Wedde / Addingaborg
BASISREGISTRATIE [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Wedde / Addingaborg
Wedde / Addingaborg
Locatie
Adres: Hoofdweg 7, 9688 AA Wedde
Wedde
Gemeente Bellingwedde
Provincie Groningen
Het kasteel is strategisch gelegen op een zandrug in een bocht van de Westerwoldse Aa, daar waar de oude weg Groningen - Slochteren - Winschoten - Bourtange - Lingen - Westfalen (huidige Hoofdweg) deze kruist, aan de zuidzijde van de bebouwde kom van Wedde.
Adres: Hoofdweg 7, 9688 AA Wedde
Wedde
Gemeente Bellingwedde
Provincie Groningen
Het kasteel is strategisch gelegen op een zandrug in een bocht van de Westerwoldse Aa, daar waar de oude weg Groningen - Slochteren - Winschoten - Bourtange - Lingen - Westfalen (huidige Hoofdweg) deze kruist, aan de zuidzijde van de bebouwde kom van Wedde.
Typologie
De plattegrond van het oudste deel, met een muurdikte van 1.30 m en de afmetingen 8.40 x 10.50 m, passen bij het type woontoren.
De plattegrond van het oudste deel, met een muurdikte van 1.30 m en de afmetingen 8.40 x 10.50 m, passen bij het type woontoren.
Etymologie
Het kasteel is vernoemd naar het naburige dorp Wedde (Wedde komt van wede = doorwaadbare plaats, in de Westerwoldse A). Het huis te Wedde wordt ook wel Addingaborg genoemd naar de eerste bouwheer Egge I Addinga.
Het kasteel is vernoemd naar het naburige dorp Wedde (Wedde komt van wede = doorwaadbare plaats, in de Westerwoldse A). Het huis te Wedde wordt ook wel Addingaborg genoemd naar de eerste bouwheer Egge I Addinga.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 12-08-2011
Huidige functie:
De voorgevel van het oudste deel ligt gericht naar het zuidwesten. Aan weerszijden van de traptoren staan vlakke sobere topgevels met grote ramen met 18e eeuwse indeling. Behalve het reliëf boven de deur van de traptoren is er geen decoratie. De huizen zijn gedekt door een zadeldak met korte schoorsteen. Het complex ligt op een omgrachte borgklip. Het ensemble ligt in een parkachtige omgeving met omgrachting (voormalige buitengracht). De in 2010/ 11 vernieuwde rechte houten brug over de binnengracht leidt direct naar de borg. Aan de grachtrand is een restant van het zuidwestelijke bastion herkenbaar.
Laatst bijgewerkt: 12-08-2011
Huidige functie:
De voorgevel van het oudste deel ligt gericht naar het zuidwesten. Aan weerszijden van de traptoren staan vlakke sobere topgevels met grote ramen met 18e eeuwse indeling. Behalve het reliëf boven de deur van de traptoren is er geen decoratie. De huizen zijn gedekt door een zadeldak met korte schoorsteen. Het complex ligt op een omgrachte borgklip. Het ensemble ligt in een parkachtige omgeving met omgrachting (voormalige buitengracht). De in 2010/ 11 vernieuwde rechte houten brug over de binnengracht leidt direct naar de borg. Aan de grachtrand is een restant van het zuidwestelijke bastion herkenbaar.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Delen van het middeleeuwse huis zijn in het huidige huis bewaard gebleven. Het huidige kasteel bestaat uit twee ongelijke beuken met aan de westzijde een achtkantige traptoren. De begane grond van de zuidvleugel is de voormalige kelder van de woontoren. Aan de zuidwest kant van het kasteel zijn nog de resten van een overhoeks vierkant bastion te zien, de drie andere bastions zijn door beplanting aangegeven (de verbindingsmuren niet!), de plek van het poortgebouw is door stenen gemarkeerd, het geheel is omgeven door de binnengracht en daarom heen een buitengracht.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Delen van het middeleeuwse huis zijn in het huidige huis bewaard gebleven. Het huidige kasteel bestaat uit twee ongelijke beuken met aan de westzijde een achtkantige traptoren. De begane grond van de zuidvleugel is de voormalige kelder van de woontoren. Aan de zuidwest kant van het kasteel zijn nog de resten van een overhoeks vierkant bastion te zien, de drie andere bastions zijn door beplanting aangegeven (de verbindingsmuren niet!), de plek van het poortgebouw is door stenen gemarkeerd, het geheel is omgeven door de binnengracht en daarom heen een buitengracht.
