Borgharen
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Borgharen
Borgharen
Locatie
Adres: Kasteelstraat 4, 6223 BJ
Borgharen
Gemeente Maastricht
Provincie Limburg
Het kasteel is gelegen ten noorden van Maastricht tussen de beide delen van het huidige dorp Borgharen, ten noordwesten van de oorspronkelijke kern van het dorp, op korte afstand van de Maas
Adres: Kasteelstraat 4, 6223 BJ
Borgharen
Gemeente Maastricht
Provincie Limburg
Het kasteel is gelegen ten noorden van Maastricht tussen de beide delen van het huidige dorp Borgharen, ten noordwesten van de oorspronkelijke kern van het dorp, op korte afstand van de Maas
Typologie
(ca. 12e eeuw)
(ca. 15e eeuw)
(ca. 16e eeuw)
De oudste vorm van het huidige huis is een door een gracht en ringmuur omgeven woontoren uit de 12e eeuw. Na verwoesting ervan werd de toren in de 15e eeuw weer opgebouwd en uitgebreid. In de 16e eeuw werd het huis in fase verder uitgebreid.
(ca. 12e eeuw)
(ca. 15e eeuw)
(ca. 16e eeuw)
De oudste vorm van het huidige huis is een door een gracht en ringmuur omgeven woontoren uit de 12e eeuw. Na verwoesting ervan werd de toren in de 15e eeuw weer opgebouwd en uitgebreid. In de 16e eeuw werd het huis in fase verder uitgebreid.
Etymologie
Het huis werd vernoemd naar de plaats waarbij het gebouwd werd en de naam veranderde in samenhang hiermee in de tijd van Hara, Haren, Opharen, Borghaeren naar Borgharen.
Het huis werd vernoemd naar de plaats waarbij het gebouwd werd en de naam veranderde in samenhang hiermee in de tijd van Hara, Haren, Opharen, Borghaeren naar Borgharen.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: augustus 2015
Huidige functie:
Door de huidige eigenaren zijn de gebouwen van de aan de noordoostzijde van het kasteel gelegen pachtboerderij en voorhof gerestaureerd en in gebruik genomen als woning en Bed & Breakfast. Het kasteel is momenteel onbewoond, maar het is de bedoeling van de huidige eigenaren om het ook te restaureren.
Laatst bijgewerkt: augustus 2015
Huidige functie:
Door de huidige eigenaren zijn de gebouwen van de aan de noordoostzijde van het kasteel gelegen pachtboerderij en voorhof gerestaureerd en in gebruik genomen als woning en Bed & Breakfast. Het kasteel is momenteel onbewoond, maar het is de bedoeling van de huidige eigenaren om het ook te restaureren.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar: (Betreft kelderlaagt toren en deel ringmuur)
Zichtbaar: (Bouwdelen uit de 15e en 16e eeuw)
Grondgebruik:
In het thans nog aanwezige gebouwencomplex zijn diverse onderdelen van het oorspronkelijke kasteel opgenomen, zoals de kelderlaag van de centrale woontoren en het cirkelvormige deel van de ringmuur.
Zichtbaar: (Betreft kelderlaagt toren en deel ringmuur)
Zichtbaar: (Bouwdelen uit de 15e en 16e eeuw)
Grondgebruik:
In het thans nog aanwezige gebouwencomplex zijn diverse onderdelen van het oorspronkelijke kasteel opgenomen, zoals de kelderlaag van de centrale woontoren en het cirkelvormige deel van de ringmuur.
Afmetingen
De aangegeven totale afmetingen (ca. 120x190m) betreffen het totale terrein van de door een brede gracht omgeven herenhuis (ca. 95x110m) en de ten noordoosten daarvan aanwezige kasteelhoeve en pachtboerderij.
De aangegeven totale afmetingen (ca. 120x190m) betreffen het totale terrein van de door een brede gracht omgeven herenhuis (ca. 95x110m) en de ten noordoosten daarvan aanwezige kasteelhoeve en pachtboerderij.
Oudste vermelding
Datum: 1208
Bron: akte
De oudst bekende vermelding van het kasteel betreft een akte uit 1208, waarin Adam van Haren, ridder, heer tot Borgharen als getuige optrad.
Datum: 1208
Bron: akte
De oudst bekende vermelding van het kasteel betreft een akte uit 1208, waarin Adam van Haren, ridder, heer tot Borgharen als getuige optrad.
