Blitterswijck
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Blitterswijck
Blitterswijck
Locatie
Adres: Maasweg
Blitterswijck
Gemeente Venray
Provincie Limburg
De resten van kasteel Blitterswijck liggen ten oosten van het gelijknamige dorp op een afstand van cica 150m van de kerk. De coördinaten van de hoekpunten van het kasteelterrein inclusief omgrachting zijn ingeschat op basis van de combinatie van de kadastrale minuutkaart gemeente Meerlo, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 03 en Google Earth.
Adres: Maasweg
Blitterswijck
Gemeente Venray
Provincie Limburg
De resten van kasteel Blitterswijck liggen ten oosten van het gelijknamige dorp op een afstand van cica 150m van de kerk. De coördinaten van de hoekpunten van het kasteelterrein inclusief omgrachting zijn ingeschat op basis van de combinatie van de kadastrale minuutkaart gemeente Meerlo, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 03 en Google Earth.
Typologie
Het oorspronkelijke huis bestond uit een ommuurde zaaltoren met aanliggende kamer en een op de noord-oosthoek van het complex aanwezige toren.
Het oorspronkelijke huis bestond uit een ommuurde zaaltoren met aanliggende kamer en een op de noord-oosthoek van het complex aanwezige toren.
Etymologie
Naar wordt aangenomen is het huis vernoemd naar de naam van de heerlijkheid waarvan het deel uit maakte.
Naar wordt aangenomen is het huis vernoemd naar de naam van de heerlijkheid waarvan het deel uit maakte.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: September 2011
Huidige functie:
Van het kasteel resten alleen nog wat fundamenten met enig opgaand muurwerk en een poortje.
Laatst bijgewerkt: September 2011
Huidige functie:
Van het kasteel resten alleen nog wat fundamenten met enig opgaand muurwerk en een poortje.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar: (De boven de grond nog aanwezige muurresten zijn minimaal)
Zichtbaar:
Grondgebruik: (Het niet toegankelijke terrein ligt braak in agrarisch gebied.)
Van het huis resten nog wat in de grond aanwezige fundamenten en wat opgaand muurwerk.
Zichtbaar: (De boven de grond nog aanwezige muurresten zijn minimaal)
Zichtbaar:
Grondgebruik: (Het niet toegankelijke terrein ligt braak in agrarisch gebied.)
Van het huis resten nog wat in de grond aanwezige fundamenten en wat opgaand muurwerk.
Afmetingen
De afmetingen van het totale kasteelterrein inclusief omgrachting zijnde circa 65x130m, die van de hoofdburcht van circa 65x40m en die van de voorburcht van circa 65x90m zijn ingeschat op basis van de combinatie van de kadastrale minuutkaart gemeente Meerlo, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 03 en Google Earth.
De afmetingen van het totale kasteelterrein inclusief omgrachting zijnde circa 65x130m, die van de hoofdburcht van circa 65x40m en die van de voorburcht van circa 65x90m zijn ingeschat op basis van de combinatie van de kadastrale minuutkaart gemeente Meerlo, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 03 en Google Earth.
Oudste vermelding
Datum: 1374
Bron:
Voorzover bekend, wordt het kasteel Blitterswijck voor het eerst vermeld in een akte van 29 januari 1374.
Datum: 1374
Bron:
Voorzover bekend, wordt het kasteel Blitterswijck voor het eerst vermeld in een akte van 29 januari 1374.
