Obbicht
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Obbicht
Obbicht
Locatie
Adres: Kasteelweg 19-23, 6125 RG
Obbicht
Gemeente Sittard-Geleen;
Provincie Limburg
Het kasteelterrein met de huidige buitenplaats is gelegen ten zuiden van het dorp Obbicht aan de verbindingsweg tussen Obbicht en Berg, ten westen van de A2, tussen de Maas en het Julianakanaal. De coördinaten van de hoekpunten van het totale kasteelterrein zijn op grond van Ferrarisatlas kaart nr. 208 Stokkem/Maaseik uit de achttiende eeuw zijn afgeleid middels Google Earth.
Adres: Kasteelweg 19-23, 6125 RG
Obbicht
Gemeente Sittard-Geleen;
Provincie Limburg
Het kasteelterrein met de huidige buitenplaats is gelegen ten zuiden van het dorp Obbicht aan de verbindingsweg tussen Obbicht en Berg, ten westen van de A2, tussen de Maas en het Julianakanaal. De coördinaten van de hoekpunten van het totale kasteelterrein zijn op grond van Ferrarisatlas kaart nr. 208 Stokkem/Maaseik uit de achttiende eeuw zijn afgeleid middels Google Earth.
Typologie
Voordat het huidige herenhuis in de achttiende eeuw werd gebouwd, hebben daarvoor op deze locatie tenminste twee kastelen gestaan, bestaande uit een hoofdburcht en voorburcht. Omtrent de afmetingen en typologie van deze twee kastelen zijn geen gegevens beschikbaar.
Voordat het huidige herenhuis in de achttiende eeuw werd gebouwd, hebben daarvoor op deze locatie tenminste twee kastelen gestaan, bestaande uit een hoofdburcht en voorburcht. Omtrent de afmetingen en typologie van deze twee kastelen zijn geen gegevens beschikbaar.
Etymologie
De naam van het landgoed is afgeleid van de plaats waar het bij werd gebouwd. De oorspronkelijke naam hiervan was Bicht of Biecht (waarschijnlijk afgeleid van bocht in de rivier). Nadat in de directe omgeving een tweede plaats met die naam ontstond werd de stroomopwaarts gelegen plaats Obbicht genoemd.
De naam van het landgoed is afgeleid van de plaats waar het bij werd gebouwd. De oorspronkelijke naam hiervan was Bicht of Biecht (waarschijnlijk afgeleid van bocht in de rivier). Nadat in de directe omgeving een tweede plaats met die naam ontstond werd de stroomopwaarts gelegen plaats Obbicht genoemd.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: september 2014
Het in 1780 gebouwde en in 1988 geheel gerestaureerde herenhuis bestaat uit een drietal rondom een binnenplaats gegroepeerde gebouwen met het hoofdgebouw aan de oostzijde ervan. Het centraal gelegen hoofdgebouw is onderverdeeld in drie hoofdbeuken, waarvan de twee buitenste delen bestaan uit twee bouwlagen boven een kelderverdieping, die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. De middelste beuk is aan de voor- en de achterzijde voorzien van een driezijdig middenrisaliet en heeft een extra verdieping. Op de kruising van de daken van de drie beuken is een achthoekig torentje aanwezig met een uivormige bekroning. Het gebouw is geheel onderkelderd, waarvan het koepelgewelf onder de centrale hal als bijzonder kan worden aangemerkt. Deze achthoekige centrale hal met entree bevindt zich in de middenbeuk aan de zijde van de binnenplaats. Achter de centrale ligt de salon. De eetkamer en het kabinet zijn gelegen in de linkerbeuk, de keuken en het trappenhuis in de rechterbeuk. Boven de deur tussen keuken en trappenhuis is in smeedijzer het monogram van de bouwheer De Paludé aangebracht. Zowel de salon als de centrale hal zijn voorzien van muurschilderingen. De kruisvensters zijn allen voorzien van luiken die blauw-wit geschilderd zijn. Ook de boogvormige voordeur in het midden van de erker is voorzien van luiken, en bereikbaar via een bordes. Het huis en de bouwhuizen zijn witgepleisterd. De aan de voorzijde van het herenhuis aanwezige binnenplaats wordt geflankeerd door twee uit 1780 stammende rechthoekige dienstgebouwen met twee verdiepingen, die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. Het binnenplein van het U-vormige complex gebouwen is bereikbaar via een stenen brug over de westelijke omgrachting.
Laatst bijgewerkt: september 2014
Het in 1780 gebouwde en in 1988 geheel gerestaureerde herenhuis bestaat uit een drietal rondom een binnenplaats gegroepeerde gebouwen met het hoofdgebouw aan de oostzijde ervan. Het centraal gelegen hoofdgebouw is onderverdeeld in drie hoofdbeuken, waarvan de twee buitenste delen bestaan uit twee bouwlagen boven een kelderverdieping, die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. De middelste beuk is aan de voor- en de achterzijde voorzien van een driezijdig middenrisaliet en heeft een extra verdieping. Op de kruising van de daken van de drie beuken is een achthoekig torentje aanwezig met een uivormige bekroning. Het gebouw is geheel onderkelderd, waarvan het koepelgewelf onder de centrale hal als bijzonder kan worden aangemerkt. Deze achthoekige centrale hal met entree bevindt zich in de middenbeuk aan de zijde van de binnenplaats. Achter de centrale ligt de salon. De eetkamer en het kabinet zijn gelegen in de linkerbeuk, de keuken en het trappenhuis in de rechterbeuk. Boven de deur tussen keuken en trappenhuis is in smeedijzer het monogram van de bouwheer De Paludé aangebracht. Zowel de salon als de centrale hal zijn voorzien van muurschilderingen. De kruisvensters zijn allen voorzien van luiken die blauw-wit geschilderd zijn. Ook de boogvormige voordeur in het midden van de erker is voorzien van luiken, en bereikbaar via een bordes. Het huis en de bouwhuizen zijn witgepleisterd. De aan de voorzijde van het herenhuis aanwezige binnenplaats wordt geflankeerd door twee uit 1780 stammende rechthoekige dienstgebouwen met twee verdiepingen, die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. Het binnenplein van het U-vormige complex gebouwen is bereikbaar via een stenen brug over de westelijke omgrachting.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar: (betreft mogelijke restanten van de twee voorgaande kastelen)
Zichtbaar: (Betreft het huidige nog bewoonde herenhuis uit de achttiende eeuw)
Grondgebruik: (particulieren woning)
Van de middeleeuwse voorgangers van het huidige huis zijn in de ondergrond van het door grachten omgeven kasteelterrein mogelijk nog funderingsrestanten aanwezig.
Zichtbaar: (betreft mogelijke restanten van de twee voorgaande kastelen)
Zichtbaar: (Betreft het huidige nog bewoonde herenhuis uit de achttiende eeuw)
Grondgebruik: (particulieren woning)
Van de middeleeuwse voorgangers van het huidige huis zijn in de ondergrond van het door grachten omgeven kasteelterrein mogelijk nog funderingsrestanten aanwezig.