Bezitsgeschiedenis
De oudst bekende bewoner van het kasteel was ridder Adam van Haren, die als getuige in een akte uit 1208 als heer tot Borgharen wordt vermeld. Hoewel er in een pauselijke bul uit zowel 1178 als uit 1182 sprake is van cijns te Hare t.b.v. de proosdij Meerssen en Adam Van Haren in 1244 werd bevolen om aan zijn cijnsverplichtingen t.b.v. van diezelfde de proosdij te voldoen, kan hieruit niet met zekerheid worden gesteld dat het kasteel al in 1178 zou hebben bestaan. Via vererving blijft het kasteel tot 1402 binnen de familie Van Haren, om vervolgens in dat jaar via vererving over te gaan naar Arnold van Hamel. Via het huwelijk van diens dochter Margaretha met Frederik Scheiffart van Merode ging Borgharen in 1450 over naar de familie Van Merode. Vanwege financiële problemen werd Borgharen in 1647 verkocht aan Philibert van Isendoorn à Blois. Ook deze nieuwe eigenaar kwam in financiële problemen en kort na zijn overlijden werd Borgharen in 1677 middels een veiling verkocht aan Johan van der Heyden de Blisia. De katholieke Philibert en zijn vrouw werden na hun overlijden in de kelder van het huis bijgezet. Door het huwelijk van Marie Louise, de kleindochter van Johan van der Heyden de Blisia, met Michiel Hendrik baron de Rosen ging het goed vervolgens in 1732 over naar de familie De Rosen. In de jaren daarna kwam Borgharen via vererving in de vrouwelijke linie in het bezit van diverse andere families. Zo kwam in 1840 Borgharen in het bezit van graaf Pierre Oscar Maximilien Fréderic Louis de Brigode de Kemlandt, lid van de Nationale Vergadering te Parijs. Via het huwelijk van zijn dochter ging Borgharen vervolgens in 1872 over naar baron Raphael de Selys Longchamps. In 1951 verkocht zijn kleindochter Borgharen aan de Amsterdamse hotellier De Cocq, die het kasteel exploiteerde als vakantiehuis voor personeel van het Amsterdamse trambedrijf. In 1976 werd het kasteel met toegangspoort, maar zonder kasteelhoeve en pachtboerderij verkocht aan de antiquair H.Veenhuizen. Na een periode van leegstand is het kasteel thans eigendom van de familie Bessems. Deze familie was reeds eerder eigenaar van de kasteelhoeve en de pachtboerderij, die na een grondige restauratie thans in gebruik zijn als woning en Bed & Breakfast accommodatie.
De oudst bekende bewoner van het kasteel was ridder Adam van Haren, die als getuige in een akte uit 1208 als heer tot Borgharen wordt vermeld. Hoewel er in een pauselijke bul uit zowel 1178 als uit 1182 sprake is van cijns te Hare t.b.v. de proosdij Meerssen en Adam Van Haren in 1244 werd bevolen om aan zijn cijnsverplichtingen t.b.v. van diezelfde de proosdij te voldoen, kan hieruit niet met zekerheid worden gesteld dat het kasteel al in 1178 zou hebben bestaan. Via vererving blijft het kasteel tot 1402 binnen de familie Van Haren, om vervolgens in dat jaar via vererving over te gaan naar Arnold van Hamel. Via het huwelijk van diens dochter Margaretha met Frederik Scheiffart van Merode ging Borgharen in 1450 over naar de familie Van Merode. Vanwege financiële problemen werd Borgharen in 1647 verkocht aan Philibert van Isendoorn à Blois. Ook deze nieuwe eigenaar kwam in financiële problemen en kort na zijn overlijden werd Borgharen in 1677 middels een veiling verkocht aan Johan van der Heyden de Blisia. De katholieke Philibert en zijn vrouw werden na hun overlijden in de kelder van het huis bijgezet. Door het huwelijk van Marie Louise, de kleindochter van Johan van der Heyden de Blisia, met Michiel Hendrik baron de Rosen ging het goed vervolgens in 1732 over naar de familie De Rosen. In de jaren daarna kwam Borgharen via vererving in de vrouwelijke linie in het bezit van diverse andere families. Zo kwam in 1840 Borgharen in het bezit van graaf Pierre Oscar Maximilien Fréderic Louis de Brigode de Kemlandt, lid van de Nationale Vergadering te Parijs. Via het huwelijk van zijn dochter ging Borgharen vervolgens in 1872 over naar baron Raphael de Selys Longchamps. In 1951 verkocht zijn kleindochter Borgharen aan de Amsterdamse hotellier De Cocq, die het kasteel exploiteerde als vakantiehuis voor personeel van het Amsterdamse trambedrijf. In 1976 werd het kasteel met toegangspoort, maar zonder kasteelhoeve en pachtboerderij verkocht aan de antiquair H.Veenhuizen. Na een periode van leegstand is het kasteel thans eigendom van de familie Bessems. Deze familie was reeds eerder eigenaar van de kasteelhoeve en de pachtboerderij, die na een grondige restauratie thans in gebruik zijn als woning en Bed & Breakfast accommodatie.
Historische betekenis
Leden van de familie van Haren zijn in de dertiende en veertiende eeuw voor de hertog van Brabant voogd van Maastricht geweest.
Leden van de familie van Haren zijn in de dertiende en veertiende eeuw voor de hertog van Brabant voogd van Maastricht geweest.