Bezitsgeschiedenis
Voor zover bekend komt de familienaam Blitterswijck voor het eerst in 1242 voor in de geschriften als ene Willem van Blitterswijck getuige is bij de verkoop van goederen gelegen in Wanssum en Blitterswijck. Deze Willem van Blitterswijck is naar men aanneemt een voorvader van Robbert van Blitterswijck, die in 1330 door de hertog van Brabant met de heerlijkheid, tienden en de jurisdictie van Blitterswijck werd beleend volgens het Cuyckse leenrecht. Na het overlijden van Robbert van Blitterswijck halverwege de 14e eeuw gaan zijn bezittingen over naar zijn zoon Sijbrecht van Blitterswijck, die in een brief van 14 april 1360 door de schepenen van Blitterswijck "onsen heer" werd genoemd. Vanuit die periode stamt de oudts bekende informatie (een akte uit 1374) met betrekking tot het bestaan van het kasteel Blitterswijck. Wanneer Sijbrecht van Blitterswijck met de heerlijkheid Blitterswijck werd beleend is niet bekend. Nadat in 1400 de Cuyckse lenen onder het beheer kwamen van de hertog van Gelre wordt Arnt van Blitterswijck, de zoon van Sijbrecht van Blitterswijcke vermeld in het leenregister van Gelre als zijnde op 9 februari 1428 met de heerlijkheid en het kasteel Blitterswijck te zijn beleend. Na het overlijden van Arnt van Blitterswijck blijven heerlijkheid en kasteel tot 1515 door vererving binnen de familie Van Blitterswijck. Als gevolg van een geschil met de hertog van Gelre in de periode tussen 1492 en 1502 werden alle Blitterwijkse goederen verbeurd verklaard. Hoewel het Dirk van Blitterswijck lukte om de relatie weer te herstellen, betekende een en ander dat zijn broer niets van zijn goederen mocht erven en gingen heerlijkheid en kasteel bij het overlijden van Dirk van Blitterswijck in 1515 over naar zijn zus Walburga van Blitterswijck. Middels haar huwelijk met Dirk van Lynden kwamen heerlijkheid en kasteel in handen van de familie Van Lynden, waar het door vererving binnen de familie bleef tot 1788. Na het overlijden van Willem van Lynden, de laatste mannelijke telg uit de familie Van Lynden, gingen heerlijkheid en kasteel in 1788 over naar zijn neef Barthold baron de Cocq van Haeften om vervolgens via vererving in handen te komen van diens kleinzoon Frederik Willem baron von Hamelberg. Na zijn kinderloos overlijden in 1884, werd het kasteel door de erfgenamen van Frederik Willem baron von Hamelberg verkocht aan het Roermondse echtpaar Oscar Thissen en Anna Ephenia Schmasen. In 1899 kwam het kasteel via verkoop in het bezit van de Venlose notaris Joseph Servatius Hubertus Brouwers, die het in 1904 weer verkoopt aan Franse kloosterzusters, die het in 1920 weer overdroegen aan de paters van de Afrikaanse Missien van St. Paul. In 1935 werd het tenslotte verkocht aan Alfons Cremers, de laatste eigenaar van het kasteel voor de Tweede Wereldoorlog. In november 1944 werd het kasteel door de terugtrekkende Duitse troepen opgeblazen en bleef er slechts een ruïne over. Deze ruïne werd in 1964 door de gemeente Meerlo-Wanssum aangekocht.
Voor zover bekend komt de familienaam Blitterswijck voor het eerst in 1242 voor in de geschriften als ene Willem van Blitterswijck getuige is bij de verkoop van goederen gelegen in Wanssum en Blitterswijck. Deze Willem van Blitterswijck is naar men aanneemt een voorvader van Robbert van Blitterswijck, die in 1330 door de hertog van Brabant met de heerlijkheid, tienden en de jurisdictie van Blitterswijck werd beleend volgens het Cuyckse leenrecht. Na het overlijden van Robbert van Blitterswijck halverwege de 14e eeuw gaan zijn bezittingen over naar zijn zoon Sijbrecht van Blitterswijck, die in een brief van 14 april 1360 door de schepenen van Blitterswijck "onsen heer" werd genoemd. Vanuit die periode stamt de oudts bekende informatie (een akte uit 1374) met betrekking tot het bestaan van het kasteel Blitterswijck. Wanneer Sijbrecht van