Amstenrade
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Amstenrade
Amstenrade
Locatie
Adres: Hagendorenweg 1, 6436 CR
Amstenrade
Gemeente Schinnen
Provincie Limburg
Het terrein van kasteel Amstenrade is gelegen aan de oostelijke rand van het dorp Amstenrade, ten oosten van de verbindingsweg tussen Sittard, via Oirsbeek naar Hoensbroek.
Adres: Hagendorenweg 1, 6436 CR
Amstenrade
Gemeente Schinnen
Provincie Limburg
Het terrein van kasteel Amstenrade is gelegen aan de oostelijke rand van het dorp Amstenrade, ten oosten van de verbindingsweg tussen Sittard, via Oirsbeek naar Hoensbroek.
Typologie
(Betreft een eerste huis uit 13e eeuw)
(Betreft het huis dat in de 16e eeuw werd gebouwd)
(Betreft het huidige eind 18e eeuw gebouwde huis)
Hoe het door een gracht omgeven (eerste) huis uit de 13e eeuw er heeft uitgezien is niet bekend.
(Betreft een eerste huis uit 13e eeuw)
(Betreft het huis dat in de 16e eeuw werd gebouwd)
(Betreft het huidige eind 18e eeuw gebouwde huis)
Hoe het door een gracht omgeven (eerste) huis uit de 13e eeuw er heeft uitgezien is niet bekend.
Etymologie
Het huis werd genoemd naar de plaats waarbij het werd gebouwd.
Het huis werd genoemd naar de plaats waarbij het werd gebouwd.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: december 2014
Huidige functie:
Het statige landhuis wordt door de eigenaren bewoond. Op aanvraag worden rondleidingen gegeven. De Engelse landschapstuin is voor publiek opengesteld. Verder zijn zalen beschikbaar voor vergaderingen en recepties en kunnen er huwelijken worden voltrokken.
Laatst bijgewerkt: december 2014
Huidige functie:
Het statige landhuis wordt door de eigenaren bewoond. Op aanvraag worden rondleidingen gegeven. De Engelse landschapstuin is voor publiek opengesteld. Verder zijn zalen beschikbaar voor vergaderingen en recepties en kunnen er huwelijken worden voltrokken.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar: (Betreffen de in het huidige huis opgenomen middentoren en mogelijk kelderruimten van het vorige huis)
Grondgebruik: (Betreffen het bij het huis behorende landschapspark en de kwekerij)
Het is niet bekend of er zich in het kasteel nog resten van het middeleeuwse kasteel bevinden. Hupperetz, Olde Meierink en Rommes spreken het vermoeden uit dat de kernen van de huidige noord- en oostvleugel nog middeleeuws zijn (Hupperetz, Olde Meierink en Rommes 2005, 307).
Zichtbaar: (Betreffen de in het huidige huis opgenomen middentoren en mogelijk kelderruimten van het vorige huis)
Grondgebruik: (Betreffen het bij het huis behorende landschapspark en de kwekerij)
Het is niet bekend of er zich in het kasteel nog resten van het middeleeuwse kasteel bevinden. Hupperetz, Olde Meierink en Rommes spreken het vermoeden uit dat de kernen van de huidige noord- en oostvleugel nog middeleeuws zijn (Hupperetz, Olde Meierink en Rommes 2005, 307).
Afmetingen
De aangegeven waarden (totaal ca. 90x90m, hoofdburcht ca. 45x45m, voorburcht ca. 25x60m) betreffen de, op basis van de Ferrariskaart 1777 nr. 209 Schinnen, ingeschatte afmetingen van aan de eind van de achttiende eeuw vervangen omgrachte kasteel uit de late Middeleeuwen. Van het kasteel dat daaraan is voorafgegaan, zijn geen gegevens bekend. Van het huidige L-vormige huis hebben de beide vleugels een lengte van resp. ca. 21m en ca. 25m en een breedte van ca. 9m. De hoektoren heeft een oppervlakte van ca. 13x13m.
De aangegeven waarden (totaal ca. 90x90m, hoofdburcht ca. 45x45m, voorburcht ca. 25x60m) betreffen de, op basis van de Ferrariskaart 1777 nr. 209 Schinnen, ingeschatte afmetingen van aan de eind van de achttiende eeuw vervangen omgrachte kasteel uit de late Middeleeuwen. Van het kasteel dat daaraan is voorafgegaan, zijn geen gegevens bekend. Van het huidige L-vormige huis hebben de beide vleugels een lengte van resp. ca. 21m en ca. 25m en een breedte van ca. 9m. De hoektoren heeft een oppervlakte van ca. 13x13m.
Oudste vermelding
Datum: 1271
Bron: akte
In een akte uit 1271 blijkt dat er toen al sprake was van een heer van Amstenrade. Niet duidelijk is, of er toen al sprake was van een Huis Amstenrade. [Hupperetz, Olde Meierink en Rommes 2005 vermelden op p. 306 een oudste vermelding van het kasteel 'omstreeks 1500', maar geven geen citaat en vermelden ook de naam van de bron niet.]
Datum: 1271
Bron: akte
In een akte uit 1271 blijkt dat er toen al sprake was van een heer van Amstenrade. Niet duidelijk is, of er toen al sprake was van een Huis Amstenrade. [Hupperetz, Olde Meierink en Rommes 2005 vermelden op p. 306 een oudste vermelding van het kasteel 'omstreeks 1500', maar geven geen citaat en vermelden ook de naam van de bron niet.]
Bezitsgeschiedenis
Uit een akte van 1271 blijkt dat er in die periode al sprake was van een heer van Amstenrade, maar of er toen al sprake was van een verdedigbaar huis is niet bekend. Deze oudst bekende heren van Amstenrade kwamen uit de familie De Vriend. In de loop van de veertiende eeuw blijkt het goed Amstenrade vervolgens in het bezit te zijn van leden van een riddergeslacht uit het land van Valkenburg, de familie Huyn van Anstenrode. Hoewel de naam Huyn veel verder in de tijd terug gaat, is Servais Huyn van Anstenrode de eerste van dit geslacht die in verband kan worden gebracht met het goed Amstenrade. In 1350 en 1366 wordt deze heer van Amstenrade, die verder als stamvader van het geslacht wordt beschouwd, vermeld als leenman van de hertog van Brabant. Via zijn kinderen vertakte de familie Huyn in een Amstenraadse, Maastrichtse, Geleense en Rivierse tak. Na het overlijden van Servaes blijft Amstenrade via vererving tot 1644 binnen de familie Huyn van de Amstenraadse tak. Bij het overlijden van Johan Werner van Amstenrade in 1642 zijn er geen mannelijke erfgenamen meer in leven. Om er voor te zorgen dat het goed binnen de familie blijft, trouwt zijn jongste dochter Maria Huyn van Amstenrade met Arnold V Huyn uit Geleen, die in 1640 was verheven tot graaf van Geleen. Hiermee bleef Amstenrade binnen de familie Huyn, maar ging het in 1644 wel over naar de Geleense tak van de familie Huyn. Door het huwelijk van hun dochter Godefrida met Theodoor Otto Karel von Salm ging Amstenrade vervolgens over naar de familie Salm. Na het overlijden van hun dochter Maria Dorothea, prinses Von Salm, ging Amstenrade in 1732, door het ontbreken van directe erfgenamen, per testament over naar diens nicht Elisabeth De Ligne. Hiermee kwamen de graafschappen Amstenrade en Geleen in handen van de prinsen De Ligne. In de periode na het overlijden van Maria Huyn in 1673 werd het huis regelmatig gedurende langere perioden niet bewoond. Vanaf 1757 werden de graafschappen beheerd door een rentmeester, die toen ook op Amstenrade ging wonen. Als gevolg van grote financiële problemen werden de beide graafschappen in 1779 door leden van de familie De Ligne verkocht aan de schatrijke Luikse bankierszoon Nicolaas Willems. Deze nieuwe eigenaar begon direct met het afbreken van het toen bestaande huis Amstenrade en het bouwen van een nieuw huis. Na zijn overlijden in 1788 ging Amstenrade via vererving over naar de Luikse adellijke familie De Marchant et d'Ansembourg en ging Jean Baptiste graaf de Marchant et d'Ansembourg, heer van Amstenrade en Geleen na zijn huwelijk op Amstenrade wonen. Sindsdien wordt Amstenrade bewoond door leden van de familie De Marchant et d'Ansembourg.
Uit een akte van 1271 blijkt dat er in die periode al sprake was van een heer van Amstenrade, maar of er toen al sprake was van een verdedigbaar huis is niet bekend. Deze oudst bekende heren van Amstenrade kwamen uit de familie De Vriend. In de loop van de veertiende eeuw blijkt het goed Amstenrade vervolgens in het bezit te zijn van leden van een riddergeslacht uit het land van Valkenburg, de familie Huyn van Anstenrode. Hoewel de naam Huyn veel verder in de tijd terug gaat, is Servais Huyn van Anstenrode de eerste van dit geslacht die in verband kan worden gebracht met het goed Amstenrade. In 1350 en 1366 wordt deze heer van Amstenrade, die verder als stamvader van het geslacht wordt beschouwd, vermeld als leenman van de hertog van Brabant. Via zijn kinderen vertakte de familie Huyn in een Amstenraadse, Maastrichtse, Geleense en Rivierse tak. Na het overlijden van Servaes blijft Amstenrade via vererving tot 1644 binnen de familie Huyn van de Amstenraadse tak. Bij het overlijden van Johan Werner van Amstenrade in 1642 zijn er geen mannelijke erfgenamen meer in leven. Om er voor te zorgen dat het goed binnen de familie blijft, trouwt zijn jongste dochter Maria Huyn van Amstenrade met Arnold V Huyn uit Geleen, die in 1640 was verheven tot graaf van Geleen. Hiermee bleef Amstenrade binnen de familie Huyn, maar ging het in 1644 wel over naar de Geleense tak van de familie Huyn. Door het huwelijk van hun dochter Godefrida met Theodoor Otto Karel von Salm ging Amstenrade vervolgens over naar de familie Salm. Na het overlijden van hun dochter Maria Dorothea, prinses Von Salm, ging Amstenrade in 1732, door het ontbreken van directe erfgenamen, per testament over naar diens nicht Elisabeth De Ligne. Hiermee kwamen de graafschappen Amstenrade en Geleen in handen van de prinsen De Ligne. In de periode na het overlijden van Maria Huyn in 1673 werd het huis regelmatig gedurende langere perioden niet bewoond. Vanaf 1757 werden de graafschappen beheerd door een rentmeester, die toen ook op Amstenrade ging wonen. Als gevolg van grote financiële problemen werden de beide graafschappen in 1779 door leden van de familie De Ligne verkocht aan de schatrijke Luikse bankierszoon Nicolaas Willems. Deze nieuwe eigenaar begon direct met het afbreken van het toen bestaande huis Amstenrade en het bouwen van een nieuw huis. Na zijn overlijden in 1788 ging Amstenrade via vererving over naar de Luikse adellijke familie De Marchant et d'Ansembourg en ging Jean Baptiste graaf de Marchant et d'Ansembourg, heer van Amstenrade en Geleen na zijn huwelijk op Amstenrade wonen. Sindsdien wordt Amstenrade bewoond door leden van de familie De Marchant et d'Ansembourg.
Historische betekenis
Diverse leden van de verschillende families die kasteel Amstenrade hebben bewoond of er eigenaar van waren, hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van "Limburg".
Diverse leden van de verschillende families die kasteel Amstenrade hebben bewoond of er eigenaar van waren, hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van "Limburg".
Bouwgeschiedenis
Hoewel er in 1271 al sprake is van een heer van Amstenrade, is het nog onduidelijk hoe het versterkte huis van die heer er moet hebben uitgezien en waar het gestaan zou kunnen hebben. Hoewel het archeologisch nog nooit is onderzocht, wordt ervan uitgegaan, dat het op zelfde plek stond als het huidige kasteel Amstenrade. Aangenomen wordt dat het oudste huis, zoals gebruikelijk in deze omgeving, een door water omgeven versterkte woontoren moet zijn geweest. Deze woontoren is waarschijnlijk in de vijftiende eeuw beter bewoonbaar gemaakt door het toevoegen van een of meerdere woonvleugels. In die periode is er voor het eerst sprake van een 'kasteel' in Amstenrade. In 1507 werd door rondzwervende troepen van Karel van Gelre grote schade aangericht aan kasteel Amstenrade. Daar het kasteel bewoond bleef zullen waarschijnlijk de nodige werkzaamheden zijn uitgevoerd om deze schade te herstellen en het kasteel weer bewoonbaar te maken. In 1574 werd Amstenrade door Staatse troepen van Willem van Oranje veroverd en leeggeplunderd. Pas in 1581 kwam Amstenrade weer in Spaanse handen en kreeg de familie Huyn het huis weer in eigendom. Daar zij er ook weer gingen wonen, zullen waarschijnlijk eerst de nodige werkzaamheden zijn uitgevoerd om het huis na al die oorlogshandelingen weer bewoonbaar te maken. Na beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog heeft graaf Arnold V van Amstenrade de middeleeuwse burcht laten verbouwen tot een representatieve huis met het bij die tijd passende woongenot. Er ontstaat dan een min of meer vierkant hoofdgebouw waarvan de diverse bouwdelen rondom een gesloten binnenplaats waren gesitueerd en dat op de hoeken was voorzien van drie ronden en een vierkante toren. Gezien de muurdikte van de ronde toren op de zuidoost hoek is dit waarschijnlijk een toren die ook onderdeel vormde van het voorafgaande huis. Met uitzondering van de ronde toren op de zuidwest hoek waren de torens bekroond met knobbelspitsen. Verder kenmerkte het bakstenen gebouw zich door de in mergelsteen uitgevoerde speklagen en de in hardsteen uitgevoerde tussendorpelvensters. Op grond van de Ferrariskaart uit 1777 kan worden afgeleid, dat aan de zuidzijde van het hoofdgebouw een voorhof aanwezig was en dat zowel hoofdburcht als voorhof door grachten waren omgeven. Na het overlijden van Maria Huyn in 1673 werd het huis gedurende langere perioden niet bewoond, waardoor het danig in verval geraakte. In 1733 werden in opdracht van prins Claudius Lamoraal De Ligne plannen gemaakt om het huis te verbouwen. Deze plannen werden nooit uitgevoerd. Pas nadat Amstenrade was gekocht door Luikse bankierszoon Nicolaas Willems, werd de bestaande bebouwing gesloopt en vervangen door het huidige L-vormige gebouw. Van de oorspronkelijke bebouwing werd alleen de vierkante toren en mogelijk delen van de fundering gehandhaafd. De bebouwing van het voorhof werd gesloopt en de omgrachting gedempt. Het uit te voeren plan was grotendeels gebaseerd op het eerder in opdracht van De Ligne ontworpen Huis. Van het oorspronkelijk geplande U-vormige gebouw werd de oostvleugel echter niet uitgevoerd. Het huidige L-vormige hoofdgebouw heeft drie verdiepingen boven een souterrain en wordt afgedekt door een zadeldak op de hoofdvleugel en een schilddak voor de zijvleugel. De vierkante hoektoren heeft twee verdiepingen meer dan de beide vleugels en wordt afgedekt door een op de hoeken afgeschuinde koepel voorzien van een gesloten lantaarn met piroen.
