovenop gezet. De onderste bouwlagen hebben een muurdikte van ruim 2,5 m, en er zijn geen stookplaatsen en toiletten, wat erop duidt dat deze toren in de eerste plaats een militaire functie had. Uit tekeningen uit de achttiende eeuw blijkt dat de ronde toren een tegenhanger had aan de zuidzijde van het kasteel, waar een vierkante toren van waarschijnlijk eveneens zes bouwlagen hoog stond. Zoals afgeleid kan worden uit bouwhistorische details, stamt deze toren waarschijnlijk eveneens nog uit de vijftiende eeuw. De torens maakten deel uit van een ringbebouwing rond een binnenplaats. In de ringmuur was een naar voren springend vrij hoog poortgebouw aangebracht, dat waarschijnlijk ook uit de vijftiende eeuw stamt. De waarschijnlijk middeleeuwse woonbebouwing binnen de muur is in de achttiende- en negentiende eeuw grotendeels gesloopt. In 1676 gaf Jan André van Westrenen opdracht om het kasteel gedeeltelijk af te breken. Hij liet een nieuwe vleugel optrekken ongeveer ter plaatse van het poortgebouw. Deze had twee bouwlagen met een hoge mezzanino, een vijf-assig front met de ingang in de tweede travee van rechts. Deze vleugel sprong ten opzichte van de ronde toren een flink eind naar voren. De vierkante toren aan de zuidzijde werd gesloopt, waardoor het kasteel een hoefijzervorm kreeg. In 1848 liet Karel Kneppelhout de middeleeuwse vleugel aan de achterzijde en de 18de-eeuwse frontvleugel slopen. Op de plek van de achttiende-eeuwse vleugel werd tussen 1848 en 1851 op de oude funderingen een nieuwe vleugel opgetrokken. De ingang van het huis werd verplaatst naar de middelste travee, waardoor het huis weer een symmetrische aanblik kreeg. Op de plaats van de middeleeuwse vleugel werd een terras aangelegd dat begrensd wordt door een lage muur die de omtrek van de oude bebouwing volgt. De ronde toren werd voorzien van een rondboogfries, een gekanteelde borstwering en in de muren werden ramen uitgehakt. In 1867 werd er een nieuwe vierkante toren opgetrokken. Deze lag niet op de plek van de oude vierkante toren, maar werd verder naar voren geplaatst om duidelijker als tegenhanger van de ronde toren te dienen. Het huis kreeg bovendien een dubbele brug, zodat eigenaar en personeel niet over dezelfde brug het kasteel hoefden binnen te gaan. Sindsdien is het huis nauwelijks veranderd. Om (verder) verval tegen te gaan heeft dhr. De Groot gedeeltes van het huis laten restaureren. De nieuwe eigenaars zijn eveneens van plan om Sterkenburg grondig te gaan restaureren.
Sterkenburg is een polygonaal kasteel met aan de naar het oosten gelegen aanvalszijde een grote ronde toren. Het kasteel is waarschijnlijk in de tweede helft van de dertiende eeuw gesticht, zoals afgeleid kan worden uit het baksteenformaat van 31,5 x 14,5 x 8 cm van de bakstenen in de noordelijke keermuur van het kasteel. Deze muur is waarschijnlijk oorspronkelijk de schildmuur geweest. De oorspronkelijk vorm van het kasteel is niet met zekerheid bekend, maar is wel met enige waarschijnlijkheid te reconstrueren. Het middeleeuwse grondplan van het kasteel was waarschijnlijk een gestrekte vijfhoek met zijden van ongeveer 15 m. De grote ronde toren is waarschijnlijk later aan het kasteel toegevoegd, zoals blijkt uit de anorganische aansluiting met de vermoedelijke schildmuur en het afwijkende baksteenformaat van 29/30 x 14 x 7,5/8 cm. Deze toren, met een doorsnede van ongeveer 10 m., had oorspronkelijk 3 bouwlagen, en daar zijn op zijn laatst in de vijftiende eeuw nog drie bouwlagen bovenop gezet. De onderste bouwlagen hebben een muurdikte van ruim 2,5 m, en er zijn geen stookplaatsen en toiletten, wat erop duidt dat deze toren in de eerste plaats een militaire functie had. Uit tekeningen uit de achttiende eeuw blijkt dat de ronde toren een tegenhanger had aan de zuidzijde van het kasteel, waar een vierkante toren van waarschijnlijk eveneens zes bouwlagen hoog stond. Zoals afgeleid kan worden uit bouwhistorische details, stamt deze toren waarschijnlijk eveneens nog uit de vijftiende eeuw. De torens maakten deel uit van een ringbebouwing rond een binnenplaats. In de ringmuur was een naar voren springend vrij hoog poortgebouw aangebracht, dat waarschijnlijk ook uit de vijftiende eeuw stamt. De waarschijnlijk middeleeuwse woonbebouwing binnen de muur is in de achttiende- en negentiende eeuw grotendeels gesloopt. In 1676 gaf Jan André van Westrenen opdracht om het kasteel gedeeltelijk af te breken. Hij liet een nieuwe vleugel optrekken ongeveer ter plaatse van het poortgebouw. Deze had twee bouwlagen met een hoge mezzanino, een vijf-assig front met de ingang in de tweede travee van rechts. Deze vleugel sprong ten opzichte van de ronde toren een flink eind naar voren. De vierkante toren aan de zuidzijde werd gesloopt, waardoor het kasteel een hoefijzervorm kreeg. In 1848 liet Karel Kneppelhout de middeleeuwse vleugel aan de achterzijde en de 18de-eeuwse frontvleugel slopen. Op de plek van de achttiende-eeuwse vleugel werd tussen 1848 en 1851 op de oude funderingen een nieuwe vleugel opgetrokken. De ingang van het huis werd verplaatst naar de middelste travee, waardoor het huis weer een symmetrische aanblik kreeg. Op de plaats van de middeleeuwse vleugel werd een terras aangelegd dat begrensd wordt door een lage muur die de omtrek van de oude bebouwing volgt. De ronde toren werd voorzien van een rondboogfries, een gekanteelde borstwering en in de muren werden ramen uitgehakt. In 1867 werd er een nieuwe vierkante toren opgetrokken. Deze lag niet op de plek van de oude vierkante toren, maar werd verder naar voren geplaatst om duidelijker als tegenhanger van de ronde toren te dienen. Het huis kreeg bovendien een dubbele brug, zodat eigenaar en personeel niet over dezelfde brug het kasteel hoefden binnen te gaan. Sindsdien is het huis nauwelijks veranderd. Om (verder) verval tegen te gaan heeft dhr. De Groot gedeeltes van het huis laten restaureren. De nieuwe eigenaars zijn eveneens van plan om Sterkenburg grondig te gaan restaureren.
Afbeeldingen
- Kasteel Sterkenburg gezien vanuit het zuiden, getekend door Roelant Roghman in 1646/1547. Particuliere collectie (Kok en Van Bers 1995, 416).- Kasteel Sterkenburg gezien vanuit het zuidoosten, getekend door Roelant Roghman in 11646/1647. Städelsches Kunstinstitut, Frankfurt am Main, 2836 (Kok en Van Bers 1995, 417).- Tekening van Sterkenburg in het Ridderhofstedenboek, ca. 1665. HUA TA 1119-9 (Kok en Van Bers 1995, 418).- Sterkenburg gezien vanuit het zuiden, n.n., z.j., (Clifford Kocq van Breugel 1948, 191). - Kopergravure van Sterkenburg, door Cornelis Specht, 1698 (Bardet 1975, 272).- Ontwerp voor het park van Sterkenburg, in landschappelijke stijl, ca. 1800. HUA Coll. Steengracht van Oostcapelle (Kok en Van Bers 1995, 419).- Kadastrale minuut, 1828, Gemeente Sterkenburg, sectie A, blad 3, nr.349 (http://watwaswaar.nl/#Wm-Tg-6-ed-1v-1-3Jzc-1zg8---3o5, geraadpleegd op 16-08-2010).- Plattegrond van de bel-etage van het huis Sterkenburg. Tekening van R.G. Bosch van Drakestein naar Rijksgebouwendienst (A. Bos) 1944 (Kok en Van Bers 1995, 419).- Plattegronden van de verschillende verdiepingen van de woontoren van kasteel Sterkenburg. Tekening van R.G. Bosch van Drakestein naar Rijksgebouwendienst (A. Bos) 1944.- Google Earth foto, 2010, locatie terrein Sterkenburg (NKS digitale documentatie).