Blitterswijck met de heerlijkheid Blitterswijck werd beleend is niet bekend. Nadat in 1400 de Cuyckse lenen onder het beheer kwamen van de hertog van Gelre wordt Arnt van Blitterswijck, de zoon van Sijbrecht van Blitterswijcke vermeld in het leenregister van Gelre als zijnde op 9 februari 1428 met de heerlijkheid en het kasteel Blitterswijck te zijn beleend. Na het overlijden van Arnt van Blitterswijck blijven heerlijkheid en kasteel tot 1515 door vererving binnen de familie Van Blitterswijck. Als gevolg van een geschil met de hertog van Gelre in de periode tussen 1492 en 1502 werden alle Blitterwijkse goederen verbeurd verklaard. Hoewel het Dirk van Blitterswijck lukte om de relatie weer te herstellen, betekende een en ander dat zijn broer niets van zijn goederen mocht erven en gingen heerlijkheid en kasteel bij het overlijden van Dirk van Blitterswijck in 1515 over naar zijn zus Walburga van Blitterswijck. Middels haar huwelijk met Dirk van Lynden kwamen heerlijkheid en kasteel in handen van de familie Van Lynden, waar het door vererving binnen de familie bleef tot 1788. Na het overlijden van Willem van Lynden, de laatste mannelijke telg uit de familie Van Lynden, gingen heerlijkheid en kasteel in 1788 over naar zijn neef Barthold baron de Cocq van Haeften om vervolgens via vererving in handen te komen van diens kleinzoon Frederik Willem baron von Hamelberg. Na zijn kinderloos overlijden in 1884, werd het kasteel door de erfgenamen van Frederik Willem baron von Hamelberg verkocht aan het Roermondse echtpaar Oscar Thissen en Anna Ephenia Schmasen. In 1899 kwam het kasteel via verkoop in het bezit van de Venlose notaris Joseph Servatius Hubertus Brouwers, die het in 1904 weer verkoopt aan Franse kloosterzusters, die het in 1920 weer overdroegen aan de paters van de Afrikaanse Missien van St. Paul. In 1935 werd het tenslotte verkocht aan Alfons Cremers, de laatste eigenaar van het kasteel voor de Tweede Wereldoorlog. In november 1944 werd het kasteel door de terugtrekkende Duitse troepen opgeblazen en bleef er slechts een ruïne over. Deze ruïne werd in 1964 door de gemeente Meerlo-Wanssum aangekocht.
Historische betekenis
Kasteel, noch bewoners hebben een rol van betekenis gespeeld binnen het Overkwartier van het hertogdom Gelre.
Kasteel, noch bewoners hebben een rol van betekenis gespeeld binnen het Overkwartier van het hertogdom Gelre.
Bouwgeschiedenis
Op grond van de gebruikte bakstenen wordt ervan uitgegaan, dat het oudste gedeelte van het in 1944 verwoeste kasteel stamt uit het begin van de 14e eeuw. Hoewel bij opgravingen in 1970 op de binnenplaats oudere resten werden ontdekt, was het niet mogelijk om deze nader te duiden. Het uit de 14e eeuw stammende gedeelte bestond uit een met een schildmuur omgeven complex gebouwen met een totale oppervlakte van circa 20x20m en buitenmuren met een dikte van 1,40m. Binnen dit complex stond aan de zuid-oostzijde een zaalgebouw van twee bouwlagen met inwendige afmetingen van 8,56x6,25m met aan de westzijde ervan een kamer van circa 7x5m. Toegang tot het complex was mogelijk via een torengebouw aan de noord-oostzijde met inwendige afmetingen van circa 2,5x2,5m en waarschijnlijk 3 bouwlagen. Aangenomen wordt, dat de toegang tot de toren op hetzelfde verdiepingsniveau was na de verbouwing uit de 19e eeuw. In die periode hadden alle gebouwen een plat dak die waren voorzien van kantelen. Bij latere verbouwingen zijn de gebouwen afgedekt met zadeldaken. Daar in 1586 een boerensmid een rekening indiende voor het leveren van 'nageln en gehengt', nadat 'die Spaengiarts op de voirhoff gebrocken waren', kan worden afgeleid dat de voorburcht van voor die datum stamde. Verder is op 7 april 1602 met de toenmalige heer van Blitterswijck overeengekomen, dat de dorpelingen van Blitterswijck in geval van nood toevlucht konden zoeken op de voorburcht. Uit een kaart