Assendelft
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Assendelft
Assendelft
Locatie
Adres:
Assendelft
Gemeente Zaanstad
Provincie Noord-Holland
Adres:
Assendelft
Gemeente Zaanstad
Provincie Noord-Holland
Typologie
Etymologie
Waarschijnlijk samengesteld uit de persoonsnaam 'Aschman'('Ascman') die men ook aantreft in de Duitse plaats 'Aschmanshausen' en ook in 'Asmansbroek' op Zuid-Beveland.(Provicie Zeeland). Deze Aschman heeft een delft laten graven om de afwatering van zijn landerijen te verbeteren. Een dergelijke delft vindt men ook ten noorden en westen van Haarlem en in de stad Delft.
Waarschijnlijk samengesteld uit de persoonsnaam 'Aschman'('Ascman') die men ook aantreft in de Duitse plaats 'Aschmanshausen' en ook in 'Asmansbroek' op Zuid-Beveland.(Provicie Zeeland). Deze Aschman heeft een delft laten graven om de afwatering van zijn landerijen te verbeteren. Een dergelijke delft vindt men ook ten noorden en westen van Haarlem en in de stad Delft.
Huidige situatie
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Afmetingen
Oudste vermelding
Datum: (na?) 1306
Bron: Groesbeek 229
"Nicolaes heer van Putten beleent op 9 april 1306 Gerrit van Assendelft met 'dat weer lants daer hi op woent, liggende in Assendelft, met al de husinge die nu daer op staet en daer namaels op getimmert zalworden'. Had hij al plannen om te timmeren, c.q. een kasteel te bouwen? (Aantek. J.Voets)"
Datum: (na?) 1306
Bron: Groesbeek 229
"Nicolaes heer van Putten beleent op 9 april 1306 Gerrit van Assendelft met 'dat weer lants daer hi op woent, liggende in Assendelft, met al de husinge die nu daer op staet en daer namaels op getimmert zalworden'. Had hij al plannen om te timmeren, c.q. een kasteel te bouwen? (Aantek. J.Voets)"
Bezitsgeschiedenis
Bij het begin van de 14e eeuw bezit en bewoont een Gerrit van Assendelft een 'husinge' en oefent daar een functie uit. Vermoedelijk is hij schout van Assendelft.
Het land waar zijn huis op staat, behoort in eigendom toe aan Nicolaes heer van Putten, die behoort tot het geslacht
Persijn, een van de drie oudste geslachten van Kennemerland. Nicolaes heer van Putten beleent op 9 april 1306 Gerrit van Assendelft met 'dat weer lants daer hi op woent, liggende in Assendelft, met al de husinge die nu daer op staet en daer namaels op getimmert zal worden'. In welke verhouding heeft Gerrit van Assendelft vóór 1306 tot de heer van Putten gestaan, aangezien hij er toen al woonde? Het is mogelijk dat hij beleend werd na de dood van zijn vader, zodat er al vóór hem een van Assendelft het huis bewoond heeft. Wij weten het niet.
Zoals gezegd was hij vermoedelijk schout en misschien heeft hij in die functie met de buren van Assendelft hevige ruzie gehad, zo erg dat de graaf er aan te pas moest komen. Gerrit heeft toen ongelijk gekregen en moest zich met de graaf verzoenen, natuurlijk tegen betaling, waarna de goedgunstige graaf hem 'het schoutambacht' van Assendelft te leen geeft (11 januari 1313); de functie was nu dus erfelijk geworden.
Hoewel de ruzie officieel was bijgelgd, had de verzoening niet geleid tot herstel van de goede verhoudingen, want twee jaar na zijn belening moest hij op last van de graaf daarvan weer afstand doen ten gunste van zijn zoon Barthoud van Assendelft (19 april en 8 november 1315).
Maar ook tussen Barthoud zijn dorpsgenoten vlotte het niet. Er ontstand onenigheid over het 'schouwen' en later over de verkiezing van schout en schepenen en over de 'heervaart'.
De graaf wordt er opnieuw bijgeroepen en maakt een einde aan het geschil door te bepalen dat Barthoud en zijn nakomelingen voortaan schepenen en 'heervaertslude' zullen kiezen.
(1320,1324)
Barthoud kocht in 1328 het kasteel gelegen te Heemskerk, dat later de Assumburg zou heten. Dat alles was hem mogelijk geworden door het materieel zeer geslaagde huwelijk met Catharina, dochter van Dirk van den Wale, de bekende hofmeester van graaf Willem III. De opvatting dat de van Assendelft's daarna hun basis naar Assumburg hebben verlegd, schijnt niet juist te zijn, want toen de toenmalige heer van Putten Barthoud's kleinzoon, eveneens een Barthoud van Assendelft geheten, in 1399 met het weer lands in Assendelft beleende, sprak hij van
'dat weer lands, daar zijn ouders op te wonen plagen, met al de husinge die daerop stond'.
