Oudste vermelding
Datum: 1545
Bron: Bergman, F.J., 1980, De havezate Vechterweerd en haar bewoners. Zwolle: 11.
"' Huys den Blijnden Houderen'"
De geschiedenis van Vechterweer gaat waarschijnlijk verder terug dan 1616. Vechterweerd zou in de 16e en begin 17e eeuw waarschijnlijk 'Blinde Hoenderen' of 'Blinthoen' geheten hebben. In een akte uit 1608 wordt 'De Blinden Hoenderen' ook wel 'Den Weert' genoemd, een naam die verwantschap vertoont met de naam Vechterweerd. Allebei worden ze eerst tot het buurtschap Oosterdalfsen gerekend en later tot de buurtschap Emmen. Het goed 'De Blinde Hoender' wordt voor het eerst vermeld in een akte uit 1520. In een akte uit 1545 wordt gesproken van een 'Huys'.
Bezitsgeschiedenis
Vechterweerd werd in de 16e eeuw 'Blinde Hoender' genoemd. In 1545 wordt er in een akte gesproken van 'Huys den Blijnden Houderen' dat aan Bitter van Reede, zoon van Adriaan van Reede, zal worden toegekend. Godert Adriaan van Reede erfde ' De Blinde Hoender' na de dood van zijn vader Adriaan in 1612. Hij was waarschijnlijk degene die omstreeks 1613 het huis heeft verbouwd en uitgebreid. In 1622 kocht Herman Roelinck het goed. Het huis vererfde in 1652 op zijn oudste zoon Derk Roelinck. In 1711 kwam het in het bezit van Fenna Hendrina Roelinck. Zij huwde in 1713 met Egbert Greven. Het huis Vechterweerd bezat toen drie kamers met een vuurstede. In de 17e eeuw was er een brouwerij aan het huis verbonden. In 1733 werd het beschreven als een 'zeer vermakelijk lusthuis'. Na de dood van Fenna Hendrika Roelinck kreeg Herman Joan Greven Vechterweerd in zijn bezit en vervolgens zijn zoon Egbert Hendrik. Na de dood van Greven in 1832 vererfde Vechterweerd op zijn kleinkinderen. Het beheer werd door hun vader gevoerd en na zijn dood in 1834 door een neef, Oswald Francois Greven. Door hem werd in 1835 een groot deel van Vechterweerd verkocht. In 1844 werd Vechterweerd door de erfgenamen Greven te koop aangeboden. Het goed bestond uit een 'heerenbehuizinge, stalling, tuinmanswoning, boerenerven, katersteden, bouw- en groengronden (...)'. Het huis werd op afbraak verkocht aan Hendrik Kleinhoonte, die het in 1845 liet slopen. Na de afbraak van het huis werd het huisperceel verkaveld, de bomen werden gekapt en de tuinen verkaveld en geschikt gemaakt voor weideland. In 1872 werd het complex te koop aangeboden. Gerrigje van der Kolk, weduwe van Gerrit Jan Hofman, werd de koopster. Vechterweerd erfde later op Heideltje Hofman, die getrouwd was met Jan Willem van der Vegt. In 1907 kreeg zoon Willem het voormalige huisperceel van de havezate in zijn bezit. Hij huwde met Hendrikje van Lenthe en overleed in 1950. In 1951 verwierf Gerrit Lindeboom, gehuwd met hun dochter Hendrikje van der Vegt, de landbouwerswoning met schuur, stookhut, hooiberg, bouwland, grasland, water en weg te Vegterweerd.
Bouwgeschiedenis
Vechterweerd werd in de 16e eeuw 'Blinde Hoender' genoemd. In 1545 wordt er in een akte gesproken van 'Huys den Blijnden Houderen' dat aan Bitter van Reede, zoon van Adriaan van Reede, zal worden toegekend. Hier wordt dus gesproken van een 'huys', een uit stenen opgetrokken behuizing, die op deze manier toch enigszins versterkt was. Het is niet zeker wie dit huis heeft laten bouwen. Adriaan van Reede zou het als een soort voorpost van het kasteel Saasveld in Salland hebben kunnen laten bouwen. Het zou dan een soort spijker geweest zijn met wat vertrekken voor de heer erbij. Een andere mogelijkheid is dat het door Roelof van de Rutenborgch is neergezet als buitenverblijf tijdens de zomermaanden en als spijker voor zijn goederen. Godert Adriaan van Reede erfde 'De Blinde Hoender' na de dood van zijn vader Adriaan in 1612. Hij was waarschijnlijk degene die omstreeks 1613 het huis heeft verbouwd en uitgebreid. De prent uit het begin van de 18e eeuw toont laat namelijk een huis zien bestaande uit vroeg 17e eeuwse bouwsels. Niet lang na de verbouwing, op 25 april 1614 vinden we de naam 'Vechterweerd' voor het eerst vermeld: 'Ende is tot dijckgreve van de Groten Hermalijn gekozen die jonge heer van Reede tot Vechterweerd'. In 1713 bezat het huis Vechterweerd drie kamers met een vuurstede. In de 17e eeuw was er een brouwerij aan het huis verbonden. In 1733 werd het beschreven als een ' zeer vermakelijk lusthuis'. In 1844 werd Vechterweerd door de erfgenamen Greven te koop aangeboden. Het goed bestond uit een 'heerenbehuizinge, stalling, tuinmanswoning, boerenerven, katersteden, bouw- en groengronden (...)'. Het huis werd op afbraak verkocht aan Hendrik Kleinhoonte, die het in 1845 liet slopen. Na de afbraak van het huis werd het huisperceel verkaveld, de bomen werden gekapt en de tuinen verkaveld en geschikt gemaakt voor weideland. In 1872 werd het complex te koop aangeboden. De grachten en de visvijver groeiden dicht tot een moerasachtig geheel en zouden in 1978 geheel verdwijnen. Het puin van het huis is waarschijnlijk verkocht om als wegverhardings middel te worden gebruikt. (Bergman 1980: 54-55).