- Kasteel Sterkenburg gezien vanuit het zuiden, getekend door Roelant Roghman in 1646/1547. Particuliere collectie (Kok en Van Bers 1995, 416).- Kasteel Sterkenburg gezien vanuit het zuidoosten, getekend door Roelant Roghman in 11646/1647. Städelsches Kunstinstitut, Frankfurt am Main, 2836 (Kok en Van Bers 1995, 417).- Tekening van Sterkenburg in het Ridderhofstedenboek, ca. 1665. HUA TA 1119-9 (Kok en Van Bers 1995, 418).- Sterkenburg gezien vanuit het zuiden, n.n., z.j., (Clifford Kocq van Breugel 1948, 191). - Kopergravure van Sterkenburg, door Cornelis Specht, 1698 (Bardet 1975, 272).- Ontwerp voor het park van Sterkenburg, in landschappelijke stijl, ca. 1800. HUA Coll. Steengracht van Oostcapelle (Kok en Van Bers 1995, 419).- Kadastrale minuut, 1828, Gemeente Sterkenburg, sectie A, blad 3, nr.349 (http://watwaswaar.nl/#Wm-Tg-6-ed-1v-1-3Jzc-1zg8---3o5, geraadpleegd op 16-08-2010).- Plattegrond van de bel-etage van het huis Sterkenburg. Tekening van R.G. Bosch van Drakestein naar Rijksgebouwendienst (A. Bos) 1944 (Kok en Van Bers 1995, 419).- Plattegronden van de verschillende verdiepingen van de woontoren van kasteel Sterkenburg. Tekening van R.G. Bosch van Drakestein naar Rijksgebouwendienst (A. Bos) 1944.- Google Earth foto, 2010, locatie terrein Sterkenburg (NKS digitale documentatie).
Literatuur
- Gaasbeek, F., en S. van Ginkel-Meester, Driebergen-Rijsenburg, geschiedenis en architectuur. Monumenten-inventarisatie Provincie Utrecht 17, Zeist, 256-262. - Kok, M., en M. van Bers, 1995, 'Sterkenburg', in: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, B. Olde Meierink e.a. (red.), Utrecht, 416-421. - Kolman, C., L.H.M. Olde Meierink en R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland Utrecht, Zeist/Zwolle, 114.
- Gaasbeek, F., en S. van Ginkel-Meester, Driebergen-Rijsenburg, geschiedenis en architectuur. Monumenten-inventarisatie Provincie Utrecht 17, Zeist, 256-262. - Kok, M., en M. van Bers, 1995, 'Sterkenburg', in: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, B. Olde Meierink e.a. (red.), Utrecht, 416-421. - Kolman, C., L.H.M. Olde Meierink en R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland Utrecht, Zeist/Zwolle, 114.
Documentatie
Coördinaten
Coordinaten: 52° 1'24.78''N, 5°17'2.57''O
Kaartblad: 39A , x: 147.919, y: 448.361, precisie 3
Coordinaten: 52° 1'24.78''N, 5°17'2.57''O
Kaartblad: 39A , x: 147.919, y: 448.361, precisie 3
Bescherming gebouw
Status: (511806 (hoofdgebouw))
Monumentnummer: 511806
ODB Beschrijving: Onderdeel 1 HOOFDGEBOUW (KASTEEL STERKENBURG) Kasteel Sterkenburg is een van oorsprong middeleeuws kasteel met thans een woonbebouwing uit het midden van de 19de-eeuw, op middeleeuwse en 18de-eeuwse fundamenten, ten oosten geflankeerd door een 13de-eeuwse ronde toren en ten westen door een vierkante toren uit 1867, gelegen op een rond kasteeleiland dat toegankelijk is middels een dubbele brug uit ca. 1850. Het 19de-eeuwse hoofdvolume van rode baksteen op rechthoekige grondslag, overkapt met een samengesteld schilddak gedekt met lei, in zgn. Duitse-dekking, heeft rondom een omgaande geprofileerde en verkropte kroonlijst, steunend op consoles. Ten oosten van het hoofdvolume ligt de middeleeuwse toren op ronde grondslag met bovenop een midden 19de-eeuwse belvédère en koperen dak. Ten westen een vierkante toren uit 1867 onder een hoog tentdak met lei gedekt, bekroond door een bakstenen schoorsteen met een smeedwerk en windvaan. In 1848 werd mr. K.J.F.C. Kneppelhout eigenaar van Sterkenburg en het kasteel onderging een grote verbouwing waarbij het zijn huidige uiterlijk in Willem II-gotiek kreeg. De middeleeuwse achtervleugel en de frontvleugel uit 1754-1767 werden afgebroken om het huidige representatieve en ruime blokvormige herenhuis te kunnen creëren. De middeleeuwse ronde toren en een deel van oude noordelijke muren, die als keermuur van het terras ging dienen, werden gespaard en ook de andere 18de-eeuwse bleven gehandhaafd. Op deze oude funderingen verrees tussen 1848 en 1851 op de plaats van de middeleeuwse en 18de-eeuwse vleugels de huidige blokvormige vleugels. Aan de zuidwestzijde kreeg de vleugel een symmetrische, vijf traveeën brede voorgevel waarvan de middenrisaliet bestaat uit de ingangspartij. Deze risaliet eindigt in een klokgevel waarop een zinken wapen van de ridderhofstad Sterkenburg is aangebracht. Deze klokgevel moet in 1854 zijn gerealiseerd, aangezien in het tympaan staat: "Hersteld 1854". De top wordt bekroond door een halfrond fronton waarop een loden vaas. De ingangspartij, bereikbaar via een dubbele brug, bestaat uit een dubbele glasdeur die samen met het bovenlicht met zinken neo-gotische decoratie, gevat is in een natuurstenen omlijsting met een segmentboog. Hierboven, eveneens binnen een natuurstenen omlijsting, een bolkozijn met neogotische decoratie. Boven alle vensters zijn segmentvormige ontlastingsbogen aangebracht. Aan weerszijden van de risaliet boven een omgaande natuurstenen lijst, zowel op de bel-etage als verdieping twee T-vensters, aan de binnenzijde voorzien van blinden. In de zuidoostelijke deel van het 19de-eeuwse gevel links op de bel-etage een T-venster en rechts in het gedeeltelijk schuin weglopende gevel een terugliggend balkon met zandstenen balustrade. Vanaf het balkon lopen twee zuilen omhoog naar de verdieping en dragen een balkon met zinken balustrade, links hiervan een T-venster. Beide balkons zijn toegankelijk middels grote schuifdeuren en voorzien van schuifblinden aan de binnenzijde. De achterzijde (noord) van het 19de-eeuwse deel heeft een onregelmatige vensterindeling en op de bel-etage een toegang tot het terras. Bij de verbouwing in de 19de-eeuw bleef de ronde toren vrijwel geheel intact, maar werd wel voorzien van een eigentijdse aankleding: onder invloed van de neo-gotiek is de ronde toren voorzien van een rondboogfries, een gekanteelde borstwering en diverse in de muren uitgehakte ramen: op de bel-etage bevinden zich twee spaarvelden, in elk twee vensters met glas in lood, gescheiden door een smal zuiltje, waarboven een neo-gotische driepas en op de verdieping een dubbel venster met neo-gotische decoratie. Aan de noordkant van de ronde toren ligt de grote zaal waarin drie empire-glasdeuren toegang geven tot een ruim balkon met gietijzeren bodem en zinken balustrade gedragen door vier gedecoreerde, forse terracotta consoles. Op de verdieping drie empirevensters en onder het balkon bevindt zich een toegang tot de kelder. Aan de noordzijde van het nieuwe 19de-eeuwse hoofdgebouw lagen de fundamenten van de voormalige, omstreeks 1767 grotendeels afgebroken 14de-eeuwse vierkante toren. In 1867 werd een nieuwe vierkante toren gebouwd, evenals de ronde toren voorzien van een rondboogfries en een gekanteelde borstwering. De toren is ontworpen door de architect N.J. Kamperdijk volgens een mathematisch opgezet ontwerpsysteem. De toren werd ten opzichte van zijn voorganger naar voren geplaatst en ging als tegenhanger van de ronde toren dienen. De vierkante toren heeft een onderdoorgang voorzien van een zinken sluitsteendekplaat met wapenschild en in de gevels