Hoewel er in 1271 al sprake is van een heer van Amstenrade, is het nog onduidelijk hoe het versterkte huis van die heer er moet hebben uitgezien en waar het gestaan zou kunnen hebben. Hoewel het archeologisch nog nooit is onderzocht, wordt ervan uitgegaan, dat het op zelfde plek stond als het huidige kasteel Amstenrade. Aangenomen wordt dat het oudste huis, zoals gebruikelijk in deze omgeving, een door water omgeven versterkte woontoren moet zijn geweest. Deze woontoren is waarschijnlijk in de vijftiende eeuw beter bewoonbaar gemaakt door het toevoegen van een of meerdere woonvleugels. In die periode is er voor het eerst sprake van een 'kasteel' in Amstenrade. In 1507 werd door rondzwervende troepen van Karel van Gelre grote schade aangericht aan kasteel Amstenrade. Daar het kasteel bewoond bleef zullen waarschijnlijk de nodige werkzaamheden zijn uitgevoerd om deze schade te herstellen en het kasteel weer bewoonbaar te maken. In 1574 werd Amstenrade door Staatse troepen van Willem van Oranje veroverd en leeggeplunderd. Pas in 1581 kwam Amstenrade weer in Spaanse handen en kreeg de familie Huyn het huis weer in eigendom. Daar zij er ook weer gingen wonen, zullen waarschijnlijk eerst de nodige werkzaamheden zijn uitgevoerd om het huis na al die oorlogshandelingen weer bewoonbaar te maken. Na beëindiging van de Tachtigjarige Oorlog heeft graaf Arnold V van Amstenrade de middeleeuwse burcht laten verbouwen tot een representatieve huis met het bij die tijd passende woongenot. Er ontstaat dan een min of meer vierkant hoofdgebouw waarvan de diverse bouwdelen rondom een gesloten binnenplaats waren gesitueerd en dat op de hoeken was voorzien van drie ronden en een vierkante toren. Gezien de muurdikte van de ronde toren op de zuidoost hoek is dit waarschijnlijk een toren die ook onderdeel vormde van het voorafgaande huis. Met uitzondering van de ronde toren op de zuidwest hoek waren de torens bekroond met knobbelspitsen. Verder kenmerkte het bakstenen gebouw zich door de in mergelsteen uitgevoerde speklagen en de in hardsteen uitgevoerde tussendorpelvensters. Op grond van de Ferrariskaart uit 1777 kan worden afgeleid, dat aan de zuidzijde van het hoofdgebouw een voorhof aanwezig was en dat zowel hoofdburcht als voorhof door grachten waren omgeven. Na het overlijden van Maria Huyn in 1673 werd het huis gedurende langere perioden niet bewoond, waardoor het danig in verval geraakte. In 1733 werden in opdracht van prins Claudius Lamoraal De Ligne plannen gemaakt om het huis te verbouwen. Deze plannen werden nooit uitgevoerd. Pas nadat Amstenrade was gekocht door Luikse bankierszoon Nicolaas Willems, werd de bestaande bebouwing gesloopt en vervangen door het huidige L-vormige gebouw. Van de oorspronkelijke bebouwing werd alleen de vierkante toren en mogelijk delen van de fundering gehandhaafd. De bebouwing van het voorhof werd gesloopt en de omgrachting gedempt. Het uit te voeren plan was grotendeels gebaseerd op het eerder in opdracht van De Ligne ontworpen Huis. Van het oorspronkelijk geplande U-vormige gebouw werd de oostvleugel echter niet uitgevoerd. Het huidige L-vormige hoofdgebouw heeft drie verdiepingen boven een souterrain en wordt afgedekt door een zadeldak op de hoofdvleugel en een schilddak voor de zijvleugel. De vierkante hoektoren heeft twee verdiepingen meer dan de beide vleugels en wordt afgedekt door een op de hoeken afgeschuinde koepel voorzien van een gesloten lantaarn met piroen.
Afbeeldingen
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd november 2014; - kadastrale minuutkaart gemeente Amstenrade, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 01, geraadpleegd november 2014; - Ferrariskaart 1777, nr. 209, Schinnen, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html; - Plattegrond zeventiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 13; - Tekening aanzicht zeventiende eeuws kasteel Amstenrade vanuit zuiden gezien, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 10; - Tekening doorsnede zeventiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 11; - Plattegrond begane grond achttiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 52; - Plattegrond eerste verdieping achttiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 53; - Aanzicht huidige kasteel Amstenrade vanuit zuidoosten, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 30; - Aanzicht huidige kasteel Amstenrade vanuit het noorden, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 305; - De boiserie-salon, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 67; - De Chinese slaapkamer, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 72.
- Google Earth, datum beeldmateriaal 2005, geraadpleegd november 2014; - kadastrale minuutkaart gemeente Amstenrade, 1811-1832, Limburg, sectie A, blad 01, geraadpleegd november 2014; - Ferrariskaart 1777, nr. 209, Schinnen, http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html; - Plattegrond zeventiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 13; - Tekening aanzicht zeventiende eeuws kasteel Amstenrade vanuit zuiden gezien, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 10; - Tekening doorsnede zeventiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 11; - Plattegrond begane grond achttiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 52; - Plattegrond eerste verdieping achttiende eeuws kasteel Amstenrade, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 53; - Aanzicht huidige kasteel Amstenrade vanuit zuidoosten, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 30; - Aanzicht huidige kasteel Amstenrade vanuit het noorden, Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 305; - De boiserie-salon, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 67; - De Chinese slaapkamer, Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht, 72.
Bronnen
- http://watwaswaar.nl/#dY-4K-8-1-1v-1-3xns-ISO---2DL, geraadpleegd november 2014; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd november 2014; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd november 2014; - http://www.limburg.nl/e_Loket/Atlas_Limburg/Thematische_viewers/Kunst_en_Cultuur/ geraadpleegd november 2014; - http://www.archeologiestichtingstein.nl, geraadpleegd november 2014; - http://ruimtelijkeplannen.nl, geraadpleegd november 2014; - http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd november 2014;
- http://watwaswaar.nl/#dY-4K-8-1-1v-1-3xns-ISO---2DL, geraadpleegd november 2014; - http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php, geraadpleegd november 2014; - http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html, geraadpleegd november 2014; - http://www.limburg.nl/e_Loket/Atlas_Limburg/Thematische_viewers/Kunst_en_Cultuur/ geraadpleegd november 2014; - http://www.archeologiestichtingstein.nl, geraadpleegd november 2014; - http://ruimtelijkeplannen.nl, geraadpleegd november 2014; - http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ferraris_nl.html, geraadpleegd november 2014;
Literatuur
- Heynen. L., 2005, Kastelen in Zuid-Limburg, In hernieuwde glans, Zutphen, 10-11; - Hoens, J.A., 1926, 'Amstenrade', in: Limburg's Jaarboek 1926, 94-98; - Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 305-308; - Mckenna, P.E., 1928, Het grafelijke geslacht Huyn van Amstenrade en Geleen, Sittard; - Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht; - Salden, H., 1982, Kasteel Amstenrade, kastelen in Limburg, uitgave Stichting Limburgse Kastelen, 3-7; - Timmers, J.J.M.J., 1976, Kijk op Limburg, Amsterdam, afb. 210; - Tromp, H.M.J., 1987, 'Kasteel Amstenrade', De Woonstede door de eeuwen heen (1987) nr. 74, 18-33; - Vemer, J.C., 1966, Zuid-Limburg land vol kastelen, Maastricht, 129-130; - Vemer, J.C., 1970, Kastelen in Limburg, het verleden in steen, Tilburg, 49; - Venne, J.M. van de Venne, 1951, 'Een nieuwe vleugel van het kasteel Amstenrade c. 1785', in: De Maasgouw 70(1951) nr. 1, 14; - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen van Limburg, Hoensbroek, 39,68;
- Heynen. L., 2005, Kastelen in Zuid-Limburg, In hernieuwde glans, Zutphen, 10-11; - Hoens, J.A., 1926, 'Amstenrade', in: Limburg's Jaarboek 1926, 94-98; - Hupperetz,W., Olde Meierink,B. en Rommes,R. (red.), 2005, Kastelen in Limburg, Burchten en Landhuizen (1000-1800), Utrecht, Stichting Limburgse Kastelen, 305-308; - Mckenna, P.E., 1928, Het grafelijke geslacht Huyn van Amstenrade en Geleen, Sittard; - Orbons, A. R., Orbons, P., Tromp, H., Hoekstra, A., 2003, Amstenrade, een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg, Utrecht; - Salden, H., 1982, Kasteel Amstenrade, kastelen in Limburg, uitgave Stichting Limburgse Kastelen, 3-7; - Timmers, J.J.M.J., 1976, Kijk op Limburg, Amsterdam, afb. 210; - Tromp, H.M.J., 1987, 'Kasteel Amstenrade', De Woonstede door de eeuwen heen (1987) nr. 74, 18-33; - Vemer, J.C., 1966, Zuid-Limburg land vol kastelen, Maastricht, 129-130; - Vemer, J.C., 1970, Kastelen in Limburg, het verleden in steen, Tilburg, 49; - Venne, J.M. van de Venne, 1951, 'Een nieuwe vleugel van het kasteel Amstenrade c. 1785', in: De Maasgouw 70(1951) nr. 1, 14; - Win, J.T.H. de, 1978, Kastelen van Limburg, Hoensbroek, 39,68;
Documentatie
Timmers, J.J.M., 1969, Kasteel Amstenrade, typoscript.
Timmers, J.J.M., 1969, Kasteel Amstenrade, typoscript.