van de heerlijkheid uit 1779 blijkt dat op dat ogenblik zowel het kasteel als de voorburcht zijn omgeven door een dubbele omgrachting, waarbij de voorburcht alleen bereikbaar was middels een brug aan de noordzijde. Het kasteel zelf was vanaf de voorburcht via een brug over de tussengracht bereikbaar. Op het voorhof was een U-vormige bebouwing aanwezig. Daar de eigenaren van het kasteel in de 16e en 17e regelmatig gedurende lange periode het kasteel niet bewoonden, was het noodzakelijk om na iedere periode van leegstand het kasteel weer bewoonbaar te maken. Dat gold b.v. ook voor Frans van Lynden als hij in 1670 het kasteel Blitterswijck wilde betrekken. Mogelijk dat bij deze werkzaamheden de binnenplaats verder is dichtgebouwd met ruimten in de noord-west hoek van het complex. De grootste verbouwingen werden uitgevoerd door Barthold baron de Cocq van Haeften, die in 1789 is gestart met het moderniseren van het bestaande kasteel en in 1806 met de bouw van de oostvleugel. Zowel het oorspronkelijk deel van het kasteel als de nieuwe vleugel werd daarbij afgedekt met een rondgaand zadeldak met zakgoot. Door hem werden tevens de op het voorburcht aanwezige gebouwen gesloopt en vervangen door een langgerekt bouwhuis. Verder liet hij de direct rondom het kasteel aanwezige eerste gracht dempen evenals de gracht tussen voorburcht. Aan het eind van de 19e eeuw werd de omgrachting gedempt. Volgens het kadaster zouden in 1885 diverse verbouwingen in het kasteel hebben plaats gevonden. Niet bekend is echter wat de aard en omvang hiervan zijn geweeest. Na de verkoop van het kasteel in 1904 werd het omgevormd tot een klooster, waarbij weer diverse verbouwingen zijn uitgevoerd. Zo werd in het kasteel een kapel ingericht en werd het bouwhuis gesloopt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis zwaar beschadigd en daarna grotendeels gesloopt. Van het kasteel resten alleen nog wat fundamenten met wat opgaand muurwerk en een poortje aan de overzijde van de gracht.
Op grond van de gebruikte bakstenen wordt ervan uitgegaan, dat het oudste gedeelte van het in 1944 verwoeste kasteel stamt uit het begin van de 14e eeuw. Hoewel bij opgravingen in 1970 op de binnenplaats oudere resten werden ontdekt, was het niet mogelijk om deze nader te duiden. Het uit de 14e eeuw stammende gedeelte bestond uit een met een schildmuur omgeven complex gebouwen met een totale oppervlakte van circa 20x20m en buitenmuren met een dikte van 1,40m. Binnen dit complex stond aan de zuid-oostzijde een zaalgebouw van twee bouwlagen met inwendige afmetingen van 8,56x6,25m met aan de westzijde ervan een kamer van circa 7x5m. Toegang tot het complex was mogelijk via een torengebouw aan de noord-oostzijde met inwendige afmetingen van circa 2,5x2,5m en waarschijnlijk 3 bouwlagen. Aangenomen wordt, dat de toegang tot de toren op hetzelfde verdiepingsniveau was na de verbouwing uit de 19e eeuw. In die periode hadden alle gebouwen een plat dak die waren voorzien van kantelen. Bij latere verbouwingen zijn de gebouwen afgedekt met zadeldaken. Daar in 1586 een boerensmid een rekening indiende voor het leveren van 'nageln en gehengt', nadat 'die Spaengiarts op de voirhoff gebrocken waren', kan worden afgeleid dat de voorburcht van voor die datum stamde. Verder is op 7 april 1602 met de toenmalige heer van Blitterswijck overeengekomen, dat de dorpelingen van Blitterswijck in geval van nood toevlucht konden zoeken op de voorburcht. Uit een kaart van de heerlijkheid uit 1779 blijkt dat op dat ogenblik zowel het kasteel als de voorburcht zijn omgeven door een dubbele omgrachting, waarbij de voorburcht alleen bereikbaar was middels een brug aan de noordzijde. Het kasteel zelf was vanaf de voorburcht via een brug over de tussengracht bereikbaar. Op het voorhof was een U-vormige bebouwing aanwezig. Daar de eigenaren van het kasteel in de 16e en 17e