een regelmatige vensterindeling met ondermeer empire-schuifvensters. Het kasteel is toegankelijk via een dubbele brug, aan beide zijden met bakstenen landhoofden en daarop en tussen een dek van hardsteen en hout. De brug was voorzien van een neo-gotische balustrade van gegoten zink in dezelfde stijl en vormgeving als de zinken balustrade van de brug naar het voorplein. De onderbrug gaf toegang tot de dienstruimtes, de bovenbrug tot de bel-etage. Aan de achterzijde van het huis, op de plaats van een der middeleeuwse vleugels, werd een terras aangelegd, slechts begrensd door een lage muur -de oorspronkelijke weermuur- die de omtrek van de middeleeuwse bebouwing aangeeft. Het terras is vanuit de aan de ronde toren grenzende, grote zaal aan de achterzijde te bereiken. INTERIEUR- Het interieur is voorzien van vele originele details, ondermeer binnenblinden, lambrizeringen, houten en natuurstenen vloeren, deuren, en schouwen. In 1848 werd gekozen voor een centrale ingang, met links en rechts van de vestibule ruimtes van dezelfde grote. De vestibule komt uit op een hall met een trap met dubbele opgang. Opvallend is dat de monumentale hall en de monumentale trap niet in elkaars verlengde liggen, maar ten aanzien van elkaar verspringen. Bovenaan de trap zijn twee bijzondere glas-in-loodvensters. De hall geeft rechts toegang tot de voormalige eetkamer met aan de buitenzijde een balkon. De voormalige middeleeuwse binnenplaats aan de linkerzijde van de hall wordt geheel in beslag genomen door de kook- en spoelkeukens. Waardering HOOFDHUIS (Kasteel Sterkenburg) behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving; - vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en het interieur; - als fraai voorbeeld van een in oorsprong uit de tweede helft van de 13de-eeuw daterend kasteel, dat in de loop der eeuwen werd uitgebreid en gewijzigd en in de 19de-eeuw het huidige karakter kreeg; - vanwege de bijzondere en ruime toepassing van gegoten zink; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de parkaanleg in landschapsstijl, gecreëerd binnen een formele 17de- en 18de-eeuwse hoofdstructuur.
Monumentnummer: 511807
ODB Beschrijving: Onderdeel 2 HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De eerste aanleg van de HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG rondom kasteel Sterkenburg gaat vermoedelijk terug tot ca. 1626. De aanleg bestond uit zeven dwars op het middeleeuwse slagenlandschap geplaatste vakken van 100/110 meter breed en 400 meter lang. Zes vakken lagen ten zuiden van de Langbroekerwetering en het zevende ten noorden van de Wetering. Rond de vakken lagen lanen en brede sloten. Het vak direct ten zuiden van de Langbroekerwetering bevatte oprijlanen, het omgrachte kasteel met voorburcht en westelijk een vijver, het volgende zuidelijke vak, vier rechthoekige tuinen met in het centrum een vierkante tuin. De tuinen werden ten oosten afgescheiden door een nog bestaande beukenberceau met daarachter een doolhof. Het gebied van vier volgende vakken was bebost. In 1647 vindt er de moord op de kasteelheer plaats in het 'bosch van Sterkenburg'; deze optekening is de vroegst bekende vermelding van een aanleg bij Sterkenburg. Het bijzondere van deze aanleg is dat alle wijzigingen zich steeds binnen deze vroeg 17de-eeuwse structuur van zeven vakken heeft voltrokken. Landmeter Justus van Broekhuijsen vervaardigde in 1718 een kaart van het landgoed Sterkenburg dat dan nog deze renaissance-aanleg heeft. De oorspronkelijke rechthoekige voorburcht, thans het wagenplein, was eerst zowel aan de oost- en zuidzijde bebouwd. Onder leiding van steenhouwer/ bouwmeester J. Verkerk werd Sterkenburg tussen 1754-1767 verbouwd. Door afbraak, verbouw en bouw ontstond een voorburcht met links en rechts geplaatste stallen en een naar de tuin openliggende zuidzijde. Thans staat aan de westzijde het enige restant van deze 17de-/18de-eeuwse stallen in de vorm van het huidige koetshuis, terwijl van de oostelijke stallen de fundamenten nog resten. Achter het koetshuis tegen de moestuinmuur was een wagenloods die gedeeltelijk nog aanwezig is. Op het plan van de voorburcht door J. Verkerk komt ook het thans nog bestaande toegangshek van de bloementuin voor en van de oorspronkelijk daar achter gelegen brug bevinden de fundamenten zich onder het maaiveld. De brug overspande het grand-canal dat westelijk twee eilanden als beëindiging had en veel verder oostelijk een veelhoekig rustiek prieel. Op een kaart uit ca. 1790, waarvan een 19de-eeuwse copie in het huisarchief van Sterkenburg wordt bewaard, zijn deze stallen afgebeeld evenals een As die zich via het hek en over de brug uitstrekt in zuidelijke richting. Het noordelijke deel van de As bevindt zich in het vak boven de Langbroekerwetering. De kilometers lange oprijlaan, die tot aan Huize Den Treek te Leusden reikte, (de Sterkenburgerlaan) eindigde in het bos op een rotonde van eiken en werd via een laan in westelijke richting zo verbonden met de As. Op deze structuur gericht stond een tuingebouw dat later voor de nabij gelegen tennisbaan gebruikt werd. Van de rotonde rest heden nog een (thans dode) eik die als solitair in het weiland staat. In het noordelijke vak boven de Langbroekerwetering werd het nog steeds bestaande noordelijk deel van de As verbonden met de laan via een thans nog aanwezige smalle eikenlaan. In de nabijheid van de Sterkenburgerlaan werden in 1771 twee 17de-eeuwse boerderijen voorzien van vrijwel identieke voorgevels zodat een symmetrisch(e) inrichting en beeld aan de beide laanzijden werd gerealiseerd, die paste bij de laat formele aanleg van het park. De oostelijk gelegen boerderij werd tevens verbouwd tot drie arbeiderswoningen waarachter een loods ontstond met timmerwerkplaats, smederij en brandspuit. Behalve de geometrische en formele structuur in de aanleg, werden enkele 'gevarieerde' elementen opgenomen -zoals slingerpaden in het van oorsprong vroeg 17de-eeuwse doolhof- die op een voorzichtige aanvang van een aanleg in landschapsstijl wijzen. Een litho van M. Mourot uit 1829 toont de vroeg landschappelijke aanleg nabij de poort en oprijlaan, waarbij ook de vroeg 17de-eeuwse (nog aanwezige) hardstenen schamppalen afgebeeld zijn. Op een ontwerp van de hand van Hendrik van Lunteren uit 1830, wordt een beeld gegeven van een vroeg landschappelijke aanleg na de afbraak van de poort. Dit ontwerp is waarschijnlijk grotendeels tot uitvoer gekomen en omstreeks 1835 zullen de wijzigingen grotendeels zijn afgerond. Op de Topografisch Militaire kaart van 1847/1850 wordt de oprijlaan halfrond afgebeeld en is de gracht in landschapsstijl vergraven. Omstreeks het midden van de 19de-eeuw krijgt de vroeg 18de-eeuwse, naar het zuiden gelegen zichtas zwenkende zijden, waardoor de illusie wordt gecreëerd dat royale houtwallen worden afgewisseld door brede weilanden, die echter in werkelijkheid slechts smalle stroken grasland zijn. Tevens werd de vijver ten noordwesten van het huis verbreed en het kanaal bij de wilgenlaan richting Broekweg voorzien van een nog bestaande neo-gotische brug. De waterloop ten zuiden van