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 456066
OMSCHRIJVING UIT RCE: BUITENPLAATS KASTEEL AMSTENRADE. De oudste geschiedenis van Kasteel Amstenrade is obscuur. Verondersteld wordt, dat een versterkte voorganger van het huidige kasteel in de late 13e of vroege 14e eeuw is gesticht. Van de tweede helft van de 14e eeuw tot 1668 wordt het kasteel bewoond door de familie Huyn van Amstenraad. In de 17e eeuw werd het kasteel ingrijpend verbouwd. In 1733 (of 1755?) maakte J. Couven, "architect en Aix", opmetingsplannen van het 17e-eeuwse kasteel in opdracht van de toenmalige eigenaresse, de familie De Ligne, waardoor wij redelijk geinformeerd zijn over het 17e-eeuwse kasteel. In 1779 wordt Kasteel Amstenrade gekocht door de rijke Luikse burger Nicolas Willems, die het kasteel grotendeels liet afbreken en naar ontwerp van de Luikse architect Bartholome Digneffe (1724-1784) een monumentaal Luiks- classicistisch kasteelachtig landhuis liet optrekken. Door het voortijdige overlijden van Nicolas Willems bleef het ontwerp onvoltooid, en werd in aansluiting op de gehandhaafde 17e-eeuwse toren slechts een in plaats van twee zijvleugels uitgevoerd. Van het 17e-eeuwse kasteel zijn de genoemde toren aan de westzijde en keldergewelven onder de hoofdvleugel behouden gebleven. Aan weerszijde van de toren werden een haaks ten opzichte van elkaar geplaatste deels door pilasters gelede rode bakstenen en mergelstenen hoofd- en zijvleugel gebouwd met segmentboog-vormige deur en vensterpartijen. De hoofdvleugel kreeg aan het voorplein- en de parkzijde een fronton. Van de nooit uitgevoerde rechter zij(NO-)vleugel zijn de fundamenten bewaard gebleven.Door het overlijden van Nicolas Willems, waarna het kasteel werd gekocht door de familie De Marchant et d'Ansembourg, kreeg ook het inwendige deels een andere bestemming dan in het ontwerp werd beoogd. De grote hal, die centraal in de hoofdvleugel was geprojecteerd werd de huidige eetzaal en de entree werd naar de zijvleugel verplaatst. Inwendig vertoont het kasteel rijke betimmeringen en stuc- plafonds in Lodewijk XVI-stijl. In de torenkamer beganegronds laat 18e-eeuwse behangsels naar pastorale gezichten van Francois Boucher door Luikse schilder Pierre Michel de Lovinfosse (1745-1821). Op de verdieping van de zijvleugel een slaapvertrek in Chinese stijl met slaapnis met stuc- decoraties in hoog-reliëf en laat 18e-eeuwse behangsels door De Lovinfosse naar Boucher's Chinese werken. Voorts op de verdieping van de zijvleugel een slaapkamer in Lodewijk XVI-stijl met ovale stuc-overdekking als 'Chinees' of 'Turks' tentdak.Waarschijnlijk bleven na de dood van Nicolas Willems nog geruime tijd plannen bestaan om de rechter zijvleugel alsnog op te trekken. Zo komt het grondplan van de rechtervleugel nog voor op het ontwerp voor het park van Amstenrade uit 1808 door de Luikse architect G. Duckers en op het ontwerp voor het park door de Duitse tuinarchitect Maximilian Friedrich Weyhe (1775-1846) uit circa 1815. Verder is de aanleg van het onderkelderde voorplein met balustrades met spiegelboogvormige beëindiging ter hoogte van de op de as van de hoofdvleugel gelegen entree deels op het ontwerp van het kasteel met twee zijvleugels geconcipieerd en deels op de huidige situatie met hoofd- en de enkele zijvleugel. Daar, waar de aanleg van het huidige voorplein slechts voor een deel op het ontwerp van Duckers is terug te vinden is het huidige voorplein voor het eerst op het plan van Weyhe weergegeven. Op beide ontwerpen is de noordoostelijke balustrade doorgetrokken tot de nooit uitgevoerde rechter vleugel. Voorts gaat deze nog bestaande balustrade, die het pendant vormt van de zuidwestelijke balustrade, op de ontwerpen over in de zijgevel van de aan het voorplein gelegen paardestallen. Op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830 is te zien hoe de paardestallen een stuk op het voorplein zijn doorgetrokken tot hun huidige positie, die tot de as van de zijgevel van de hoofdvleugel reikt. Kennelijk speelde het plan om de rechter vleugel alsnog op te trekken bij de vergroting van de paardestallen geen rol van betekenis meer. Waarschijnlijk werden in de tijd, dat de paardestallen een stuk op het voorplein werden doorgetrokken, aansluitend aan de NO-zijde van deze stallen het huidige poortgebouw en dienstwoning gebouwd. Het poortgebouw en de dienstwoning staan voor het eerst geregisteerd op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. Voor het poortgebouw een bakstenen brug over de buitengracht met balustrade op keermuur, tussen de straat (Hagendorenweg) en de buitengracht.Aan de aan de entree gelegen spiegelboogvormige beëindiging van het voorplein werd omstreeks 1815 het ensemble van de huidige rondboogbrug met de naar buiten boogsgewijs uitzwenkende balustrades op keermuren gebouwd. Deze balustrades worden door ornamentele pijlers geleed. Het aan de paardestallen grenzende poortgebouw verschaft toegang tot een hof, dat door de paardestallen met poortgebouw en dienstwoning, een poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin, een stalgebouw en een voormalig koetshuis (thans woning) rechthoekig omgeven wordt. Als zodanig staat deze hof met aangrenzende genoemde opstallen aangegeven op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. Het op een langwerpig rechthoekig grondplan opgetrokken voormalige koetshuis, dat met de lange zijde aan de NO-zijde van het voorplein grenst, dateert waarschijnlijk nog uit de laatste kwart van de 18e eeuw. Aangrenzend aan de korte NW-zijde van het koetshuis een bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw, die tot de noordhoek van het voorplein verloopt en hier haaks in de richting van het huis afbuigt. Het aan de NW-zijde van het hof gelegen rechthoekige stalgebouw werd in circa 1820 opgetrokken. In dezelfde tijd kwam het monumentale poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin tot stand, dat oorspronkelijk vanuit de moestuin toegang tot de genoemde hof verschafte. In de eerste helft van deze eeuw is de poort aan beide zijden met een bakstenen muur dichtgezet.Aangrenzend aan deze hof met dienstgebouwen aan de NO-zijde de rechthoekige moestuin. Naar de korte voor(Hagendorenweg-)zijde is deze tuin door een hoge bakstenen muur met een op de as van de moestuin gelegen poortgebouw dichtgezet. Ten zuidwesten van deze poort gaat de muur over in de zijgevel van de genoemde dienstwoning. Ten noordoosten en noorden van de poort gaat de muur ter hoogte van hoek Hagendorenweg-Kemkensweg via twee schuin verlopende bochten haaks in noordwestelijke richting om, om verder via enkele rechte stukken en flauwe bochten het onregelmatige tracé van de Kemkensweg te volgen. Aan de Kemkensweg wordt de muur door een rentmeesterswoning onderbroken, die uit de eerste kwart van de 19e eeuw dateert. Aan de noordzijde is de moestuin met een hoge bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw van het park afgesloten. De noordelijke helft van de muur doet dienst als scheidingsmuur tussen het park en het erf van de aan de Kemkensweg gelegen rentmeesterswoning. Aan de noordzijde gaat de muur over in de muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin. Het aan de westzijde van de rentmeesterswoning grenzende erf wordt naar de moestuin eveneens door een hoge bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw afgesloten.Centraal op de NO-ZW verlopende as aan de NW-zijde van de moestuin is de bakstenen oranjerie met kassen aan weerszijden gelegen, die in 1815 door de Dusseldorpse architect Charles Schaffer (1779-1837), auteur van Neue Garten und Landschaftsgebaude (1798- 1799), in neoclassicistische stijl werd gebouwd. Op de achterzijde van de oranjerie, die naar het park is gericht, centraal een halfrond door een fronton bekroond en door zuilen voorafgaand bordes, dat in het park een grote ornamentele waarde als classicistische tuintempel vertegenwoordigt.Voor de oranjerie, ter weerszijden van de as van de moestuin, een langwerpige broeikas uit ca. 1815. Beide broeikassen zijn ca. twee meter onder het maaiveldniveau doorgetrokken en nog deels door glazen lessenaars afgedekt. Ter hoogte van de as vertonen de zijkanten van de broeikassen aan concave (westelijk) en convexe (oostelijk) kromming, die is aangebracht om de gerende positie van de oranjerie ten aanzien van de eveneens op de as van de moestuin gelegen poort te verbloemen.Aan de korte ZW-zijde van het bordes voor de oranjerie bevindt zich een rechte stenen trap uit ca. 1815 met keermuren in drie haaks verspringende niveaus, die wellicht tevens ter expositie van potplanten dienden. Een eenvoudig smeedijzeren dubbel 19e-eeuws hek vormt de scheiding tussen de trap en het bordes. De parkaanleg van Kasteel Amstenrade is hoofdzakelijk gebaseerd op het ontwerp van de Duitse tuinarchitect M.F. Weyhe uit ca. 1815. Hoofdmotief in dit nog geheel bewaard gebleven park in landschapsstijl is een tweetal zichtassen, die zich ieder over een parkweide in respectievelijk noordelijke en noordoostelijke richting uitstrekken. De noordoostelijke zichtas staat ook op het ontwerp van Duckers aangegeven. Ten aanzien van het in de zuidhoek van het park gelegen kasteel zijn de zichtassen zodanig aangelegd, dat ze ten behoeve van een optimale perspectivische werking ruimte van de aanleg een zo groot mogelijke lengte bestrijken. Een belangrijke eigenschap van het park Amstenrade is voorts het stijgende verloop van het terrein in noordelijke richting, dat het genoemde motief van de zichtassen van extra dramatiek voorziet. Aan het eindpunt van de noordelijke zichtas werd in ca. 1815 een rustieke grot gebouwd, die een grote compositorische waarde als point de vue heeft. Het eindpunt van de noordoostelijke zichtas wordt thans door doodsbeenderenboom (Gymmocladus dioicus) gemarkeerd, die in het begin van deze eeuw werd geplant. Voorts werd toen rondom het landschapspark een wandeling uitgezet, die in curven verloopt en die gezichten biedt op het kasteel, de ruine, de achterzijde van de oranjerie en binnen het park zelf.Deze gezichten worden aangekleed en geleed door bospartijen aan de randen en boomgroepen en solitairen in het park, die deels nog uit de 19e eeuw dateren. Aan het einde van de 19e eeuw, wellicht omstreeks 1886, toen centraal aan de parkzijde van de hoofdvleugel een monumentaal bordes werd gebouwd, werd aan de entree aan de Hommerter-allee een ornamenteel, onderkelderd pomphuisje geplaatst. Onder dit nog bestaande huisje, dat zich voordoet als een ornamenteel wachtershuisje of kiosk, een zeven meter diepe stenen waterput met buizensysteem voor de distributie van water naar de buitengracht. Aan deze entree van het kasteelterrein een dubbel smeedijzeren hek met pijlers uit het einde van de 19e eeuw.De historische aanleg van Kasteel Amstenrade wordt aan de ZO- en oostzijde door de Hagendorenweg en de Kemkensweg, aan de west en ZW-zijde door de Hommerter- allee, Poststraat en Hoofdstraat en aan de noord- NW- en NO-zijde door de kadastrale vak Gemeente Amstenrade C1 en de percelen Gemeente Amstenrade nrs. A1224, A1223, A1222, A1161, A1760, A2287, A988, A2141, A1609, A1608, A2285, A1409 en A2327 begrensd. Voorts is de voormalige zichtas en oprijlaan, die in de 18e eeuw of eerder werd aangelegd en die recht op de voorgevel van het kasteel is geprojecteerd, als tracé voor de aanleg van historische betekenis. Dit tracé heeft betrekking op de smalle rechthoekige strook, die samenvalt met de dubbele rij eiken (van recente datum) - waartussen een fietspad - en een graszone ten zuidwesten hiervan, die tot de openbare weg (Allee) reikt. Het tracé eindigt aan de ZO-zijde ter hoogte van het erf van het perceel Allee nr. 11 (thans restaurant). Ook het tracé van de voormalige oprijlaan aan de ZW-zijde, dat samenvalt met de Hommerter-allee en dat reikt tot het punt waar De Gijselaar deze allee raakt, is voor de aanleg van historische betekenis. De historische buitenplaats Kasteel Amstenrade is van grote cultuurhistorische waarde vanwege: a. het Luiks-classicistische kasteel uit de laatste kwart van de 18e eeuw, waarbij de toren van het voormalige 17e-eeuwse kasteel gehandhaafd bleef; b. de interieurs van het kasteel met rijke betimmeringen en stuc-plafonds in Lodewijk XVI-stijl, met een kamer in Chinese stijl en met behangsels door De Lovinfosse naar Francois Boucher, uit het einde van de 18e eeuw; c. de gaaf bewaarde aanleg in landschapsstijl, die in oorsprong uit ca. 1815 dateert en die een van de weinige parken in Nederland van de Duitse tuinarchitect M.F. Weyhe is;d. de deels naar het park door het tempelfront dienend als visueel ornament en deels naar de moestuin gekeerde oranjerie in classicistische stijl naar ontwerp van de Duitse architect Charles Schaffer; e. de deels ondergronds gebouwde rustieke mergel- en bakstenen grot in het park uit ca. 1815, die als tuinornament een grote historische en ornamentele waarde heeft.De historische buitenplaats Kasteel Amstenrade bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen: 1. Hoofdgebouw; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456108 2. Historische tuin- en parkaanleg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456109 3. Voorplein met balustrades, hek en keermuur; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456110 4. Rondboogbrug met pijlers en balustrades; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456111 5. Paardestallen, poortgebouw en dienstwoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456112 6. Poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456113 7. Stalgebouw; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456114 8. Voormalig koetshuis; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456116 9. Bakstenen brug en balustrade aan Hagendorenweg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611710. Oranjerie; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611811. Westelijke broeikas; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611912. Oostelijke broeikas; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612013. Poort; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612114. Trap met keermuren; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612215. Hek; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456123 16. Bakstenen muur ten zuidwesten van de poort naar de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612417. Bakstenen muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612518. Rentmeesterswoning aan de Kemkensweg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612619. Muur tussen moestuin, voorplein en huis; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612720. Muur tussen moestuin en park; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612821. Muur tussen moestuin en erf van de aan de Kemkensweg gelegen Rentmeesterswoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612922. Pomphuisje; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45613023. Hek en pijlers; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45613124. Grot; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer:456132.