Afmetingen
Dankzij archeologisch onderzoek zijn de exacte afmetingen van de woontoren en het kasteelterrein bekend. De woontoren is 8.40 x 10.50 m. Het kasteelterrein exclusief de grachten meet 47 x 47 m.
Dankzij archeologisch onderzoek zijn de exacte afmetingen van de woontoren en het kasteelterrein bekend. De woontoren is 8.40 x 10.50 m. Het kasteelterrein exclusief de grachten meet 47 x 47 m.
Oudste vermelding
Datum: 1391, 1 juni
Bron: RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3, (http://www.cartago.nl/oorkonde/fal003).
Het huis te Wedde wordt in 1391 in een oorkonde genoemd, als volgt: ' Egghen kinderen Addinghe unde myd eren rechten na komelinghen unde myd den vor warere des huses to Wedde van erer weghene'. RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3, (http://www.cartago.nl oorkonde/ fal003). In 1392 is voor het eerst sprake van het 'slotte te Wedde',(RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 603, reg. 4, http://www.cartago.nl, oorkonde/ fal004).
Datum: 1391, 1 juni
Bron: RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3, (http://www.cartago.nl/oorkonde/fal003).
Het huis te Wedde wordt in 1391 in een oorkonde genoemd, als volgt: ' Egghen kinderen Addinghe unde myd eren rechten na komelinghen unde myd den vor warere des huses to Wedde van erer weghene'. RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3, (http://www.cartago.nl oorkonde/ fal003). In 1392 is voor het eerst sprake van het 'slotte te Wedde',(RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 603, reg. 4, http://www.cartago.nl, oorkonde/ fal004).
Bezitsgeschiedenis
In de tweede helft van de 14e eeuw verliet Egge Addinga het Friese Reiderland om zich in het Westfaalse Westerwolde door de bisschop van Münster met de landsheerlijkheid in Westerwolde en door de abt van Corvey met domeingoederen aldaar te laten belenen. De abt van Corvey stond een Addinga toe op de domeingoederen een stenen huis te bouwen. Dit is de oorsprong van het huis te Wedde. Nadien volgden de Haye’s en Egge’s elkaar op. In het eerste kwart van de 16e eeuw woonde Jurjen Addinga er. Na zijn dood in 1523 zocht zijn echtgenote Anna Tedema ten gevolge van 'gewalt ende oppressie' van de kant van de bisschop van Münster steun bij Karel, hertog van Gelre, in 1518 door de stad Groningen als landsheer erkend. Hierop verdreef de bisschop haar van Wedde. In 1530 heroverde Berend van Hackfort het kasteel. Voortaan zetelde een door Karel van Gelre benoemde drost (van de heerlijkheid Westerwolde) op Wedde. In 1536 werd keizer Karel V de nieuwe heer van Stad en Lande en de heerlijkheid Westerwolde. Zijn bevelhebber George Schenck van Toutenburg veroverde in hetzelfde jaar Wedde. Twee jaar later beleende Karel V zijn bevelhebber met ''t huis en slot tot Wedden' enz. Op zijn beurt installeerde hij er drosten. Pogingen (tot 1571) van Haye III Addinga om zijn bezit terug te krijgen liepen op niets uit. In 1561 kocht Johan van Ligne, graaf van Aremberg, de heerlijkheid Westerwolde, inclusief Wedde. In de 80-jarige oorlog was het kasteel wisselend in Staatse, of Spaanse handen, totdat Willem Lodewijk van Nassau het definitief veroverde in 1593. Tijdens het Twaalfjarig Bestand verkocht de weduwe van Karel van Aremberg de heerlijkheid Westerwolde (+ Wedde) aan de koopman Willem van der Hove te Alkmaar in 1617. Vanwege financiële problemen verkocht deze alles aan de stad Groningen. Voortaan zetelden in Wedde haar drosten, in de Franse tijd baljuwen geheten. In 1828 besloot de gemeenteraad van Wedde tot verkoop op afbraak. Notaris Mr. A. H. Koning kocht echter de borg, schathuis, hoven, binnen- en buitensingels, lanen met bomen en plantsoenen. Het kasteel bleef in particuliere handen totdat het in 1955 overging in handen van het waterschap Westerwolde. In 1977 betrok de Streekraad Oost-Groningen het kasteel. In 1990 werd het eigendom van de gemeente Bellingwedde, deze verhuurt het geheel sedert 2008 aan de Stichting De Burcht Wedde. Deze gaat hier een kinderkasteel, erfgoedlogies, evenemententuin en een café/restaurant exploiteren.