Afmetingen
De aangegeven totale afmetingen (ca. 82x175m) betreffen het (vermoedelijke) oorspronkelijke omgrachte kasteelterrein, bestaande uit het door een gracht omgeven westelijke en middelste terrein. Op grond van de Ferrariskaart nr. 208 Stokkem/Maaseik en de kadastrale minuutkaart gemeente Obbicht en Papenhoven, 1811-1832, Limburg, sectie B, blad 01 kan worden afgeleid dat het door een gracht omgeven oostelijke terrein (ca. 90x137m) pas eind achttiende eeuw is aangelegd. Op grond van de Ferrariskaart wordt aangenomen, dat de oorspronkelijke hoofdburcht op het terrein van het huidige herenhuis was gesitueerd (ca. 82x75m). De voormalige voorburcht zou dan gesitueerd moeten zijn geweest op het huidige middelste terrein (ca. 82x100m).
De aangegeven totale afmetingen (ca. 82x175m) betreffen het (vermoedelijke) oorspronkelijke omgrachte kasteelterrein, bestaande uit het door een gracht omgeven westelijke en middelste terrein. Op grond van de Ferrariskaart nr. 208 Stokkem/Maaseik en de kadastrale minuutkaart gemeente Obbicht en Papenhoven, 1811-1832, Limburg, sectie B, blad 01 kan worden afgeleid dat het door een gracht omgeven oostelijke terrein (ca. 90x137m) pas eind achttiende eeuw is aangelegd. Op grond van de Ferrariskaart wordt aangenomen, dat de oorspronkelijke hoofdburcht op het terrein van het huidige herenhuis was gesitueerd (ca. 82x75m). De voormalige voorburcht zou dan gesitueerd moeten zijn geweest op het huidige middelste terrein (ca. 82x100m).
Oudste vermelding
Datum: 1429
Bron: Sloet en Van Veen 1912, 80.
"'Dat alinge huys ende boren tot Biecht, met sijnen graven ende cingelgraven ende met allen sijnen renten ende tobehoren.'"
Philips van Geldrop en Biecht wordt in 1429 door de hertog van Gelre beleend met 'dat alinge huys ende boren tot Biecht, met sijnen graven ende cingelgraven ende met allen sijnen renten ende tobehoren.'
Datum: 1429
Bron: Sloet en Van Veen 1912, 80.
"'Dat alinge huys ende boren tot Biecht, met sijnen graven ende cingelgraven ende met allen sijnen renten ende tobehoren.'"
Philips van Geldrop en Biecht wordt in 1429 door de hertog van Gelre beleend met 'dat alinge huys ende boren tot Biecht, met sijnen graven ende cingelgraven ende met allen sijnen renten ende tobehoren.'
Bezitsgeschiedenis
In de periode tot circa begin vijftiende eeuw is het goed Obbicht (Biecht) zowel een leen van het hertogdom Gelre als van het graafschap Loon. Gedurende de eerste helft van de veertiende eeuw is het gedurende korte tijd ook een leen van Brabant geweest onder pandheer Gerard van de Mark. In die periode waren er voor beide leenheren aparte leenmannen, waarvan niet alle namen bekend zijn en er bovendien verwarring bestaat met betrekking tot de heerlijkheid Grevenbicht, omdat er in die periode nog geen onderscheid werd gemaakt tussen Grevenbicht en Obbicht. Het omgrachte Huis Obbicht zelf behoorde tot het Gelderse deel van het leengoed. In de periode tot de vijftiende eeuw is maar weinig informatie bekend omtrent de diverse heren van Biecht. Vermeld worden daarbij o.a. Gerard van der Mark, Rogier van Haren, Oyst van Elsloo, Reinart van Schoonvorst, Dirk van Pietersheim, etc. De oudste vermelding van het huis Biecht stamt uit 1429. Het wordt dan in leen gehouden door Philips van Geldrop en Biecht. Bij het huwelijk van Oda van Papenhoven en Neerkassen van Pietersheim Vrouwe van Obbicht met Claes van der Donck in de tweede helft van de vijftiende eeuw komen de Gelderse en Loonse lenen in een hand. Via het huwelijk van hun kleindochter Ana van der Donk met Willem Vlodrop komen heerlijkheid en huis Obbicht begin vijftiende eeuw in het bezit van de adellijke familie Van Vlodrop. Door de huwelijken van hun dochter Alverta komt Obbicht omstreeks 1560 in het bezit van Karel van Bronckhorst en Batenburg en vervolgens omstreeks 1580 in het bezit van Filips van Bentinck. Via vererving blijft Obbicht vervolgens tot 1724 binnen de familie Van Bentinck, waarna het overgaat naar Herman Frans de Leerodt. Na zijn overlijden in 1758 ontstaat er onduidelijkheid over zijn erfenis, waarna het tot 1778 duurde totdat de restanten van het huis en de heerlijkheid werden verkocht aan de Luikse koopman Antoine Guillaume de Paludé. Deze laat een nieuw herenhuis bouwen. Na de Franse periode is Obbicht in het bezit gekomen van de burgemeester van Obbicht, Jacob Beelaerts om na diens overlijden over te gaan naar zijn stiefzoon Louis Cornabé. In 1880 vestigde zich een familielid Ulysses Dirckinck von Holmfeld op het landhuis. Hierna komt het landhuis in particulier bezit en raakt in ernstig verval om vervolgens in 1954 grotendeels door brand te worden verwoest. In 1973 is de ruïne opgekocht door P. Szymkowiak en zijn vrouw Antoinie van Hinsberg, die het huis in zijn oorspronkelijke staat hebben gerestaureerd en er vanaf 1988 zijn gaan wonen.