het kasteel die langs de huidige oranjerie loopt en ten zuidwesten richting de zichtas in een sloot afwatert, werd vergraven tot slingerbeek. Nabij de voornoemde sloot lag westelijk in het bos een met houten schuttingen omgeven tweede moestuin, nabij het atelier rest nog een brug van deze 19de-eeuwse aanleg. Ook het doolhof kreeg binnen de bewaard gebleven geometrische hoofdstructuur slingerpaden. Op het terrein werden tevens solitairen en heesters geplant. Thans bevindt zich ten zuiden, noorden en oosten van het omgrachte kasteeleiland een groot weiland met enkele solitairen. Van de brug nabij het tuinmanshuis, die toegang tot dit weiland gaf zijn de landhoofden nog aanwezig. Het weiland wordt omgeven door een buitengracht waarvan de Langbroekerwetering nu een natuurlijk onderdeel uitmaakt. Beide grachten worden aan de weilandzijde vrijwel geheel omzoomd door eiken. In het zuidwesten kenmerkt de aanleg zich door de open landschappelijke structuur met weilanden die omgeven worden door bos, waarin de voornoemde zichtas naar de Kromme Rijn. Meer noordelijk ligt de moestuin die deels omgeven wordt door 18de- en 19de-eeuwse moestuinmuren met kas, koude-bak, ijzeren spalierhek en restanten van een druivenkas en gereedschapsloods. Noordelijk, achter de moestuinmuur liggen de resten van een veeschuur. In de noordwesthoek van de aanleg ligt een in oorsprong laat 18de-eeuwse boomgaard die thans wordt omzoomd door moerascypressen en daardoor een wat besloten karakter heeft gekregen. In het park waren verschillende zgn. tentjes geplaatst, kleine houten priëelen met lessenaarsdaken. Oostelijk ligt de wei met de duiventoren uit 1862 waarvan de greppels deels de richting van de middeleeuwse ontginingsstructuur volgen en zuidelijk een dwars hierop geplaatste greppel het 17de-eeuwse tracee van een oprijlaan toont. De landschappelijke structuur van het park is rondom de in 1979 gerestaureerde oranjerie, door een nieuwe aanleg met borders en gazons en het om redenen van privacy dichtzetten van erfscheidingen (en het hierdoor onderbreken van de zichtas) van karakter veranderd. Waardering HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - als representatief voorbeeld van een deels in structuur en deels in detail gaaf bewaard gebleven tuin- en parkaanleg in landschapsstijl, vermoedelijk naar ontwerp van Hendrik van Lunteren, binnen een nog in hoofdlijnen bestaande 17de- en 18de-eeuwse formele aanleg; - vanwege de fraaie zichtas die zich ten zuidwesten en ten noordoosten van het kasteel uitstrekt; - vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur; - vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de ruimtelijke samenhang met het omgevende landschap.
Monumentnummer: 511808
ODB Beschrijving: Onderdeel 3 TUINMANSHUIS Witgepleisterd TUINMANSHUIS uit het eerste kwart van de 18de-eeuw en verbouwd in 1856, op rechthoekige grondslag onder een met blauwe oud-hollandse pannen gedekt zadeldak, waarin thans twee woningen. Halverwege het zuidelijke dakschild staan twee bakstenen schoorstenen op vierkante grondslag. Aan de onderzijde van het dakschild van de langsgevel (zuidwest) loopt een geschulpte houten rand. De gevel heeft een onregelmatige indeling: van links naar rechts; gedeeld 4-ruits uitzetvenster, samengesteld 6-ruitsvenster, gevolgd door nog een dergelijk venster, gedeeld 2-ruitsvenster met 2-ruitsbovenlicht, samengesteld 2-ruitsvenster met 3-ruitsbovenlicht. De rechtergevel (oost) heeft een overstek met geschulpte windveer. In de gevel een houten kruiskozijn met twee 6-ruitsvensters voorzien van luiken en twee 4-ruitsbovenlichten. Rechts een toegangsdeur met 6-ruitsbovenlicht en een smal raam, in de top een 4-ruits uitzetvenster met luik. Aansluitend aan de zijgevel een uitstek onder een met blauwe pannen gedekt lessenaarsdak waarin zich de keuken bevindt, aan deze zijde voorzien van 12-ruitsvenster met luiken en een 4-ruitsbovenlicht en in de achtergevel een 2-ruits uitzetvenster en een toegangsdeur. De achtergevel (noord) heeft thans een onregelmatige indeling. In de linkerzijgevel (west) een toegangsdeur en baanderdeuren. In de top een gedeeld venster. De gevels waren oorspronkelijk oker van kleur. Het INTERIEUR heeft door de functieverandering haar oorspronkelijke indeling in schuur en woongedeelte verloren. Direct achter het tuinmanshuis (noordwest) lag een 'kippenpaleis' annex duivenhok. De west- of voorgevel bevatte drie boogdeuren met daarboven duivengaten en werd afgedekt door een tentdak met schulplijst. Waardering TUINMANSHUIS behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de karakteristieke architectonische vormgeving; - vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur; - vanwege het enige oorspronkelijke kruiskozijn op de buitenplaats; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511809
ODB Beschrijving: Onderdeel 4 KOETSHUIS Het 18de-eeuwse KOETSHUIS of stalgebouw, op deels 17de-eeuwse fundamenten heeft een rechthoekig grondplan en oorspronkelijk voorzien van een mansardekap met blauwe oudhollandse pannen. Verbouwingen uit 1854, 1890, 1946 en een brand gaven het koetshuis het huidige aanzien. De indeling van de zuidoost- en langsgevel (aan het plein) is van links naar rechts; een twee vleugelige poort en drie vensters, de twee eerste zijn twee ruiten hoog en twee ruiten breed, het derde is twee hoog en drie ruiten breed. De onderramen zijn draairamen, de bovenste uitzetramen. De kopgevel, noordoost, bevat links een raam en midden boven nabij de goot is een hooigat in de borstwering van kap. De lange noordwestgevel bevat een raam, een deur met bovenlicht en stoep, twee vensters, een twee vleugelige poort (die rechttegenover de andere poort ligt) en hoger een empire-venster dat twee ruiten breed is. De genoemde vensters van zowel noordoost en noordwest zijn twee ruiten hoog en twee ruiten breed, boven uitzet ramen en beneden draairamen. De zuidwestgevel bevat regelmatig geplaatste 8-ruits empire-schuifvensters, ook hier is midden boven nabij de goot een hooigat. De gevels zijn wit bepleisterd (oorspronkelijk oker) met een grijze plint en hebben nabij de goot een fries in stuc. Oorspronkelijk waren in de kap een aantal dakkapellen aanwezig. Na de brand zijn in verband met herstel oorspronkelijke onderdelen van de constructie opgeslagen en gedocumenteerd. Van het INTERIEUR is de koetsenstalling redelijk gaaf, andere ruimtes hebben door functieverandering de oorspronkelijke indeling verloren. Deze ruimtes, op de koetsenstalling na, vallen wegens te geringe monumentale waarde buiten de bescherming. Waardering KOETSHUIS behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de karakteristieke architectonische vormgeving; - als karakteristiek en belangrijk functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege juridisch historische redenen; - vanwege van groot belang zijnde kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel ruimtelijke plaatsing en relatie met andere onderdelen van de buitenplaats; - als enige overblijfsel van het oeuvre van de steenhouwer-bouwmeester Jan Verkerk en de bouwactiviteiten tussen 1754-1767.