In de tweede helft van de 14e eeuw verliet Egge Addinga het Friese Reiderland om zich in het Westfaalse Westerwolde door de bisschop van Münster met de landsheerlijkheid in Westerwolde en door de abt van Corvey met domeingoederen aldaar te laten belenen. De abt van Corvey stond een Addinga toe op de domeingoederen een stenen huis te bouwen. Dit is de oorsprong van het huis te Wedde. Nadien volgden de Haye’s en Egge’s elkaar op. In het eerste kwart van de 16e eeuw woonde Jurjen Addinga er. Na zijn dood in 1523 zocht zijn echtgenote Anna Tedema ten gevolge van 'gewalt ende oppressie' van de kant van de bisschop van Münster steun bij Karel, hertog van Gelre, in 1518 door de stad Groningen als landsheer erkend. Hierop verdreef de bisschop haar van Wedde. In 1530 heroverde Berend van Hackfort het kasteel. Voortaan zetelde een door Karel van Gelre benoemde drost (van de heerlijkheid Westerwolde) op Wedde. In 1536 werd keizer Karel V de nieuwe heer van Stad en Lande en de heerlijkheid Westerwolde. Zijn bevelhebber George Schenck van Toutenburg veroverde in hetzelfde jaar Wedde. Twee jaar later beleende Karel V zijn bevelhebber met ''t huis en slot tot Wedden' enz. Op zijn beurt installeerde hij er drosten. Pogingen (tot 1571) van Haye III Addinga om zijn bezit terug te krijgen liepen op niets uit. In 1561 kocht Johan van Ligne, graaf van Aremberg, de heerlijkheid Westerwolde, inclusief Wedde. In de 80-jarige oorlog was het kasteel wisselend in Staatse, of Spaanse handen, totdat Willem Lodewijk van Nassau het definitief veroverde in 1593. Tijdens het Twaalfjarig Bestand verkocht de weduwe van Karel van Aremberg de heerlijkheid Westerwolde (+ Wedde) aan de koopman Willem van der Hove te Alkmaar in 1617. Vanwege financiële problemen verkocht deze alles aan de stad Groningen. Voortaan zetelden in Wedde haar drosten, in de Franse tijd baljuwen geheten. In 1828 besloot de gemeenteraad van Wedde tot verkoop op afbraak. Notaris Mr. A. H. Koning kocht echter de borg, schathuis, hoven, binnen- en buitensingels, lanen met bomen en plantsoenen. Het kasteel bleef in particuliere handen totdat het in 1955 overging in handen van het waterschap Westerwolde. In 1977 betrok de Streekraad Oost-Groningen het kasteel. In 1990 werd het eigendom van de gemeente Bellingwedde, deze verhuurt het geheel sedert 2008 aan de Stichting De Burcht Wedde. Deze gaat hier een kinderkasteel, erfgoedlogies, evenemententuin en een café/restaurant exploiteren.