In de periode tot circa begin vijftiende eeuw is het goed Obbicht (Biecht) zowel een leen van het hertogdom Gelre als van het graafschap Loon. Gedurende de eerste helft van de veertiende eeuw is het gedurende korte tijd ook een leen van Brabant geweest onder pandheer Gerard van de Mark. In die periode waren er voor beide leenheren aparte leenmannen, waarvan niet alle namen bekend zijn en er bovendien verwarring bestaat met betrekking tot de heerlijkheid Grevenbicht, omdat er in die periode nog geen onderscheid werd gemaakt tussen Grevenbicht en Obbicht. Het omgrachte Huis Obbicht zelf behoorde tot het Gelderse deel van het leengoed. In de periode tot de vijftiende eeuw is maar weinig informatie bekend omtrent de diverse heren van Biecht. Vermeld worden daarbij o.a. Gerard van der Mark, Rogier van Haren, Oyst van Elsloo, Reinart van Schoonvorst, Dirk van Pietersheim, etc. De oudste vermelding van het huis Biecht stamt uit 1429. Het wordt dan in leen gehouden door Philips van Geldrop en Biecht. Bij het huwelijk van Oda van Papenhoven en Neerkassen van Pietersheim Vrouwe van Obbicht met Claes van der Donck in de tweede helft van de vijftiende eeuw komen de Gelderse en Loonse lenen in een hand. Via het huwelijk van hun kleindochter Ana van der Donk met Willem Vlodrop komen heerlijkheid en huis Obbicht begin vijftiende eeuw in het bezit van de adellijke familie Van Vlodrop. Door de huwelijken van hun dochter Alverta komt Obbicht omstreeks 1560 in het bezit van Karel van Bronckhorst en Batenburg en vervolgens omstreeks 1580 in het bezit van Filips van Bentinck. Via vererving blijft Obbicht vervolgens tot 1724 binnen de familie Van Bentinck, waarna het overgaat naar Herman Frans de Leerodt. Na zijn overlijden in 1758 ontstaat er onduidelijkheid over zijn erfenis, waarna het tot 1778 duurde totdat de restanten van het huis en de heerlijkheid werden verkocht aan de Luikse koopman Antoine Guillaume de Paludé. Deze laat een nieuw herenhuis bouwen. Na de Franse periode is Obbicht in het bezit gekomen van de burgemeester van Obbicht, Jacob Beelaerts om na diens overlijden over te gaan naar zijn stiefzoon Louis Cornabé. In 1880 vestigde zich een familielid Ulysses Dirckinck von Holmfeld op het landhuis. Hierna komt het landhuis in particulier bezit en raakt in ernstig verval om vervolgens in 1954 grotendeels door brand te worden verwoest. In 1973 is de ruïne opgekocht door P. Szymkowiak en zijn vrouw Antoinie van Hinsberg, die het huis in zijn oorspronkelijke staat hebben gerestaureerd en er vanaf 1988 zijn gaan wonen.
Historische betekenis
Het oorspronkelijke kasteel lag bij een doorwaadbare plaats in de Maas en is bij oorlogshandelingen meerdere malen zwaar beschadigd. Hoewel er omtrent de afmetingen en vormgeving van het kasteel uit die tijd geen gegevens beschikbaar zijn, zou hieruit kunnen worden afgeleid, dat het kasteel een belangrijke betekenis kan hebben gehad. Verder was Biecht (Obbicht) van oorsprong een vrije rijksheerlijkheid en daarnaast een zogenaamd buitenleen van zowel Gelre als Loon.
Het oorspronkelijke kasteel lag bij een doorwaadbare plaats in de Maas en is bij oorlogshandelingen meerdere malen zwaar beschadigd. Hoewel er omtrent de afmetingen en vormgeving van het kasteel uit die tijd geen gegevens beschikbaar zijn, zou hieruit kunnen worden afgeleid, dat het kasteel een belangrijke betekenis kan hebben gehad. Verder was Biecht (Obbicht) van oorsprong een vrije rijksheerlijkheid en daarnaast een zogenaamd buitenleen van zowel Gelre als Loon.
Bouwgeschiedenis
Wanneer en door wie het oorspronkelijke kasteel Obbicht is gebouwd is niet bekend. Het wordt voor het eerst genoemd in 1429 als 'Dat alinge huys ende boren tot Biecht, met sijnen graven ende cingelgraven ende met allen sijnen renten ende tobehoren.' Het was toen dus een omgracht kasteel. Door de steun van de toenmalige eigenaar Karel van Bronckhorst en Batenburg aan Willem van Oranje is het kasteel omstreeks 1580 door de Spanjaarden grotendeels verwoest. Door de nieuwe eigenaar Filips van Bentinck werd de ruïne eind zestiende eeuw gerestaureerd en weer in oude staat hersteld. Een en ander kan worden opgemaakt uit zijn testament van 12 oktober 1598, waarin wordt aangegeven dat Filips voor eigen kosten het Huis weer heeft opgebouwd. Daar er voor zover bekend geen sprake is geweest van nieuwbouw, zou er van uitgegaan kunnen worden, dat kasteel en omgrachting in principe hetzelfde zijn gebleven. In 1710 werd dit gerestaureerde kasteel tijdens de Spaanse Successieoorlog grotendeels door brand verwoest en vervolgens gedurende het grootste gedeelte van de achttiende eeuw als ruïne achtergelaten. Toen Herman Frans de Leerodt in 1724 eigenaar werd van het kasteel verkeerde het in een slechte staat. Op grond van de Ferrariskaart nr. 208 Stokkem/Maaseik van omstreeks 1771-1778 kan worden afgeleid dat het toenmalige kasteel bestond uit twee door grachten omgeven terreinen met op het westelijk gelegen terrein de gebouwen van de hoofdburcht. Deze bestond uit vier vleugels rond een binnenplaats met een ronde toren op de ene hoek, en op de andere hoek een vierkante (poort?)toren. Wellicht ging het hierbij om een huis waarin zowel de representatieve functie (in een hoofdgebouw), als de agrarische functie (in de zijvleugels) aanwezig waren. De vierkante vorm van dit complex doet vermoeden dat het op oudere fundamenten gebouwd zou kunnen zijn. Hoe deze gebouwen er hebben uitgezien is niet bekend. Het oostelijk gelegen terrein was niet bebouwd, en was waarschijnlijk de tuin. Het is mogelijk dat het dit terrein ooit de voorburcht is geweest. Nadat Obbicht omstreeks 1778 was gekocht door de Luikse koopman Antoine Guillaume de Paludé werden plannen gemaakt om de ruïne weer op te bouwen. Na de bouwkundige staat ervan te hebben opgenomen, werd echter besloten om tot sloop over te gaan en omstreeks 1780 werd gestart met de bouw van een nieuw landhuis in Lodewijk XVI stijl. Bij de bouw hiervan is mogelijk gebruik gemaakt van materialen afkomstig van de onderbouw van de toen bestaande gebouwen. Dit thans nog aanwezige herenhuis bestaat uit een drietal rondom een binnenplaats gegroepeerde gebouwen met de toegang via een stenen brug over de gracht aan de westzijde. Het aan de oostzijde gelegen centrale hoofdgebouw is onderverdeeld in drie hoofdbeuken, waarvan de twee buitenste delen bestaan uit twee bouwlagen boven een kelderverdieping en die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. De middelste beuk is aan de voor- en de achterzijde voorzien van een driezijdig middenrisaliet en heeft een extra verdieping. Op de kruising van de daken van de drie beuken is een achthoekig torentje aanwezig met een uivormige bekroning. Het gebouw is geheel onderkelderd, waarvan het koepelgewelf onder de centrale hal als bijzonder kan worden aangemerkt. Gezien de vormgeving ervan zal het waarschijnlijk geheel of gedeelte afkomstig zijn uit het voormalige kasteel. De aan de voorzijde van het herenhuis aanwezige binnenplaats wordt geflankeerd door twee uit 1780 stammende rechthoekige dienstgebouwen met twee verdiepingen, die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. De thans nog aanwezige kasteelhoeve is omstreeks diezelfde periode ten zuiden van het herenhuis gebouwd. Uit een vergelijking van de Ferrariskaart en de kadastrale minuutkaart gemeente Obbicht en Papenhoven, kan worden afgeleid dat het meest oostelijk gelegen door een gracht omgeven terrein pas eind negentiende eeuw is aangelegd. Na een brand in 1942 is een van de dienstgebouwen herbouwd. Na de Tweede Wereldoorlog is het Huis in verval geraakt en in 1954 grotendeels afgebrand. Hierdoor waren alle gebouwen tot een ruïne verworden. Hoewel sloop van de restanten onafwendbaar leek, heeft de nieuwe eigenaar ervoor gekozen om het volledig in zijn oorspronkelijke staat te restaureren. Deze restauratie werd in 1988 afgerond.