Monumentnummer: 511810
ODB Beschrijving: Onderdeel 5 ORANJERIE De uit 1865 daterende ORANJERIE op rechthoekige grondslag, gebouwd ter plaatse van de voorgaande orangerie en thans in gebruik als woonhuis. De uit rode baksteen opgetrokken oranjerie is thans twee bouwlagen hoog, doordat in 1979 de oranjerie van een tweede laag werd voorzien, waarbij de kapconstructie gerestaureerd werd in de oorspronkelijke vorm. De oranjerie is, evenals de duiventoren en de vierkante toren van kasteel Sterkenburg, naar een ontwerp van de architect N.J. Kamperdijk volgens een mathematisch opgezet ontwerpsysteem. Het INTERIEUR van de oranjerie werd tijdens de verbouwing in 1979 geheel gewijzigd en valt daarom wegens te geringe monumentale waarde en ouderdom buiten de bescherming. Waardering ORANJERIE behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving tot stand gekomen volgens een mathematisch ontwerpsysteem van de architect N.J. Kamperdijk; - vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511811
ODB Beschrijving: Onderdeel 6 DUIVENTOREN uit 1862, centraal gelegen in het weiland ten oosten van kasteel Sterkenburg en op een van de vroeg 17de-eeuwse lanen georienteerd. De duiventoren is in dezelfde vroege neo-renaissance stijl opgetrokken als de oranjerie en de vierkante toren van het kasteel naar ontwerp van de architect N.J. Kamperdijk volgens een mathematisch opgezet ontwerpsysteem. De rood bakstenen toren op 6-hoekig grondplan zwenkt boven het maaiveld enigszins in en wordt gedekt door een 6-zijdige uitzwenkende spitse kap (in 1996 gerestaureerd) die bekroond wordt door smeedwerk met zink een koperen bol en windvaan. De toren heeft een omgaande rondboogfries met 30 duivengaten. Een lijst deelt de zes gevelvlakken halverwege in twee delen en in elk van de zo ontstane muurvlakken bevindt zich een smalle lichtspleet. De ingang in de noordgevel bestaat uit een opening met rondboog. In de toren zijn op de etage 420 nissen tegen de oostelijke en zuidelijke (warme) muren gemetseld. Waardering DUIVENTOREN behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving, tot stand gekomen volgens mathematische ontwerpprincipes en ontwerp van de architect N.J. Kamperdijk; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - als 'point de vue' in de historische park- en tuinaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de hoge mate van gaafheid van interieur en exterieur.
Monumentnummer: 511812
ODB Beschrijving: Onderdeel 7 BRUG Brug tussen oprijlaan en voorplein ten zuiden van het kasteel uit 1859 met gegoten zinken leuningen door Ludwig Schutz uit Zeist, in neo-gotische stijl. De leuningen bestaan uit segmenten van onderling verbonden balusters die tussen vier hardstenen postamenten zijn geplaatst. Het oorspronkelijke brugdek is onder de huidige bedekking aanwezig. Waardering BRUG behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vormgeving; - vanwege de functionele en ornamentele waarde; - als karakteristiek onderdeel van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511813
ODB Beschrijving: Onderdeel 8 BRUG Brug nabij vijver en wilgenlaan ten noordwesten van het kasteel uit omstreeks 1856 met gegoten zinken leuningen door Ludwig Schutz uit Zeist, in neo-gotische stijl. De leuningen bestaan uit onderling verbonden balusters tussen postamenten op een houten brugdek. Waardering BRUG behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vormgeving; - vanwege de functionele en ornamentele waarde; - als karakteristiek onderdeel van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511815
ODB Beschrijving: Onderdeel 9 MOESTUINMUREN, KAS, KOUDE BAK EN SPALIERHEKKEN In de loop van de 18de-eeuw gebouwde rood bakstenen moestuinmuur en twee delen tot stand gekomen in de late 19de-eeuw. De muren begrenzen de noordoost- en noordwestzijde van de moestuin. In de moestuin liggen een vroeg 19de-eeuwse kas en een laat 19de-eeuwse bakstenen koude-bak, de ramen ontbreken. Aan de zuidoostzijde van de moestuin op de grens met de bloementuin staat een ijzeren spalierhek (ca. 1890) met naar links en rechts diagonaal geplaatste spijlen die zich bij de borstwering verdubbelen. Waardering MOESTUINMUREN, KAS, KOUDE BAK EN SPALIERHEKKEN behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het bijzondere materiaalgebruik en doelmatige vormgeving; - als karakteristieke en functionele onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie van het samenstelsel van de objecten met andere onderdelen van de buitenplaats.