Barthouds ouders hadden dus op het kasteel te Assendelft gewoond, maar dat was in 1399 verdwenen. Dat verwondert ons niets, want tijdens de ruzies tussen Hoeken en Kabeljauwen was het gewoonte om elkaars kasteel te vernielen. Het slot moet herbouwd zijn kort na 1400.
De oudste zoon Dirk I van b.g. Barthoud stierf vóór 1348 en liet geen kinderen na, zodat zijn jongere broer Gerrit II heer van Assendelft geworden is. Zijn vrouw heette Stevina van Haarlem. Hun oudste zoon Barthoud II trouwde met een onwettige dochter van hertog Albrecht, Natalije geheten. Daaraan had hij het te danken dat Assendelft tot een 'hoge heerlijkheid' verheven werd (1400). Hoewel hij meermalen gehuwd was, liet hij geen wettige zoon na, zodat opnieuw een jongere broer in het bezit van de, thans hoge, heerlijkheid van Assendelft kwam.
Dat was Dirk II van Assendelft, getrouwd met Catharina van Cralingen. Dit echtpaar heeft het slot bewoond, hetgeen blijkt uit een verklaring van hun zoon, Gerrit van Assendelft geheten. Hij meende n.l. recht op een bepaalde rente te hebben, maar hij kon de benodigde acte niet overleggen (in 1466) omdat ongeveer 16 jaar geleden het huis waarin zijn ouders woonde was afgebrand.
Volgens Scholtens, die hierin oudere schrijvers navolgt, zou het slot verwoest zijn na de mislukte belegering van Haarlem in 1426.
Als wij er nu op letten, dat Gerrit zijn verklaring over die brand aflegde op 20 augustus 1446, en dat hij op 23 augustus d.a.v. verklaart 'dat hij geen huis, slot, noch (ge)vangenisse' heeft in zijn heerlijkheid van Assendelft, dan moet de brand wel in het slot van Assendelft gewoed hebben.
Gerrit, die op dat moment president van de grafelijke Raad was, vroeg aan hertog Philips om misdadigers uit zijn heerlijkheid van Assendelft voortaan te mogen vervoeren naar zijn vaders huis te Heemskerk (Assumburg), dit verzoek werd toegestaan, ook de rechtspraak werd een tijdlang daar uitgeoefend.
Toen Gerrit heer van Assendelft in 1547 beleend werd, vermeldde hij 'die hoffstede van Assendelft daer 't slott op
placht te staan'. Hieruit mag men afleiden dat het kasteel niet herbouwd is. De heren van Assendelft zullen zicht kort na of in 1426 op de Assumburg gevestigd hebben.
Of er ooit een poging gedaan is om tot herbouw over te gaan, weten we niet. Toch blijkt dat er in 1622 weer een huis stond, want dat was afgebeeld op een schilderij dat in het raadhuis te Beverwijk hing. De Zaanlandse historicus Honig bezocht het terrein op 26 mei 1884 en rapporteert ons 'En nog heden zie men breede steenrijen onder het boerenhuis uitkomen. Het geheele terrein rondom is zeer ongelijk en overal ziet men
oude steenen tevoorschijn komen. Vóór men de werf betreedt, gaat men een geheel door een sloot of grachtje omgeven stuk lant over in de vorm van een rechthoekige driehoek (sic!: de voorburcht) dat de naam draagt van 'het Hofje', terwijl deze boerderij zelf tegenwoordig 'de Vliet' heet'.
Toen heer George van Renesse van Elderen als erfgenaam van Anna van Renesse, de heerlijkheid Assendelft etc. verkocht, was bij de koop inbegrepen: 'noch seecker hoffstadt genaemt het Hoff, daerop van outs het herehuijs placht te staen, met een meer genaemt de Vliet, daer annex en nu bedijct, groot ruim 24 morgen' (1668). Het herenhuis was kennelijk ook weer verdwenen.
Bij het begin van de 14e eeuw bezit en bewoont een Gerrit van Assendelft een 'husinge' en oefent daar een functie uit. Vermoedelijk is hij schout van Assendelft.
Het land waar zijn huis op staat, behoort in eigendom toe aan Nicolaes heer van Putten, die behoort tot het geslacht
Persijn, een van de drie oudste geslachten van Kennemerland. Nicolaes heer van Putten beleent op 9 april 1306 Gerrit van Assendelft met 'dat weer lants daer hi op woent, liggende in Assendelft, met al de husinge die nu daer op staet en daer namaels op getimmert zal worden'. In welke verhouding heeft Gerrit van Assendelft vóór 1306 tot de heer van Putten gestaan, aangezien hij er toen al woonde? Het is mogelijk dat hij beleend werd na de dood van zijn vader, zodat er al vóór hem een van Assendelft het huis bewoond heeft. Wij weten het niet.