regelmatig gedurende lange periode het kasteel niet bewoonden, was het noodzakelijk om na iedere periode van leegstand het kasteel weer bewoonbaar te maken. Dat gold b.v. ook voor Frans van Lynden als hij in 1670 het kasteel Blitterswijck wilde betrekken. Mogelijk dat bij deze werkzaamheden de binnenplaats verder is dichtgebouwd met ruimten in de noord-west hoek van het complex. De grootste verbouwingen werden uitgevoerd door Barthold baron de Cocq van Haeften, die in 1789 is gestart met het moderniseren van het bestaande kasteel en in 1806 met de bouw van de oostvleugel. Zowel het oorspronkelijk deel van het kasteel als de nieuwe vleugel werd daarbij afgedekt met een rondgaand zadeldak met zakgoot. Door hem werden tevens de op het voorburcht aanwezige gebouwen gesloopt en vervangen door een langgerekt bouwhuis. Verder liet hij de direct rondom het kasteel aanwezige eerste gracht dempen evenals de gracht tussen voorburcht. Aan het eind van de 19e eeuw werd de omgrachting gedempt. Volgens het kadaster zouden in 1885 diverse verbouwingen in het kasteel hebben plaats gevonden. Niet bekend is echter wat de aard en omvang hiervan zijn geweeest. Na de verkoop van het kasteel in 1904 werd het omgevormd tot een klooster, waarbij weer diverse verbouwingen zijn uitgevoerd. Zo werd in het kasteel een kapel ingericht en werd het bouwhuis gesloopt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het huis zwaar beschadigd en daarna grotendeels gesloopt. Van het kasteel resten alleen nog wat fundamenten met wat opgaand muurwerk en een poortje aan de overzijde van de gracht.
Afbeeldingen
- Google Earth datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd september 2011. - kadastrale minuutkaart, gemeente Meerlo, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 03, geraadpleegd september 2011. - Afb. XLIX, plattegronden kasteel Blitterswijk, Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 124. - Detail van de "Carte van de heerlykheyd Blitterswyck uit 1779, Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 312. - Luchtfoto van kasteel Blitterswijck uit de jaren dertig, Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 310. - Voorgevel kasteel Blitterswijk in 1896, Hupperetz, W., Olde Meierink, B. en Rommes, R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 116. - afb. 3 Kasteel Blitterswijck (jaren dertig) Zuidwest-gevels, Flokstra, M., 1997, Het verdwenen kasteel Blitterswijck, Castellogica III, 213. - Achterzijde kasteel Blitterswyck uit 1911, foto Vogt, A.F.W, beeldmateriaal beschikbaar in Documentatiecentrum NKS te Wijk bij Duurstede. - foto's zichtbare restant ruïne kasteel Blitterswijck, beeldmateriaal beschikbaar in Documentatiecentrum NKS te Wijk bij Duurstede.
- Google Earth datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd september 2011. - kadastrale minuutkaart, gemeente Meerlo, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 03, geraadpleegd september 2011. - Afb. XLIX, plattegronden kasteel Blitterswijk, Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 124. - Detail van de "Carte van de heerlykheyd Blitterswyck uit 1779, Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 312. - Luchtfoto van kasteel Blitterswijck uit de jaren dertig, Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 310. - Voorgevel kasteel Blitterswijk in 1896, Hupperetz, W., Olde Meierink, B. en Rommes, R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 116. - afb. 3 Kasteel Blitterswijck (jaren dertig) Zuidwest-gevels, Flokstra, M., 1997, Het verdwenen kasteel Blitterswijck, Castellogica III, 213. - Achterzijde kasteel Blitterswyck uit 1911, foto Vogt, A.F.W, beeldmateriaal beschikbaar in Documentatiecentrum NKS te Wijk bij Duurstede. - foto's zichtbare restant ruïne kasteel Blitterswijck, beeldmateriaal beschikbaar in Documentatiecentrum NKS te Wijk bij Duurstede.