Bouwgeschiedenis
Vóór 1391 werd een rechthoekige woontoren gebouwd op een rivierduin, waarop een borgklip werd opgeworpen begrensd op ca. 6 m afstand door een 2 m. brede zoden wal (50 à 75 cm boven het oude maaiveld). Het geheel (ca. 30 x 30 m) was omgracht. Het is onbekend hoeveel verdiepingen deze toren heeft gehad. Nb. van het muurvlak van de huidige vleugel was waarschijnlijk ca. 1.50 m aangeaard. Mogelijk werd ca. 1460 gestart met de bouw van een schildmuur. Een conflict tussen Haye Addinga en de stad Groningen leidde in 1478 tot verwoesting van het kasteel. De in aanbouw zijnde schildmuur werd tot de waterspiegel en het kasteel tot op het huidige kelderdeel afgebroken. Na 1486 volgde herbouw, o.a. de kelder werd hersteld en overkluisd en aan de zuidwest zijde kwam een ingangsportaal annex traptoren (bij de opgraving in 1955 teruggevonden). Toen Anna Tedema na 1523 er de scepter zwaaide werd het kasteel omschreven als 'een oldt veerkant Vriesche stijns mitt een graffte'.Nadat het kasteel door Berend van Hackfort was ingenomen werd kort na de verovering in 1530 een nieuwe ringmuur gebouwd in de bestaande gracht op verticale (vnl. eiken) palen als onderheiïng. De stenen werden verkregen uit afgebroken huizen en een afgebroken kerk (Oostwold of Vlagtwedde?). Deze weermuur bestond uit een vierkante omwalling van 47 x 47 m met vier diagonale hoekbastions met vierkant grondplan van 8 x 8 m en een poortgebouw annex gevangenissen, met op de weermuur gemakken. De merkwaardig concave muren werden aan de binnenzijde aangeaard (ruim 4 m. breed). Waarschijnlijk werd de woontoren om ballistische redenen verlaagd. Tevens werd nu belendend aan de noordzijde van de woontoren een nieuwe behuizing gebouwd in de vorm van een rechthoekige beuk (7.10 x 16.10 m) met een polygonale traptoren van twee verdiepingen. Mogelijk trad George Schenck van Toutenburg (George overleed in 1540, zijn zoon Karel volgde hem op) als bouwheer op, gelet op de aanwezigheid van zijn wapensteen uit 1541 in de traptoren (nu een replica). Het is onbekend hoeveel schade tijdens de 80-jarige oorlog , met name in 1568 en 1593, is toegebracht, evenals tijdens de veroveringen door de Münsterse troepen in 1665/ 66 en in 1672.In het midden van de 18e eeuw werd de laatste van de vier hoektorens grotendeels geslecht, de andere evenals de ringmuur waren al verdwenen. Toen werden ook de beide vleugels van nieuwe vensters voorzien. In 1829 werd door notaris Koning het poortgebouw/ de gevangentoren gesloopt evenals een deel van het voormalige schathuis op de voorburcht. In de 19e eeuw werden ook delen van het muurwerk in de noordelijke vleugel vervangen. Bij een verbouwing in 1905 werd de traptoren verhoogd en van kloostervensters voorzien. Tussen 1955 – 1959 werd het gebouw ingrijpend gerestaureerd. De gracht aan de zuidwest zijde werd weer uitgegraven en overbrugd door een houten brug. In 1994 werd de rest van de binnengracht weer in ere hersteld. In 2010/ 2011 is het kasteel geschikt gemaakt voor zijn nieuwe bestemming en toegankelijk gemaakt door een iets bredere houten brug. Nb. de opgraving van Renaud maakte duidelijk dat de voorburcht door 16e eeuwse wijzigingen geheel vergraven was.
Vóór 1391 werd een rechthoekige woontoren gebouwd op een rivierduin, waarop een borgklip werd opgeworpen begrensd op ca. 6 m afstand door een 2 m. brede zoden wal (50 à 75 cm boven het oude maaiveld). Het geheel (ca. 30 x 30 m) was omgracht. Het is onbekend hoeveel verdiepingen deze toren heeft gehad. Nb. van het muurvlak van de huidige vleugel was waarschijnlijk ca. 1.50 m aangeaard. Mogelijk werd ca. 1460 gestart met de bouw van een schildmuur. Een conflict tussen Haye Addinga en de stad Groningen leidde in 1478 tot verwoesting van het kasteel. De in aanbouw zijnde schildmuur werd tot de waterspiegel en het kasteel tot op het huidige kelderdeel