Zoals gezegd was hij vermoedelijk schout en misschien heeft hij in die functie met de buren van Assendelft hevige ruzie gehad, zo erg dat de graaf er aan te pas moest komen. Gerrit heeft toen ongelijk gekregen en moest zich met de graaf verzoenen, natuurlijk tegen betaling, waarna de goedgunstige graaf hem 'het schoutambacht' van Assendelft te leen geeft (11 januari 1313); de functie was nu dus erfelijk geworden.
Hoewel de ruzie officieel was bijgelgd, had de verzoening niet geleid tot herstel van de goede verhoudingen, want twee jaar na zijn belening moest hij op last van de graaf daarvan weer afstand doen ten gunste van zijn zoon Barthoud van Assendelft (19 april en 8 november 1315).
Maar ook tussen Barthoud zijn dorpsgenoten vlotte het niet. Er ontstand onenigheid over het 'schouwen' en later over de verkiezing van schout en schepenen en over de 'heervaart'.
De graaf wordt er opnieuw bijgeroepen en maakt een einde aan het geschil door te bepalen dat Barthoud en zijn nakomelingen voortaan schepenen en 'heervaertslude' zullen kiezen.
(1320,1324)
Barthoud kocht in 1328 het kasteel gelegen te Heemskerk, dat later de Assumburg zou heten. Dat alles was hem mogelijk geworden door het materieel zeer geslaagde huwelijk met Catharina, dochter van Dirk van den Wale, de bekende hofmeester van graaf Willem III. De opvatting dat de van Assendelft's daarna hun basis naar Assumburg hebben verlegd, schijnt niet juist te zijn, want toen de toenmalige heer van Putten Barthoud's kleinzoon, eveneens een Barthoud van Assendelft geheten, in 1399 met het weer lands in Assendelft beleende, sprak hij van
'dat weer lands, daar zijn ouders op te wonen plagen, met al de husinge die daerop stond'.
Barthouds ouders hadden dus op het kasteel te Assendelft gewoond, maar dat was in 1399 verdwenen. Dat verwondert ons niets, want tijdens de ruzies tussen Hoeken en Kabeljauwen was het gewoonte om elkaars kasteel te vernielen. Het slot moet herbouwd zijn kort na 1400.
De oudste zoon Dirk I van b.g. Barthoud stierf vóór 1348 en liet geen kinderen na, zodat zijn jongere broer Gerrit II heer van Assendelft geworden is. Zijn vrouw heette Stevina van Haarlem. Hun oudste zoon Barthoud II trouwde met een onwettige dochter van hertog Albrecht, Natalije geheten. Daaraan had hij het te danken dat Assendelft tot een 'hoge heerlijkheid' verheven werd (1400). Hoewel hij meermalen gehuwd was, liet hij geen wettige zoon na, zodat opnieuw een jongere broer in het bezit van de, thans hoge, heerlijkheid van Assendelft kwam.
Dat was Dirk II van Assendelft, getrouwd met Catharina van Cralingen. Dit echtpaar heeft het slot bewoond, hetgeen blijkt uit een verklaring van hun zoon, Gerrit van Assendelft geheten. Hij meende n.l. recht op een bepaalde rente te hebben, maar hij kon de benodigde acte niet overleggen (in 1466) omdat ongeveer 16 jaar geleden het huis waarin zijn ouders woonde was afgebrand.
Volgens Scholtens, die hierin oudere schrijvers navolgt, zou het slot verwoest zijn na de mislukte belegering van Haarlem in 1426.
Als wij er nu op letten, dat Gerrit zijn verklaring over die brand aflegde op 20 augustus 1446, en dat hij op 23 augustus d.a.v. verklaart 'dat hij geen huis, slot, noch (ge)vangenisse' heeft in zijn heerlijkheid van Assendelft, dan moet de brand wel in het slot van Assendelft gewoed hebben.
Gerrit, die op dat moment president van de grafelijke Raad was, vroeg aan hertog Philips om misdadigers uit zijn heerlijkheid van Assendelft voortaan te mogen vervoeren naar zijn vaders huis te Heemskerk (Assumburg), dit verzoek werd toegestaan, ook de rechtspraak werd een tijdlang daar uitgeoefend.
