Borggraaf
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Borggraaf
Borggraaf
Locatie
Adres: De Borggraaf 1, 5973 NT
Lottum
Gemeente Horst aan de Maas
Provincie Limburg
Het kasteel De Borggraaf ligt ten oosten van Lottum aan de gelijknamige weg de Borggraaf, schuin tegenover het voormalige Huis Darth. De aangegeven vier hoekpunten betreffen de punten van de buitenste omgrachting.
Adres: De Borggraaf 1, 5973 NT
Lottum
Gemeente Horst aan de Maas
Provincie Limburg
Het kasteel De Borggraaf ligt ten oosten van Lottum aan de gelijknamige weg de Borggraaf, schuin tegenover het voormalige Huis Darth. De aangegeven vier hoekpunten betreffen de punten van de buitenste omgrachting.
Typologie
Het gaat hier om een vierkant kasteel.
Het gaat hier om een vierkant kasteel.
Etymologie
De naam de Borggraaf is waarschijnlijk een pars pro toto, waarbij de gracht rond het kasteelterrein de naam gegeven heeft aan het hele kasteel.
De naam de Borggraaf is waarschijnlijk een pars pro toto, waarbij de gracht rond het kasteelterrein de naam gegeven heeft aan het hele kasteel.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: april 2011
Huidige functie:
Het huidige kasteeltje bevindt zich nog in de staat zoals aangegeven onder het hoofdstuk bouwgeschiedenis.
Laatst bijgewerkt: april 2011
Huidige functie:
Het huidige kasteeltje bevindt zich nog in de staat zoals aangegeven onder het hoofdstuk bouwgeschiedenis.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar: (In tact en bewoond)
Grondgebruik:
Het kasteel is nog intact.
Zichtbaar: (In tact en bewoond)
Grondgebruik:
Het kasteel is nog intact.
Afmetingen
Afmetingen ingeschat op basis van de kadastrale minuut, gemeente Grubbenvorst, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 04, in combinatie met Google Earth
Afmetingen ingeschat op basis van de kadastrale minuut, gemeente Grubbenvorst, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 04, in combinatie met Google Earth
Oudste vermelding
Datum: 1501
Bron: Een regest van een verdelingsakte uit het jaar 1501 tussen de erfgenamen van Zeger van Merwijck en Agnes van Broekhuizen
De bron betreft een regest van een verdelingsakte uit het jaar 1501 tussen de erfgenamen van Zeger van Merwijck en Agnes van Broekhuizen. Hoewel bij de naam 'den hof Borggraef' geen melding gemaakt wordt van een huis, is in de naam 'Borggraef' de aanwezigheid van een 'borg' vervat.
Datum: 1501
Bron: Een regest van een verdelingsakte uit het jaar 1501 tussen de erfgenamen van Zeger van Merwijck en Agnes van Broekhuizen
De bron betreft een regest van een verdelingsakte uit het jaar 1501 tussen de erfgenamen van Zeger van Merwijck en Agnes van Broekhuizen. Hoewel bij de naam 'den hof Borggraef' geen melding gemaakt wordt van een huis, is in de naam 'Borggraef' de aanwezigheid van een 'borg' vervat.
Bezitsgeschiedenis
Voorzover bekend, werd de Borggraaf voor het eerst vermeld in een verdelingsakte uit het jaar 1501 tussen de erfgenamen van Zeger van Merwijck en Agnes van Broekhuizen, waarin wordt aangegeven dat hun derde zoon Peter “den hof Borggraef in Lottum” erft. Hoe het hof in hun bezit is gekomen, wie de vorige eigenaar was en in welke mate het hof was bebouwd is niet bekend.Uit archiefstukken blijkt vervolgens, dat tussen 1548 en 1559 De Borggraaf in handen is gekomen van Marten van Broekhuizen. Of dit middels vererving of door aankoop heeft plaatsgevonden is niet bekend. In 1559 wordt hij als “Merten von Oijen uff den Borchgraif” vermeld in een akte over de laatbank van de hof ten Kekhof onder Broekhuizenvorst gelegen. ( Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 256 t/m 273. ) Na de dood van Marten van Broekhuizen ging De Borggraaf over naar zijn zoon Jacob en na diens dood vervolgens naar zijn kleinzoon Johan van Broekhuizen, die vanaf omstreeks 1571 worden vermeld als genodigden door de Staten van het Overkwartier. Een en ander betekent, dat er sprake moet zijn van een riddermatige afkomst en een riddermatig goed. Na de dood van Johan van Broekhuizen heeft zijn vrouw Anna van Baexen De Borgraaf vanwege haar grote schuldenlast in 1627 moeten verkopen aan Geertruid Alexandrina van Broekhuizen. Daar zij vanwege het plotseling overlijden van haar broer haar ouderlijk huis, kasteel Ooijen erfde heeft Geertruid De Borggraaf in 1633 verkocht aan Hendrik van Aerdt. Via vererving blijft de Borggraaf tot 1760 in bezit van de familie Van Aerdt.Na de dood van, Franciscus Theodorus Arnoldus van Aerdt, de laatste mannelijke telg uit de familie Van Aerdt in 1760 ging De Borggraaf over naar de erfgenamen van zijn in 1757 overleden dochter Maria Albertina Antonetta van Aerdt, die in 1753 was getrouwd met Peter Mathijs Egbertus van Lom. Via Peter kwam De Borggraaf in het bezit van een familielid Philip Ludovicus van Lom, die getrouwd was met Maria Francisca van Baexen, de erfdochter van Huis Berg. Vanwege deze relatie gingen hun kinderen zich noemen naar Huis Berg en komen we vanaf circa 1800 de familienaam De Lom de Berg tegen.Na de dood van Philip en Maria gaat De Borggraaf in 1829 over naar hun zoon Hermanus Bernardus Albertus de Lom de Berg. Bij zijn overlijden werd De Borggraaf verdeeld over de vier dan nog levende kinderen. Daar geen van deze vier kinderen geïnteresseerd was in bewoning van de Borggraaf werden huis en pachterswoning verhuurd. In 1872 werd De Borggraaf uiteindelijk publiekelijk verkocht aan Gerardus Hermanus van Soest, een boomkweker uit Lottum.Bij zijn overlijden in 1900 ging De Borggraaf naar zijn dochter Petronella Judih Christina van Soest, die getrouwd was met Herman van de Voordt. Na het overlijden van hun enige zoon Gerard Herman van de Voordt voeren zijn zeven kinderen sedert 1997 gezamenlijk het beheer over De Borggraaf.