Monumentnummer: 456108
OMSCHRIJVING UIT RCE: HOOFDGEBOUW (Kasteel Amstenrade). Bakstenen hoofdgebouw bestaande uit een hoofd- en een haaks hierop gesitueerde zijvleugel uit de laatste kwart van de 18e eeuw met op de westhoek een vierkante toren, als overblijfsel van het 17e-eeuwse kasteel. Het statige hoofdgebouw, opgetrokken in drie verdiepingen boven een souterrain en afgedekt door vlakke, onderaan in schoten uitlopende leien daken (Maasdekking) - een zadeldak over de hoofdvleugel en een schilddak over de zijvleugel - is een goed voorbeeld van het weelderige Luikse classicisme uit het einde van de 18e eeuw. Het huis werd in opdracht van de toenmalige eigenaar Nicolas Willems gebouwd ter vervanging van het 17e-eeuwse kasteel naar ontwerp van de Luikse architect Bartholome Digneffe (1724-1784). Door de plotselinge dood van de eigenaar in de jaren '80 van de 18e eeuw werd het ontwerp, dat uit een hoofdvleugel en twee zijvleugels bestond, die een vierkante 'cour d'honneur' zouden moeten omsluiten, niet geheel uitgevoerd. Door het niet gereedkomen van de rechter vleugel, waarvan slecht een deel van de ondergronds bewaard gebleven fundamenten werden opgetrokken, kreeg het huis een geheel andere indeling dan oorspronkelijk bedoeld was. De grote hal in de hoofdvleugel werd zaal en de hal werd centraal in de zijvleugel geprojecteerd.De muren van de vleugels zijn deels door pilasters met trigliefen aan de bovenkant geleed en worden door een kroonlijst afgesloten (met uitzondering van de korte NO- zijde), die ter hoogte van de pilasters verkropt.De door een kroonlijst afgesloten hoofdvleugel heeft aan de voorzijde een door vier pilasters (met trigliefen aan de bovenkant) in drie traveeën gelede middenpartij onder een fronton. In het fronton een radvormig-venster met een 12-ruitsindeling. Tussen de pilasters bevinden zich drie rondboogingangen in hardstenen omlijstingen, die naar boven in mergel zijn aangevuld en afgedekt door smalle door een voluut-console gestutte rechte profiellijsten. In de rondboogingang een dubbele deur met 10-ruitsindeling (per deur) met een halfrond door spaakroeden in 10 ruiten geleed bovenlicht. Aan weerszijden van de middenpartij, die vooraf wordt gegaan door een hardstenen bordes van vier treden, een enkele venstertravee met beganegronds een 28-ruits segmentboog-venster in mergelomlijsting. Op de eerste en tweede verdieping respectievelijk een 24- en 16-ruits segmentboog-venster in mergelomlijsting. Op de eerste en laatste travee een houten dakkapel met 6-ruits segmentboog-venster. De achtergevel heeft een aan de voorgevel identieke doch niet uitspringende middenpartij, met identieke vensterindelingen, echter zonder radvormig-venster in het fronton. De centraal gelegen drie rondboogingangen in hardsteen dateren uit ca. 1886, toen naar ontwerp van de architect Hendrik Beijaert (1823-1894), afkomstig uit Kortrijk, het huidige bordes met omgedraaid T-vormige bordestrap tegen de middenpartij werd gebouwd. Het bakstenen bordes en de trap, waarvan de keermuur aan de voorzijde naar de zijkanten licht gebogen uitzwenkt, zijn voorzien van een mergelstenen balustrade van kettingschalmen met zuilstompen op de hoeken. In de korte NO-zijde van het bordes, waarvan de naar buiten gericht hoeken van mergelstenen hoekblokken zijn voorzien, een deur; in de korte ZW-zijde een 6-ruitsvenster met diefijzers. Tijdens een restauratie van het huis in 1982 werd ter weerszijden van laatstgenoemd venster een halfronde ingang naar twee toen eveneens ingerichte hondehokken onder het bordes in de muur uitgespaard; ervoor werd als erfafscheiding een eenvoudig ijzeren hek geplaatst. Aan weerszijden van de middenpartij aan de achterzijde een enkele venstertravee met vensteromlijstingen als aan de voorzijde. De vensters in de linker travee zijn blind en de vensters in de rechter travee zijn identiek aan de vensters aan de voorzijde. Op souterrain-niveau ter hoogte van de linker en rechter travee en 12-ruitsvenster met diefijzers.De toren, die twee verdiepingen hoger is als de vleugels, eindigt in een mergelstenen attiek en een op de hoeken afgeschuinde koepel en wordt bekroond door een gesloten lantaarn met piroen. Aan de vier zijden vertoont de koepel een halfronde dakkapel met radvormig-venster met 12-ruitsindeling. De attiek heeft de vorm van een schijn-balustrade, versierd met kettingschalmen en aan de hoeken getooid met gecanneleerde zuilstompen. De vensters van de toren zijn qua omlijsting gelijk aan die van de vleugels, met uitzondering van de ovale oculi met 32-ruitsindelingen in rechte mergelomlijstingen onmiddellijk onder de attiek. De mergelblokken op de hoeken van het torenmuurwerk stammen nog uit de 17e eeuw, evenals de rechthoekige deels dichtgemetselde vensters in hardsteen in de provisorisch afgesloten NO-gevel van de hoofdvleugel. Afgezien van de beganegrond, waar de vensteromlijstingen van empire 8-ruits vensters zijn voorzien, zijn de vensterindelingen identiek aan die van de vensters van de vleugels. Voorts per torenzijde op souterrain-niveau twee 9-ruits segmentboog-vensters met diefijzers en op de derde verdieping twee segmentboog-vensters met 12-ruitsindeling.De bakstenen muren van de zijvleugel zijn op de buitenhoeken versierd met mergelstenen pilasters met trigliefen aan de bovenkant; verder is aan de zijde van de 'cour d'honneur' de eindtravee van dit gedeelte door een dergelijke pilaster van het overige muurvlak afgescheiden. De gevel van de zijvleugel aan de 'cour d'honneur' is in vijf venstertraveeën geleed met beganegronds twee dubbele deuren met 10-ruitsindelingen (per deur) met 8-ruitsbovenlicht, gelegen op de centrale travee (hoofdingang) en op de travee links hiervan. De deuren worden voorafgegaan door een hardstenen bordes van vier treden. Links van de deuren een enkele en rechts twee vensters met 28-ruitsindelingen. Op de verdieping vijf 24-ruitsvensters en op de tweede verdieping vijf 16-ruitsvensters. Op de as van de eerste, tweede en derde travee een dakkapel met 6-ruitsindeling.Linker gevel zijvleugel: in twee traveeen gelede gevelpartij met op de beganegrond, eerste en tweede verdieping respectievelijk twee 28-, 24-, en 16-ruitsvensters. Halverwege de gevelbreedte en dakkapel met 6-ruitsindeling.Gevel zijvleugel parkzijde: in zeven traveeen gelede gevelpartij met per travee op souterrain-niveau, beganegronds, eerste en tweede verdieping een venster met respectievelijk 9-, 28-, 24-, en 16-ruitsindeling.Alle genoemde vensters en deuren van de zijvleugel zijn segmentboog-vormig en van mergelomlijstingen voorzien. De dakkapellen zijn van hout en segmentboogvormig.Inwendig: de kelders zijn overkluisd door kappengewelven tussen elliptische gordelbogen, de keldergangen door segmentboogtongewelven, de wijnkelder onder het voorplein door een straalgewelf op acht rechthoekige ribben. In de kelderverdieping twee 17e-eeuwse schouwen met ionische hermen.Het verdere interieur is versierd in een stijl, die de overgang vormt tussen de Lodewijk XVI-stijl en het empire. De gelijkvloerse ruimten - in de zijvleugel voor het merendeel met stenen vloeren - zijn aangelegd in enfilade en toegankelijk door brede vleugeldeuren. De centraal in de zijvleugel gelegen hal is van een betimmering met reliëfs in Lodewijk XVI-stijl voorzien. De bovenste rand van de betimmeringen zijn in de eerste kwart van de 20e eeuw aangebracht. Links achter de hal ligt een klein rond vertrek met gemarmerde korinthische pilasters, een 19e-eeuwse schoorsteenmantel met tussen de trigliefen classicistische stuc-reliëfs en een lage stuc-koepel, die illusionistisch beschilderd is met het binnenaanzicht van een ronde koepel en een op de vrije hemel uitzicht gevende lantaarn; boven de vier kasten dessus-de portes met stuc-reliëfs in vroege empire-stijl. Links van de hal ligt een vierkant vertrek met afgeschuinde hoeken, versierd met een rijke Lodewijk-XVI betimmering. Rechts achter de hal een trappehuis met Lodewijk XVI-trap. Rechts van de hal bevindt zich een grote zaal met ionische gemarmerde wandpilasters. In de aangrenzende ruimte in de torenkamer een groot vierkant vertrek met laat 18e-eeuwse behangsels door Pierre Michel de Lovinfosse (1745-1821) naar pastorale gezichten van Francois Boucher (herkenbaar: 'De aangename les', 'Boerendans', en wellicht 'Het rozenknopje'). Boven de spiegel van de met pilasters versierde schoorsteenmantel (19e-eeuws) een door voluten versierde lijst, waaruit het schilderij verdwenen is. Het plafond in Lodewijk XVI-stijl met een rondlopende band en hoekvullingen met ranken en arabesken kan wellicht aan Mathias Soiron (1748-1834), afkomstig uit Maastricht, worden toegeschreven. (vgl. interieurs kasteel Borgharen, Meerssenhoven te Itteren en Rustenburg te Bunde).In de as van de hoofdvleugel, waar de architect Bartholome Digneffe (1724-1784) oorspronkelijk in zijn ontwerp de hal had geprojecteerd, de grote zaal met koofplafond en parketvloer met sterpatroon. Rechts in de hoofdvleugel een vertrek met rijke betimmeringen in Lodewijk XVI-stijl met o.a. tropeeen.Op de verdieping in de hoofdvleugel een slaapvertrek in Chinese stijl, waarbij de slaapruimte in een nis is ingericht. De buitenrand van de nis is versierd met palmbomen en vogels in rijk beschilderd stuc in hoog-reliëf. De omlijsting van de spiegels boven de schoorsteenmantel in Lodewijk XVI-stijl is geinspireerd op de in de tijd in de mode zijnde Chinese architectuur-decoraties. De wandschilderingen op doek zijn waarschijnlijk van De Lovinfosse en zijn geinspireerd op Francois Boucher's Chinese werken. Zo is de schildering links van de deur naar de gang een combinatie van diens 'Gezicht op een Chinese tuin'en diens 'Gezicht in een Chinese markt'. De hoogwaardigheidsbekleder rechts van de deur is ontleend aan Boucher's 'De Chinese dans'. De slaapkamers op de verdieping in de zijvleugel hebben elk een ovale alkoof met koepelachtige stuc-overdekking in empire-stijl. In de slaapkamer aan de zuidzijde van de zijvleugel een ovale stuc-overdekking als een 'Chinees'- of 'Turks'-tentdak.
Monumentnummer: 456112
OMSCHRIJVING UIT RCE: PAARDENSTALLEN, POORTGEBOUW EN DIENSTWONING. Met de lange ZO-zijde naar de Hagendorenweg gekeerd complex van rode bakstenen paardestallen, poortgebouw en dienstwoning. Het complex, dat overkapt is door een met leien gedekt mansardedak (maasdekking), maakt deel uit van een omsloten hof. De aan de ZW-zijde van dit complex gelegen paardestallen, waarvan de korte ZW-zijde naar het voorplein is gericht, staan voor een groot gedeelte aangegeven op het ontwerp voor het park van Amstenrade uit ca. 1808 van G. Duckers. Het is niet duidelijk of de stallen toen reeds gebouwd waren of alleen in ontwerpvorm bestonden; het grondplan van de niet tot uitvoer gebrachte NO-vleugel van het kasteel staat immers ook op het ontwerp van Duckers aangegeven. Het ontwerp van de paardestallen houdt verband met de compositie van het voorplein en het kasteel. Op het ontwerp van Duckers reiken de stallen aan de ZW-zijde tot de loodlijn van de bakstenen balustrade, die hier de contouren van het voorplein aangeeft en die aansluit aan de NO-zijde van de toen nog geconcipieerde NO-vleugel van het kasteel. Op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830 is te zien, dat de paardestallen aan de ZW-zijde tot hun huidige niveau op het voorplein zijn doorgetrokken en tot de loodlijn van de NO-zijde van de hoofdvleugel van Kasteel Amstenrade reiken; kennelijk had men kort voordien definitief het plan laten varen om de NO-vleugel van het kasteel tot uitvoer te brengen.Op het ontwerp van Duckers staan van het complex van stallen, poortgebouw en dienstwoning alleen de stallen aangegeven en reiken deze aan de NO-zijde tot het punt waar het huidige aan de Hagendorenweg gelegen poortgebouw begint. Op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830 zijn ook het poortgebouw en de dienstwoning geregistreerd. Ten aanzien van de paardestallen liggen het poortgebouw en de dienstwoning aan de hofzijde iets naar achteren. Het gedeelte van het poortgebouw direct boven de poort is van een eigen overkapping door een mansardedak voorzien, die haaks op het overige gedeelte van de overkapping is geplaatst. De gevel van de dienstwoning en het poortgebouw wordt aan de hofzijde even onder de goot door een stenen kordonlijst onderbroken. Boven de segmentboogvormige poort aan de hofzijde, waarin een dubbele deur, een door een fronton bekroonde dakkapel met 9-ruitsvenster. Aan weerszijden van de poort een dubbele segmentboogvormige deur. In beide rechter deuren een 8-ruitsvenster. Boven deze dubbele deur twee aan de dakkapel boven de poort identieke dakkapellen. In beide deuren links van de poort, die iets smaller zijn dan de dubbele deur rechts van de poort en die aan deze zijde toegang tot de dienstwoning verschaffen, een 5-ruitsvenster. Aan de hofzijde van de dienstwoning twee aan de dakkapel boven de poort identieke dakkapellen.In het vooruitspringende muurvlak rechts van het poortgebouw en de dienstwoning een segmentboogvormig venster met 16-ruitsindeling. De naar het hof gerichte gevel van de paardestallen is door mergelblokpijlers in vlakken geleed, van een hardstenen voeting voorzien en wordt door een mergel-kroonlijst afgesloten, die ter hoogte van de pilasters verkropt. Deuren en vensters aan deze zijde zijn beganegronds segmentboogvormig en hebben mergelomlijstingen. Van links naar rechts een enkele deur met 8-ruitsvenster, een venster met 24-ruitsindeling, twee deuren met 8-ruitsvensters, een 24-ruitsvenster, een 12-ruitsvenster, een dubbele deur met 8-ruitsbovenlicht (per deur), een venster met 9-ruitsindeling, een deur met 8-ruitsbovenlicht en een 9-ruitsvenster. Op de verdieping zeven door een fronton bekroonde dakkapellen met 9-ruitsvensters. Links van de geheel rechts gelegen dakkapel een door de kroonlijst in de gevel verzonken luik onder een gehalveerd met leien gedekt schilddak (maasdekking).Aan de linkerzijde van de naar het hof gerichte gevel van de paardestallen een gietijzeren zadeldak-overkapping (thans door golfplaten gedekt) uit de eerste helft van deze eeuw. De door rechte stijlen gelede zijkanten van de overkapping zijn geheel beglaasd. Aan de NW-zijde is de overkapping aan de zijgevel van de aan het voorplein gelegen voormalige koetshuis (thans woning) bevestigd.Zij(ZW-)gevel: een door drie mergel-blokpilasters in twee traveeën gelede gevelpartij met hardstenen voeting en afgesloten door een mergel-kroonlijst, die ter hoogte van de centrale pilaster boogvormig naar boven uitzwenkt. In het aldus ontstane veld het bekroonde wapen van De Marchant en d'Ansembourg met wapenlint met de tekst: "Fortitudine et l'Abore." Op de verdieping een dakkapel met 9-ruitsvenster, dat door een fronton wordt bekroond.Straat(Hagendorenweg-)gevel: in de linker gevelhelft drie segmentboogvormige vensters met 12-ruitsvensters en met mergelomlijstingen. In de rechter gevelhelft drie segmentboogvormige vensters met 22-ruitsindelingen, eveneens voorzien van mergelomlijstingen. Op de verdieping boven de laatstgenoemde vensters twee dakkapellen met 9-ruitsvensters, bekroond door een fronton. Ter hoogte van het poortgebouw gaat de gevel naar voren om. In deze vooruitspringende gevel een groep van twee segmentboogvormige 2-ruitsvensters in een omlijsting van mergel. Het gedeelte van het poortgebouw direct boven de segmentboogvormige poort wordt door een fronton met centraal gelegen rond 4-ruitsvenster bekroond.Aan weerszijden van de poort een segmentboogvormig venster met 12-ruitsindeling in mergelomlijsting. Boven het rechter venster een enkele en boven het linker venster twee dakkapellen met 9-ruitsvenster, bekroond door een fronton.Moestuinzijde dienstwoning: twee segmentboogvormige vensters met 12-ruitsindelingen in mergelomlijstingen. Aansluitend aan de linkerzijde van deze een aanbouw van recente datum
Monumentnummer: 456113
OMSCHRIJVING UIT RCE: POORTGEBOUW AAN DE ZW-ZIJDE VAN DE MOESTUIN. Rode bakstenen poortgebouw onder met leien gedekt mansardedak (maasdekking), waarvan de onderste dakschilden boogvormig uitzwenken. Het gebouw is omgaande van een kroonlijst in mergel voorzien. Het poortgebouw dateert uit circa 1820 en is voor het eerst geregistreerd op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. In de eerste helft van deze eeuw is de poort aan beide zijden door een rode bakstenen muur dichtgezet. Aan de hofzijde zijn in deze muur drie centraal gelegen halve rondboog-openingen uitgespaard, die toegang verlenen tot erachter gelegen hondehokken. Aan deze zijde wordt de gevel aan weerszijden door mergel-blokpilasters geflankeerd en zwenkt de kroonlijst in het midden boogvormig naar boven uit. In het aldus ontstane veld een ronde nis. Voor het overige is de naar het hof gekeerde gevel met mergelstenen in speklagen bekleed. Links en rechts aan deze zijde van de poort een rode bakstenen aanbouw, die aan de hofzijde het aanzien heeft van een scheidingsmuur. In de rechter gevel een segmentboog-vormige deur. In de linker gevel een even groot segmentboog-vormig veld, waarin een kleine segmentboogvormige deur. Links van laatstgenoemde aanbouw een lagere aanbouw, waarvan de aan de hofzijde gelegen gevel zich eveneens als scheidingsmuur voordoet. Aan de rechterzijde een gedenkplakette met de tekst: "Maana exorIan peCvs nobIs MvLtItvda". De naar de moestuin gerichte gevel van het poortgebouw wordt eveneens door mergel-blokpilasters geflankeerd. In de bakstenen gevel een rechte deur van recente datum.De aanbouw links en rechts van de poort aan moestuinzijde is door een lessenaarsdak overkapt. In beide aanbouwen een segmentboog-vormige deur. De rechts van de rechter aanbouw gelegen lagere aanbouw is eveneens met een lessenaarsdak overkapt. Links en rechts van de gevel een houten luik. Centraal vier brede rechthoekige vensters met 2-ruitsindelingen. Laatstgenoemde aanbouw is waarschijnlijk naderhand in de 19e eeuw, wellicht omstreeks 1900, gebouwd. Deze aanbouw eindigt aan de NW-zijde namelijk links van de eindtravee van de gevel van het eveneens aan het hofgelegen stalgebouw, zodat het evenwicht van de classicistische gevelopbouw van het stalgebouw aan deze zijde enigszins is verstoord.