Wanneer en door wie het oorspronkelijke kasteel Obbicht is gebouwd is niet bekend. Het wordt voor het eerst genoemd in 1429 als 'Dat alinge huys ende boren tot Biecht, met sijnen graven ende cingelgraven ende met allen sijnen renten ende tobehoren.' Het was toen dus een omgracht kasteel. Door de steun van de toenmalige eigenaar Karel van Bronckhorst en Batenburg aan Willem van Oranje is het kasteel omstreeks 1580 door de Spanjaarden grotendeels verwoest. Door de nieuwe eigenaar Filips van Bentinck werd de ruïne eind zestiende eeuw gerestaureerd en weer in oude staat hersteld. Een en ander kan worden opgemaakt uit zijn testament van 12 oktober 1598, waarin wordt aangegeven dat Filips voor eigen kosten het Huis weer heeft opgebouwd. Daar er voor zover bekend geen sprake is geweest van nieuwbouw, zou er van uitgegaan kunnen worden, dat kasteel en omgrachting in principe hetzelfde zijn gebleven. In 1710 werd dit gerestaureerde kasteel tijdens de Spaanse Successieoorlog grotendeels door brand verwoest en vervolgens gedurende het grootste gedeelte van de achttiende eeuw als ruïne achtergelaten. Toen Herman Frans de Leerodt in 1724 eigenaar werd van het kasteel verkeerde het in een slechte staat. Op grond van de Ferrariskaart nr. 208 Stokkem/Maaseik van omstreeks 1771-1778 kan worden afgeleid dat het toenmalige kasteel bestond uit twee door grachten omgeven terreinen met op het westelijk gelegen terrein de gebouwen van de hoofdburcht. Deze bestond uit vier vleugels rond een binnenplaats met een ronde toren op de ene hoek, en op de andere hoek een vierkante (poort?)toren. Wellicht ging het hierbij om een huis waarin zowel de representatieve functie (in een hoofdgebouw), als de agrarische functie (in de zijvleugels) aanwezig waren. De vierkante vorm van dit complex doet vermoeden dat het op oudere fundamenten gebouwd zou kunnen zijn. Hoe deze gebouwen er hebben uitgezien is niet bekend. Het oostelijk gelegen terrein was niet bebouwd, en was waarschijnlijk de tuin. Het is mogelijk dat het dit terrein ooit de voorburcht is geweest. Nadat Obbicht omstreeks 1778 was gekocht door de Luikse koopman Antoine Guillaume de Paludé werden plannen gemaakt om de ruïne weer op te bouwen. Na de bouwkundige staat ervan te hebben opgenomen, werd echter besloten om tot sloop over te gaan en omstreeks 1780 werd gestart met de bouw van een nieuw landhuis in Lodewijk XVI stijl. Bij de bouw hiervan is mogelijk gebruik gemaakt van materialen afkomstig van de onderbouw van de toen bestaande gebouwen. Dit thans nog aanwezige herenhuis bestaat uit een drietal rondom een binnenplaats gegroepeerde gebouwen met de toegang via een stenen brug over de gracht aan de westzijde. Het aan de oostzijde gelegen centrale hoofdgebouw is onderverdeeld in drie hoofdbeuken, waarvan de twee buitenste delen bestaan uit twee bouwlagen boven een kelderverdieping en die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. De middelste beuk is aan de voor- en de achterzijde voorzien van een driezijdig middenrisaliet en heeft een extra verdieping. Op de kruising van de daken van de drie beuken is een achthoekig torentje aanwezig met een uivormige bekroning. Het gebouw is geheel onderkelderd, waarvan het koepelgewelf onder de centrale hal als bijzonder kan worden aangemerkt. Gezien de vormgeving ervan zal het waarschijnlijk geheel of gedeelte afkomstig zijn uit het voormalige kasteel. De aan de voorzijde van het herenhuis aanwezige binnenplaats wordt geflankeerd door twee uit 1780 stammende rechthoekige dienstgebouwen met twee verdiepingen, die worden afgedekt door een mansardevormig schilddak. De thans nog aanwezige kasteelhoeve is omstreeks diezelfde periode ten zuiden van het herenhuis gebouwd. Uit een vergelijking van de Ferrariskaart en de kadastrale minuutkaart gemeente Obbicht en Papenhoven, kan worden afgeleid dat het meest oostelijk gelegen door een gracht omgeven terrein pas eind negentiende eeuw is aangelegd. Na een brand in 1942 is een van de dienstgebouwen herbouwd. Na de Tweede Wereldoorlog is het Huis in verval geraakt en in 1954 grotendeels afgebrand. Hierdoor waren alle gebouwen tot een ruïne verworden. Hoewel sloop van de restanten onafwendbaar leek, heeft de nieuwe eigenaar ervoor gekozen om het volledig in zijn oorspronkelijke staat te restaureren. Deze restauratie werd in 1988 afgerond.