Bouwgeschiedenis
Hoewel de oudst bekende vermelding van de heerlijkheid (Borg)haren stamt uit begin dertiende eeuw, zal het oorspronkelijke kasteel waarschijnlijk in de twaalfde eeuw zijn gebouwd. Het gebouw bestond toen uit een vierkante toren met uitwendige afmetingen van ca. 14x14m en een muurdikte van ca. 2m. De toren zal waarschijnlijk wel door een gracht zijn omgeven. In de dertiende eeuw werd er rondom de toren een ovale ringmuur gebouwd, waarvan het zuidwestelijke gedeelte thans nog onderdeel vormt van de huidige bebouwing. I In 1318 werden toren en ringmuur tot op het kelderniveau door de bisschop van Luik verwoest, vanwege onenigheid over tolheffing. Na weer te zijn opgebouwd, werd het kasteel in 1483 door Robert I van Arenberg heer van Sedan geplunderd en verwoest. Korte tijd daarna heeft de toenmalige eigenaar Frederik Scheiffart van Merode de toren en ringmuur weer hersteld en aangevuld met de onderbouw van de twee thans nog aanwezige zijtorens. In de loop van de zestiende eeuw werd het zuidwestelijke gedeelte van de ringmuur verhoogd en de ruimte tussen toren en ringmuur ingevuld met een tweelaagse bebouwing. De in renaissancestijl opgetrokken gevel, voorzien van stenen kruisvensters met erboven een fronton, werd bekroond door een bijzondere topgevelconstructie en dakkapellen. De toren zelf stak hierboven uit en werd bekroond met een ingesnoerd schilddak met gezwenkte dakvlakken en een spits. Daarnaast werden de beide zijtorens verhoogd tot 3 bouwlagen boven de kelderlaag en voorzien van een schilddak met spits. In de zeventiende eeuw werd tijdens het beheer van Philibert van Isendoorn à Blois en zijn vrouw Aley ab Agris het inmiddels sterk verwaarloosde kasteel weer bewoonbaar gemaakt. Daarbij werd de gracht verlegd, werden de beide zijvleugels aan het kasteel toegevoegd. In die periode werd tevens het gesloopte voorhof vervangen door een u-vormige voorhof, waarvan thans nog twee L-vormige delen over zijn. Het zuidwestelijke gedeelte van de beide benen van de U zijn in de negentiende eeuw gesloopt, terwijl een deel van het middenstuk in de twintigste eeuw is gesloopt. Begin achttiende eeuw vonden diverse interne verbouwing plaats, waarbij in de toren een nieuwe hal met een monumentale trap werd gerealiseerd en op de verdiepingen diverse kamers opnieuw werden ingericht en gedecoreerd. In de tweede helft van de achttiende eeuw werd door de toenmalige eigenaar Karel Servaas de Rosen de buitengevel aangepast aan de toenmalige smaak, waarbij alle daarop aanwezige decoraties verdwenen. Verder werd de middentoren verlaagd en werd het tussen beide zijtorens gelegen bouwdeel door één gebogen dak overkapt. Begin negentiende eeuw werden de gevels van een pleisterlaag voorzien, die vervolgens eind negentiende eeuw bij de verbouwing door P.J.H.Cuypers weer werd verwijderd. Bij deze laatste verbouwing werden ook alle vensterpartijen gewijzigd. Bij deze verbouwingen is tevens het huidige poortgebouw met portierswoning aan de zuidoostzijde van het complex gerealiseerd. Omstreeks 1950 werden de door Cuypers aangebrachte wijzigingen weer ongedaan gemaakt. Door de huidige eigenaren zijn de gebouwen van de pachtboerderij grondig gerestaureerd en zal de komende jaren ook het kasteel worden gerestaureerd.
Hoewel de oudst bekende vermelding van de heerlijkheid (Borg)haren stamt uit begin dertiende eeuw, zal het oorspronkelijke kasteel waarschijnlijk in de twaalfde eeuw zijn gebouwd. Het gebouw bestond toen uit een vierkante toren met uitwendige afmetingen van ca. 14x14m en een muurdikte van ca. 2m. De toren zal waarschijnlijk wel door een gracht zijn omgeven. In de dertiende eeuw werd er rondom de toren een ovale ringmuur gebouwd, waarvan het zuidwestelijke gedeelte thans nog onderdeel vormt van de huidige bebouwing. I In 1318 werden toren en ringmuur tot op het kelderniveau door de bisschop van Luik verwoest, vanwege onenigheid over tolheffing. Na weer te zijn opgebouwd, werd het kasteel in 1483 door Robert I van Arenberg heer van Sedan geplunderd en verwoest. Korte tijd daarna heeft de toenmalige eigenaar Frederik Scheiffart van Merode de toren en ringmuur weer hersteld en aangevuld met de onderbouw van de twee thans nog aanwezige zijtorens. In de loop van de zestiende eeuw werd het zuidwestelijke gedeelte van de ringmuur verhoogd en de ruimte tussen toren en ringmuur ingevuld met een tweelaagse bebouwing. De in renaissancestijl opgetrokken gevel, voorzien van stenen kruisvensters met erboven een fronton, werd bekroond door een bijzondere topgevelconstructie en dakkapellen. De toren zelf stak hierboven uit en werd bekroond met een ingesnoerd schilddak met gezwenkte dakvlakken en een spits. Daarnaast werden de beide zijtorens verhoogd tot 3 bouwlagen boven de kelderlaag en voorzien van een schilddak met spits. In de zeventiende eeuw werd tijdens het beheer van Philibert van Isendoorn à Blois en zijn vrouw Aley ab Agris het inmiddels sterk verwaarloosde kasteel weer bewoonbaar gemaakt. Daarbij werd de gracht verlegd, werden de beide zijvleugels aan het kasteel toegevoegd. In die periode werd tevens het gesloopte voorhof vervangen door een u-vormige voorhof, waarvan thans nog twee L-vormige delen over zijn. Het zuidwestelijke gedeelte van de beide benen van de U zijn in de negentiende eeuw gesloopt, terwijl een deel van het middenstuk in de twintigste eeuw is gesloopt. Begin achttiende eeuw vonden diverse interne verbouwing plaats, waarbij in de toren een nieuwe hal met een monumentale trap werd gerealiseerd en op de verdiepingen diverse kamers opnieuw werden ingericht en gedecoreerd. In de tweede helft van de achttiende eeuw werd door de toenmalige eigenaar Karel Servaas de Rosen de buitengevel aangepast aan de toenmalige smaak, waarbij alle daarop aanwezige decoraties verdwenen. Verder werd de middentoren verlaagd en werd het tussen beide zijtorens gelegen bouwdeel door één gebogen dak overkapt. Begin negentiende eeuw werden de gevels van een pleisterlaag voorzien, die vervolgens eind negentiende eeuw bij de verbouwing door P.J.H.Cuypers weer werd verwijderd. Bij deze laatste verbouwing werden ook alle vensterpartijen gewijzigd. Bij deze verbouwingen is tevens het huidige poortgebouw met portierswoning aan de zuidoostzijde van het complex gerealiseerd. Omstreeks 1950 werden de door Cuypers aangebrachte wijzigingen weer ongedaan gemaakt. Door de huidige eigenaren zijn de gebouwen van de pachtboerderij grondig gerestaureerd en zal de komende jaren ook het kasteel worden gerestaureerd.