Voorzover bekend, werd de Borggraaf voor het eerst vermeld in een verdelingsakte uit het jaar 1501 tussen de erfgenamen van Zeger van Merwijck en Agnes van Broekhuizen, waarin wordt aangegeven dat hun derde zoon Peter “den hof Borggraef in Lottum” erft. Hoe het hof in hun bezit is gekomen, wie de vorige eigenaar was en in welke mate het hof was bebouwd is niet bekend.Uit archiefstukken blijkt vervolgens, dat tussen 1548 en 1559 De Borggraaf in handen is gekomen van Marten van Broekhuizen. Of dit middels vererving of door aankoop heeft plaatsgevonden is niet bekend. In 1559 wordt hij als “Merten von Oijen uff den Borchgraif” vermeld in een akte over de laatbank van de hof ten Kekhof onder Broekhuizenvorst gelegen. ( Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 256 t/m 273. ) Na de dood van Marten van Broekhuizen ging De Borggraaf over naar zijn zoon Jacob en na diens dood vervolgens naar zijn kleinzoon Johan van Broekhuizen, die vanaf omstreeks 1571 worden vermeld als genodigden door de Staten van het Overkwartier. Een en ander betekent, dat er sprake moet zijn van een riddermatige afkomst en een riddermatig goed. Na de dood van Johan van Broekhuizen heeft zijn vrouw Anna van Baexen De Borgraaf vanwege haar grote schuldenlast in 1627 moeten verkopen aan Geertruid Alexandrina van Broekhuizen. Daar zij vanwege het plotseling overlijden van haar broer haar ouderlijk huis, kasteel Ooijen erfde heeft Geertruid De Borggraaf in 1633 verkocht aan Hendrik van Aerdt. Via vererving blijft de Borggraaf tot 1760 in bezit van de familie Van Aerdt.Na de dood van, Franciscus Theodorus Arnoldus van Aerdt, de laatste mannelijke telg uit de familie Van Aerdt in 1760 ging De Borggraaf over naar de erfgenamen van zijn in 1757 overleden dochter Maria Albertina Antonetta van Aerdt, die in 1753 was getrouwd met Peter Mathijs Egbertus van Lom. Via Peter kwam De Borggraaf in het bezit van een familielid Philip Ludovicus van Lom, die getrouwd was met Maria Francisca van Baexen, de erfdochter van Huis Berg. Vanwege deze relatie gingen hun kinderen zich noemen naar Huis Berg en komen we vanaf circa 1800 de familienaam De Lom de Berg tegen.Na de dood van Philip en Maria gaat De Borggraaf in 1829 over naar hun zoon Hermanus Bernardus Albertus de Lom de Berg. Bij zijn overlijden werd De Borggraaf verdeeld over de vier dan nog levende kinderen. Daar geen van deze vier kinderen geïnteresseerd was in bewoning van de Borggraaf werden huis en pachterswoning verhuurd. In 1872 werd De Borggraaf uiteindelijk publiekelijk verkocht aan Gerardus Hermanus van Soest, een boomkweker uit Lottum.Bij zijn overlijden in 1900 ging De Borggraaf naar zijn dochter Petronella Judih Christina van Soest, die getrouwd was met Herman van de Voordt. Na het overlijden van hun enige zoon Gerard Herman van de Voordt voeren zijn zeven kinderen sedert 1997 gezamenlijk het beheer over De Borggraaf.
