Oudste vermelding
Datum: 30-01-1305
Bron: Charter, R.A. 's-Gravenhage: archief heerlijkheid Altena
"'dat huus te Ghiecen'"
Op 30 januari 1305 getuigt het stedelijk bestuur van Woudrichem dat hun heer, Gerard van Horne, het huis te Giessen, door hem in onderpand gehouden van de hertog van Gelre, in het bezit heeft genomen vanwege de schade die hem en zijn poorters is aangedaan door Hugeman van Giessen. 'Wi richter, scepene, raet ende die ghemeene poert van Woudrichem maken cont ende kenlije metter waerheit alle denghenen, die desen brief soelen sien ende horen lesen, dat h. Gheraert onse here, die here van Horne ende van Althena, dat huus te Ghiecen, dat hem die grave van Ghelre tenen onderpande gheset hadde alse vore sine ghevanghen, wittelike ende wale hilt in alle dien voerwaerden, dat hem gheset was, iehent diere tijt, dat Hugheman van Ghiecen ende sine knapen namen onsen porteren van Woudrichem ende up onsen here achte ende twintich hoeft vers ende tien verken, ende dat was acht daghe voer dien dach dat huus van Giecen te broken wart, ende dat betoende onse here van Horne den grave van Gelre, ende daeraf en wart hem gheen bericht, ende want hem daeraf gheen bericht en wart, dede in sinen wille met sinen onderpande, alsoe alse sine voerwaerden waren. In orconde van desen brieve besegelt mit onsen ghemeenre poert zeghele ende ghegheven int jaer ons Heren dertien hondertich jaer ende vive des Vriendaghes voer onser Vrouwen licht misse.'
Bezitsgeschiedenis
Voor 1305 was het huis in bezit van Hugheman van Giessen. Gerard van Horne, die het in onderpand had van de hertog van Gelre, nam het huis in 1305 in, om de schade die hem door Hugheman aangedaan was, te vergoeden. In 1407 was het huis weer in handen van Arent van Giessen, en het bleef tot 1481 in die familie. Toen werd het verkocht aan Jacob Spiering Dirckszoon, voogd van de waanzinnige erfdochter Van Giessen. Deze verkocht het huis enige jaren later door aan Jan van Outheusden. In 1569 werd diens kleindochter, Maria van Outheusden, gehuwd met Sebastiaan Woutersz. van Warendorp, met het goed beleend. Via een zekere Cornelis Geritsz. komt het goed in 1596 in handen van jonker Arnout Pels. In 1735 was Charles Joseph d'Overschie eigenaar, die het datzelfde jaar verkocht aan Matthijs Beelaerts, heer van Emmichoven, die het goed in 1742 grotendeels weer verkocht. In 1782 is Geertruijd Adriana du Bois uit Rotterdam eigenaar van de heerlijkheid Giessen. Haar echtgenoot, Willem, graaf van Hogendorp, verkocht de heerlijkheid in 1800 aan Herman van der Colff uit Woudrichem [door P. v.d. Wielen gedaan, maar hij ging nog niet uit van Giessen I en Giessen II, mogelijk moet de bezitsgeschiedenis verdeeld worden over deze twee objecten, M. Verhoeckx 16-09-2010].
Historische betekenis
Het huis was de zetel van de heerlijkheid Giessen.
Bouwgeschiedenis
Het huis bestond al in 1305. In 1306 werd het verwoest in een conflict. Later bouwde men op dit terrein een hofstede (van Eeten 2004, 52). Ten noorden hiervan werd later opnieuw een versterkt huis gebouwd (Giessen II).