Afbeeldingen
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2012, geraadpleegd juli 2015; - kadastrale minuutkaart gemeente Borgharen, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 01, geraadpleegd juli 2015; - Ferrariskaart 1777, nr. 210, Fauquemont, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd juni 2015; - De Tranchotkaart 73 Rekem- 74 West Valkenburg, onderdeel van de Tranchotkaart van het gebied tussen Maas en Rijn, 1803-1820, http://imagebase.ubvu.vu.nl/cdm/ref/collection/krt/id/5629, geraadpleegd juni 2015; - plattegrond kasteel met bouwfasering, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 350; - schematische tekening van kasteel Borgharen in ca. 1500, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 349; - tekening kasteel vanuit zuidwesten omstreeks 1740 door Jan de Beijer, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 348; - Luchtfoto vanuit het oosten, Huygen, C.A., 1960, Borgharen van burchttoren tot woonkasteel, Guldenreeks van Limburgse monumenten nr. 1, Maastricht, 5; - diverse foto's en tekeningen kasteel Borgharen, beeldbank RCE;
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2012, geraadpleegd juli 2015; - kadastrale minuutkaart gemeente Borgharen, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 01, geraadpleegd juli 2015; - Ferrariskaart 1777, nr. 210, Fauquemont, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd juni 2015; - De Tranchotkaart 73 Rekem- 74 West Valkenburg, onderdeel van de Tranchotkaart van het gebied tussen Maas en Rijn, 1803-1820, http://imagebase.ubvu.vu.nl/cdm/ref/collection/krt/id/5629, geraadpleegd juni 2015; - plattegrond kasteel met bouwfasering, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 350; - schematische tekening van kasteel Borgharen in ca. 1500, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 349; - tekening kasteel vanuit zuidwesten omstreeks 1740 door Jan de Beijer, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 348; - Luchtfoto vanuit het oosten, Huygen, C.A., 1960, Borgharen van burchttoren tot woonkasteel, Guldenreeks van Limburgse monumenten nr. 1, Maastricht, 5; - diverse foto's en tekeningen kasteel Borgharen, beeldbank RCE;
Bronnen
- http://watwaswaar.nl/#bE-2u-8-1-1v-1-3j28-CJs---3lI, geraadpleegd juli 2015; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd juli 2015; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd ???????????; - http://www.limburg.nl/e_Loket/Atlas_Limburg/Thematische_viewers/Kunst_en_Cultuur/ geraadpleegd juli 2015; - http://ruimtelijkeplannen.nl, geraadpleegd juli 2015; - http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd juli 2015; - http://imagebase.ubvu.vu.nl/cdm/deepzoom/collection/krt/id/5629/show/5623, Tranchotkaarten, geraadpleegd juli 2015; - http://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/alle-afbeeldingen/?q=kasteel+Borgharen, geraadpleegd augustus 2015;
- http://watwaswaar.nl/#bE-2u-8-1-1v-1-3j28-CJs---3lI, geraadpleegd juli 2015; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd juli 2015; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd ???????????; - http://www.limburg.nl/e_Loket/Atlas_Limburg/Thematische_viewers/Kunst_en_Cultuur/ geraadpleegd juli 2015; - http://ruimtelijkeplannen.nl, geraadpleegd juli 2015; - http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd juli 2015; - http://imagebase.ubvu.vu.nl/cdm/deepzoom/collection/krt/id/5629/show/5623, Tranchotkaarten, geraadpleegd juli 2015; - http://beeldbank.cultureelerfgoed.nl/alle-afbeeldingen/?q=kasteel+Borgharen, geraadpleegd augustus 2015;
Literatuur
- Corten, A, 1979, Kasteel Borgharen (1), uitgave Limburgs Landschap aflevering 22, 24-27; - Corten, A, 1979, Kasteel Borgharen (2), uitgave Limburgs Landschap aflevering 23, 25-28; - Habets. J., 1873, De voormalige heerlijkheid Borgharen, eene bijdrage tot de geschiedenis van het land van Valkenburg, PSHAL10, Maastricht, 391-549; - Habets, J., 1884, Geschiedenis van het leenhof en de leenen van Valkenburg, Roermond, 240-241; - Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 347-351; - Huygen, C.A., 1960, Borgharen van burchttoren tot woonkasteel, Guldenreeks van Limburgse monumenten nr. 1, Maastricht; - Overvoorde, J.C., 1926, Voorlopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, deel VIII, de provincie Limburg, 's Gravenhage, 36-38; - Timmers, J.J.M., 1949, De laatste bouwphase van het kasteel Borgharen, PSHAL LXXXV, Maastricht; - Vemer, J.C., 1966, Zuid Limburg land vol kastelen, Maastricht, 53-56; - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen in Limburg, Hoensbroek, 53 ,89;