Bouwgeschiedenis
Het kasteeltje, zoals thans nog aanwezig is en bestaat uit een door een dubbele gracht omgeven hoofdburcht met voorburcht, is gebouwd in fasen in het midden van de 16e eeuw. De hoofdburcht bestaat thans uit vier vleugels, die zijn gesitueerd rondom een kleine binnenplaats. Van de aanwezige gebouwen is alleen de westvleugel onderkelderd.Wat de bouw van De Borggraaf betreft, wordt aangenomen dat Peter van Merwijck, die in 1501 het "hof" erfde, de bouwheer is geweest van het eerste bouwdeelvan de Borggraaf. Op grond van de opbouw, vormgeving en materiaalgebruik gaat men ervan uit, dat dit de westvleugel betreft. Dit rechthoekige bouwdeel bestaat uit een half boven het maaiveld uitkomende kelder, een woonverdieping die in de loop der tijd middels een dwarsmuur in twee ruimten is verdeeld, en een zolderverdieping. Als halverwege de 16e eeuw Marten van Broekhuizen op De Borggraaf komt wonen, lijkt er behoefte te zijn aan uitbreiding van de beschikbare woonruimte. Aangenomen wordt, dat hij de bouwheer is geweest van in eerste instantie de noordvleugel, waarmee de beschikbare ruimte werd vergroot met twee woonlagen en twee zolderlagen. In tegenstelling tot bij de westvleugel is het metselwerk van de noordgevel afgewisseld met banden van mergel (speklagen). In deze nieuw gebouwde vleugel is op de begane grond de keuken gerealiseerd met daarin opgenomen toegangstrappen naar de kelder en de begane grond van de westvleugel en naar de verdieping en de zolderlaag. Kort na het gereedkomen van de noordvleugel is gestart met de bouw van de oostgevel. De juist vormgeving van deze oostvleugel en dan met name de zuid-oosthoek is hierbij niet duidelijk. Het wordt niet ondenkbaar geacht, dat op deze hoek eerst een toren heeft gestaan met daarin de toegang tot de hoofdburcht. De opbouw en samenstelling van het metselwerk geven aan, dat hier verbouwingen hebben plaats gevonden. Deze toren zou dan in de loop der tijd zijn afgebroken en zijn vervangen door de huidige indeling met de toegangspoort halverwege de zuidgevel. Op de kadastrale minuut, gemeente Grubbenvorst, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 04 is deze mogelijke toren in ieder geval al niet meer aanwezig. Het gebouw is toegankelijk middels een vaste brug vanaf de voorburcht. Niet duidelijk is wanneer deze vaste brug de oorspronkelijke ophaalbrug heeft vervangen. De aan de noordzijde van het gebouw aanwezige vierkante toren is pas bij de restauratie van 1926 tegen de noordelijke muur aangebouwd.Zoals uit de plattegrond kan worden opgemaakt wordt het kasteeltje omringd door twee grachten met een strook grond er tussen. Mogelijk dat deze strook grond in het verleden op grond van veiligheids overwegingen hoger is geweest om hiermee enige bescherming tegen directe beschieting te kunnen bieden. In 1743 is op de tussen beide grachten aanwezige strook grond aan de zuidzijde van het gebouw het oostelijk gedeelte van de thans aanwezige voorburcht gebouwd. Het westelijk gedeelte ervan is gebouwd in de eerste helft van de 19e eeuw.
Het kasteeltje, zoals thans nog aanwezig is en bestaat uit een door een dubbele gracht omgeven hoofdburcht met voorburcht, is gebouwd in fasen in het midden van de 16e eeuw. De hoofdburcht bestaat thans uit vier vleugels, die zijn gesitueerd rondom een kleine binnenplaats. Van de aanwezige gebouwen is alleen de westvleugel onderkelderd.Wat de bouw van De Borggraaf betreft, wordt aangenomen dat Peter van Merwijck, die in 1501 het "hof" erfde, de bouwheer is geweest van het eerste bouwdeelvan de Borggraaf. Op grond van de opbouw, vormgeving en materiaalgebruik gaat men ervan uit, dat dit de westvleugel betreft. Dit rechthoekige bouwdeel bestaat uit een half boven het maaiveld uitkomende kelder, een woonverdieping die in de loop der tijd middels een dwarsmuur in twee ruimten is verdeeld, en een zolderverdieping. Als halverwege de 16e eeuw Marten van Broekhuizen op De Borggraaf komt wonen, lijkt er behoefte te zijn aan uitbreiding van de beschikbare woonruimte. Aangenomen wordt, dat hij de bouwheer is geweest van in eerste instantie de noordvleugel, waarmee de beschikbare ruimte werd vergroot met twee woonlagen en twee zolderlagen. In tegenstelling tot bij de westvleugel is het metselwerk van de noordgevel afgewisseld met banden van mergel (speklagen). In deze nieuw gebouwde vleugel is op de begane grond de keuken gerealiseerd met daarin opgenomen toegangstrappen naar de kelder en de begane grond van de westvleugel en naar de verdieping en de zolderlaag. Kort na het gereedkomen van de noordvleugel is gestart met de bouw van de oostgevel. De juist vormgeving van deze oostvleugel en dan met name de zuid-oosthoek is hierbij niet duidelijk. Het wordt niet ondenkbaar geacht, dat op deze hoek eerst een toren heeft gestaan met daarin de toegang tot de hoofdburcht. De opbouw en samenstelling van het metselwerk geven aan, dat hier verbouwingen hebben plaats gevonden. Deze toren zou dan in de loop der tijd zijn afgebroken en zijn vervangen door de huidige indeling met de toegangspoort halverwege de zuidgevel. Op de kadastrale minuut, gemeente Grubbenvorst, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 04 is deze mogelijke toren in ieder geval al niet meer aanwezig. Het gebouw is toegankelijk middels een vaste brug vanaf de voorburcht. Niet duidelijk is wanneer deze vaste brug de oorspronkelijke ophaalbrug heeft vervangen. De aan de noordzijde van het gebouw aanwezige vierkante toren is pas bij de restauratie van 1926 tegen de noordelijke muur aangebouwd.Zoals uit de plattegrond kan worden opgemaakt wordt het kasteeltje omringd door twee grachten met een strook grond er tussen. Mogelijk dat deze strook grond in het verleden op grond van veiligheids overwegingen hoger is geweest om hiermee enige bescherming tegen directe beschieting te kunnen bieden. In 1743 is op de tussen beide grachten aanwezige strook grond aan de zuidzijde van het gebouw het oostelijk gedeelte van de thans aanwezige voorburcht gebouwd. Het westelijk gedeelte ervan is gebouwd in de eerste helft van de 19e eeuw.