Status: (511806 (hoofdgebouw))
Monumentnummer: 511806
ODB Beschrijving: Onderdeel 1 HOOFDGEBOUW (KASTEEL STERKENBURG) Kasteel Sterkenburg is een van oorsprong middeleeuws kasteel met thans een woonbebouwing uit het midden van de 19de-eeuw, op middeleeuwse en 18de-eeuwse fundamenten, ten oosten geflankeerd door een 13de-eeuwse ronde toren en ten westen door een vierkante toren uit 1867, gelegen op een rond kasteeleiland dat toegankelijk is middels een dubbele brug uit ca. 1850. Het 19de-eeuwse hoofdvolume van rode baksteen op rechthoekige grondslag, overkapt met een samengesteld schilddak gedekt met lei, in zgn. Duitse-dekking, heeft rondom een omgaande geprofileerde en verkropte kroonlijst, steunend op consoles. Ten oosten van het hoofdvolume ligt de middeleeuwse toren op ronde grondslag met bovenop een midden 19de-eeuwse belvédère en koperen dak. Ten westen een vierkante toren uit 1867 onder een hoog tentdak met lei gedekt, bekroond door een bakstenen schoorsteen met een smeedwerk en windvaan. In 1848 werd mr. K.J.F.C. Kneppelhout eigenaar van Sterkenburg en het kasteel onderging een grote verbouwing waarbij het zijn huidige uiterlijk in Willem II-gotiek kreeg. De middeleeuwse achtervleugel en de frontvleugel uit 1754-1767 werden afgebroken om het huidige representatieve en ruime blokvormige herenhuis te kunnen creëren. De middeleeuwse ronde toren en een deel van oude noordelijke muren, die als keermuur van het terras ging dienen, werden gespaard en ook de andere 18de-eeuwse bleven gehandhaafd. Op deze oude funderingen verrees tussen 1848 en 1851 op de plaats van de middeleeuwse en 18de-eeuwse vleugels de huidige blokvormige vleugels. Aan de zuidwestzijde kreeg de vleugel een symmetrische, vijf traveeën brede voorgevel waarvan de middenrisaliet bestaat uit de ingangspartij. Deze risaliet eindigt in een klokgevel waarop een zinken wapen van de ridderhofstad Sterkenburg is aangebracht. Deze klokgevel moet in 1854 zijn gerealiseerd, aangezien in het tympaan staat: "Hersteld 1854". De top wordt bekroond door een halfrond fronton waarop een loden vaas. De ingangspartij, bereikbaar via een dubbele brug, bestaat uit een dubbele glasdeur die samen met het bovenlicht met zinken neo-gotische decoratie, gevat is in een natuurstenen omlijsting met een segmentboog. Hierboven, eveneens binnen een natuurstenen omlijsting, een bolkozijn met neogotische decoratie. Boven alle vensters zijn segmentvormige ontlastingsbogen aangebracht. Aan weerszijden van de risaliet boven een omgaande natuurstenen lijst, zowel op de bel-etage als verdieping twee T-vensters, aan de binnenzijde voorzien van blinden. In de zuidoostelijke deel van het 19de-eeuwse gevel links op de bel-etage een T-venster en rechts in het gedeeltelijk schuin weglopende gevel een terugliggend balkon met zandstenen balustrade. Vanaf het balkon lopen twee zuilen omhoog naar de verdieping en dragen een balkon met zinken balustrade, links hiervan een T-venster. Beide balkons zijn toegankelijk middels grote schuifdeuren en voorzien van schuifblinden aan de binnenzijde. De achterzijde (noord) van het 19de-eeuwse deel heeft een onregelmatige vensterindeling en op de bel-etage een toegang tot het terras. Bij de verbouwing in de 19de-eeuw bleef de ronde toren vrijwel geheel intact, maar werd wel voorzien van een eigentijdse aankleding: onder invloed van de neo-gotiek is de ronde toren voorzien van een rondboogfries, een gekanteelde borstwering en diverse in de muren uitgehakte ramen: op de bel-etage bevinden zich twee spaarvelden, in elk twee vensters met glas in lood, gescheiden door een smal zuiltje, waarboven een neo-gotische driepas en op de verdieping een dubbel venster met neo-gotische decoratie. Aan de noordkant van de ronde toren ligt de grote zaal waarin drie empire-glasdeuren toegang geven tot een ruim balkon met gietijzeren bodem en zinken balustrade gedragen door vier gedecoreerde, forse terracotta consoles. Op de verdieping drie empirevensters en onder het balkon bevindt zich een toegang tot de kelder. Aan de noordzijde van het nieuwe 19de-eeuwse hoofdgebouw lagen de fundamenten van de voormalige, omstreeks 1767 grotendeels afgebroken 14de-eeuwse vierkante toren. In 1867 werd een nieuwe vierkante toren gebouwd, evenals de ronde toren voorzien van een rondboogfries en een gekanteelde borstwering. De toren is ontworpen door de architect N.J. Kamperdijk volgens een mathematisch opgezet ontwerpsysteem. De toren werd ten opzichte van zijn voorganger naar voren geplaatst en ging als tegenhanger van de ronde toren dienen. De vierkante toren heeft een onderdoorgang voorzien van een zinken sluitsteendekplaat met wapenschild en in de gevels een regelmatige vensterindeling met ondermeer empire-schuifvensters. Het kasteel is toegankelijk via een dubbele brug, aan beide zijden met bakstenen landhoofden en daarop en tussen een dek van hardsteen en hout. De brug was voorzien van een neo-gotische balustrade van gegoten zink in dezelfde stijl en vormgeving als de zinken balustrade van de brug naar het voorplein. De onderbrug gaf toegang tot de dienstruimtes, de bovenbrug tot de bel-etage. Aan de achterzijde van het huis, op de plaats van een der middeleeuwse vleugels, werd een terras aangelegd, slechts begrensd door een lage muur -de oorspronkelijke weermuur- die de omtrek van de middeleeuwse bebouwing aangeeft. Het terras is vanuit de aan de ronde toren grenzende, grote zaal aan de achterzijde te bereiken. INTERIEUR- Het interieur is voorzien van vele originele details, ondermeer binnenblinden, lambrizeringen, houten en natuurstenen vloeren, deuren, en schouwen. In 1848 werd gekozen voor een centrale ingang, met links en rechts van de vestibule ruimtes van dezelfde grote. De vestibule komt uit op een hall met een trap met dubbele opgang. Opvallend is dat de monumentale hall en de monumentale trap niet in elkaars verlengde liggen, maar ten aanzien van elkaar verspringen. Bovenaan de trap zijn twee bijzondere glas-in-loodvensters. De hall geeft rechts toegang tot de voormalige eetkamer met aan de buitenzijde een balkon. De voormalige middeleeuwse binnenplaats aan de linkerzijde van de hall wordt geheel in beslag genomen door de kook- en spoelkeukens. Waardering HOOFDHUIS (Kasteel Sterkenburg) behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving; - vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en het interieur; - als fraai voorbeeld van een in oorsprong uit de tweede helft van de 13de-eeuw daterend kasteel, dat in de loop der eeuwen werd uitgebreid en gewijzigd en in de 19de-eeuw het huidige karakter kreeg; - vanwege de bijzondere en ruime toepassing van gegoten zink; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de parkaanleg in landschapsstijl, gecreëerd binnen een formele 17de- en 18de-eeuwse hoofdstructuur.
Monumentnummer: 511807