- Corten, A, 1979, Kasteel Borgharen (1), uitgave Limburgs Landschap aflevering 22, 24-27; - Corten, A, 1979, Kasteel Borgharen (2), uitgave Limburgs Landschap aflevering 23, 25-28; - Habets. J., 1873, De voormalige heerlijkheid Borgharen, eene bijdrage tot de geschiedenis van het land van Valkenburg, PSHAL10, Maastricht, 391-549; - Habets, J., 1884, Geschiedenis van het leenhof en de leenen van Valkenburg, Roermond, 240-241; - Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 347-351; - Huygen, C.A., 1960, Borgharen van burchttoren tot woonkasteel, Guldenreeks van Limburgse monumenten nr. 1, Maastricht; - Overvoorde, J.C., 1926, Voorlopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, deel VIII, de provincie Limburg, 's Gravenhage, 36-38; - Timmers, J.J.M., 1949, De laatste bouwphase van het kasteel Borgharen, PSHAL LXXXV, Maastricht; - Vemer, J.C., 1966, Zuid Limburg land vol kastelen, Maastricht, 53-56; - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen in Limburg, Hoensbroek, 53 ,89;
Documentatie
Coördinaten
Coordinaten: 50°52'39.98''N, 5°41'10.76''O
Kaartblad: 61F; , x: 176,06, y: 320,91, precisie 2
Coordinaten: 50°52'39.98''N, 5°41'10.76''O
Kaartblad: 61F; , x: 176,06, y: 320,91, precisie 2
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 529988
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving van het gehele complex:In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS BORGHAREN met HOOFDGEBOUW (529989), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (529990), TOEGANGSHEK (529991), TOEGANGSBRUG (529992), TUINVAZEN (529993), BRUG (529994), TUINMUUR MET HEK (529995), KADEMUREN (529996), POORTGEBOUW (529997), BURCHTHOEVE (529998), PACHTHOEVE (529999), TUINMUREN rondom voormalige moestuin (530000). Waardering van het complex:De HISTORISCHE BUITENPLAATS BORGHAREN is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang: a) vanwege de ouderdom; b) vanwege de bouwgeschiedenis; c) als voorbeeld van een in oorsprong 13de-eeuwse versterkte burcht met ringmuur en donjon, die vanaf de 16de eeuw tot een lustoord/buitenplaats is ontwikkeld; d) vanwege de visuele samenhang tussen de complexonderdelen. Omschrijving HOOFDGEBOUW (Borgharen, 529989): Op een vierkant omgracht terrein gesitueerd kasteel bestaande uit een in oorsprong 13de-eeuwse hoofdvleugel van een souterrain en twee bouwlagen op een half ovaal grondplan, die verschillende malen tot in de 18de eeuw is verbouwd, en twee laat-15de-eeuwse vierkante torens van drie bouwlagen. In 1895 heeft architect P.J.H. Cuypers het kasteel onder handen genomen. Op de torens sluiten twee vooruitspringende, lagere deels 16de-eeuwse, deels 17de-eeuwse zijvleugels aan die een cour d'honneur omvatten. De hoofdvleugel met vlakke frontgevel heeft een ovaal afgeronde achterzijde (west), deels gevormd door een restant van de ringmuur van de oorspronkelijk 13de-eeuwse burcht, waarvan ook het in het huis opgenomen restant van de vierkante donjon deel uitmaakt (de donjon werd in 1318 grotendeels verwoest). Deze westgevel heeft een steile plint van zwaar muurwerk van grote zandsteenblokken waartussen afdeklagen - hetzelfde geldt voor de donjon - daarboven op circa 1.70 meter hoogte regelmatig gelaagd breuksteenwerk (van na 1318) van zandsteen afgedekt door een geprofileerde 16de-eeuwse lijst waarboven twee bouwlagen van het mergelstenen muurwerk (van na 1555). In het plintgedeelte bevinden zich ronde geprofileerde schietgaten in vierkante hardstenen omlijstingen en ronde vensters waarvan één een 16de-eeuwse smeedijzeren afsluiting bezit. In de twee bouwlagen verschillende soorten vensters gevat in onregelmatig geblokte, hardstenen omlijstingen, in gladde hardstenen omlijstingen en in uit oudere fragmenten samengestelde lijsten; boven enkele vensters zijn sporen van vroegere driehoekfrontons. De symmetrische voorgevel (oost) van zeven vensterassen is in de 18de eeuw in Franse trant vernieuwd en opnieuw met mergel bekleed met een hardstenen trapbordes, dat over de gehele breedte gedragen wordt door hardstenen segmentbogen op pijlers. In het trapbordes is opgenomen een dubbele toegangstrap met smeedijzeren leuningen in Lodewijk XVI stijl. Ook het met leien beklede mansardedak dateert uit deze periode. Vensters in rechthoekige hardstenen omlijstingen; centraal de toegangsdeur onder een balkon met smeedijzeren hek in Lodewijk XVI stijl met het jaartal 1785 en het alliantiewapen De Rosen en Van Buel; raamhekjes en