Afbeeldingen
- Google Earth datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd april 2011, - kadastrale minuutkaart, gemeente Grubbenvorst, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 04, geraadpleegd mei 2011 -Plattegrond met bouwfasering van kasteel de Borggraaf (voor 1926), Hupperetz,W., Olde Meierink,B., en Rommes,R., (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 129; -Kasteel de Borggraaf gezien vanuit het zuidoosten, Hupperetz,W., Olde Meierink,B., en Rommes,R., (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 128; - Luchtfoto van de Borggraaf, voorjaar 2001, Flokstra,M., Kastelen in het land van Kessl, 256; -Gedeelte van de voorburcht met toegangspoort gezien vanuit binnenzijde, Flokstra,M., Kastelen in het land van Kessl, 258; 256 - Beeld van de in de noordvleugel aanwezige keuken, Flokstra,M., Renaud,J.G.N., 1992, De Borggraaf te Lottum, Serie Nederlandse Kastelen nr. 25, Nederlandse Kastelen Stichting, 38; -plattegronden Huis de Borggraaf, Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 76;
- Google Earth datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd april 2011, - kadastrale minuutkaart, gemeente Grubbenvorst, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 04, geraadpleegd mei 2011 -Plattegrond met bouwfasering van kasteel de Borggraaf (voor 1926), Hupperetz,W., Olde Meierink,B., en Rommes,R., (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 129; -Kasteel de Borggraaf gezien vanuit het zuidoosten, Hupperetz,W., Olde Meierink,B., en Rommes,R., (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 128; - Luchtfoto van de Borggraaf, voorjaar 2001, Flokstra,M., Kastelen in het land van Kessl, 256; -Gedeelte van de voorburcht met toegangspoort gezien vanuit binnenzijde, Flokstra,M., Kastelen in het land van Kessl, 258; 256 - Beeld van de in de noordvleugel aanwezige keuken, Flokstra,M., Renaud,J.G.N., 1992, De Borggraaf te Lottum, Serie Nederlandse Kastelen nr. 25, Nederlandse Kastelen Stichting, 38; -plattegronden Huis de Borggraaf, Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 76;
Bronnen
- Sloet,J.J.S., 1904, Register op de Leenaktenboeken Vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, deel 1, Het Overkwartier - http://www.kich.nl/kich2010, geraadpleegt mei 2011; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php? , geraadpleegt mei 2011; - Archis II (http://.nl/#fI-GG-6-1-1v-1-4BtY-17Jo---dwatwaswaarR) geraadpleegt mei 2011; - http://www.kich.nl/#a=1;b=1, geraadpleegd mei 2011; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd mei 2011; - http://portal.prvlimburg.nl/gisviewer/viewer.do?appCode=2b7ef4d2aba6c0c2163d6d9b2ad6a8f3; geraadpleegd mei 2011.
- Sloet,J.J.S., 1904, Register op de Leenaktenboeken Vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, deel 1, Het Overkwartier - http://www.kich.nl/kich2010, geraadpleegt mei 2011; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php? , geraadpleegt mei 2011; - Archis II (http://.nl/#fI-GG-6-1-1v-1-4BtY-17Jo---dwatwaswaarR) geraadpleegt mei 2011; - http://www.kich.nl/#a=1;b=1, geraadpleegd mei 2011; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd mei 2011; - http://portal.prvlimburg.nl/gisviewer/viewer.do?appCode=2b7ef4d2aba6c0c2163d6d9b2ad6a8f3; geraadpleegd mei 2011.