Toen Gerrit heer van Assendelft in 1547 beleend werd, vermeldde hij 'die hoffstede van Assendelft daer 't slott op
placht te staan'. Hieruit mag men afleiden dat het kasteel niet herbouwd is. De heren van Assendelft zullen zicht kort na of in 1426 op de Assumburg gevestigd hebben.
Of er ooit een poging gedaan is om tot herbouw over te gaan, weten we niet. Toch blijkt dat er in 1622 weer een huis stond, want dat was afgebeeld op een schilderij dat in het raadhuis te Beverwijk hing. De Zaanlandse historicus Honig bezocht het terrein op 26 mei 1884 en rapporteert ons 'En nog heden zie men breede steenrijen onder het boerenhuis uitkomen. Het geheele terrein rondom is zeer ongelijk en overal ziet men
oude steenen tevoorschijn komen. Vóór men de werf betreedt, gaat men een geheel door een sloot of grachtje omgeven stuk lant over in de vorm van een rechthoekige driehoek (sic!: de voorburcht) dat de naam draagt van 'het Hofje', terwijl deze boerderij zelf tegenwoordig 'de Vliet' heet'.
Toen heer George van Renesse van Elderen als erfgenaam van Anna van Renesse, de heerlijkheid Assendelft etc. verkocht, was bij de koop inbegrepen: 'noch seecker hoffstadt genaemt het Hoff, daerop van outs het herehuijs placht te staen, met een meer genaemt de Vliet, daer annex en nu bedijct, groot ruim 24 morgen' (1668). Het herenhuis was kennelijk ook weer verdwenen.
Historische betekenis
Bouwgeschiedenis
Nicolaes heer van Putten beleent op 9 april 1306 Gerrit van Assendelft met 'dat weer lants daer hi op woent, liggende in Assendelft, met al de husinge die nu daer op staet en daer namaels op getimmert zal worden'.
Had hij al plannen om te timmeren, c.q. een kasteel te bouwen?
(Aantek. J.Voets)
Nicolaes heer van Putten beleent op 9 april 1306 Gerrit van Assendelft met 'dat weer lants daer hi op woent, liggende in Assendelft, met al de husinge die nu daer op staet en daer namaels op getimmert zal worden'.
Had hij al plannen om te timmeren, c.q. een kasteel te bouwen?
(Aantek. J.Voets)
Afbeeldingen
Bronnen
Literatuur
Aa,A.J.v.d. AARDRYKSKUNDIG WOORDENBOEK
..DL.1 372
Groesbeek,J.W. 1981 MIDDELEEUWSE KASTELEN VAN NOORD-HOLLAND
..228/232,228V/L
HOLLAND IN VROEGER TYD
..DL.V 836
Leeuwen,S.v. 1685 BATAVIA ILLUSTRATA
--1242
Lud.Smids,M.D. 1737 SCHATKAMER DER NED. OUDHEDEN
..22
MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN KUNST
..DL.WATERLAND EN OMGEVING 4
NEDERLANDSE LEEUW
..1900 Jrg.18 204
REPERTORIUM
..DL.I 303
Schellart,A.I.J.M.
..div.artikelen in Mappen Schellart
Schoemaker,A. 1729 BESCHRYVING EN AFBEELDING ETC.
WESTFRIESLAND
--DL.I E
TYDSCHRIFT HET HUIS OUD EN NIEUW
..1908 349,E
TYDSCHRIFT WESTERHEEM
..2/3 1983 155
WINKLER PRINS ENCYCLOPEDIE
..6e druk DL.II 538
Aa,A.J.v.d. AARDRYKSKUNDIG WOORDENBOEK
..DL.1 372
Groesbeek,J.W. 1981 MIDDELEEUWSE KASTELEN VAN NOORD-HOLLAND
..228/232,228V/L
HOLLAND IN VROEGER TYD
..DL.V 836
Leeuwen,S.v. 1685 BATAVIA ILLUSTRATA
--1242
Lud.Smids,M.D. 1737 SCHATKAMER DER NED. OUDHEDEN
..22
MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN KUNST
..DL.WATERLAND EN OMGEVING 4
NEDERLANDSE LEEUW
..1900 Jrg.18 204
REPERTORIUM
..DL.I 303
Schellart,A.I.J.M.
..div.artikelen in Mappen Schellart
Schoemaker,A. 1729 BESCHRYVING EN AFBEELDING ETC.
WESTFRIESLAND
--DL.I E
TYDSCHRIFT HET HUIS OUD EN NIEUW
..1908 349,E
TYDSCHRIFT WESTERHEEM
..2/3 1983 155
WINKLER PRINS ENCYCLOPEDIE
..6e druk DL.II 538
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: J.L.M.Voets
Beschrijving gemaakt: 4-10-2000
Auteur: J.L.M.Voets
Beschrijving gemaakt: 4-10-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.