afgebroken. Na 1486 volgde herbouw, o.a. de kelder werd hersteld en overkluisd en aan de zuidwest zijde kwam een ingangsportaal annex traptoren (bij de opgraving in 1955 teruggevonden). Toen Anna Tedema na 1523 er de scepter zwaaide werd het kasteel omschreven als 'een oldt veerkant Vriesche stijns mitt een graffte'.Nadat het kasteel door Berend van Hackfort was ingenomen werd kort na de verovering in 1530 een nieuwe ringmuur gebouwd in de bestaande gracht op verticale (vnl. eiken) palen als onderheiïng. De stenen werden verkregen uit afgebroken huizen en een afgebroken kerk (Oostwold of Vlagtwedde?). Deze weermuur bestond uit een vierkante omwalling van 47 x 47 m met vier diagonale hoekbastions met vierkant grondplan van 8 x 8 m en een poortgebouw annex gevangenissen, met op de weermuur gemakken. De merkwaardig concave muren werden aan de binnenzijde aangeaard (ruim 4 m. breed). Waarschijnlijk werd de woontoren om ballistische redenen verlaagd. Tevens werd nu belendend aan de noordzijde van de woontoren een nieuwe behuizing gebouwd in de vorm van een rechthoekige beuk (7.10 x 16.10 m) met een polygonale traptoren van twee verdiepingen. Mogelijk trad George Schenck van Toutenburg (George overleed in 1540, zijn zoon Karel volgde hem op) als bouwheer op, gelet op de aanwezigheid van zijn wapensteen uit 1541 in de traptoren (nu een replica). Het is onbekend hoeveel schade tijdens de 80-jarige oorlog , met name in 1568 en 1593, is toegebracht, evenals tijdens de veroveringen door de Münsterse troepen in 1665/ 66 en in 1672.In het midden van de 18e eeuw werd de laatste van de vier hoektorens grotendeels geslecht, de andere evenals de ringmuur waren al verdwenen. Toen werden ook de beide vleugels van nieuwe vensters voorzien. In 1829 werd door notaris Koning het poortgebouw/ de gevangentoren gesloopt evenals een deel van het voormalige schathuis op de voorburcht. In de 19e eeuw werden ook delen van het muurwerk in de noordelijke vleugel vervangen. Bij een verbouwing in 1905 werd de traptoren verhoogd en van kloostervensters voorzien. Tussen 1955 – 1959 werd het gebouw ingrijpend gerestaureerd. De gracht aan de zuidwest zijde werd weer uitgegraven en overbrugd door een houten brug. In 1994 werd de rest van de binnengracht weer in ere hersteld. In 2010/ 2011 is het kasteel geschikt gemaakt voor zijn nieuwe bestemming en toegankelijk gemaakt door een iets bredere houten brug. Nb. de opgraving van Renaud maakte duidelijk dat de voorburcht door 16e eeuwse wijzigingen geheel vergraven was.
Afbeeldingen
Kopergravure van de inname van het huis te Wedde op 30 aug. 1593, uit het plaatwerk van Franz Hogenberg, in: Oude luister. Nb. niet geheel betrouwbaar (zie Hijszeler)! De afbeelding staat ook in Schoemaker, Andries, ca. 1713, fol. 469. Delfzijl en Wedde op een werktekening voor een atlas, Turijn, Archivio di Stato, Vol IV fol 95. (Van den Heuvel 1991, afb. 36, p. 61). Plattegrond van de borg te Wedde na de opgraving door Renaud. Hierin zijn alle fasen weergegeven (Renaud 1959, p. 6). Foto van de borg te Wedde na restauratie 1959 (Renaud, 1959, afb. 1). Plattegrond van de borg te Wedde vóór de verwoesting van 1478 (Renaud, 1959, p. 28). Plattegrond van de borg te Wedde na de bouw van de nieuwe vleugel met traptoren omstreeks 1540 (Renaud 1959, p.36). Detail van de kadasterkaart 1833 met borgterrein en omgeving (Renaud 1959, p. 41). Foto van de opgegraven van de fundering van het poortgebouw en de schildmuur (Renaud 1959 afb.7). Foto van het reliëf op de traptoren (Schellart 1975, p. 36). Foto van de borg vanaf het bastion (Schellart 1975, p. 37). Drie plattegronden van borg en borgterrein. A: voor 1478 (tekening M. Bloemendaal). B: omstreeks 1532 (tekening H. Wijnman). C: omstreeks 1540 en wat de aarden wal betreft aan de binnenzijde van de muren omstreeks 1570 (tekening H. Wijnman). Eig. RCE.