Literatuur
- Hupperetz,W., Olde Meierink,B., en Rommes, R., (red.), 2005, Kastelen in Limburg, burchten en landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 127-132.- Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 256 t/m 273.- Flokstra, M., Renaud, J.G.N., 1992, De Borggraaf te Lottum, Serie Nederlandse Kastelen nr. 25, Nederlandse Kastelen Stichting. - Flokstra, M., red., 1991, Kastelen in het land van Kessel, 44-45. - Linssen, D., Rottier, H., Salden, H., 1980, Limburgse Kastelen in vogelvlucht, Heerlen, 22-23; - Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 76-77; - Stenvert, R., Kolman, C., Ginkel-Meester, S. van, Broekhoven, S., Stades-Vischer, E., 2003, Monumenten on Nederland, Limburg, Zeist, 188; - Verzijl, J., 1938, De Borggraef te Lottum, De Nedermaas 15 (1938) nr. 1, 207-210; - Vemer, J.C.,1967, Kastelen in het land van Midden- en Noord-Limburg, Maastricht, 111; - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen van Limburg, Hoensbroek, 16 en 78.
- Hupperetz,W., Olde Meierink,B., en Rommes, R., (red.), 2005, Kastelen in Limburg, burchten en landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 127-132.- Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 256 t/m 273.- Flokstra, M., Renaud, J.G.N., 1992, De Borggraaf te Lottum, Serie Nederlandse Kastelen nr. 25, Nederlandse Kastelen Stichting. - Flokstra, M., red., 1991, Kastelen in het land van Kessel, 44-45. - Linssen, D., Rottier, H., Salden, H., 1980, Limburgse Kastelen in vogelvlucht, Heerlen, 22-23; - Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 76-77; - Stenvert, R., Kolman, C., Ginkel-Meester, S. van, Broekhoven, S., Stades-Vischer, E., 2003, Monumenten on Nederland, Limburg, Zeist, 188; - Verzijl, J., 1938, De Borggraef te Lottum, De Nedermaas 15 (1938) nr. 1, 207-210; - Vemer, J.C.,1967, Kastelen in het land van Midden- en Noord-Limburg, Maastricht, 111; - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen van Limburg, Hoensbroek, 16 en 78.
Documentatie
Coördinaten
Coordinaten: 51°27'43.07''N, 6° 09'56.76''O
Kaartblad: 52G , x: 209,10, y: 386,13, precisie 2
Coordinaten: 51°27'43.07''N, 6° 09'56.76''O
Kaartblad: 52G , x: 209,10, y: 386,13, precisie 2
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 509961 (Het hoofdgebouw)
Beschrijving ODB: - rijksmonumentnummer: nr. 509961 Het Hoofdgebouw met als omschrijving: Het HOOFDGEBOUW met korte toegangsbrug (brugopbouw uit 1908) ligt in de binnenste gracht; de voet van het huis is aan-geaard, vroeger stond het huis naar wordt aangenomen in het water. Het hoofdgebouw, opgetrokken in baksteen, bestaat uit vier vleugels om een binnenplaatsje. De westvleugel en de iets latere noordvleugel dateren beide uit de 16de eeuw, de smalle oostvleugel dateert blijkens ankers uit 1555 en de smalle zuidvleugel is weer van iets latere datum. De brede vleugels zijn met trapgevels uitgevoerd, de noord- en oost-vleugels bevatten gedeeltelijk speklagen. Het renaissancepoortje in de zuidgevel staat tussen bakstenen pilasters waarop een fronton en vaasvormige topstukken van mergel staan opgesteld. De oorspronkelijke houten poortdeuren dateren uit de 18de eeuw en zijn mogelijk ouder. De westvleugel bevat de voornaamste woonvertrekken, waarvan de vloeren hoger liggen dan die in de andere vleugels; onder de genoemde woonvertrekken bevinden zich twee naast elkaar gelegen nagenoeg vierkante kelders met elk vier kruisribgewelven op een achtkantige middenpijler. Tegen de gevel van de noordvleugel zijn in 1926 een lage toren met schilddak en een keuken met plat dak gebouwd. De daken zijn alle gedekt met natuurleien. Meerruits vensters. Interieur: In de woonvertrekken van de westvleugel bevinden zich onder meer plafond- en wandschilderingen daterend uit omstreeks 1885, waarbij de dekkende verf direct op de stuclaag is aangebracht en is voorzien van florale en geometrische motieven. In de noordvleugel in de hal (de vroegere keuken) zijn ondermeer aanwezig een zoldering met moer- en kinderbalken (gehout in eiken) en een oude schouw met karyatidepilasters en eikenhouten boezem, alles uit de 16de eeuw. In de keuken zijn alle wanden geheel bekleed met roze geglaasde tegels met zwart bandwerk ( 1926). De toegangsbrug verbindt het huis met het voorplein en bestaat uit twee delen: een houten dek (ooit ophaalbaar) met smeedijzeren hekken als railing en een bakstenen deel met één toog (17de - 18de eeuw) en daarop bakstenen borstweringen die eindigen in vier bakstenen pijlers met bolvormige bekroningen in natuursteen, 1908. Het bruggehoofd aan de voorhofzijde sluit aan op de bakstenen grachtmuur (18de -19de eeuw); deze muur (met een rollaag iets boven het maaiveld) vormt over de gehele lengte de zuidoever van het zuidelijk deel van de binnengracht; op de muur staan op regelmatige afstand bakstenen pijlers met natuurstenen dekplaten. Het HOOFDGEBOUW met korte toegangsbrug is van algemeen belang, vanwege: - de ouderdom; - de architectuur en hoge mate van oorspronkelijkheid; - interieuronderdelen; - de aanbouw uit 1926: het aanbouwen van een toren in die periode kan uitzonderlijk genoemd worden.