bordesleuning met initialen dRvB. In 1895 is het kasteel onder leiding van Cuypers ontpleisterd en zijn de vensters gewijzigd.De vierkante torens aan weerszijden van de hoofdvleugel zijn vermoedelijk na 1483 toegevoegd en vervolgens na 1555 en in de loop van de 17de eeuw aan de toen heersende smaak aangepast. De toren is opgebouwd uit een zandstenen plint, bouwlagen van mergelblokken en een bakstenen bovenverdieping onder met leien gedekte ingesnoerde tentdak, waarvan de bekroningen, volgens jaartallen op de windvanen in 1821-1822 zijn hersteld en wellicht gewijzigd (de kap van de rechtertoren is thans in 2000 niet meer aanwezig). De bovenverdieping is uitgevoerd in Maaslandse renaissance met mergelstenen sierdelen van hoekblokken, sporen van cartouches en daklijst met consoles; vensters met tussendorpels en in- en uitgezwenkte zijpenanten onder halfronde mergelstenen ontlastingsbogen. De lage zijvleugels van twee bouwlagen onder met leien gedekte schilddaken zijn opgetrokken uit baksteen met mergelstenen hoekblokken, banden en consoles; de achtergevel is voor een groot deel bekleed met hardsteen waarin schietspleten. De plinten van de kopse gevels zijn bekleed met gebosseerde hardsteenblokken, die rusten op de keermuur aan de gracht. De gevels aan de pleinzijde van deze in oorsprong 16de-eeuwse vleugels werden in de 17de eeuw in Maaslandse renaissancestijl herbouwd (1648-1669). Op de begane grond hardstenen geblokte vensters met tussendorpels en hardsteen omlijste deuren; op de verdieping horizontale tweelichtvensters; voor de latere vensters hardstenen fragmenten. In de linker zijvleugel was het koetshuis annex paardenstal gevestigd, herkenbaar aan de twee dubbele rondboogdeuren (thans vernieuwd) en in het interieur aan de ijzeren ruiven en hardstenen waterbakken; verder troggewelfjes. In het INTERIEUR is ondermeer van belang de 18de-eeuwse rijke aankleding en decoratie in Lodewijk XVI stijl grotendeels van de hand van de Limburgse architect Matthias Soiron met centrale hal en trappenhuis met eikenhouten balustertrap met rijk versierde trappaal in Lodewijk XV stijl en op het bordes een huisaltaar in wandkast met antependium en rentabel door M. de Lovinfosse uit 1781 en 1801. Om de centrale hal zijn de verschillende vertrekken gegroepeerd: a) eetzaal ('witte zaal' genoemd) in Lodewijk XVI stijl onder meer met lambrisering, stucplafond, schoorsteenmantel met spiegel en gestuukte bovendeurstukken; b) grote zaal met lage lambrisering, stucplafond, marmeren schoorsteenmantel met bovenboezem voorzien van spiegel en decoratiefstucwerk (oorspronkelijk met geschilderd behang uit 1790 van de hand van M. de Lovinfosse); c) een halfronde vestibule geeft toegang tot de Blauwe kamer met ronde plattegrond, rijk stucwerk, marmeren schoorsteenmantel en een alkoof met koepelvormig plafond; d) de Romaanse kamer met rijk stucwerk en een alkoof (oorspronkelijk was deze kamer voorzien van wandschilderingen uit circa 1890); e) de Chinese kamer met schilderingen. In het gouvernantevertrek eenvoudige stucdecoraties in rococovormen. In de linker toren een archiefkamer geheel ingericht door architect Cuypers in 1895 met een moer- en kinderbalkenplafond voorzien van wapens van de families, donkerhouten lambrisering waarin een archiefkast is opgenomen, eikenhouten vloer, een schouwpartij. Vanuit deze kamer oorspronkelijk toegang tot een kas. Kelders onder de donjon met muren van een breedte van 2 tot 2,30 meter, zijn overkluisd door een tongewelf evenals de westelijk gelegen wijnkelder met kleine afgescheiden ruimte die ooit dienst deed als grafkelder van familie Philibert van Isendorn à Blois (1677); zuidelijke kelder heeft kappen op segmentbogen; noordelijk (keuken) troggewelven, zandstenen schouw, hardstenen gootsteen. Het HOOFDGEBOUW (Borgharen) is van algemeen belang: a) vanwege de ouderdom; b) vanwege de bouw- en ontwikkelingsgeschiedenis; c) vanwege de 13de-eeuwse restanten van de vroegste bouwperiode (ringmuur en donjon); d) vanwege het gaaf bewaarde 18de-eeuwse interieur met interieuronderdelen van M. Soiron; e) voor het oeuvre van architect P.J.H. Cuypers; f) vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumentnummer: 529989 t/m 530000
Betreffen de onderdelen: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (529990), TOEGANGSHEK (529991), TOEGANGSBRUG (529992), TUINVAZEN (529993), BRUG (529994), TUINMUUR MET HEK (529995), KADEMUREN (529996), POORTGEBOUW (529997), BURCHTHOEVE (529998), PACHTHOEVE (529999), TUINMUREN rondom voormalige moestuin (530000).