Kopergravure van de inname van het huis te Wedde op 30 aug. 1593, uit het plaatwerk van Franz Hogenberg, in: Oude luister. Nb. niet geheel betrouwbaar (zie Hijszeler)! De afbeelding staat ook in Schoemaker, Andries, ca. 1713, fol. 469. Delfzijl en Wedde op een werktekening voor een atlas, Turijn, Archivio di Stato, Vol IV fol 95. (Van den Heuvel 1991, afb. 36, p. 61). Plattegrond van de borg te Wedde na de opgraving door Renaud. Hierin zijn alle fasen weergegeven (Renaud 1959, p. 6). Foto van de borg te Wedde na restauratie 1959 (Renaud, 1959, afb. 1). Plattegrond van de borg te Wedde vóór de verwoesting van 1478 (Renaud, 1959, p. 28). Plattegrond van de borg te Wedde na de bouw van de nieuwe vleugel met traptoren omstreeks 1540 (Renaud 1959, p.36). Detail van de kadasterkaart 1833 met borgterrein en omgeving (Renaud 1959, p. 41). Foto van de opgegraven van de fundering van het poortgebouw en de schildmuur (Renaud 1959 afb.7). Foto van het reliëf op de traptoren (Schellart 1975, p. 36). Foto van de borg vanaf het bastion (Schellart 1975, p. 37). Drie plattegronden van borg en borgterrein. A: voor 1478 (tekening M. Bloemendaal). B: omstreeks 1532 (tekening H. Wijnman). C: omstreeks 1540 en wat de aarden wal betreft aan de binnenzijde van de muren omstreeks 1570 (tekening H. Wijnman). Eig. RCE.
Bronnen
Het geheim dagboek van de Groninger stadssecretaris Johan Julsing, 1598 – 1594, 2009, Groninger bronnenreeks 2, Assen, p. 97, 134, 139, 143-144, 147-148 en 150-151. Schoemaker, Andries, Ca. 1731, Afbeeldinge en korte beschrijving van Groningen en Ommelanden, RHC Groninger Archieven, Toegang 835, inventaris 477, fol. 469.Voor God en zijn koning. Het verdrag van kolonel Francisco Verdugo over zijn jaren als legerleider en gouverneur namens Filips II in Stad en Lande van Groningen, Drenthe, Friesland, Overijssel en Lingen (1581 – 1595), 2009, Groninger bronnen reeks 3, Assen, p. 241, 246, 249 en 252-253. RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3 (http://www.cartago.nl, oorkonde/fal003). RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 603, reg. 4 (http://www.cartago.nl, oorkonde/fal004).
Het geheim dagboek van de Groninger stadssecretaris Johan Julsing, 1598 – 1594, 2009, Groninger bronnenreeks 2, Assen, p. 97, 134, 139, 143-144, 147-148 en 150-151. Schoemaker, Andries, Ca. 1731, Afbeeldinge en korte beschrijving van Groningen en Ommelanden, RHC Groninger Archieven, Toegang 835, inventaris 477, fol. 469.Voor God en zijn koning. Het verdrag van kolonel Francisco Verdugo over zijn jaren als legerleider en gouverneur namens Filips II in Stad en Lande van Groningen, Drenthe, Friesland, Overijssel en Lingen (1581 – 1595), 2009, Groninger bronnen reeks 3, Assen, p. 241, 246, 249 en 252-253. RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3 (http://www.cartago.nl, oorkonde/fal003). RHC Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 603, reg. 4 (http://www.cartago.nl, oorkonde/fal004).
Literatuur
Broek, J. van den, 1984/ 85, 'Hoe de bisschop van Munster Westerwolde kwijtraakte. Een pleitnota voor Karel Schenk van Tautenburg uit 1540/ 1541', in: Groningse volksalmanak, Groningen.Buursma, A. en M. van der Ploeg, 2008, Groningen, Stad en Ommeland. Van Lauwerszee tot Dollard tou, van Drenthe tot aan ’t wad. Dorpen, plaatsen, gehuchten. Bedum, p. 560 Groenendijk, H.A. en P. van Rijn, 1996, 'Een woud voor een weermuur. De Wedderborg in het bezettingsjaar 1530 en het bosbestand van Westerwolde', in: Gronings Historisch Jaarboek, p. 9 – 28. Herwig, R.H., De Wedderburcht, in Buiten, 3(1909) nr. 45, 545, 552-554. Herwig, R.H., De Wedderburcht, Het Huis Oud & Nieuw, 10(1912), 399-407.Heuvel, C. van den, 1991, 'Papiere Bolwercken'. De introductie van de Italiaanse stede- en vestingbouw in de Nederlanden (1540-1609) en het gebruik van tekeningen. Alpen aan den Rijn, afb. 36, p. 61. Hijszeler, F.R., 1969, “Een topografische prent”, in: Geschiedenis van stad en Ommelanden in kaart, Gids voor de lustrumtentoonstelling, z. pl., p. 57-62. Janssen, H.L., J.M.M. Kylstra-Wielinga en B.Olde Meierink, 1996, 1000 jaar kastelen in Nederland, Utrecht, p. 86-89, 109, 129, 131, 244.Kok, J.W., 2011, 'Als de stenen van de burcht in Wedde konden praten, dan...', Westerwolde. Tijdschrift van de vereniging voor Genealogie en Historie, jrg. 32, nr. 1, p. 2. Mulder, J., Het Huis te Wedde, zijn geschiedenis en zijn rol in de slag bij Heiligerlee, Spiegel der Historie, 3(1968) nr. 6, 185-201.Oude luister van het Groninger land. Groninger museum voor Stad en lande, 1961, cat. 225 + afbeelding.Renaud, J.G.N. en E.van Dijk, 1959, Het Huis te Wedde, Groningen.Schellart A.I.J.M., 1975, Kastelen, Deventer, p. 209.Stenvert, R., Chr. Kolman, B. Olde Meierink en S. Broekhoven, 1998, Monumenten in Nederland. Groningen. Zeist/Zwolle, p. 222-223.