Monumentnummer: 509962 (het complex)
Beschrijving ODB: Omschrijving complex: De BORGGRAAF is een eenvoudige historische buitenplaats, in oorsprong 16de- eeuws of ouder, met een voornamelijk utilitair karakter in een landelijk-agrarische omgeving direct aan de oostrand van het dorp Lottum op de westelijke oeverwal van de Maas. De historische buitenplaats is globaal een rechthoek, die met de lengterichting oost-west ligt; in de oostelijke helft staat ongeveer in het midden het huis. In het westen -tegen het dorp- wordt de historische buitenplaats begrensd door de Pastoor Kerboschlaan, in het noorden en oosten door agrarisch gebied en in het zuiden voor een deel dorpsbebouwing en voor een deel grasland. De historische buitenplaats Borggraaf bestaat uit het HOOFDGEBOUW met korte toegangsbrug (1), de BIJGEBOUWEN (2), de TUINAANLEG (3) en een BRUG (4). Van een echte park- c.q. tuinaanleg is nooit sprake geweest. Het hoofdgebouw en de bijgebouwen staan op een dubbel omgracht terrein. Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van de historische buitenplaats alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. De historische buitenplaats BORGGRAAF is van algemeen en van cultuurhistorisch belang vanwege de hoge mate van gaafheid van het complex in zijn vrijwel ongestoorde rurale structuur. Voor de overige waarden wordt naar de omschrijvingen van de afzonderlijke complexonderdelen verwezen
Monumentnummer: 509963 (de bijgebouwen)
Beschrijving ODB: De Bijgebouwen met de volgende omschrijving: BIJGEBOUWEN, uit de 18de en 19de eeuw; deze staan ten zuiden van het hoofdgebouw tussen de binnen- en de buitengracht. Het betreft twee L-vormige bakstenen gebouwen met topgevels, daartussen zadeldaken met rode pannen; de gebouwen zijn met elkaar verbonden door een uitspringend vierkant torenvormig bakstenen poortgebouw (17de-18de eeuw) met schilddak (rode pannen); boven de poort is nog een vertrek. De poort heeft nog de oorspronkelijke houten deuren en is deels ingeboet. De voorhof is met grind bedekt; van de poort loopt een klinkerpad naar de toegangsbrug.De BIJGEBOUWEN zijn van algemeen belang, vanwege: -de ouderdom; - de historische, ruimtelijke en functionele relatie tot de andere complexonderdelen
Monumentnummer: 509964 (tuinaanleg)
Beschrijving ODB: Tuinaanleg met de omschrijving:TUINAANLEG, bestaande uit de volgende onderdelen: a. Oprijlaan: de laan loopt van de Pastoor Kerboschlaan (entree van het complex) langs de gehele zuidgrens van het complex. Ter hoogte van de poort heeft de laan een flauwe knik, links en rechts een enkele rij oude eiken, verharding van puin en grind. Naar schatting dateert het tracee uit de 16de eeuw, de laanbeplanting uit omstreeks 1874. b omgrachte moestuin: de moestuin met padenkruis dateert naar schatting uit de 17de-18de eeuw, ligt in de uiterste zuidoosthoek van het complex en is geheel omgracht. Langs de gehele binnenzijde van de gracht loopt een heg van taxus (circa 2 meter hoog). Een deel van de noordelijke grachtarm valt samen met de zuidelijke arm van de buitengracht. De toegang tot de moestuin is een dam in de westarm van de moestuingracht; op de dam, als bres in de taxusheg, een hek: bakstenen pijlers met ijzeren hekvleugels uit de 19de eeuw. c terrein met grachten: op het terrein tussen de binnen- en de buitengracht bevinden zich de bijgebouwen en de voorhof (zie nr. 509963); de rest van het terrein is begroeid met gras; hier en daar een fruitboom; een markante conifeer (in 1874 geplant) staat op het terreindeel ten oosten van het huis. d overig terrrein: de rest van het complex bestaat uit weilanden; een boomgaard in het meest westelijke terreindeel langs de Pastoor Kerboschlaan; tussen deze weg en de boomgaard staat een enkele rij paardekastanjes. Langs de noord- en oostgrens staan op onregelmatige afstand oude paardekastanjes, essen en eiken. De beschoeiing van alle grachten is in 1990 vernieuwd. De TUINAANLEG is van algemeen belang, vanwege: - de ongestoorde oorspronkelijke structuur; - de visueel-landschappelijke schoonheid; - de cultuurhistorische relatie met de andere onderdelen van de historische
Monumentnummer: 509965 (De bakstenen brug)
Beschrijving ODB:De bakstenen BRUG met de omschrijving:Bakstenen BRUG over de oostarm van de binnengracht (1926) voorzien van één afgeplatte toog en borstweringen met natuurstenen blokken, waarvan de bovenste afgerond, in een stijl verwant aan die van de Amsterdamse School. De bakstenen BRUG is van algemeen belang: -als markante architectonische toevoeging uit de jaren '20 van de twintigste eeuw; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de overige onderdelen.