Status:
Monumentnummer: 529988
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving van het gehele complex:In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS BORGHAREN met HOOFDGEBOUW (529989), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (529990), TOEGANGSHEK (529991), TOEGANGSBRUG (529992), TUINVAZEN (529993), BRUG (529994), TUINMUUR MET HEK (529995), KADEMUREN (529996), POORTGEBOUW (529997), BURCHTHOEVE (529998), PACHTHOEVE (529999), TUINMUREN rondom voormalige moestuin (530000). Waardering van het complex:De HISTORISCHE BUITENPLAATS BORGHAREN is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang: a) vanwege de ouderdom; b) vanwege de bouwgeschiedenis; c) als voorbeeld van een in oorsprong 13de-eeuwse versterkte burcht met ringmuur en donjon, die vanaf de 16de eeuw tot een lustoord/buitenplaats is ontwikkeld; d) vanwege de visuele samenhang tussen de complexonderdelen. Omschrijving HOOFDGEBOUW (Borgharen, 529989): Op een vierkant omgracht terrein gesitueerd kasteel bestaande uit een in oorsprong 13de-eeuwse hoofdvleugel van een souterrain en twee bouwlagen op een half ovaal grondplan, die verschillende malen tot in de 18de eeuw is verbouwd, en twee laat-15de-eeuwse vierkante torens van drie bouwlagen. In 1895 heeft architect P.J.H. Cuypers het kasteel onder handen genomen. Op de torens sluiten twee vooruitspringende, lagere deels 16de-eeuwse, deels 17de-eeuwse zijvleugels aan die een cour d'honneur omvatten. De hoofdvleugel met vlakke frontgevel heeft een ovaal afgeronde achterzijde (west), deels gevormd door een restant van de ringmuur van de oorspronkelijk 13de-eeuwse burcht, waarvan ook het in het huis opgenomen restant van de vierkante donjon deel uitmaakt (de donjon werd in 1318 grotendeels verwoest). Deze westgevel heeft een steile plint van zwaar muurwerk van grote zandsteenblokken waartussen afdeklagen - hetzelfde geldt voor de donjon - daarboven op circa 1.70 meter hoogte regelmatig gelaagd breuksteenwerk (van na 1318) van zandsteen afgedekt door een geprofileerde 16de-eeuwse lijst waarboven twee bouwlagen van het mergelstenen muurwerk (van na 1555). In het plintgedeelte bevinden zich ronde geprofileerde schietgaten in vierkante hardstenen omlijstingen en ronde vensters waarvan één een 16de-eeuwse smeedijzeren afsluiting bezit. In de twee bouwlagen verschillende soorten vensters gevat in onregelmatig geblokte, hardstenen omlijstingen, in gladde hardstenen omlijstingen en in uit oudere fragmenten samengestelde lijsten; boven enkele vensters zijn sporen van vroegere driehoekfrontons. De symmetrische voorgevel (oost) van zeven vensterassen is in de 18de eeuw in Franse trant vernieuwd en opnieuw met mergel bekleed met een hardstenen trapbordes, dat over de gehele breedte gedragen wordt door hardstenen segmentbogen op pijlers. In het trapbordes is opgenomen een dubbele toegangstrap met smeedijzeren leuningen in Lodewijk XVI stijl. Ook het met leien beklede mansardedak dateert uit deze periode. Vensters in rechthoekige hardstenen omlijstingen; centraal de toegangsdeur onder een balkon met smeedijzeren hek in Lodewijk XVI stijl met het jaartal 1785 en het alliantiewapen De Rosen en Van Buel; raamhekjes en bordesleuning met initialen dRvB. In 1895 is het kasteel onder leiding van Cuypers ontpleisterd en zijn de vensters gewijzigd.De vierkante torens aan weerszijden van de hoofdvleugel zijn vermoedelijk na 1483 toegevoegd en vervolgens na 1555 en in de loop van de 17de eeuw aan de toen heersende smaak aangepast. De toren is opgebouwd uit een zandstenen plint, bouwlagen van mergelblokken en een bakstenen bovenverdieping onder met leien gedekte ingesnoerde tentdak, waarvan de bekroningen, volgens jaartallen op de windvanen in 1821-1822 zijn hersteld en wellicht gewijzigd (de kap van de rechtertoren is thans in 2000 niet meer aanwezig). De bovenverdieping is uitgevoerd in Maaslandse renaissance met mergelstenen sierdelen van hoekblokken, sporen van cartouches en daklijst met consoles; vensters met tussendorpels en in- en uitgezwenkte zijpenanten onder halfronde mergelstenen ontlastingsbogen. De lage zijvleugels van twee bouwlagen onder met leien gedekte schilddaken zijn opgetrokken uit baksteen met mergelstenen hoekblokken, banden en consoles; de achtergevel is voor een groot deel bekleed met hardsteen waarin schietspleten. De plinten van de kopse gevels zijn bekleed met gebosseerde hardsteenblokken, die rusten op de keermuur aan