Afbeeldingen
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd september 2014; - kadastrale minuutkaart gemeente Obbicht en Papenhoven, 1811-1832, Limburg, sectie B, blad 01, geraadpleegd september 2014; - Ferrariskaart Stokkem/Maaseik uit de achttiende eeuw, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd september 2014; - Ruïne herenhuis Obbicht voor restauratie, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, 9; - tekening langsdoorsnede herenhuis, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, 44; - Obbicht na de restauratie van 1988, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, omslagfoto achterzijde; - Centrale hal, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, 51;
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd september 2014; - kadastrale minuutkaart gemeente Obbicht en Papenhoven, 1811-1832, Limburg, sectie B, blad 01, geraadpleegd september 2014; - Ferrariskaart Stokkem/Maaseik uit de achttiende eeuw, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd september 2014; - Ruïne herenhuis Obbicht voor restauratie, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, 9; - tekening langsdoorsnede herenhuis, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, 44; - Obbicht na de restauratie van 1988, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, omslagfoto achterzijde; - Centrale hal, Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard, 51;
Bronnen
- Sloet, J.J.S, en J.S. van Veen, 1912, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Leenen buiten Gelderland (Uitheemsche lenen). Arnhem. - http://watwaswaar.nl/#bg-5w-6-1-1v-1-3ojA-QlM---1k3, geraadpleegd september 2014; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd september 2014; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd september 2014; - http://portal.prvlimburg.nl/gisviewer/viewer.do?appCode=2b7ef4d2aba6c0c2163d6d9b2ad6a8f3; geraadpleegd september 2014. - http://ruimtelijkeplannen.nl, geraadpleegd september 2014; -http://www.heemkundebicht.nl/obbicht_papenhoven.45.html#Obbicht Papenhoven; geraadpleegd september 2014; - http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd september 2014;
- Sloet, J.J.S, en J.S. van Veen, 1912, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen. Leenen buiten Gelderland (Uitheemsche lenen). Arnhem. - http://watwaswaar.nl/#bg-5w-6-1-1v-1-3ojA-QlM---1k3, geraadpleegd september 2014; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd september 2014; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd september 2014; - http://portal.prvlimburg.nl/gisviewer/viewer.do?appCode=2b7ef4d2aba6c0c2163d6d9b2ad6a8f3; geraadpleegd september 2014. - http://ruimtelijkeplannen.nl, geraadpleegd september 2014; -http://www.heemkundebicht.nl/obbicht_papenhoven.45.html#Obbicht Papenhoven; geraadpleegd september 2014; - http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd september 2014;
Literatuur
- Bosch, G., en L. Crouzen, 1997, Het Kastelenrijk : Westelijke mijnstreek rijk aan kastelen, z.p., 67-69; - Flament, A.J.A., 1918, Het kasteel van Obbicht, Geïllustreerd weekblad Buiten, jaargang 1918, Scheltema&Holkema's Boekhandels, Amsterdam, 477-478; - Flokstra, M., 1988, Een 16de-eeuws glas-in-lood raam, Castellogica II (1988-1992), 279-281; - Habets, J., 1871, De Loonsche Leenen in het tegenwoordige Hertogdom Limburg, de Heerlijkheid (Ob)Biecht, Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg, Maastricht, 5-21; - Hupperetz, W., B. Olde Meierink, en R. Rommes (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 287-288; - Knoors, J., 1996, Dat Alinge huijs tot Obbicht 1780, Monografieën uit het land van Sittard, Sittard; - Knoors, J., 2011, De wonderbaarlijke redding van Huize Obbicht, Historisch Jaarboek voor het land van Zwentibold, Sittard-Geleen, 135-140; - Meulleners, J.L., 1883, Geschiedenis van de heerlijkheid en heeren van Obbicht en Papenhoven, voornamelijk van jonker Filips van Bentinck, Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg; - Overvoorde, J.C., 1926, Voorlopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, deel VIII, de provincie Limburg, 's Gravenhage, 354-355; - Stenvert, R., Kolman, C., Ginkel-Meester, S. van, Broekhoven, S., Stades-Vischer, E., 2003, Monumenten in Nederland, Limburg, Zeist, 281-282; - Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard; - Vemer, J.C.,1967, Kastelen in het land van Midden- en Noord-Limburg, Maastricht, 29: - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen van Limburg, Hoensbroek, 35,96;
- Bosch, G., en L. Crouzen, 1997, Het Kastelenrijk : Westelijke mijnstreek rijk aan kastelen, z.p., 67-69; - Flament, A.J.A., 1918, Het kasteel van Obbicht, Geïllustreerd weekblad Buiten, jaargang 1918, Scheltema&Holkema's Boekhandels, Amsterdam, 477-478; - Flokstra, M., 1988, Een 16de-eeuws glas-in-lood raam, Castellogica II (1988-1992), 279-281; - Habets, J., 1871, De Loonsche Leenen in het tegenwoordige Hertogdom Limburg, de Heerlijkheid (Ob)Biecht, Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg, Maastricht, 5-21; - Hupperetz, W., B. Olde Meierink, en R. Rommes (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 287-288; - Knoors, J., 1996, Dat Alinge huijs tot Obbicht 1780, Monografieën uit het land van Sittard, Sittard; - Knoors, J., 2011, De wonderbaarlijke redding van Huize Obbicht, Historisch Jaarboek voor het land van Zwentibold, Sittard-Geleen, 135-140; - Meulleners, J.L., 1883, Geschiedenis van de heerlijkheid en heeren van Obbicht en Papenhoven, voornamelijk van jonker Filips van Bentinck, Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg; - Overvoorde, J.C., 1926, Voorlopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, deel VIII, de provincie Limburg, 's Gravenhage, 354-355; - Stenvert, R., Kolman, C., Ginkel-Meester, S. van, Broekhoven, S., Stades-Vischer, E., 2003, Monumenten in Nederland, Limburg, Zeist, 281-282; - Szymkowiak, P.J.H., 2006, Kasteel Obbicht, vijftien jaren van restauratie (1973-1988),Sittard; - Vemer, J.C.,1967, Kastelen in het land van Midden- en Noord-Limburg, Maastricht, 29: - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen van Limburg, Hoensbroek, 35,96;
Documentatie
N.v.t.
N.v.t.
Coördinaten
Coordinaten: 51° 1'18.72''N, 5°46'44.87 ''O
Kaartblad: 60C , x: 182,50, y: 337,00, precisie 2
Coordinaten: 51° 1'18.72''N, 5°46'44.87 ''O
Kaartblad: 60C , x: 182,50, y: 337,00, precisie 2
Bescherming gebouw
Status: (Zowel huidige herenhuis als kasteelhoeve)
Monumentnummer: 510146
OMSCHRIJVING UIT RCE: HISTORISCHE BUITENPLAATS OBBICHT Omschrijving complex: De buitenplaats Obbicht wordt gekenmerkt door de streng doorgevoerde symmetrie om een centrale as in de aanleg van zowel het park (met name de grachten) als het ensemble van de gebouwen; het terrein wordt gevormd door drie achter elkaar liggende omgrachte rechthoekige eilanden, waarvan de meest oostelijke iets breder is dan de andere twee, die waarschijnlijk 16e eeuws of ouder zijn; het oosteiland is pas in de tweede helft van de 18e eeuw gemaakt door het graven van een zeer brede gracht in het broekland in het dal van de Kingbeek. Oók tot het complexgebied wordt gerekend het terrein begrensd door de zogenaamde Molensloot of -beek en de Kingbeek en in het zuiden door een wal. Op het westelijke eiland, dat nagenoeg vierkant is, ligt het complex van huis en bijgebouwen, dat uit 1780 dateert; globaal gezien heeft het buitenplaatscomplex een L-plattegrond; het ligt ten zuiden van het dorp Obbicht op de oostoever van de Maas. Het complex wordt aan de westzijde begrensd door de weg van Obbicht naar Nattenhoven, aan de noordkant door woon- en recreatiegebied van derden, ten oosten door de Kingbeek en aan de zuidkant door boomgaarden van derden. De historische buitenplaats Obbicht omvat de volgende onderdelen: HOOFDGEBOUW (1), PARKAANLEG (2), BOUWHUIZEN (3), BRUGGEN (4), MUREN (5), HEKKEN (6) en ORNAMENT (7).Binnen het complexgebied bevinden zich de volgende elementen, die niet beschermenswaard zijn: het zwembad, het nieuwe plaveisel op het voorplein, enige nieuwe beeldhouwwerken en ornamenten (waaronder wapensteen). Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding der onderdelen aangegeven.