Monumentnummer: 456114
OMSCHRIJVING UIT RCE: STALGEBOUW. Langwerpig rode bakstenen stalgebouw op rechthoekige grondslag, dat aan de omsloten hof aan de overzijde van het complex van paardestallen, poortgebouw en dienstwoning is gesitueerd. Het stalgebouw is overkapt door een met grijze pannen gedekt wolfsdak, waarvan de onderste schilden aan de onderzijde boogvormig uitzwenken. Aan de korte ZW-zijde sluit het stalgebouw haaks aan op de achtergevel van het voormalige koetshuis (thans woning). De naar het hof gekeerde ZO-gevel wordt onderbroken door een min of meer centraal gelegen fronton met deels in de gevel verzonken rondboog- luik. Centraal in de gevel twee segmentboog-vormige nissen ter weerszijden van voornoemd luik met in elk der nissen twee segmentboog-vormige vensters met 4-ruitsindelingen. Rechts van de nissen twee traveeën met op de verdieping in beide traveeen een segmentboog-vormig luik. In de linker travee beganegronds een segmentboog-vormige deur. De eindtravee aan deze zijde valt door de aanbouw ten noordwesten van de poort, die tot de stallen is door getrokken, buiten de omsloten hof en is in de moestuin gelegen. Links van de nissen een segmentboog-vormige en een halfrond 4-ruitsvenster met erboven segmentboog-vormige luiken; ertussen een segmentboog-vormige deur.Moestuin (NO-)zijde: een centraal gelegen rechte deur met 2-ruits bovenlicht en mergelomlijsting.NW-gevel: van links naar rechts twee 4- ruitsvensters, een deur, wederom twee 4-ruitsvensters en een deur, alle segmentboog-vormig. Boven laatstgenoemd venster een halfronde nis.Het stalgebouw, dat uit ca. 1820 dateert, staat voor het eerst geregistreerd op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830.
Monumentnummer: 456116
OMSCHRIJVING UIT RCE: VOORMALIG KOETSHUIS. Aan het voorplein en het omsloten hof gelegen in rode baksteen opgetrokken onderkelderd voormalig koetshuis (thans woning) onder met leien gedekt mansardedak (maasdekking), waarvan de onderste dakschilden boogvormig uitzwenken. Op het noordwestelijke nokeinde een eenvoudige houten klokketoren. Het koetshuis is waarschijnlijk gelijk met de bouwcampagne van het kasteel in de laatste kwart van de 18e eeuw tot stand gekomen. De naar het voorplein gerichte gevel is door mergel-pilasters en mergel-hoekpilasters in drie gevelvlakken geleed met in elk gevelvlak een licht vooruitspringende rode bakstenen omlijsting van een voormalige segmentboogvormige dubbele poort. Thans zijn alle poortingangen met rode baksteen dichtgemetseld. In de centrale voormalige poort, ter plaatse van de oorspronkelijke rechter poortdeur een recentelijk aangebracht 30-ruitsvenster. Aan de rechter zijde van de linker voormalige poort een rechte deur van recente datum. Aan de geveleinden een oeil de boeuf met 4-ruitsvenster. Ter weerszijden van de rechter mergel-pilaster eveneens een oeil de boeuf met 4-ruitsvenster. Ter weerszijden van de linker mergel- pilaster een segmentboog-vormig venster met 16-ruitsindeling. Laatstgenoemde vensters zijn evenals de oeil de boeufs van mergelomlijstingen voorzien. Op de verdieping recht boven de mergelpilasters en de voormalige segmentboogvormige poorten vijf 9-ruits dakkapellen, die door een fronton worden bekroond.ZO-gevel: twee rechte dubbele staldeuren met in de rechter deur een 10-ruitslicht. Op de verdieping drie aan de voorzijde identieke dakkapellen.NO-gevel: aan de hofzijde op de verdieping twee aan de voorgevel identieke dakkapellen. Aan de naar de moestuin gericht zijde buiten het hof twee segmentboog-vormige 4-ruitsvensters.NW-gevel: centraal een segmentboogvormige deur met 5-ruits bovenlicht. Links hiervan een segmentboogvormig 16-ruitsvenster. Rechts een met rode baksteen dichtgemetselde nis. Op de verdieping twee aan de voorgevel identieke dakkapellen. Inwendig: in de door een elliptisch tongewelf gedekte kelder een lange aanrechtbank; gelijkvloers een eenvoudige schoorsteenmantel en een eiken ondermantel met tegels.
Monumentnummer: 456118
OMSCHRIJVING UIT RCE: ORANJERIE. Rode bakstenen onderkelderde oranjerie op rechthoekige grondslag met glazen kas op eveneens rode bakstenen onderbouw ter weerszijden. De oranjerie werd in 1815 door de Dusseldorpse architect Charles Schaffer in neoclassicistische stijl gebouwd. De genoemde kassen dateren uit het begin van deze eeuw en vervangen oudere exemplaren, die waarschijnlijk in de loop van de 19e eeuw werden gebouwd, zo deze oorspronkelijke kassen niet uit de bouwtijd dateerden. Aan de achterzijde van de oranjerie, die naar het park is gericht, is centraal een halfrond door een fronton bekroond en door zuilen voorafgaand bordes gebouwd, dat in het park een grote ornamentele waarde als classicistische tuintempel vertegenwoordigt. De oranjerie is door een mansardedak met leien (maasdekking) overkapt en omgaande van een mergelstenen kroonlijst voorzien; centraal op de zijgevels wordt deze kroonlijst door een rechthoekige hoog opgetrokken bakstenen schoorsteen doorbroken.Voorgevel oranjerie: de gevel is door vijf rondboogingangen met dubbele deuren met 12-ruitsindeling (per deur) en met halfronde door spaakroeden in 10 ruiten gelede bovenlichten in traveeën geleed. Ter hoogte van de tussendorpel van de deurpartij een hardstenen geprofileerde kordonlijst. De gevel, die op de as van de moestuin is gelegen, rust op een hardstenen voeting. Voeting en kordonlijst zijn respectievelijk aan de boven- en onderzijde van een geprofileerde hardstenen lijst voorzien, zodat de muurvlakken ter weerszijden van de deurpartijen de suggestie van een pilastergeleding oproepen. Op de verdieping drie op de middelste traveeen geplaatste houten 6-ruitsdakkapellen, die door een fronton worden bekroond. Boven deze kapellen, halverwege het bovenste dakschild, drie kleine in het dak verzonken halfronde daklichten.Aan de linker- en rechterzijde van de orangerie de genoemde glazen kas op bakstenen onderbouw; van de naar de moestuin gekeerde zijde van de rechter kas is de beglazing tot de grond toe doorgetrokken. De linker kas heeft een tudorboogvormige overkapping, die ook naar de zijkant omgaat en die door een smeedijzeren piron van samengestelde voluten en krullen wordt bekroond. De rechterkas heeft een aan de zijkant recht afgesneden mansardedak en wordt door een identieke piron bekroond. Centraal aan de zijkant van de linker kas op souterrain-niveau een geblokte rondboogingang met dubbele deur. Aan weerszijden van de naar deze ingang afdalende oprit een driehoekige rode bakstenen keermuur, die haaks aansluit op de bakstenen onderbouw van de kas. Even boven de overkapping van de kas zijn in beide zijgevels van de oranjerie bouwsporen zichtbaar van de zadeldakvormige overkapping van de 19e-eeuwse voorgangers van de twee kassen. Aan weerszijden van de schoorsteen aan de zijgevels van de oranjerie een 6-ruits dakkapel. Aan de parkzijde is de linker gevel van de oranjerie door een travee geleed, met op souterrain-niveau en segmentboogvenster met diefijzers en op de beganegrond en de eerste verdieping respectievelijk een segmentboogvormige nis. In de rechter gevel aan de parkzijde een identieke venstertravee, met op souterrain-niveau een segmentboog-venster met diefijzers en op de beganegrond en eerste verdieping een segmentboog-venster met respectievelijk een 6-en 4-ruitsindeling.Achtergevel: centraal in de achtergevel een halfrond ingebouwd bordes, voorafgegaan door een bordestrap van 5 rode bakstenen treden en door vier op een hardstenen onderdorpel geplaatste korintische licht geel geschilderde zuilen. De bordestrap wordt aan weerszijden door een brede bakstenen rechthoekige keermuur met hardstenen bovenstuk geflankeerd. De zuilen, waarvan de buitenste vierkant en de binnenste rond zijn, ondersteunen een brede geprofileerde kordonlijst als imitatie hoofdgestel. Boven de kroonlijst een centraal gelegen fronton met tympaan van mergelblokken met centraal gelegen 4-ruits radvenster. Centraal in de roze geschilderde door korintische pilasters gelede achterwand van het bordes een deur met door ruitvormig gezette roeden in 11 ruiten geleed bovenlicht. Aan weerszijden van de deur twee boven elkaar gelegen radvormige vensters met 4-ruitsindeling. Het bordes is door een met drie soorten rozetten gevuld stuc-cassetenplafond overdekt. Aan weerszijden van het bordes een venstertravee met beganegronds een segmentboogvormig venster met 6-ruitsindeling, diefijzers en persiennes en op de eerste verdieping een segmentboogvormige nis met beschildering van een 4- ruitsvenster .Inwendig: de kelders zijn overkluisd met bakstenen kappen op gordelbogen. De vertrekken zijn voorzien van moerbalkzolderingen. De houten trap in de oranjerie heeft een uitgezwenkte trappaal.
Monumentnummer: 456121
OMSCHRIJVING UIT RCE: POORT. Rechthoekige rode bakstenen poort uit ca. 1815 met centraal gelegen segmentboog-vormige doorgang en met rechte dubbele houten poortdeuren. Aan de straat(Hagendorenweg-)zijde is de poort van mergel-hoekblokken voorzien. Aan de moestuinzijde wordt de poort door steunberen gestut. De poort wordt door een rechthoekig bakstenen bovenstuk bekroond, dat via enkele halfsteense verspringingen uitkraagt. Het bovenstuk wordt door een met leien gedekt afgeplat mansardedak (maasdekking) overkapt, dat op de vier hoeken door een eenvoudige piroen wordt bekroond. Het ruime overstek van het dak wordt door houten consoles gestut. Aan weerszijden gaat de poort over in de bakstenen muur, die moestuin en hof deels omgeeft.
Monumentnummer: 456126
OMSCHRIJVING UIT RCE: RENTMEESTERSWONING AAN KEMKENSWEG. Rode bakstenen deels onderkelderde rentmeesterswoning uit de eerste kwart van de 19e eeuw op rechthoekige grondslag. De woning onderbreekt de muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin en is door een met leien (maasdekking) gedekt mansardedak overkapt. Als zodanig is de woning aangegeven op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830.Voor(erf-)zijde: beganegronds van links naar rechts: twee getoogde 8-ruitsvensters, een rondboogdeur en een getoogd 8-ruitsvenster. Op de verdieping vier dakkapellen, die door een fronton worden bekroond. In de kapellen enkel-ruitsvensters van recente datum (oorspronkelijk 6-ruitsvensters). Achter(straat-)zijde: twee vensters met 8-ruitsindelingen. Links van deze gevel in de muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin een rechthoekige doorgang van recente datum.