Broek, J. van den, 1984/ 85, 'Hoe de bisschop van Munster Westerwolde kwijtraakte. Een pleitnota voor Karel Schenk van Tautenburg uit 1540/ 1541', in: Groningse volksalmanak, Groningen.Buursma, A. en M. van der Ploeg, 2008, Groningen, Stad en Ommeland. Van Lauwerszee tot Dollard tou, van Drenthe tot aan ’t wad. Dorpen, plaatsen, gehuchten. Bedum, p. 560 Groenendijk, H.A. en P. van Rijn, 1996, 'Een woud voor een weermuur. De Wedderborg in het bezettingsjaar 1530 en het bosbestand van Westerwolde', in: Gronings Historisch Jaarboek, p. 9 – 28. Herwig, R.H., De Wedderburcht, in Buiten, 3(1909) nr. 45, 545, 552-554. Herwig, R.H., De Wedderburcht, Het Huis Oud & Nieuw, 10(1912), 399-407.Heuvel, C. van den, 1991, 'Papiere Bolwercken'. De introductie van de Italiaanse stede- en vestingbouw in de Nederlanden (1540-1609) en het gebruik van tekeningen. Alpen aan den Rijn, afb. 36, p. 61. Hijszeler, F.R., 1969, “Een topografische prent”, in: Geschiedenis van stad en Ommelanden in kaart, Gids voor de lustrumtentoonstelling, z. pl., p. 57-62. Janssen, H.L., J.M.M. Kylstra-Wielinga en B.Olde Meierink, 1996, 1000 jaar kastelen in Nederland, Utrecht, p. 86-89, 109, 129, 131, 244.Kok, J.W., 2011, 'Als de stenen van de burcht in Wedde konden praten, dan...', Westerwolde. Tijdschrift van de vereniging voor Genealogie en Historie, jrg. 32, nr. 1, p. 2. Mulder, J., Het Huis te Wedde, zijn geschiedenis en zijn rol in de slag bij Heiligerlee, Spiegel der Historie, 3(1968) nr. 6, 185-201.Oude luister van het Groninger land. Groninger museum voor Stad en lande, 1961, cat. 225 + afbeelding.Renaud, J.G.N. en E.van Dijk, 1959, Het Huis te Wedde, Groningen.Schellart A.I.J.M., 1975, Kastelen, Deventer, p. 209.Stenvert, R., Chr. Kolman, B. Olde Meierink en S. Broekhoven, 1998, Monumenten in Nederland. Groningen. Zeist/Zwolle, p. 222-223.
Documentatie
Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3 (http://www.cartago.nl, oorkonde/ fal003; geraadpleegd 11-03-2011).Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 603, reg. 4 (http://www.cartago.nl, oorkonde/fal004; geraadpleegd 11-03-2011).
Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 602, reg. 3 (http://www.cartago.nl, oorkonde/ fal003; geraadpleegd 11-03-2011).Groninger Archieven, Familiearchief Lewe, inv.nr. 603, reg. 4 (http://www.cartago.nl, oorkonde/fal004; geraadpleegd 11-03-2011).