ODB Beschrijving: Onderdeel 2 HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De eerste aanleg van de HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG rondom kasteel Sterkenburg gaat vermoedelijk terug tot ca. 1626. De aanleg bestond uit zeven dwars op het middeleeuwse slagenlandschap geplaatste vakken van 100/110 meter breed en 400 meter lang. Zes vakken lagen ten zuiden van de Langbroekerwetering en het zevende ten noorden van de Wetering. Rond de vakken lagen lanen en brede sloten. Het vak direct ten zuiden van de Langbroekerwetering bevatte oprijlanen, het omgrachte kasteel met voorburcht en westelijk een vijver, het volgende zuidelijke vak, vier rechthoekige tuinen met in het centrum een vierkante tuin. De tuinen werden ten oosten afgescheiden door een nog bestaande beukenberceau met daarachter een doolhof. Het gebied van vier volgende vakken was bebost. In 1647 vindt er de moord op de kasteelheer plaats in het 'bosch van Sterkenburg'; deze optekening is de vroegst bekende vermelding van een aanleg bij Sterkenburg. Het bijzondere van deze aanleg is dat alle wijzigingen zich steeds binnen deze vroeg 17de-eeuwse structuur van zeven vakken heeft voltrokken. Landmeter Justus van Broekhuijsen vervaardigde in 1718 een kaart van het landgoed Sterkenburg dat dan nog deze renaissance-aanleg heeft. De oorspronkelijke rechthoekige voorburcht, thans het wagenplein, was eerst zowel aan de oost- en zuidzijde bebouwd. Onder leiding van steenhouwer/ bouwmeester J. Verkerk werd Sterkenburg tussen 1754-1767 verbouwd. Door afbraak, verbouw en bouw ontstond een voorburcht met links en rechts geplaatste stallen en een naar de tuin openliggende zuidzijde. Thans staat aan de westzijde het enige restant van deze 17de-/18de-eeuwse stallen in de vorm van het huidige koetshuis, terwijl van de oostelijke stallen de fundamenten nog resten. Achter het koetshuis tegen de moestuinmuur was een wagenloods die gedeeltelijk nog aanwezig is. Op het plan van de voorburcht door J. Verkerk komt ook het thans nog bestaande toegangshek van de bloementuin voor en van de oorspronkelijk daar achter gelegen brug bevinden de fundamenten zich onder het maaiveld. De brug overspande het grand-canal dat westelijk twee eilanden als beëindiging had en veel verder oostelijk een veelhoekig rustiek prieel. Op een kaart uit ca. 1790, waarvan een 19de-eeuwse copie in het huisarchief van Sterkenburg wordt bewaard, zijn deze stallen afgebeeld evenals een As die zich via het hek en over de brug uitstrekt in zuidelijke richting. Het noordelijke deel van de As bevindt zich in het vak boven de Langbroekerwetering. De kilometers lange oprijlaan, die tot aan Huize Den Treek te Leusden reikte, (de Sterkenburgerlaan) eindigde in het bos op een rotonde van eiken en werd via een laan in westelijke richting zo verbonden met de As. Op deze structuur gericht stond een tuingebouw dat later voor de nabij gelegen tennisbaan gebruikt werd. Van de rotonde rest heden nog een (thans dode) eik die als solitair in het weiland staat. In het noordelijke vak boven de Langbroekerwetering werd het nog steeds bestaande noordelijk deel van de As verbonden met de laan via een thans nog aanwezige smalle eikenlaan. In de nabijheid van de Sterkenburgerlaan werden in 1771 twee 17de-eeuwse boerderijen voorzien van vrijwel identieke voorgevels zodat een symmetrisch(e) inrichting en beeld aan de beide laanzijden werd gerealiseerd, die paste bij de laat formele aanleg van het park. De oostelijk gelegen boerderij werd tevens verbouwd tot drie arbeiderswoningen waarachter een loods ontstond met timmerwerkplaats, smederij en brandspuit. Behalve de geometrische en formele structuur in de aanleg, werden enkele 'gevarieerde' elementen opgenomen -zoals slingerpaden in het van oorsprong vroeg 17de-eeuwse doolhof- die op een voorzichtige aanvang van een aanleg in landschapsstijl wijzen. Een litho van M. Mourot uit 1829 toont de vroeg landschappelijke aanleg nabij de poort en oprijlaan, waarbij ook de vroeg 17de-eeuwse (nog aanwezige) hardstenen schamppalen afgebeeld zijn. Op een ontwerp van de hand van Hendrik van Lunteren uit 1830, wordt een beeld gegeven van een vroeg landschappelijke aanleg na de afbraak van de poort. Dit ontwerp is waarschijnlijk grotendeels tot uitvoer gekomen en omstreeks 1835 zullen de wijzigingen grotendeels zijn afgerond. Op de Topografisch Militaire kaart van 1847/1850 wordt de oprijlaan halfrond afgebeeld en is de gracht in landschapsstijl vergraven. Omstreeks het midden van de 19de-eeuw krijgt de vroeg 18de-eeuwse, naar het zuiden gelegen zichtas zwenkende zijden, waardoor de illusie wordt gecreëerd dat royale houtwallen worden afgewisseld door brede weilanden, die echter in werkelijkheid slechts smalle stroken grasland zijn. Tevens werd de vijver ten noordwesten van het huis verbreed en het kanaal bij de wilgenlaan richting Broekweg voorzien van een nog bestaande neo-gotische brug. De waterloop ten zuiden van het kasteel die langs de huidige oranjerie loopt en ten zuidwesten richting de zichtas in een sloot afwatert, werd vergraven tot slingerbeek. Nabij de voornoemde sloot lag westelijk in het bos een met houten schuttingen omgeven tweede moestuin, nabij het atelier rest nog een brug van deze 19de-eeuwse aanleg. Ook het doolhof kreeg binnen de bewaard gebleven geometrische hoofdstructuur slingerpaden. Op het terrein werden tevens solitairen en heesters geplant. Thans bevindt zich ten zuiden, noorden en oosten van het omgrachte kasteeleiland een groot weiland met enkele solitairen. Van de brug nabij het tuinmanshuis, die toegang tot dit weiland gaf zijn de landhoofden nog aanwezig. Het weiland wordt omgeven door een buitengracht waarvan de Langbroekerwetering nu een natuurlijk onderdeel uitmaakt. Beide grachten worden aan de weilandzijde vrijwel geheel omzoomd door eiken. In het zuidwesten kenmerkt de aanleg zich door de open landschappelijke structuur met weilanden die omgeven worden door bos, waarin de voornoemde zichtas naar de Kromme Rijn. Meer noordelijk ligt de moestuin die deels omgeven wordt door 18de- en 19de-eeuwse moestuinmuren met kas, koude-bak, ijzeren spalierhek en restanten van een druivenkas en gereedschapsloods. Noordelijk, achter de moestuinmuur liggen de resten van een veeschuur. In de noordwesthoek van de aanleg ligt een in oorsprong laat 18de-eeuwse boomgaard die thans wordt omzoomd door moerascypressen en daardoor een wat besloten karakter heeft gekregen. In het park waren verschillende zgn. tentjes geplaatst, kleine houten priëelen met lessenaarsdaken. Oostelijk ligt de wei met de duiventoren uit 1862 waarvan de greppels deels de richting van de middeleeuwse ontginingsstructuur volgen en zuidelijk een dwars hierop geplaatste greppel het 17de-eeuwse tracee van een oprijlaan toont. De landschappelijke structuur van het park is rondom de in 1979 gerestaureerde oranjerie, door een nieuwe aanleg met borders en gazons en het om redenen van privacy dichtzetten van erfscheidingen (en het hierdoor onderbreken van de zichtas) van karakter veranderd. Waardering HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - als representatief voorbeeld van een deels in structuur en deels in detail gaaf bewaard gebleven tuin- en parkaanleg in landschapsstijl, vermoedelijk naar ontwerp van Hendrik van Lunteren, binnen een nog in hoofdlijnen bestaande 17de- en 18de-eeuwse formele aanleg; - vanwege de fraaie zichtas die zich ten zuidwesten en ten noordoosten van het kasteel uitstrekt; - vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur; - vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de ruimtelijke samenhang met het omgevende landschap.