Monumentnummer: 513951
OMSCHRIJVING UIT RCE: Voormalige RENTMEESTERSWONING De Streek van het nabijgelegen kasteel Amstenrade, ca. 1900. Gebouwd voor rentmeester Meertens in een door het neo-classicisme beïnvloede stijl, in opdracht van kasteelheer graaf Marchant et d'Ansembourg. De bouwstijl van de rentmeesterswoning brengt de verbondenheid met het laat-achttiende eeuwse kasteel duidelijk tot uiting. De rentmeesterswoning is vrijstaand gesitueerd aan het begin van de Hommerterallee, een rechte laan die aan de zuidwestzijde loodrecht op het kasteelcomplex is geprojecteerd. Het huis is genoemd naar de bouwlocatie, een voormalige vloedgraaf genaamd 'De Streek', waar overtollig regenwater werd opgevangen. Van bescherming UITGESLOTEN zijn de bijgebouwde garage, het houten tuinhuis alsmede het voormalige zwembad dat thans als vijver in gebruik is.Omschrijving: De rentmeesterswoning heeft een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond plus een uitbouw tegen de achtergevel aan de zuidoostzijde, telt een souterrain, twee bouwlagen en een zolderverdieping.Het geheel wordt gedekt door een geknikt schilddak met leien in Maasdekking. Boven elke vensteras een dwars op het dakschild ingestoken dakkapel met schildkapje en leien. De dakkapellen hebben een kruisvormig ingedeeld vensterkozijn. Nokschoorsteen, schoorsteen op het achterdakvlak.Het pand beschikt over houten paneeldeuren, deels met gietijzeren roosterwerken; segmentboogvormige houten kruiskozijnen; decoratief ingedeelde stalen souterrainvensters.De rentmeesterswoning is opgetrokken in handvormsteen, gemetseld in kruisverband en voorzien van gesneden voegen. Alle gevels hebben een gestucte plint, gestucte hoeklisenen met imitatievoegen, kroonlijsten, venster- c.q. deurlijsten. De vensterlijsten hebben waarschijnlijk een hardstenen dorpel. Hardstenen deurdorpels. Rollagen.Op het noordwesten gesitueerde symmetrische VOORGEVEL. Gestucte plint met profiellijst. Drie vensterassen met een centraal in de eerste laag geplaatste entree, hoeklisenen en kroonlijst. De hoeklisenen lopen uit in een gestileerd kapiteel. De middenas wordt bekroond door een fronton met een rond, kruisvormig ingedeeld oeil de boeuf-venster. In de zij-assen een segmentboogvormig stalen souterrainvenster met geleding in bloemmotief en twee segmentboogvormige houten kruiskozijnen. In de middenas een deels vernieuwde houten paneeldeur met verticaal ingedeeld bovenlicht in een segmentboogvormige stuclijst. De ZIJGEVEL aan de zuidwestzijde telt twee vensterassen, alsmede één vensteras in de terugliggende aanbouw dwars tegen de achtergevel. In elk van de vensterassen twee segmentboogvormige houten kruiskozijnen. Aan deze gevelzijde een dienstingang in de souterrainverdieping, waarin een decoratieve houten paneeldeur met smeedijzeren roosterwerk en een segmentboogvormig verticaal ingedeeld bovenlicht. Deze dienstingang is bereikbaar via een trap, parallel aan de zuidwestelijke zijgevel, die aan het oog wordt onttrokken door een balustrade met bakstenen balusters, gestucte hoekkolommen en een gestucte bovenafdekking. De ZIJGEVEL aan de noordoostzijde telt drie vensterassen, elk voorzien van twee segmentboogvormige houten kruiskozijnen. In de plint vier segmentboogvormige souterrainvensters, waarvan enkele in staal met decoratieve indeling. De ACHTERGEVEL aan de zuidoostzijde is asymmetrisch ingedeeld. In de eerste laag van de achtergeveluitbouw een segmentboogvormig houten kruiskozijn. In het terugliggende achtergeveldeel een segmentboogvormige houten terrasdeur met verticaal ingedeeld bovenlicht, waarboven in de tweede laag een segmentboogvormig houten kruiskozijn. Tegen de achtergevel een terras met vernieuwde plavuizen en nog oorspronkelijke hardstenen traptreden. ERFSCHEIDING aan de straatzijde, bestaand uit twee gedeeltelijk vernieuwde hekpijlers op hardstenen basementen en nieuwe bovenafdekking, waartussen een dubbel smeedijzeren hekwerk. Voor het overige is de erfscheiding vernieuwd.De indeling van het INTERIEUR is ongewijzigd bewaard gebleven. De oorspronkelijk in de souterrain ingerichte keuken is verplaatst naar de achterkamer op de begane grond. Op de begane grond, achter de voordeur, een centrale gang waarop dwars het trappenhuis is geprojecteerd. Twee getoogde doorgangen tussen de woon- en zitkamer. De tweede laag en de zolderverdieping hebben een centrale gang waarop aan weerszijden vertrekken uitkomen. Het bordes van de trap komt niet overeen met de hoogte van de vensters in de tweede laag van de oostelijke zijgevel. In dit interieur zijn onder meer van belang de kelderruimten met tongewelven, de oorspronkelijke rode plavuizen en de transportlift; de centrale gang op de begane grond met authentieke polychrome tegelvloer en stucplafond; de paneeldeuren in lijsten; diverse vertrekken met stucornamenten, plafondlijsten en haardpartijen.Waardering: De voormalige rentmeesterswoning van kasteel Amstenrade is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke, economische en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl, de esthetische kwaliteiten, de ornamentiek en de kwaliteit van het interieur.De rentmeesterswoning heeft een functionele historische relatie met het kasteel Amstenrade, is vanwege de situering verbonden met de ontwikkeling van het dorp, is van grote betekenis voor het aanzien van Amstenrade en beschikt over een historisch-ruimtelijke relatie met de bodemgesteldheid.Het pand is van belang vanwege de architectonische gaafheid van exterieur en interieur, staat in relatie tot de structurele gaafheid van het kasteelcomplex en de visuele gaafheid van de dorpsbebouwing.Bovendien beschikt het rentmeesterhuis De Streek in regionaal opzicht over een aanzienlijke architectuurhistorische, typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.
Status:
Monumentnummer: 456066
OMSCHRIJVING UIT RCE: BUITENPLAATS KASTEEL AMSTENRADE. De oudste geschiedenis van Kasteel Amstenrade is obscuur. Verondersteld wordt, dat een versterkte voorganger van het huidige kasteel in de late 13e of vroege 14e eeuw is gesticht. Van de tweede helft van de 14e eeuw tot 1668 wordt het kasteel bewoond door de familie Huyn van Amstenraad. In de 17e eeuw werd het kasteel ingrijpend verbouwd. In 1733 (of 1755?) maakte J. Couven, "architect en Aix", opmetingsplannen van het 17e-eeuwse kasteel in opdracht van de toenmalige eigenaresse, de familie De Ligne, waardoor wij redelijk geinformeerd zijn over het 17e-eeuwse kasteel. In 1779 wordt Kasteel Amstenrade gekocht door de rijke Luikse burger Nicolas Willems, die het kasteel grotendeels liet afbreken en naar ontwerp van de Luikse architect Bartholome Digneffe (1724-1784) een monumentaal Luiks- classicistisch kasteelachtig landhuis liet optrekken. Door het voortijdige overlijden van Nicolas Willems bleef het ontwerp onvoltooid, en werd in aansluiting op de gehandhaafde 17e-eeuwse toren slechts een in plaats van twee zijvleugels uitgevoerd. Van het 17e-eeuwse kasteel zijn de genoemde toren aan de westzijde en keldergewelven onder de hoofdvleugel behouden gebleven. Aan weerszijde van de toren werden een haaks ten opzichte van elkaar geplaatste deels door pilasters gelede rode bakstenen en mergelstenen hoofd- en zijvleugel gebouwd met segmentboog-vormige deur en vensterpartijen. De hoofdvleugel kreeg aan het voorplein- en de parkzijde een fronton. Van de nooit uitgevoerde rechter zij(NO-)vleugel zijn de fundamenten bewaard gebleven.Door het overlijden van Nicolas Willems, waarna het kasteel werd gekocht door de familie De Marchant et d'Ansembourg, kreeg ook het inwendige deels een andere bestemming dan in het ontwerp werd beoogd. De grote hal, die centraal in de hoofdvleugel was geprojecteerd werd de huidige eetzaal en de entree werd naar de zijvleugel verplaatst. Inwendig vertoont het kasteel rijke betimmeringen en stuc- plafonds in Lodewijk XVI-stijl. In de torenkamer beganegronds laat 18e-eeuwse behangsels naar pastorale gezichten van Francois Boucher door Luikse schilder Pierre Michel de Lovinfosse (1745-1821). Op de verdieping van de zijvleugel een slaapvertrek in Chinese stijl met slaapnis met stuc- decoraties in hoog-reliëf en laat 18e-eeuwse behangsels door De Lovinfosse naar Boucher's Chinese werken. Voorts op de verdieping van de zijvleugel een slaapkamer in Lodewijk XVI-stijl met ovale stuc-overdekking als 'Chinees' of 'Turks' tentdak.Waarschijnlijk bleven na de dood van Nicolas Willems nog geruime tijd plannen bestaan om de rechter zijvleugel alsnog op te trekken. Zo komt het grondplan van de rechtervleugel nog voor op het ontwerp voor het park van Amstenrade uit 1808 door de Luikse architect G. Duckers en op het ontwerp voor het park door de Duitse tuinarchitect Maximilian Friedrich Weyhe (1775-1846) uit circa 1815. Verder is de aanleg van het onderkelderde voorplein met balustrades met spiegelboogvormige beëindiging ter hoogte van de op de as van de hoofdvleugel gelegen entree deels op het ontwerp van het kasteel met twee zijvleugels geconcipieerd en deels op de huidige situatie met hoofd- en de enkele zijvleugel. Daar, waar de aanleg van het huidige voorplein slechts voor een deel op het ontwerp van Duckers is terug te vinden is het huidige voorplein voor het eerst op het plan van Weyhe weergegeven. Op beide ontwerpen is de noordoostelijke balustrade doorgetrokken tot de nooit uitgevoerde rechter vleugel. Voorts gaat deze nog bestaande balustrade, die het pendant vormt van de zuidwestelijke balustrade, op de ontwerpen over in de zijgevel van de aan het voorplein gelegen paardestallen. Op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830 is te zien hoe de paardestallen een stuk op het voorplein zijn doorgetrokken tot hun huidige positie, die tot de as van de zijgevel van de hoofdvleugel reikt. Kennelijk speelde het plan om de rechter vleugel alsnog op te trekken bij de vergroting van de paardestallen geen rol van betekenis meer. Waarschijnlijk werden in de tijd, dat de paardestallen een stuk op het voorplein werden doorgetrokken, aansluitend aan de NO-zijde van deze stallen het huidige poortgebouw en dienstwoning gebouwd. Het poortgebouw en de dienstwoning staan voor het eerst geregisteerd op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. Voor het poortgebouw een bakstenen brug over de buitengracht met balustrade op keermuur, tussen de straat (Hagendorenweg) en de buitengracht.Aan de aan de entree gelegen spiegelboogvormige beëindiging van het voorplein werd omstreeks 1815 het ensemble van de huidige rondboogbrug met de naar buiten boogsgewijs uitzwenkende balustrades op keermuren gebouwd. Deze balustrades worden door ornamentele pijlers geleed. Het aan de paardestallen grenzende poortgebouw verschaft toegang tot een hof, dat door de paardestallen met poortgebouw en dienstwoning, een poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin, een stalgebouw en een voormalig koetshuis (thans woning) rechthoekig omgeven wordt. Als zodanig staat deze hof met aangrenzende genoemde opstallen aangegeven op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. Het op een langwerpig rechthoekig grondplan opgetrokken voormalige koetshuis, dat met de lange zijde aan de NO-zijde van het voorplein grenst, dateert waarschijnlijk nog uit de laatste kwart van de 18e eeuw. Aangrenzend aan de korte NW-zijde van het koetshuis een bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw, die tot de noordhoek van het voorplein verloopt en hier haaks in de richting van het huis afbuigt. Het aan de NW-zijde van het hof gelegen rechthoekige stalgebouw werd in circa 1820 opgetrokken. In dezelfde tijd kwam het monumentale poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin tot stand, dat oorspronkelijk vanuit de moestuin toegang tot de genoemde hof verschafte. In de eerste helft van deze eeuw is de poort aan beide zijden met een bakstenen muur dichtgezet.Aangrenzend aan deze hof met dienstgebouwen aan de NO-zijde de rechthoekige moestuin. Naar de korte voor(Hagendorenweg-)zijde is deze tuin door een hoge bakstenen muur met een op de as van de moestuin gelegen poortgebouw dichtgezet. Ten zuidwesten van deze poort gaat de muur over in de zijgevel van de genoemde dienstwoning. Ten noordoosten en noorden van de poort gaat de muur ter hoogte van hoek Hagendorenweg-Kemkensweg via twee schuin verlopende bochten haaks in noordwestelijke richting om, om verder via enkele rechte stukken en flauwe bochten het onregelmatige tracé van de Kemkensweg te volgen. Aan de Kemkensweg wordt de muur door een rentmeesterswoning onderbroken, die uit de eerste kwart van de 19e eeuw dateert. Aan de noordzijde is de moestuin met een hoge bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw van het park afgesloten. De noordelijke helft van de muur doet dienst als scheidingsmuur tussen het park en het erf van de aan de Kemkensweg gelegen rentmeesterswoning. Aan de noordzijde gaat de muur over in de muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin. Het aan de westzijde van de rentmeesterswoning grenzende erf wordt naar de moestuin eveneens door een hoge bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw afgesloten.Centraal op de NO-ZW verlopende as aan de NW-zijde van de moestuin is de bakstenen oranjerie met kassen aan weerszijden gelegen, die in 1815 door de Dusseldorpse architect Charles Schaffer (1779-1837), auteur van Neue Garten und Landschaftsgebaude (1798- 1799), in neoclassicistische stijl werd gebouwd. Op de achterzijde van de oranjerie, die naar het park is gericht, centraal een halfrond door een fronton bekroond en door zuilen voorafgaand bordes, dat in het park een grote ornamentele waarde als classicistische tuintempel vertegenwoordigt.Voor de oranjerie, ter weerszijden van de as van de moestuin, een langwerpige broeikas uit ca. 1815. Beide broeikassen zijn ca. twee meter onder het maaiveldniveau doorgetrokken en nog deels door glazen lessenaars afgedekt. Ter hoogte van de as vertonen de zijkanten van de broeikassen aan concave (westelijk) en convexe (oostelijk) kromming, die is aangebracht om de gerende positie van de oranjerie ten aanzien van de eveneens op de as van de moestuin gelegen poort te verbloemen.Aan de korte ZW-zijde van het bordes voor de oranjerie bevindt zich een rechte stenen trap uit ca. 1815 met keermuren in drie haaks verspringende niveaus, die wellicht tevens ter expositie van potplanten dienden. Een eenvoudig smeedijzeren dubbel 19e-eeuws hek vormt de scheiding tussen de trap en het bordes. De parkaanleg van Kasteel Amstenrade is hoofdzakelijk gebaseerd op het ontwerp van de Duitse tuinarchitect M.F. Weyhe uit ca. 1815. Hoofdmotief in dit nog geheel bewaard gebleven park in landschapsstijl is een tweetal zichtassen, die zich ieder over een parkweide in respectievelijk noordelijke en noordoostelijke richting uitstrekken. De noordoostelijke zichtas staat ook op het ontwerp van Duckers aangegeven. Ten aanzien van het in de zuidhoek van het park gelegen kasteel zijn de zichtassen zodanig aangelegd, dat ze ten behoeve van een optimale perspectivische werking ruimte van de aanleg een zo groot mogelijke lengte bestrijken. Een belangrijke eigenschap van het park Amstenrade is voorts het stijgende verloop van het terrein in noordelijke richting, dat het genoemde motief van de zichtassen van extra dramatiek voorziet. Aan het eindpunt van de noordelijke zichtas werd in ca. 1815 een rustieke grot gebouwd, die een grote compositorische waarde als point de vue heeft. Het