Monumentnummer: 510145
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 1: HOOFDGEBOUW, in 1780 gebouwd naar ontwerp van de Luikse architect J.B. Renoz in L.XVI-stijl; op het vierkante omgrachte westeiland op rechthoekige plattegrond met driezijdig uitgebouwde middenpartij aan voor- en achterkant; de partijen hebben elk een dubbele bordestrap van vier treden; twee bouwlagen tussen kelderverdieping en zolder onder ingezwenkte met leien gedekte afgewolfde mansardekap; midden op het dak een achtkantig torentje met helmdak en uurwerk. Voorgevel van mergel, achter- en zijgevels van baksteen, alles witgekalkt; achtruitsvensters; raamomlijstingen in natuursteen. Het gebouw is in 1954 geheel uitgebrand; ook de kap verdween; enig stucwerk is gespaard gebleven, o.a. in de achthoekige vestibule: ionische pilasters en stucbeelden in nissen. Herstel van het gebouw had plaats in 1975-1988.Waardering HOOFDGEBOUW van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de architectuur, in Franse stijl naar ontwerp van Renoz, ook in samenhang met de bouwhuizen
Monumentnummer: 510147
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 2: PARKAANLEG, bestaande uit a. voorterrein b. huiseiland c. middeneiland d. oosteiland e. terrein tussen de Molensloot en de Kingbeek ad a.: het voorterrein is zeer klein en ligt tussen het huiseiland en de weg; de inrichting is van recente datum; langs de korte oprit staan jonge leilinden ter vervanging van oude uitgegroeide exemplaren; verder jonge walnoten in grasveldjes links en rechts van de oprit; langs de weg een jonge taxushaag. ad b.: midden op het huiseiland ligt streng symmetrisch het complex van hoofdgebouw en bouwhuizen (zie onder 3); het eiland is aan alle zijden van de gracht gescheiden door een keermuur (zie onder 5), die in wezen waarschijnlijk laat-middeleeuws is; verder geen sporen van een oudere tuininrichting. ad c.: het middeneiland is even oud en heeft ongeveer dezelfde afmeting en vorm als het huiseiland, waarmee het via een brug (zie onder 4) verbonden is; het eiland draagt nog duidelijk de sporen van een 19e eeuwse landschappelijke aanleg: een centraal grasveld met eromheen een singelbeplanting, waarin nog vele oude solitairbomen. Waarschijnlijk was op dit eiland in de 18e eeuw een moestuin ingericht. ad d.: het oosteiland is waarschijnlijk in de 18e eeuw ontstaan en is groter (meer langgerekt) dan de andere twee; de gracht eromheen is veel breder en kan als visvijver gezien worden; tussen het oostelijke grachtdeel en de beek ligt een zeer smalle strook grond met gras; langs de noordzijde van de gracht loopt een pad, dat aan beide zijden beplant is met oude eiken in enkele rijen; verder is er een symmetrisch graspadenkruis (ook op oude kaarten te zien als tracée); in de vakken staat jong bos, dat in de jaren 80 geplant is. Aan het zuidelijke einde van het noord-zuid pad staan bij de dam over de gracht links en rechts twee zeer oude, grote platanen (XIXa?); zij markeren de overgang naar het terrein tussen de Molensloot en de Kingbeek. Het oosteiland is met het middeneiland verbonden door een dam; ook ligt er een dam aan het noordeinde van het noord-zuid pad; dit is de verbinding met de er dwars op staande eikenlaan. ad e.: het genoemde noord-zuid pad loopt als middenas door in het terrein langs de beek ten zuiden van het oosteiland; het is een langwerpig terrein, in het oosten langs de beek verwilderd, heel vaag is het middenpad nog herkenbaar; de oudste topografische kaart (1842),en de kaart van Tranchot (ca. 1803-1813) laten een parkachtige aanleg zien met een lanenstelsel.Waardering PARKAANLEG van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de cultuurhistorische en landschappelijk-visuele waarden
Monumentnummer: 510148
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 3: identieke BOUWHUIZEN, eveneens in 1780 door dezelfde architect ontworpen, symmetrisch links en rechts van het hoofdgebouw aan het voorplein; twee bouwlagen met mansardekap (leiendekking), aan de korte gevels afgewolfd. Muren van witgekalkte baksteen; deur- en raamomlijstingen van natuursteen. Evenals dat het geval is bij het hoofdgebouw hebben de bouwhuizen een volledig nieuw interieur op enkele bouwmuren na. De bouwhuizen zijn met het huis verbonden door lage muren, waarin een deur.Waardering BOUWHUIZEN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - als architectonisch ensemble met het huis
Monumentnummer: 510149
OMSCHRIJVING UIT RCE: x Omschrijving onderdeel 4: er liggen twee BRUGGEN, XVIII, in de centrale as: de toegangsbrug naar het voorplein en de brug als verbinding tussen huiseiland en het middeneiland; beide van baksteen met één kleine toog; lage borstweringen, bij de voorbrug gedekt met natuursteen, bij de achterbrug gecementeerd. Waardering BRUGGEN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - als cultuurhistorisch-functioneel onderdeel van het complex
Monumentnummer: 510150
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 5: MUREN; er loopt een bakstenen keermuur om het gehele huiseilend, XVII en later, de fundering is waarschijnlijk laat-middeleeuws. De muur heeft een lage borstwering en enkele steunberen aan de grachtzijde. Op de zuidhoek bevinden zich onder water de fundamenten van een ronde toren (XVII?). Verder zijn er twee bakstenen muren (ong. 2 m. hoog), XVIII, links en rechts van het hoofdgebouw achter de bouwhuizen; via een rechte hoek zijn ze de verlengingen van de drie achtergevels.Waardering MUREN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de (cultuur)historische waarden als restant van een middeleeuws kasteel - als architectonisch onderdeel van het ensemble van huis met bouwhuizen
Monumentnummer: 510151
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 6: HEKKEN, bestaande uit a. inrijhek b. hek achter het huis c. achteringang d. ijzeren hekwerk naast inrijhek ad a.: het inrijhek, in oorsprong XVIII, staat aan het einde van de brug op het voorplein in de lijn van de keermuur; de borstwering van de keermuur botst op de vierkante pijlers van het hek; de bakstenen pijlers hebben een cementlaag, waarin aan de brug- en pleinzijde bossingen gemodelleerd zijn; op de beide andere zijden zijn natuurstenen blokken geïmiteerd. De pijlers zijn wit geschilderd; dekplaten en bekroningen zijn nieuw, natuursteen. De smeedijzeren hekvleugels zijn gerestaureerd naar oud voorbeeld: zwarte spijlen eindigend in vergulde speerpunten; de lengte der spijlen loopt volgens gewelfde lijn op naar het midden van het hek; tussen de spijlen krulversieringen van bandijzer. ad b.: ook hier twee vierkante pijlers (nieuw opgetrokken) met oude dekplaten; geen bekroningen meer; hekvleugels gelijk aan die van inrijhek. ad c.: twee forse vierkante pijlers met plint en rechte bovenzijde (geen dekplaat of andere afwerking); monolieten van Naamse steen; rond 1800 of ouder. ad d.: over een lengte van ong. 6 m. staat links en rechts van het inrijhek ijzeren hekwerk, XVIII-XIX, op de borstwering van de keermuur; de vierkante ijzeren tussenstijlen bekroond met vergulde eikels.Waardering HEKKEN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de architectuur - als wezenlijk cultuurhistorische en ornamentele onderdelen van het complex
Monumentnummer: 510152
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 7: ORNAMENT in de vorm van een ei, XVIIId; het betreft een (van oorspronkelijk twee) hardstenen bekroning van één van de pijlers van het inrijhek aan de achterkant (= oostzijde) van de buitenplaats: het ei rust via een rond uitzwenkend halsstuk op een vierkante dekplaat, alles hardsteen. Het ornament staat nu op de hoek van de muur, die de achtergevels van het hoofdgebouw en het zuidelijk bouwhuis met elkaar verbindt.Waardering: ORNAMENT van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de vormgeving - als wezenlijk cultuurhistorisch onderdeel van de buitenplaats
Monumentnummer: 18282
OMSCHRIJVING UIT RCE: Betreft de Kasteelhoeve. Een bakstenen gebouw, XVIIId, met wolfdak, hardstenen poortomlijsting met penant- en boogblokken en vensters in rechthoekige omramingen van hardsteen. Gedeelte aan de weg gepleisterd.