Status:
Monumentnummer: 5973NT1
Status:
Monumentnummer: 509961 (Het hoofdgebouw)
Beschrijving ODB: - rijksmonumentnummer: nr. 509961 Het Hoofdgebouw met als omschrijving: Het HOOFDGEBOUW met korte toegangsbrug (brugopbouw uit 1908) ligt in de binnenste gracht; de voet van het huis is aan-geaard, vroeger stond het huis naar wordt aangenomen in het water. Het hoofdgebouw, opgetrokken in baksteen, bestaat uit vier vleugels om een binnenplaatsje. De westvleugel en de iets latere noordvleugel dateren beide uit de 16de eeuw, de smalle oostvleugel dateert blijkens ankers uit 1555 en de smalle zuidvleugel is weer van iets latere datum. De brede vleugels zijn met trapgevels uitgevoerd, de noord- en oost-vleugels bevatten gedeeltelijk speklagen. Het renaissancepoortje in de zuidgevel staat tussen bakstenen pilasters waarop een fronton en vaasvormige topstukken van mergel staan opgesteld. De oorspronkelijke houten poortdeuren dateren uit de 18de eeuw en zijn mogelijk ouder. De westvleugel bevat de voornaamste woonvertrekken, waarvan de vloeren hoger liggen dan die in de andere vleugels; onder de genoemde woonvertrekken bevinden zich twee naast elkaar gelegen nagenoeg vierkante kelders met elk vier kruisribgewelven op een achtkantige middenpijler. Tegen de gevel van de noordvleugel zijn in 1926 een lage toren met schilddak en een keuken met plat dak gebouwd. De daken zijn alle gedekt met natuurleien. Meerruits vensters. Interieur: In de woonvertrekken van de westvleugel bevinden zich onder meer plafond- en wandschilderingen daterend uit omstreeks 1885, waarbij de dekkende verf direct op de stuclaag is aangebracht en is voorzien van florale en geometrische motieven. In de noordvleugel in de hal (de vroegere keuken) zijn ondermeer aanwezig een zoldering met moer- en kinderbalken (gehout in eiken) en een oude schouw met karyatidepilasters en eikenhouten boezem, alles uit de 16de eeuw. In de keuken zijn alle wanden geheel bekleed met roze geglaasde tegels met zwart bandwerk ( 1926). De toegangsbrug verbindt het huis met het voorplein en bestaat uit twee delen: een houten dek (ooit ophaalbaar) met smeedijzeren hekken als railing en een bakstenen deel met één toog (17de - 18de eeuw) en daarop bakstenen borstweringen die eindigen in vier bakstenen pijlers met bolvormige bekroningen in natuursteen, 1908. Het bruggehoofd aan de voorhofzijde sluit aan op de bakstenen grachtmuur (18de -19de eeuw); deze muur (met een rollaag iets boven het maaiveld) vormt over de gehele lengte de zuidoever van het zuidelijk deel van de binnengracht; op de muur staan op regelmatige afstand bakstenen pijlers met natuurstenen dekplaten. Het HOOFDGEBOUW met korte toegangsbrug is van algemeen belang, vanwege: - de ouderdom; - de architectuur en hoge mate van oorspronkelijkheid; - interieuronderdelen; - de aanbouw uit 1926: het aanbouwen van een toren in die periode kan uitzonderlijk genoemd worden.