Bronnen
- http://watwaswaar.nl/#fI-IK-8-1-1v-1-48oK-1E80---2Cz, geraadpleegd september 2011; - Sloet,J.J.S., 1904, Register op de Leenaktenboeken Vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, deel 1, Het Overkwartier; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd september 2011; - http://www.kich.nl/#a=1;b=1, geraadpleegd september 2011; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd september 2011; - http://portal.prvlimburg.nl/gisviewer/viewer.do?appCode=2b7ef4d2aba6c0c2163d6d9b2ad6a8f3; geraadpleegd september 2011.
- http://watwaswaar.nl/#fI-IK-8-1-1v-1-48oK-1E80---2Cz, geraadpleegd september 2011; - Sloet,J.J.S., 1904, Register op de Leenaktenboeken Vorstendom Gelre en graafschap Zutphen, deel 1, Het Overkwartier; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd september 2011; - http://www.kich.nl/#a=1;b=1, geraadpleegd september 2011; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd september 2011; - http://portal.prvlimburg.nl/gisviewer/viewer.do?appCode=2b7ef4d2aba6c0c2163d6d9b2ad6a8f3; geraadpleegd september 2011.
Literatuur
- Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 310-327; - Flokstra, M., 1986, Een bijdrage over de heren van Bitterswijck in de veertiende en vijftiende eeuw, Castellogica I, 205-216; - Flokstra, M., 1997, Het verdwenen kasteel Blitterwijck, Castellogica III, 211-222; - Hoekstra, T.J., 1970, Voorlopig verslag van het onderzoek naar de geschiedenis van het kasteel Blitterswijck (L), Fibula 11 jaargang no. 2, 24-28; - Hupperetz, W., Olde Meierink, B. en Rommes, R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 115-117; - Dreiskamper, P., 1996, Thonis Ongewassen en Johan Copper: Leven op Blitterswijck, Castellogica III, 179-192; - Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 123-124; - Vemer, J.C.,1967, Kastelen in het land van Midden- en Noord-Limburg, Maastricht, 114; - Win, J.T.H. de,1978, Kastelen in Limburg, Hoensbroek, 92.
- Flokstra, M., 2005, Kastelen in het land van Kessel, Venraay, 310-327; - Flokstra, M., 1986, Een bijdrage over de heren van Bitterswijck in de veertiende en vijftiende eeuw, Castellogica I, 205-216; - Flokstra, M., 1997, Het verdwenen kasteel Blitterwijck, Castellogica III, 211-222; - Hoekstra, T.J., 1970, Voorlopig verslag van het onderzoek naar de geschiedenis van het kasteel Blitterswijck (L), Fibula 11 jaargang no. 2, 24-28; - Hupperetz, W., Olde Meierink, B. en Rommes, R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 115-117; - Dreiskamper, P., 1996, Thonis Ongewassen en Johan Copper: Leven op Blitterswijck, Castellogica III, 179-192; - Mialaret, J.H.A., 1937, De nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Deel V, De Provincie Limburg, Tweede stuk: Noord-Limburg, 123-124; - Vemer, J.C.,1967, Kastelen in het land van Midden- en Noord-Limburg, Maastricht, 114; - Win, J.T.H. de,1978, Kastelen in Limburg, Hoensbroek, 92.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: N (Van toepassing is het na de herindeling en samenvoeging van Blitterswijck bij Venray gedeeltelijk herziene bestemmingsplan van de gemeente Venray 'Buitengebied voormalig Meerlo-Wanssum'. )
Bestemming:
Bestemmingsplan: N (Van toepassing is het na de herindeling en samenvoeging van Blitterswijck bij Venray gedeeltelijk herziene bestemmingsplan van de gemeente Venray 'Buitengebied voormalig Meerlo-Wanssum'. )
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: september 2011
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: september 2011
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
2R8/2R10: Rivierdalbodem, laaggelegen/ Geul van vlechtend afwateringsstelse
2R8/2R10: Rivierdalbodem, laaggelegen/ Geul van vlechtend afwateringsstelse
Bodemkundige codering
Rn95C: Kalkloze poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5
Rn95C: Kalkloze poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.