eindpunt van de noordoostelijke zichtas wordt thans door doodsbeenderenboom (Gymmocladus dioicus) gemarkeerd, die in het begin van deze eeuw werd geplant. Voorts werd toen rondom het landschapspark een wandeling uitgezet, die in curven verloopt en die gezichten biedt op het kasteel, de ruine, de achterzijde van de oranjerie en binnen het park zelf.Deze gezichten worden aangekleed en geleed door bospartijen aan de randen en boomgroepen en solitairen in het park, die deels nog uit de 19e eeuw dateren. Aan het einde van de 19e eeuw, wellicht omstreeks 1886, toen centraal aan de parkzijde van de hoofdvleugel een monumentaal bordes werd gebouwd, werd aan de entree aan de Hommerter-allee een ornamenteel, onderkelderd pomphuisje geplaatst. Onder dit nog bestaande huisje, dat zich voordoet als een ornamenteel wachtershuisje of kiosk, een zeven meter diepe stenen waterput met buizensysteem voor de distributie van water naar de buitengracht. Aan deze entree van het kasteelterrein een dubbel smeedijzeren hek met pijlers uit het einde van de 19e eeuw.De historische aanleg van Kasteel Amstenrade wordt aan de ZO- en oostzijde door de Hagendorenweg en de Kemkensweg, aan de west en ZW-zijde door de Hommerter- allee, Poststraat en Hoofdstraat en aan de noord- NW- en NO-zijde door de kadastrale vak Gemeente Amstenrade C1 en de percelen Gemeente Amstenrade nrs. A1224, A1223, A1222, A1161, A1760, A2287, A988, A2141, A1609, A1608, A2285, A1409 en A2327 begrensd. Voorts is de voormalige zichtas en oprijlaan, die in de 18e eeuw of eerder werd aangelegd en die recht op de voorgevel van het kasteel is geprojecteerd, als tracé voor de aanleg van historische betekenis. Dit tracé heeft betrekking op de smalle rechthoekige strook, die samenvalt met de dubbele rij eiken (van recente datum) - waartussen een fietspad - en een graszone ten zuidwesten hiervan, die tot de openbare weg (Allee) reikt. Het tracé eindigt aan de ZO-zijde ter hoogte van het erf van het perceel Allee nr. 11 (thans restaurant). Ook het tracé van de voormalige oprijlaan aan de ZW-zijde, dat samenvalt met de Hommerter-allee en dat reikt tot het punt waar De Gijselaar deze allee raakt, is voor de aanleg van historische betekenis. De historische buitenplaats Kasteel Amstenrade is van grote cultuurhistorische waarde vanwege: a. het Luiks-classicistische kasteel uit de laatste kwart van de 18e eeuw, waarbij de toren van het voormalige 17e-eeuwse kasteel gehandhaafd bleef; b. de interieurs van het kasteel met rijke betimmeringen en stuc-plafonds in Lodewijk XVI-stijl, met een kamer in Chinese stijl en met behangsels door De Lovinfosse naar Francois Boucher, uit het einde van de 18e eeuw; c. de gaaf bewaarde aanleg in landschapsstijl, die in oorsprong uit ca. 1815 dateert en die een van de weinige parken in Nederland van de Duitse tuinarchitect M.F. Weyhe is;d. de deels naar het park door het tempelfront dienend als visueel ornament en deels naar de moestuin gekeerde oranjerie in classicistische stijl naar ontwerp van de Duitse architect Charles Schaffer; e. de deels ondergronds gebouwde rustieke mergel- en bakstenen grot in het park uit ca. 1815, die als tuinornament een grote historische en ornamentele waarde heeft.De historische buitenplaats Kasteel Amstenrade bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen: 1. Hoofdgebouw; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456108 2. Historische tuin- en parkaanleg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456109 3. Voorplein met balustrades, hek en keermuur; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456110 4. Rondboogbrug met pijlers en balustrades; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456111 5. Paardestallen, poortgebouw en dienstwoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456112 6. Poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456113 7. Stalgebouw; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456114 8. Voormalig koetshuis; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456116 9. Bakstenen brug en balustrade aan Hagendorenweg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611710. Oranjerie; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611811. Westelijke broeikas; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611912. Oostelijke broeikas; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612013. Poort; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612114. Trap met keermuren; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612215. Hek; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456123 16. Bakstenen muur ten zuidwesten van de poort naar de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612417. Bakstenen muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612518. Rentmeesterswoning aan de Kemkensweg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612619. Muur tussen moestuin, voorplein en huis; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612720. Muur tussen moestuin en park; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612821. Muur tussen moestuin en erf van de aan de Kemkensweg gelegen Rentmeesterswoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612922. Pomphuisje; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45613023. Hek en pijlers; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45613124. Grot; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer:456132.
Monumentnummer: 456108
OMSCHRIJVING UIT RCE: HOOFDGEBOUW (Kasteel Amstenrade). Bakstenen hoofdgebouw bestaande uit een hoofd- en een haaks hierop gesitueerde zijvleugel uit de laatste kwart van de 18e eeuw met op de westhoek een vierkante toren, als overblijfsel van het 17e-eeuwse kasteel. Het statige hoofdgebouw, opgetrokken in drie verdiepingen boven een souterrain en afgedekt door vlakke, onderaan in schoten uitlopende leien daken (Maasdekking) - een zadeldak over de hoofdvleugel en een schilddak over de zijvleugel - is een goed voorbeeld van het weelderige Luikse classicisme uit het einde van de 18e eeuw. Het huis werd in opdracht van de toenmalige eigenaar Nicolas Willems gebouwd ter vervanging van het 17e-eeuwse kasteel naar ontwerp van de Luikse architect Bartholome Digneffe (1724-1784). Door de plotselinge dood van de eigenaar in de jaren '80 van de 18e eeuw werd het ontwerp, dat uit een hoofdvleugel en twee zijvleugels bestond, die een vierkante 'cour d'honneur' zouden moeten omsluiten, niet geheel uitgevoerd. Door het niet gereedkomen van de rechter vleugel, waarvan slecht een deel van de ondergronds bewaard gebleven fundamenten werden opgetrokken, kreeg het huis een geheel andere indeling dan oorspronkelijk bedoeld was. De grote hal in de hoofdvleugel werd zaal en de hal werd centraal in de zijvleugel geprojecteerd.De muren van de vleugels zijn deels door pilasters met trigliefen aan de bovenkant geleed en worden door een kroonlijst afgesloten (met uitzondering van de korte NO- zijde), die ter hoogte van de pilasters verkropt.De door een kroonlijst afgesloten hoofdvleugel heeft aan de voorzijde een door vier pilasters (met trigliefen aan de bovenkant) in drie traveeën gelede middenpartij onder een fronton. In het fronton een radvormig-venster met een 12-ruitsindeling. Tussen de pilasters bevinden zich drie rondboogingangen in hardstenen omlijstingen, die naar boven in mergel zijn aangevuld en afgedekt door smalle door een voluut-console gestutte rechte profiellijsten. In de rondboogingang een dubbele deur met 10-ruitsindeling (per deur) met een halfrond door spaakroeden in 10 ruiten geleed bovenlicht. Aan weerszijden van de middenpartij, die vooraf wordt gegaan door een hardstenen bordes van vier treden, een enkele venstertravee met beganegronds een 28-ruits segmentboog-venster in mergelomlijsting. Op de eerste en tweede verdieping respectievelijk een 24- en 16-ruits segmentboog-venster in mergelomlijsting. Op de eerste en laatste travee een houten dakkapel met 6-ruits segmentboog-venster. De achtergevel heeft een aan de voorgevel identieke doch niet uitspringende middenpartij, met identieke vensterindelingen, echter zonder radvormig-venster in het fronton. De centraal gelegen drie rondboogingangen in hardsteen dateren uit ca. 1886, toen naar ontwerp van de architect Hendrik Beijaert (1823-1894), afkomstig uit Kortrijk, het huidige bordes met omgedraaid T-vormige bordestrap tegen de middenpartij werd gebouwd. Het bakstenen bordes en de trap, waarvan de keermuur aan de voorzijde naar de zijkanten licht gebogen uitzwenkt, zijn voorzien van een mergelstenen balustrade van kettingschalmen met zuilstompen op de hoeken. In de korte NO-zijde van het bordes, waarvan de naar buiten gericht hoeken van mergelstenen hoekblokken zijn voorzien, een deur; in de korte ZW-zijde een 6-ruitsvenster met diefijzers. Tijdens een restauratie van het huis in 1982 werd ter weerszijden van laatstgenoemd venster een halfronde ingang naar twee toen eveneens ingerichte hondehokken onder het bordes in de muur uitgespaard; ervoor werd als erfafscheiding een eenvoudig ijzeren hek geplaatst. Aan weerszijden van de middenpartij aan de achterzijde een enkele venstertravee met vensteromlijstingen als aan de voorzijde. De vensters in de linker travee zijn blind en de vensters in de rechter travee zijn identiek aan de vensters aan de voorzijde. Op souterrain-niveau ter hoogte van de linker en rechter travee en 12-ruitsvenster met diefijzers.De toren, die twee verdiepingen hoger is als de vleugels, eindigt in een mergelstenen attiek en een op de hoeken afgeschuinde koepel en wordt bekroond door een gesloten lantaarn met piroen. Aan de vier zijden vertoont de koepel een halfronde dakkapel met radvormig-venster met 12-ruitsindeling. De attiek heeft de vorm van een schijn-balustrade, versierd met kettingschalmen en aan de hoeken getooid met gecanneleerde zuilstompen. De vensters van de toren zijn qua omlijsting gelijk aan die van de vleugels, met uitzondering van de ovale oculi met 32-ruitsindelingen in rechte mergelomlijstingen onmiddellijk onder de attiek. De mergelblokken op de hoeken van het torenmuurwerk stammen nog uit de 17e eeuw, evenals de rechthoekige deels dichtgemetselde vensters in hardsteen in de provisorisch afgesloten NO-gevel van de hoofdvleugel. Afgezien van de beganegrond, waar de vensteromlijstingen van empire 8-ruits vensters zijn voorzien, zijn de vensterindelingen identiek aan die van de vensters van de vleugels. Voorts per torenzijde op souterrain-niveau twee 9-ruits segmentboog-vensters met diefijzers en op de derde verdieping twee segmentboog-vensters met 12-ruitsindeling.De bakstenen muren van de zijvleugel zijn op de buitenhoeken versierd met mergelstenen pilasters met trigliefen aan de bovenkant; verder is aan de zijde van de 'cour d'honneur' de eindtravee van dit gedeelte door een dergelijke pilaster van het overige muurvlak afgescheiden. De gevel van de zijvleugel aan de 'cour d'honneur' is in vijf venstertraveeën geleed met beganegronds twee dubbele deuren met 10-ruitsindelingen (per deur) met 8-ruitsbovenlicht, gelegen op de centrale travee (hoofdingang) en op de travee links hiervan. De deuren worden voorafgegaan door een hardstenen bordes van vier treden. Links van de deuren een enkele en rechts twee vensters met 28-ruitsindelingen. Op de verdieping vijf 24-ruitsvensters en op de tweede verdieping vijf 16-ruitsvensters. Op de as van de eerste, tweede en derde travee een dakkapel met 6-ruitsindeling.Linker gevel zijvleugel: in twee traveeen gelede gevelpartij met op de beganegrond, eerste en tweede verdieping respectievelijk twee 28-, 24-, en 16-ruitsvensters. Halverwege de gevelbreedte en dakkapel met 6-ruitsindeling.Gevel zijvleugel parkzijde: in zeven traveeen gelede gevelpartij met per travee op souterrain-niveau, beganegronds, eerste en tweede verdieping een venster met respectievelijk 9-, 28-, 24-, en 16-ruitsindeling.Alle genoemde vensters en deuren van de zijvleugel zijn segmentboog-vormig en van mergelomlijstingen voorzien. De dakkapellen zijn van hout en segmentboogvormig.Inwendig: de kelders zijn overkluisd door kappengewelven tussen elliptische gordelbogen, de keldergangen door segmentboogtongewelven, de wijnkelder onder het voorplein door een straalgewelf op acht rechthoekige ribben. In de kelderverdieping twee 17e-eeuwse schouwen met ionische hermen.Het verdere interieur is versierd in een stijl, die de overgang vormt tussen de Lodewijk XVI-stijl en het empire. De gelijkvloerse ruimten - in de zijvleugel voor het merendeel met stenen vloeren - zijn aangelegd in enfilade en toegankelijk door brede vleugeldeuren. De centraal in de zijvleugel gelegen hal is van een betimmering met reliëfs in Lodewijk XVI-stijl voorzien. De bovenste rand van de betimmeringen zijn in de eerste kwart van de 20e eeuw aangebracht. Links achter de hal ligt een klein rond vertrek met gemarmerde korinthische pilasters, een 19e-eeuwse schoorsteenmantel met tussen de trigliefen classicistische stuc-reliëfs en een lage stuc-koepel, die illusionistisch beschilderd is met het binnenaanzicht van een ronde koepel en een op de vrije hemel uitzicht gevende lantaarn; boven de vier kasten dessus-de portes met stuc-reliëfs in vroege empire-stijl. Links van de hal ligt een vierkant vertrek met afgeschuinde hoeken, versierd met een rijke Lodewijk-XVI betimmering. Rechts achter de hal een trappehuis met Lodewijk XVI-trap. Rechts van de hal bevindt zich een grote zaal met ionische gemarmerde wandpilasters. In de aangrenzende ruimte in de torenkamer een groot vierkant vertrek met laat 18e-eeuwse behangsels door Pierre Michel de Lovinfosse (1745-1821) naar pastorale gezichten van Francois Boucher (herkenbaar: 'De aangename les', 'Boerendans', en wellicht 'Het rozenknopje'). Boven de spiegel van de met pilasters versierde schoorsteenmantel (19e-eeuws) een door voluten versierde lijst, waaruit het schilderij verdwenen is. Het plafond in Lodewijk XVI-stijl met een rondlopende band en hoekvullingen met ranken en arabesken kan wellicht aan Mathias Soiron (1748-1834), afkomstig uit Maastricht, worden toegeschreven. (vgl. interieurs kasteel Borgharen, Meerssenhoven te Itteren en Rustenburg te Bunde).In de as van de hoofdvleugel, waar de architect Bartholome Digneffe (1724-1784) oorspronkelijk in zijn ontwerp de hal had geprojecteerd, de grote zaal met koofplafond en parketvloer met sterpatroon. Rechts in de hoofdvleugel een vertrek met rijke betimmeringen in Lodewijk XVI-stijl met o.a. tropeeen.Op de verdieping in de hoofdvleugel een slaapvertrek in Chinese stijl, waarbij de slaapruimte in een nis is ingericht. De buitenrand van de nis is versierd met palmbomen en vogels in rijk beschilderd stuc in hoog-reliëf. De omlijsting van de spiegels boven de schoorsteenmantel in Lodewijk XVI-stijl is geinspireerd op de in de tijd in de mode zijnde Chinese architectuur-decoraties. De wandschilderingen op doek zijn waarschijnlijk van De Lovinfosse en zijn geinspireerd op Francois Boucher's Chinese werken. Zo is de schildering links van de deur naar de gang een combinatie van diens 'Gezicht op een Chinese tuin'en diens 'Gezicht in een Chinese markt'. De hoogwaardigheidsbekleder rechts van de deur is ontleend aan Boucher's 'De Chinese dans'. De slaapkamers op de verdieping in de zijvleugel hebben elk een ovale alkoof met koepelachtige stuc-overdekking in empire-stijl. In de slaapkamer aan de zuidzijde van de zijvleugel een ovale stuc-overdekking als een 'Chinees'- of 'Turks'-tentdak.