Monumentnummer: 509962 (het complex)
Beschrijving ODB: Omschrijving complex: De BORGGRAAF is een eenvoudige historische buitenplaats, in oorsprong 16de- eeuws of ouder, met een voornamelijk utilitair karakter in een landelijk-agrarische omgeving direct aan de oostrand van het dorp Lottum op de westelijke oeverwal van de Maas. De historische buitenplaats is globaal een rechthoek, die met de lengterichting oost-west ligt; in de oostelijke helft staat ongeveer in het midden het huis. In het westen -tegen het dorp- wordt de historische buitenplaats begrensd door de Pastoor Kerboschlaan, in het noorden en oosten door agrarisch gebied en in het zuiden voor een deel dorpsbebouwing en voor een deel grasland. De historische buitenplaats Borggraaf bestaat uit het HOOFDGEBOUW met korte toegangsbrug (1), de BIJGEBOUWEN (2), de TUINAANLEG (3) en een BRUG (4). Van een echte park- c.q. tuinaanleg is nooit sprake geweest. Het hoofdgebouw en de bijgebouwen staan op een dubbel omgracht terrein. Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van de historische buitenplaats alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. De historische buitenplaats BORGGRAAF is van algemeen en van cultuurhistorisch belang vanwege de hoge mate van gaafheid van het complex in zijn vrijwel ongestoorde rurale structuur. Voor de overige waarden wordt naar de omschrijvingen van de afzonderlijke complexonderdelen verwezen
Monumentnummer: 509963 (de bijgebouwen)
Beschrijving ODB: De Bijgebouwen met de volgende omschrijving: BIJGEBOUWEN, uit de 18de en 19de eeuw; deze staan ten zuiden van het hoofdgebouw tussen de binnen- en de buitengracht. Het betreft twee L-vormige bakstenen gebouwen met topgevels, daartussen zadeldaken met rode pannen; de gebouwen zijn met elkaar verbonden door een uitspringend vierkant torenvormig bakstenen poortgebouw (17de-18de eeuw) met schilddak (rode pannen); boven de poort is nog een vertrek. De poort heeft nog de oorspronkelijke houten deuren en is deels ingeboet. De voorhof is met grind bedekt; van de poort loopt een klinkerpad naar de toegangsbrug.De BIJGEBOUWEN zijn van algemeen belang, vanwege: -de ouderdom; - de historische, ruimtelijke en functionele relatie tot de andere complexonderdelen
Monumentnummer: 509964 (tuinaanleg)
Beschrijving ODB: Tuinaanleg met de omschrijving:TUINAANLEG, bestaande uit de volgende onderdelen: a. Oprijlaan: de laan loopt van de Pastoor Kerboschlaan (entree van het complex) langs de gehele zuidgrens van het complex. Ter hoogte van de poort heeft de laan een flauwe knik, links en rechts een enkele rij oude eiken, verharding van puin en grind. Naar schatting dateert het tracee uit de 16de eeuw, de laanbeplanting uit omstreeks 1874. b omgrachte moestuin: de moestuin met padenkruis dateert naar schatting uit de 17de-18de eeuw, ligt in de uiterste zuidoosthoek van het complex en is geheel omgracht. Langs de gehele binnenzijde van de gracht loopt een heg van taxus (circa 2 meter hoog). Een deel van de noordelijke grachtarm valt samen met de zuidelijke arm van de buitengracht. De toegang tot de moestuin is een dam in de westarm van de moestuingracht; op de dam, als bres in de taxusheg, een hek: bakstenen pijlers met ijzeren hekvleugels uit de 19de eeuw. c terrein met grachten: op het terrein tussen de binnen- en de buitengracht bevinden zich de bijgebouwen en de voorhof (zie nr. 509963); de rest van het terrein is begroeid met gras; hier en daar een fruitboom; een markante conifeer (in 1874 geplant) staat op het terreindeel ten oosten van het huis. d overig terrrein: de rest van het complex bestaat uit weilanden; een boomgaard in het meest westelijke terreindeel langs de Pastoor Kerboschlaan; tussen deze weg en de boomgaard staat een enkele rij paardekastanjes. Langs de noord- en oostgrens staan op onregelmatige afstand oude paardekastanjes, essen en eiken. De beschoeiing van alle grachten is in 1990 vernieuwd. De TUINAANLEG is van algemeen belang, vanwege: - de ongestoorde oorspronkelijke structuur; - de visueel-landschappelijke schoonheid; - de cultuurhistorische relatie met de andere onderdelen van de historische
Monumentnummer: 509965 (De bakstenen brug)
Beschrijving ODB:De bakstenen BRUG met de omschrijving:Bakstenen BRUG over de oostarm van de binnengracht (1926) voorzien van één afgeplatte toog en borstweringen met natuurstenen blokken, waarvan de bovenste afgerond, in een stijl verwant aan die van de Amsterdamse School. De bakstenen BRUG is van algemeen belang: -als markante architectonische toevoeging uit de jaren '20 van de twintigste eeuw; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de overige onderdelen.
Status:
Monumentnummer: 5973NT1
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, plankaart 2, blad Lottum, vastgesteld door gedeputeerde Staten van Limburg op 16 juni 1998. N.B. De twee vervangende bestemmingsplannen "Horst aan de Maas, Maaskernen, plankaart Lottum 3" en "Horst aan de Maas, Buitengebied deel 3(gewijzigd vastgesteld) plankaart 9" sluiten net niet ter plaatse van de Borggraaf aan elkaar. )
Bestemming: (Landgoed)
Bestemming: (Dubbelbestemming: beschermd monument met archeologisch waardevolle vindplaats. )
Bestemmingsplan: J (Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, plankaart 2, blad Lottum, vastgesteld door gedeputeerde Staten van Limburg op 16 juni 1998. N.B. De twee vervangende bestemmingsplannen "Horst aan de Maas, Maaskernen, plankaart Lottum 3" en "Horst aan de Maas, Buitengebied deel 3(gewijzigd vastgesteld) plankaart 9" sluiten net niet ter plaatse van de Borggraaf aan elkaar. )
Bestemming: (Landgoed)
Bestemming: (Dubbelbestemming: beschermd monument met archeologisch waardevolle vindplaats. )
Auteur en datum
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: juni 2011
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: juni 2011
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
4E9/2R10 Dalvlakteterras met geul van vlechtend afwateringsstelsel
4E9/2R10 Dalvlakteterras met geul van vlechtend afwateringsstelsel
Bodemkundige codering
AMm-III Gronden in oude maasmeanders
AMm-III Gronden in oude maasmeanders
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.