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 8925
ODB-beschrijving: 'Huis te Wedde. Op een omgracht terrein gelegen Borg bestaande uit een oudere vleugel, waarvan de kelder nog wel uit plm 1370. stamt en bij een herbouw eind 15e eeuw door gewelven overkluisd is. Aan de noordzijde 16e eeuwse vleugel. Op de scheiding van beide bouwdelen een veelhoekige traptoren waarin wapensteen Schenck van Toutenburg 1541. Van de ommuring met rechthoekige bastions op de hoeken zijn delen zichtbaar gelaten en geconserveerd. Ter uitvoering van artikel 10, lid 3 van de Monumentenwet werd op 28 april 1972 overgeschreven door de Bewaarder van de Hypotheken en het Kadaster te Groningen in deel 2173/73 het Monumentenregister voor de gemeente Bellingwedde, waarin onder meer opgenomen het pand Hoofdweg 7 te Wedde, kadastraal vermeld gemeente Wedde sectie D nummers 2383 en 2452. In de omschrijving van het monument wordt genoemd het jaartal 1730. Hiervoor dient thans gelezen te worden 1370'.
Status:
Monumentnummer: 8925
ODB-beschrijving: 'Huis te Wedde. Op een omgracht terrein gelegen Borg bestaande uit een oudere vleugel, waarvan de kelder nog wel uit plm 1370. stamt en bij een herbouw eind 15e eeuw door gewelven overkluisd is. Aan de noordzijde 16e eeuwse vleugel. Op de scheiding van beide bouwdelen een veelhoekige traptoren waarin wapensteen Schenck van Toutenburg 1541. Van de ommuring met rechthoekige bastions op de hoeken zijn delen zichtbaar gelaten en geconserveerd. Ter uitvoering van artikel 10, lid 3 van de Monumentenwet werd op 28 april 1972 overgeschreven door de Bewaarder van de Hypotheken en het Kadaster te Groningen in deel 2173/73 het Monumentenregister voor de gemeente Bellingwedde, waarin onder meer opgenomen het pand Hoofdweg 7 te Wedde, kadastraal vermeld gemeente Wedde sectie D nummers 2383 en 2452. In de omschrijving van het monument wordt genoemd het jaartal 1730. Hiervoor dient thans gelezen te worden 1370'.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (www.ruimtelijkeplannen.nl [geraadpleegd WL 12-08-2011]: 'Tijdelijke ontheffing buitenplans' (?). Identificatie: NL.IMRO.0007.TOWEDDEBURCHT-VG01. Vastgesteld 18-05-2011. )
Bestemming: ('Tijdelijke ontheffing buitenplans' )
Bestemmingsplan: J (www.ruimtelijkeplannen.nl [geraadpleegd WL 12-08-2011]: 'Tijdelijke ontheffing buitenplans' (?). Identificatie: NL.IMRO.0007.TOWEDDEBURCHT-VG01. Vastgesteld 18-05-2011. )
Bestemming: ('Tijdelijke ontheffing buitenplans' )
Auteur en datum
Auteur: F. Hijszeler, T.J. Keizer, J.W. van den Heuvel
Beschrijving gemaakt: 22-1-2009
Auteur: F. Hijszeler, T.J. Keizer, J.W. van den Heuvel
Beschrijving gemaakt: 22-1-2009
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
Opgraving 1955-1956 door J.G.N. Renaud,1994 booronderzoek + proefsleuven naar de 16e-eeuwse grachten (H.A. Groenendijk en P. van Rijn)
Opgraving 1955-1956 door J.G.N. Renaud,1994 booronderzoek + proefsleuven naar de 16e-eeuwse grachten (H.A. Groenendijk en P. van Rijn)
Overig onderzoek
2009 ARC archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (Buitenhuis 2009). O.S. Knottnerus te Zuidbroek is bezig (2010) met een onderzoek naar de geschiedenis van het Dollard gebied. Hij is tot de conclusie gekomen dat de St. Marcellisvloed van 1362, die ervoor zorgde, dat de Addinga’s uit Reiderland werden verdreven niet juist is. Renaud had op grond hiervan de conclusie getrokken dat Egge Addinga zich ca. 1370 te Wedde had gevestigd.
2009 ARC archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (Buitenhuis 2009). O.S. Knottnerus te Zuidbroek is bezig (2010) met een onderzoek naar de geschiedenis van het Dollard gebied. Hij is tot de conclusie gekomen dat de St. Marcellisvloed van 1362, die ervoor zorgde, dat de Addinga’s uit Reiderland werden verdreven niet juist is. Renaud had op grond hiervan de conclusie getrokken dat Egge Addinga zich ca. 1370 te Wedde had gevestigd.
Geomorfologische codering
|h BEBOUW
|h BEBOUW
Bodemkundige codering
|h BEBOUW
|h BEBOUW
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.