de gracht. De gevels aan de pleinzijde van deze in oorsprong 16de-eeuwse vleugels werden in de 17de eeuw in Maaslandse renaissancestijl herbouwd (1648-1669). Op de begane grond hardstenen geblokte vensters met tussendorpels en hardsteen omlijste deuren; op de verdieping horizontale tweelichtvensters; voor de latere vensters hardstenen fragmenten. In de linker zijvleugel was het koetshuis annex paardenstal gevestigd, herkenbaar aan de twee dubbele rondboogdeuren (thans vernieuwd) en in het interieur aan de ijzeren ruiven en hardstenen waterbakken; verder troggewelfjes. In het INTERIEUR is ondermeer van belang de 18de-eeuwse rijke aankleding en decoratie in Lodewijk XVI stijl grotendeels van de hand van de Limburgse architect Matthias Soiron met centrale hal en trappenhuis met eikenhouten balustertrap met rijk versierde trappaal in Lodewijk XV stijl en op het bordes een huisaltaar in wandkast met antependium en rentabel door M. de Lovinfosse uit 1781 en 1801. Om de centrale hal zijn de verschillende vertrekken gegroepeerd: a) eetzaal ('witte zaal' genoemd) in Lodewijk XVI stijl onder meer met lambrisering, stucplafond, schoorsteenmantel met spiegel en gestuukte bovendeurstukken; b) grote zaal met lage lambrisering, stucplafond, marmeren schoorsteenmantel met bovenboezem voorzien van spiegel en decoratiefstucwerk (oorspronkelijk met geschilderd behang uit 1790 van de hand van M. de Lovinfosse); c) een halfronde vestibule geeft toegang tot de Blauwe kamer met ronde plattegrond, rijk stucwerk, marmeren schoorsteenmantel en een alkoof met koepelvormig plafond; d) de Romaanse kamer met rijk stucwerk en een alkoof (oorspronkelijk was deze kamer voorzien van wandschilderingen uit circa 1890); e) de Chinese kamer met schilderingen. In het gouvernantevertrek eenvoudige stucdecoraties in rococovormen. In de linker toren een archiefkamer geheel ingericht door architect Cuypers in 1895 met een moer- en kinderbalkenplafond voorzien van wapens van de families, donkerhouten lambrisering waarin een archiefkast is opgenomen, eikenhouten vloer, een schouwpartij. Vanuit deze kamer oorspronkelijk toegang tot een kas. Kelders onder de donjon met muren van een breedte van 2 tot 2,30 meter, zijn overkluisd door een tongewelf evenals de westelijk gelegen wijnkelder met kleine afgescheiden ruimte die ooit dienst deed als grafkelder van familie Philibert van Isendorn à Blois (1677); zuidelijke kelder heeft kappen op segmentbogen; noordelijk (keuken) troggewelven, zandstenen schouw, hardstenen gootsteen. Het HOOFDGEBOUW (Borgharen) is van algemeen belang: a) vanwege de ouderdom; b) vanwege de bouw- en ontwikkelingsgeschiedenis; c) vanwege de 13de-eeuwse restanten van de vroegste bouwperiode (ringmuur en donjon); d) vanwege het gaaf bewaarde 18de-eeuwse interieur met interieuronderdelen van M. Soiron; e) voor het oeuvre van architect P.J.H. Cuypers; f) vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Monumentnummer: 529989 t/m 530000
Betreffen de onderdelen: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (529990), TOEGANGSHEK (529991), TOEGANGSBRUG (529992), TUINVAZEN (529993), BRUG (529994), TUINMUUR MET HEK (529995), KADEMUREN (529996), POORTGEBOUW (529997), BURCHTHOEVE (529998), PACHTHOEVE (529999), TUINMUREN rondom voormalige moestuin (530000).
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (Op het kasteelterrein is van toepassing het door de gemeenteraad van Maastricht in januari 2013 vastgestelde bestemmingsplan "Itteren-Borgharen" met als "enkelbestemming waarde afhankelijk van de locatie binnen het terrein gemengd, bedrijf of groen" en als "dubbelbestemming waarde Maastricht Erfgoed". )
Bestemming: (als enkelbestemming waarde gemengd, bedrijf of groen)
Bestemming: (als dubbelbestemming waarde Maastricht Erfgoed)
Bestemmingsplan: J (Op het kasteelterrein is van toepassing het door de gemeenteraad van Maastricht in januari 2013 vastgestelde bestemmingsplan "Itteren-Borgharen" met als "enkelbestemming waarde afhankelijk van de locatie binnen het terrein gemengd, bedrijf of groen" en als "dubbelbestemming waarde Maastricht Erfgoed". )
Bestemming: (als enkelbestemming waarde gemengd, bedrijf of groen)
Bestemming: (als dubbelbestemming waarde Maastricht Erfgoed)
Auteur en datum
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: augustus 2015
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: augustus 2015
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.