Status: (Zowel huidige herenhuis als kasteelhoeve)
Monumentnummer: 510146
OMSCHRIJVING UIT RCE: HISTORISCHE BUITENPLAATS OBBICHT Omschrijving complex: De buitenplaats Obbicht wordt gekenmerkt door de streng doorgevoerde symmetrie om een centrale as in de aanleg van zowel het park (met name de grachten) als het ensemble van de gebouwen; het terrein wordt gevormd door drie achter elkaar liggende omgrachte rechthoekige eilanden, waarvan de meest oostelijke iets breder is dan de andere twee, die waarschijnlijk 16e eeuws of ouder zijn; het oosteiland is pas in de tweede helft van de 18e eeuw gemaakt door het graven van een zeer brede gracht in het broekland in het dal van de Kingbeek. Oók tot het complexgebied wordt gerekend het terrein begrensd door de zogenaamde Molensloot of -beek en de Kingbeek en in het zuiden door een wal. Op het westelijke eiland, dat nagenoeg vierkant is, ligt het complex van huis en bijgebouwen, dat uit 1780 dateert; globaal gezien heeft het buitenplaatscomplex een L-plattegrond; het ligt ten zuiden van het dorp Obbicht op de oostoever van de Maas. Het complex wordt aan de westzijde begrensd door de weg van Obbicht naar Nattenhoven, aan de noordkant door woon- en recreatiegebied van derden, ten oosten door de Kingbeek en aan de zuidkant door boomgaarden van derden. De historische buitenplaats Obbicht omvat de volgende onderdelen: HOOFDGEBOUW (1), PARKAANLEG (2), BOUWHUIZEN (3), BRUGGEN (4), MUREN (5), HEKKEN (6) en ORNAMENT (7).Binnen het complexgebied bevinden zich de volgende elementen, die niet beschermenswaard zijn: het zwembad, het nieuwe plaveisel op het voorplein, enige nieuwe beeldhouwwerken en ornamenten (waaronder wapensteen). Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding der onderdelen aangegeven.
Monumentnummer: 510145
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 1: HOOFDGEBOUW, in 1780 gebouwd naar ontwerp van de Luikse architect J.B. Renoz in L.XVI-stijl; op het vierkante omgrachte westeiland op rechthoekige plattegrond met driezijdig uitgebouwde middenpartij aan voor- en achterkant; de partijen hebben elk een dubbele bordestrap van vier treden; twee bouwlagen tussen kelderverdieping en zolder onder ingezwenkte met leien gedekte afgewolfde mansardekap; midden op het dak een achtkantig torentje met helmdak en uurwerk. Voorgevel van mergel, achter- en zijgevels van baksteen, alles witgekalkt; achtruitsvensters; raamomlijstingen in natuursteen. Het gebouw is in 1954 geheel uitgebrand; ook de kap verdween; enig stucwerk is gespaard gebleven, o.a. in de achthoekige vestibule: ionische pilasters en stucbeelden in nissen. Herstel van het gebouw had plaats in 1975-1988.Waardering HOOFDGEBOUW van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de architectuur, in Franse stijl naar ontwerp van Renoz, ook in samenhang met de bouwhuizen
Monumentnummer: 510147
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 2: PARKAANLEG, bestaande uit a. voorterrein b. huiseiland c. middeneiland d. oosteiland e. terrein tussen de Molensloot en de Kingbeek ad a.: het voorterrein is zeer klein en ligt tussen het huiseiland en de weg; de inrichting is van recente datum; langs de korte oprit staan jonge leilinden ter vervanging van oude uitgegroeide exemplaren; verder jonge walnoten in grasveldjes links en rechts van de oprit; langs de weg een jonge taxushaag. ad b.: midden op het huiseiland ligt streng symmetrisch het complex van hoofdgebouw en bouwhuizen (zie onder 3); het eiland is aan alle zijden van de gracht gescheiden door een keermuur (zie onder 5), die in wezen waarschijnlijk laat-middeleeuws is; verder geen sporen van een oudere tuininrichting. ad c.: het middeneiland is even oud en heeft ongeveer dezelfde afmeting en vorm als het huiseiland, waarmee het via een brug (zie onder 4) verbonden is; het eiland draagt nog duidelijk de sporen van een 19e eeuwse landschappelijke aanleg: een centraal grasveld met eromheen een singelbeplanting, waarin nog vele oude solitairbomen. Waarschijnlijk was op dit eiland in de 18e eeuw een moestuin ingericht. ad d.: het oosteiland is waarschijnlijk in de 18e eeuw ontstaan en is groter (meer langgerekt) dan de andere twee; de gracht eromheen is veel breder en kan als visvijver gezien worden; tussen het oostelijke grachtdeel en de beek ligt een zeer smalle strook grond met gras; langs de noordzijde van de gracht loopt een pad, dat aan beide zijden beplant is met oude eiken in enkele rijen; verder is er een symmetrisch graspadenkruis (ook op oude kaarten te zien als tracée); in de vakken staat jong bos, dat in de jaren 80 geplant is. Aan het zuidelijke einde van het noord-zuid pad staan bij de dam over de gracht links en rechts twee zeer oude, grote platanen (XIXa?); zij markeren de overgang naar het terrein tussen de Molensloot en de Kingbeek. Het oosteiland is met het middeneiland verbonden door een dam; ook ligt er een dam aan het noordeinde van het noord-zuid pad; dit is de verbinding met de er dwars op staande eikenlaan. ad e.: het genoemde noord-zuid pad loopt als middenas door in het terrein langs de beek ten zuiden van het oosteiland; het is een langwerpig terrein, in het oosten langs de beek verwilderd, heel vaag is het middenpad nog herkenbaar; de oudste topografische kaart (1842),en de kaart van Tranchot (ca. 1803-1813) laten een parkachtige aanleg zien met een lanenstelsel.Waardering PARKAANLEG van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de cultuurhistorische en landschappelijk-visuele waarden
Monumentnummer: 510148