Monumentnummer: 511808
ODB Beschrijving: Onderdeel 3 TUINMANSHUIS Witgepleisterd TUINMANSHUIS uit het eerste kwart van de 18de-eeuw en verbouwd in 1856, op rechthoekige grondslag onder een met blauwe oud-hollandse pannen gedekt zadeldak, waarin thans twee woningen. Halverwege het zuidelijke dakschild staan twee bakstenen schoorstenen op vierkante grondslag. Aan de onderzijde van het dakschild van de langsgevel (zuidwest) loopt een geschulpte houten rand. De gevel heeft een onregelmatige indeling: van links naar rechts; gedeeld 4-ruits uitzetvenster, samengesteld 6-ruitsvenster, gevolgd door nog een dergelijk venster, gedeeld 2-ruitsvenster met 2-ruitsbovenlicht, samengesteld 2-ruitsvenster met 3-ruitsbovenlicht. De rechtergevel (oost) heeft een overstek met geschulpte windveer. In de gevel een houten kruiskozijn met twee 6-ruitsvensters voorzien van luiken en twee 4-ruitsbovenlichten. Rechts een toegangsdeur met 6-ruitsbovenlicht en een smal raam, in de top een 4-ruits uitzetvenster met luik. Aansluitend aan de zijgevel een uitstek onder een met blauwe pannen gedekt lessenaarsdak waarin zich de keuken bevindt, aan deze zijde voorzien van 12-ruitsvenster met luiken en een 4-ruitsbovenlicht en in de achtergevel een 2-ruits uitzetvenster en een toegangsdeur. De achtergevel (noord) heeft thans een onregelmatige indeling. In de linkerzijgevel (west) een toegangsdeur en baanderdeuren. In de top een gedeeld venster. De gevels waren oorspronkelijk oker van kleur. Het INTERIEUR heeft door de functieverandering haar oorspronkelijke indeling in schuur en woongedeelte verloren. Direct achter het tuinmanshuis (noordwest) lag een 'kippenpaleis' annex duivenhok. De west- of voorgevel bevatte drie boogdeuren met daarboven duivengaten en werd afgedekt door een tentdak met schulplijst. Waardering TUINMANSHUIS behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de karakteristieke architectonische vormgeving; - vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur; - vanwege het enige oorspronkelijke kruiskozijn op de buitenplaats; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511809
ODB Beschrijving: Onderdeel 4 KOETSHUIS Het 18de-eeuwse KOETSHUIS of stalgebouw, op deels 17de-eeuwse fundamenten heeft een rechthoekig grondplan en oorspronkelijk voorzien van een mansardekap met blauwe oudhollandse pannen. Verbouwingen uit 1854, 1890, 1946 en een brand gaven het koetshuis het huidige aanzien. De indeling van de zuidoost- en langsgevel (aan het plein) is van links naar rechts; een twee vleugelige poort en drie vensters, de twee eerste zijn twee ruiten hoog en twee ruiten breed, het derde is twee hoog en drie ruiten breed. De onderramen zijn draairamen, de bovenste uitzetramen. De kopgevel, noordoost, bevat links een raam en midden boven nabij de goot is een hooigat in de borstwering van kap. De lange noordwestgevel bevat een raam, een deur met bovenlicht en stoep, twee vensters, een twee vleugelige poort (die rechttegenover de andere poort ligt) en hoger een empire-venster dat twee ruiten breed is. De genoemde vensters van zowel noordoost en noordwest zijn twee ruiten hoog en twee ruiten breed, boven uitzet ramen en beneden draairamen. De zuidwestgevel bevat regelmatig geplaatste 8-ruits empire-schuifvensters, ook hier is midden boven nabij de goot een hooigat. De gevels zijn wit bepleisterd (oorspronkelijk oker) met een grijze plint en hebben nabij de goot een fries in stuc. Oorspronkelijk waren in de kap een aantal dakkapellen aanwezig. Na de brand zijn in verband met herstel oorspronkelijke onderdelen van de constructie opgeslagen en gedocumenteerd. Van het INTERIEUR is de koetsenstalling redelijk gaaf, andere ruimtes hebben door functieverandering de oorspronkelijke indeling verloren. Deze ruimtes, op de koetsenstalling na, vallen wegens te geringe monumentale waarde buiten de bescherming. Waardering KOETSHUIS behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de karakteristieke architectonische vormgeving; - als karakteristiek en belangrijk functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege juridisch historische redenen; - vanwege van groot belang zijnde kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel ruimtelijke plaatsing en relatie met andere onderdelen van de buitenplaats; - als enige overblijfsel van het oeuvre van de steenhouwer-bouwmeester Jan Verkerk en de bouwactiviteiten tussen 1754-1767.
Monumentnummer: 511810
ODB Beschrijving: Onderdeel 5 ORANJERIE De uit 1865 daterende ORANJERIE op rechthoekige grondslag, gebouwd ter plaatse van de voorgaande orangerie en thans in gebruik als woonhuis. De uit rode baksteen opgetrokken oranjerie is thans twee bouwlagen hoog, doordat in 1979 de oranjerie van een tweede laag werd voorzien, waarbij de kapconstructie gerestaureerd werd in de oorspronkelijke vorm. De oranjerie is, evenals de duiventoren en de vierkante toren van kasteel Sterkenburg, naar een ontwerp van de architect N.J. Kamperdijk volgens een mathematisch opgezet ontwerpsysteem. Het INTERIEUR van de oranjerie werd tijdens de verbouwing in 1979 geheel gewijzigd en valt daarom wegens te geringe monumentale waarde en ouderdom buiten de bescherming. Waardering ORANJERIE behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving tot stand gekomen volgens een mathematisch ontwerpsysteem van de architect N.J. Kamperdijk; - vanwege de redelijke mate van gaafheid van het exterieur; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511811
ODB Beschrijving: Onderdeel 6 DUIVENTOREN uit 1862, centraal gelegen in het weiland ten oosten van kasteel Sterkenburg en op een van de vroeg 17de-eeuwse lanen georienteerd. De duiventoren is in dezelfde vroege neo-renaissance stijl opgetrokken als de oranjerie en de vierkante toren van het kasteel naar ontwerp van de architect N.J. Kamperdijk volgens een mathematisch opgezet ontwerpsysteem. De rood bakstenen toren op 6-hoekig grondplan zwenkt boven het maaiveld enigszins in en wordt gedekt door een 6-zijdige uitzwenkende spitse kap (in 1996 gerestaureerd) die bekroond wordt door smeedwerk met zink een koperen bol en windvaan. De toren heeft een omgaande rondboogfries met 30 duivengaten. Een lijst deelt de zes gevelvlakken halverwege in twee delen en in elk van de zo ontstane muurvlakken bevindt zich een smalle lichtspleet. De ingang in de noordgevel bestaat uit een opening met rondboog. In de toren zijn op de etage 420 nissen tegen de oostelijke en zuidelijke (warme) muren gemetseld. Waardering DUIVENTOREN behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving, tot stand gekomen volgens mathematische ontwerpprincipes en ontwerp van de architect N.J. Kamperdijk; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - als 'point de vue' in de historische park- en tuinaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de hoge mate van gaafheid van interieur en exterieur.
Monumentnummer: 511812
ODB Beschrijving: Onderdeel 7 BRUG Brug tussen oprijlaan en voorplein ten zuiden van het kasteel uit 1859 met gegoten zinken leuningen door Ludwig Schutz uit Zeist, in neo-gotische stijl. De leuningen bestaan uit segmenten van onderling verbonden balusters die tussen vier hardstenen postamenten zijn geplaatst. Het oorspronkelijke brugdek is onder de huidige bedekking aanwezig. Waardering BRUG behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vormgeving; - vanwege de functionele en ornamentele waarde; - als karakteristiek onderdeel van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511813
ODB Beschrijving: Onderdeel 8 BRUG Brug nabij vijver en wilgenlaan ten noordwesten van het kasteel uit omstreeks 1856 met gegoten zinken leuningen door Ludwig Schutz uit Zeist, in neo-gotische stijl. De leuningen bestaan uit onderling verbonden balusters tussen postamenten op een houten brugdek. Waardering BRUG behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het bijzondere materiaalgebruik en vormgeving; - vanwege de functionele en ornamentele waarde; - als karakteristiek onderdeel van de buitenplaats.
Monumentnummer: 511815
ODB Beschrijving: Onderdeel 9 MOESTUINMUREN, KAS, KOUDE BAK EN SPALIERHEKKEN In de loop van de 18de-eeuw gebouwde rood bakstenen moestuinmuur en twee delen tot stand gekomen in de late 19de-eeuw. De muren begrenzen de noordoost- en noordwestzijde van de moestuin. In de moestuin liggen een vroeg 19de-eeuwse kas en een laat 19de-eeuwse bakstenen koude-bak, de ramen ontbreken. Aan de zuidoostzijde van de moestuin op de grens met de bloementuin staat een ijzeren spalierhek (ca. 1890) met naar links en rechts diagonaal geplaatste spijlen die zich bij de borstwering verdubbelen. Waardering MOESTUINMUREN, KAS, KOUDE BAK EN SPALIERHEKKEN behorende tot de historische buitenplaats Sterkenburg, van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het bijzondere materiaalgebruik en doelmatige vormgeving; - als karakteristieke en functionele onderdelen van de buitenplaats; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie van het samenstelsel van de objecten met andere onderdelen van de buitenplaats.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming: (?)
Bestemmingsplan:
Bestemming: (?)
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 08-11-2005
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 08-11-2005
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
2001: archeologische begeleiding (ADC) 2004: Booronderzoek door RAAP
2001: archeologische begeleiding (ADC) 2004: Booronderzoek door RAAP
Geomorfologische codering
2M14, Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal)
2M14, Vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (vervlakt door veen en/of overstromingsmateriaal)
Bodemkundige codering
Rn47C, Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Rn47C, Kalkloze poldervaaggronden; zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.