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 3: identieke BOUWHUIZEN, eveneens in 1780 door dezelfde architect ontworpen, symmetrisch links en rechts van het hoofdgebouw aan het voorplein; twee bouwlagen met mansardekap (leiendekking), aan de korte gevels afgewolfd. Muren van witgekalkte baksteen; deur- en raamomlijstingen van natuursteen. Evenals dat het geval is bij het hoofdgebouw hebben de bouwhuizen een volledig nieuw interieur op enkele bouwmuren na. De bouwhuizen zijn met het huis verbonden door lage muren, waarin een deur.Waardering BOUWHUIZEN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - als architectonisch ensemble met het huis
Monumentnummer: 510149
OMSCHRIJVING UIT RCE: x Omschrijving onderdeel 4: er liggen twee BRUGGEN, XVIII, in de centrale as: de toegangsbrug naar het voorplein en de brug als verbinding tussen huiseiland en het middeneiland; beide van baksteen met één kleine toog; lage borstweringen, bij de voorbrug gedekt met natuursteen, bij de achterbrug gecementeerd. Waardering BRUGGEN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - als cultuurhistorisch-functioneel onderdeel van het complex
Monumentnummer: 510150
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 5: MUREN; er loopt een bakstenen keermuur om het gehele huiseilend, XVII en later, de fundering is waarschijnlijk laat-middeleeuws. De muur heeft een lage borstwering en enkele steunberen aan de grachtzijde. Op de zuidhoek bevinden zich onder water de fundamenten van een ronde toren (XVII?). Verder zijn er twee bakstenen muren (ong. 2 m. hoog), XVIII, links en rechts van het hoofdgebouw achter de bouwhuizen; via een rechte hoek zijn ze de verlengingen van de drie achtergevels.Waardering MUREN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de (cultuur)historische waarden als restant van een middeleeuws kasteel - als architectonisch onderdeel van het ensemble van huis met bouwhuizen
Monumentnummer: 510151
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 6: HEKKEN, bestaande uit a. inrijhek b. hek achter het huis c. achteringang d. ijzeren hekwerk naast inrijhek ad a.: het inrijhek, in oorsprong XVIII, staat aan het einde van de brug op het voorplein in de lijn van de keermuur; de borstwering van de keermuur botst op de vierkante pijlers van het hek; de bakstenen pijlers hebben een cementlaag, waarin aan de brug- en pleinzijde bossingen gemodelleerd zijn; op de beide andere zijden zijn natuurstenen blokken geïmiteerd. De pijlers zijn wit geschilderd; dekplaten en bekroningen zijn nieuw, natuursteen. De smeedijzeren hekvleugels zijn gerestaureerd naar oud voorbeeld: zwarte spijlen eindigend in vergulde speerpunten; de lengte der spijlen loopt volgens gewelfde lijn op naar het midden van het hek; tussen de spijlen krulversieringen van bandijzer. ad b.: ook hier twee vierkante pijlers (nieuw opgetrokken) met oude dekplaten; geen bekroningen meer; hekvleugels gelijk aan die van inrijhek. ad c.: twee forse vierkante pijlers met plint en rechte bovenzijde (geen dekplaat of andere afwerking); monolieten van Naamse steen; rond 1800 of ouder. ad d.: over een lengte van ong. 6 m. staat links en rechts van het inrijhek ijzeren hekwerk, XVIII-XIX, op de borstwering van de keermuur; de vierkante ijzeren tussenstijlen bekroond met vergulde eikels.Waardering HEKKEN van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de architectuur - als wezenlijk cultuurhistorische en ornamentele onderdelen van het complex
Monumentnummer: 510152
OMSCHRIJVING UIT RCE: Omschrijving onderdeel 7: ORNAMENT in de vorm van een ei, XVIIId; het betreft een (van oorspronkelijk twee) hardstenen bekroning van één van de pijlers van het inrijhek aan de achterkant (= oostzijde) van de buitenplaats: het ei rust via een rond uitzwenkend halsstuk op een vierkante dekplaat, alles hardsteen. Het ornament staat nu op de hoek van de muur, die de achtergevels van het hoofdgebouw en het zuidelijk bouwhuis met elkaar verbindt.Waardering: ORNAMENT van algemeen belang - vanwege de ouderdom - vanwege de vormgeving - als wezenlijk cultuurhistorisch onderdeel van de buitenplaats
Monumentnummer: 18282
OMSCHRIJVING UIT RCE: Betreft de Kasteelhoeve. Een bakstenen gebouw, XVIIId, met wolfdak, hardstenen poortomlijsting met penant- en boogblokken en vensters in rechthoekige omramingen van hardsteen. Gedeelte aan de weg gepleisterd.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J (Op het kasteelterrein is van toepassing het door de gemeenteraad in 2007 vastgestelde bestemmingsplan 'Grensmaas, deelgebied Sittard-Geleen'. met als enkelbestemming landgoed, wonen en als dubbelbestemming waterhuishouding. )
Bestemming: (Enkelbestemming landgoed, wonen)
Bestemming: (Dubbelbestemming waterhuishouding)
Bestemmingsplan: J (Op het kasteelterrein is van toepassing het door de gemeenteraad in 2007 vastgestelde bestemmingsplan 'Grensmaas, deelgebied Sittard-Geleen'. met als enkelbestemming landgoed, wonen en als dubbelbestemming waterhuishouding. )
Bestemming: (Enkelbestemming landgoed, wonen)
Bestemming: (Dubbelbestemming waterhuishouding)
Auteur en datum
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: september 2014
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: september 2014
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
N.v.t.
N.v.t.
Geomorfologische codering
3N / 4E9a / 2R11: Laagte ontstaan door afgraving / Dalvlakteterras / Geul van meanderend afwateringsstelsel;
3N / 4E9a / 2R11: Laagte ontstaan door afgraving / Dalvlakteterras / Geul van meanderend afwateringsstelsel;
Bodemkundige codering
Rn95C / KRd7: Kalkloze poldervaaggronden / zware zavel en licht klei, profielverloop 5;
Rn95C / KRd7: Kalkloze poldervaaggronden / zware zavel en licht klei, profielverloop 5;
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.