Monumentnummer: 456112
OMSCHRIJVING UIT RCE: PAARDENSTALLEN, POORTGEBOUW EN DIENSTWONING. Met de lange ZO-zijde naar de Hagendorenweg gekeerd complex van rode bakstenen paardestallen, poortgebouw en dienstwoning. Het complex, dat overkapt is door een met leien gedekt mansardedak (maasdekking), maakt deel uit van een omsloten hof. De aan de ZW-zijde van dit complex gelegen paardestallen, waarvan de korte ZW-zijde naar het voorplein is gericht, staan voor een groot gedeelte aangegeven op het ontwerp voor het park van Amstenrade uit ca. 1808 van G. Duckers. Het is niet duidelijk of de stallen toen reeds gebouwd waren of alleen in ontwerpvorm bestonden; het grondplan van de niet tot uitvoer gebrachte NO-vleugel van het kasteel staat immers ook op het ontwerp van Duckers aangegeven. Het ontwerp van de paardestallen houdt verband met de compositie van het voorplein en het kasteel. Op het ontwerp van Duckers reiken de stallen aan de ZW-zijde tot de loodlijn van de bakstenen balustrade, die hier de contouren van het voorplein aangeeft en die aansluit aan de NO-zijde van de toen nog geconcipieerde NO-vleugel van het kasteel. Op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830 is te zien, dat de paardestallen aan de ZW-zijde tot hun huidige niveau op het voorplein zijn doorgetrokken en tot de loodlijn van de NO-zijde van de hoofdvleugel van Kasteel Amstenrade reiken; kennelijk had men kort voordien definitief het plan laten varen om de NO-vleugel van het kasteel tot uitvoer te brengen.Op het ontwerp van Duckers staan van het complex van stallen, poortgebouw en dienstwoning alleen de stallen aangegeven en reiken deze aan de NO-zijde tot het punt waar het huidige aan de Hagendorenweg gelegen poortgebouw begint. Op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830 zijn ook het poortgebouw en de dienstwoning geregistreerd. Ten aanzien van de paardestallen liggen het poortgebouw en de dienstwoning aan de hofzijde iets naar achteren. Het gedeelte van het poortgebouw direct boven de poort is van een eigen overkapping door een mansardedak voorzien, die haaks op het overige gedeelte van de overkapping is geplaatst. De gevel van de dienstwoning en het poortgebouw wordt aan de hofzijde even onder de goot door een stenen kordonlijst onderbroken. Boven de segmentboogvormige poort aan de hofzijde, waarin een dubbele deur, een door een fronton bekroonde dakkapel met 9-ruitsvenster. Aan weerszijden van de poort een dubbele segmentboogvormige deur. In beide rechter deuren een 8-ruitsvenster. Boven deze dubbele deur twee aan de dakkapel boven de poort identieke dakkapellen. In beide deuren links van de poort, die iets smaller zijn dan de dubbele deur rechts van de poort en die aan deze zijde toegang tot de dienstwoning verschaffen, een 5-ruitsvenster. Aan de hofzijde van de dienstwoning twee aan de dakkapel boven de poort identieke dakkapellen.In het vooruitspringende muurvlak rechts van het poortgebouw en de dienstwoning een segmentboogvormig venster met 16-ruitsindeling. De naar het hof gerichte gevel van de paardestallen is door mergelblokpijlers in vlakken geleed, van een hardstenen voeting voorzien en wordt door een mergel-kroonlijst afgesloten, die ter hoogte van de pilasters verkropt. Deuren en vensters aan deze zijde zijn beganegronds segmentboogvormig en hebben mergelomlijstingen. Van links naar rechts een enkele deur met 8-ruitsvenster, een venster met 24-ruitsindeling, twee deuren met 8-ruitsvensters, een 24-ruitsvenster, een 12-ruitsvenster, een dubbele deur met 8-ruitsbovenlicht (per deur), een venster met 9-ruitsindeling, een deur met 8-ruitsbovenlicht en een 9-ruitsvenster. Op de verdieping zeven door een fronton bekroonde dakkapellen met 9-ruitsvensters. Links van de geheel rechts gelegen dakkapel een door de kroonlijst in de gevel verzonken luik onder een gehalveerd met leien gedekt schilddak (maasdekking).Aan de linkerzijde van de naar het hof gerichte gevel van de paardestallen een gietijzeren zadeldak-overkapping (thans door golfplaten gedekt) uit de eerste helft van deze eeuw. De door rechte stijlen gelede zijkanten van de overkapping zijn geheel beglaasd. Aan de NW-zijde is de overkapping aan de zijgevel van de aan het voorplein gelegen voormalige koetshuis (thans woning) bevestigd.Zij(ZW-)gevel: een door drie mergel-blokpilasters in twee traveeën gelede gevelpartij met hardstenen voeting en afgesloten door een mergel-kroonlijst, die ter hoogte van de centrale pilaster boogvormig naar boven uitzwenkt. In het aldus ontstane veld het bekroonde wapen van De Marchant en d'Ansembourg met wapenlint met de tekst: "Fortitudine et l'Abore." Op de verdieping een dakkapel met 9-ruitsvenster, dat door een fronton wordt bekroond.Straat(Hagendorenweg-)gevel: in de linker gevelhelft drie segmentboogvormige vensters met 12-ruitsvensters en met mergelomlijstingen. In de rechter gevelhelft drie segmentboogvormige vensters met 22-ruitsindelingen, eveneens voorzien van mergelomlijstingen. Op de verdieping boven de laatstgenoemde vensters twee dakkapellen met 9-ruitsvensters, bekroond door een fronton. Ter hoogte van het poortgebouw gaat de gevel naar voren om. In deze vooruitspringende gevel een groep van twee segmentboogvormige 2-ruitsvensters in een omlijsting van mergel. Het gedeelte van het poortgebouw direct boven de segmentboogvormige poort wordt door een fronton met centraal gelegen rond 4-ruitsvenster bekroond.Aan weerszijden van de poort een segmentboogvormig venster met 12-ruitsindeling in mergelomlijsting. Boven het rechter venster een enkele en boven het linker venster twee dakkapellen met 9-ruitsvenster, bekroond door een fronton.Moestuinzijde dienstwoning: twee segmentboogvormige vensters met 12-ruitsindelingen in mergelomlijstingen. Aansluitend aan de linkerzijde van deze een aanbouw van recente datum
Monumentnummer: 456113
OMSCHRIJVING UIT RCE: POORTGEBOUW AAN DE ZW-ZIJDE VAN DE MOESTUIN. Rode bakstenen poortgebouw onder met leien gedekt mansardedak (maasdekking), waarvan de onderste dakschilden boogvormig uitzwenken. Het gebouw is omgaande van een kroonlijst in mergel voorzien. Het poortgebouw dateert uit circa 1820 en is voor het eerst geregistreerd op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. In de eerste helft van deze eeuw is de poort aan beide zijden door een rode bakstenen muur dichtgezet. Aan de hofzijde zijn in deze muur drie centraal gelegen halve rondboog-openingen uitgespaard, die toegang verlenen tot erachter gelegen hondehokken. Aan deze zijde wordt de gevel aan weerszijden door mergel-blokpilasters geflankeerd en zwenkt de kroonlijst in het midden boogvormig naar boven uit. In het aldus ontstane veld een ronde nis. Voor het overige is de naar het hof gekeerde gevel met mergelstenen in speklagen bekleed. Links en rechts aan deze zijde van de poort een rode bakstenen aanbouw, die aan de hofzijde het aanzien heeft van een scheidingsmuur. In de rechter gevel een segmentboog-vormige deur. In de linker gevel een even groot segmentboog-vormig veld, waarin een kleine segmentboogvormige deur. Links van laatstgenoemde aanbouw een lagere aanbouw, waarvan de aan de hofzijde gelegen gevel zich eveneens als scheidingsmuur voordoet. Aan de rechterzijde een gedenkplakette met de tekst: "Maana exorIan peCvs nobIs MvLtItvda". De naar de moestuin gerichte gevel van het poortgebouw wordt eveneens door mergel-blokpilasters geflankeerd. In de bakstenen gevel een rechte deur van recente datum.De aanbouw links en rechts van de poort aan moestuinzijde is door een lessenaarsdak overkapt. In beide aanbouwen een segmentboog-vormige deur. De rechts van de rechter aanbouw gelegen lagere aanbouw is eveneens met een lessenaarsdak overkapt. Links en rechts van de gevel een houten luik. Centraal vier brede rechthoekige vensters met 2-ruitsindelingen. Laatstgenoemde aanbouw is waarschijnlijk naderhand in de 19e eeuw, wellicht omstreeks 1900, gebouwd. Deze aanbouw eindigt aan de NW-zijde namelijk links van de eindtravee van de gevel van het eveneens aan het hofgelegen stalgebouw, zodat het evenwicht van de classicistische gevelopbouw van het stalgebouw aan deze zijde enigszins is verstoord.
Monumentnummer: 456114
OMSCHRIJVING UIT RCE: STALGEBOUW. Langwerpig rode bakstenen stalgebouw op rechthoekige grondslag, dat aan de omsloten hof aan de overzijde van het complex van paardestallen, poortgebouw en dienstwoning is gesitueerd. Het stalgebouw is overkapt door een met grijze pannen gedekt wolfsdak, waarvan de onderste schilden aan de onderzijde boogvormig uitzwenken. Aan de korte ZW-zijde sluit het stalgebouw haaks aan op de achtergevel van het voormalige koetshuis (thans woning). De naar het hof gekeerde ZO-gevel wordt onderbroken door een min of meer centraal gelegen fronton met deels in de gevel verzonken rondboog- luik. Centraal in de gevel twee segmentboog-vormige nissen ter weerszijden van voornoemd luik met in elk der nissen twee segmentboog-vormige vensters met 4-ruitsindelingen. Rechts van de nissen twee traveeën met op de verdieping in beide traveeen een segmentboog-vormig luik. In de linker travee beganegronds een segmentboog-vormige deur. De eindtravee aan deze zijde valt door de aanbouw ten noordwesten van de poort, die tot de stallen is door getrokken, buiten de omsloten hof en is in de moestuin gelegen. Links van de nissen een segmentboog-vormige en een halfrond 4-ruitsvenster met erboven segmentboog-vormige luiken; ertussen een segmentboog-vormige deur.Moestuin (NO-)zijde: een centraal gelegen rechte deur met 2-ruits bovenlicht en mergelomlijsting.NW-gevel: van links naar rechts twee 4- ruitsvensters, een deur, wederom twee 4-ruitsvensters en een deur, alle segmentboog-vormig. Boven laatstgenoemd venster een halfronde nis.Het stalgebouw, dat uit ca. 1820 dateert, staat voor het eerst geregistreerd op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830.
Monumentnummer: 456116
OMSCHRIJVING UIT RCE: VOORMALIG KOETSHUIS. Aan het voorplein en het omsloten hof gelegen in rode baksteen opgetrokken onderkelderd voormalig koetshuis (thans woning) onder met leien gedekt mansardedak (maasdekking), waarvan de onderste dakschilden boogvormig uitzwenken. Op het noordwestelijke nokeinde een eenvoudige houten klokketoren. Het koetshuis is waarschijnlijk gelijk met de bouwcampagne van het kasteel in de laatste kwart van de 18e eeuw tot stand gekomen. De naar het voorplein gerichte gevel is door mergel-pilasters en mergel-hoekpilasters in drie gevelvlakken geleed met in elk gevelvlak een licht vooruitspringende rode bakstenen omlijsting van een voormalige segmentboogvormige dubbele poort. Thans zijn alle poortingangen met rode baksteen dichtgemetseld. In de centrale voormalige poort, ter plaatse van de oorspronkelijke rechter poortdeur een recentelijk aangebracht 30-ruitsvenster. Aan de rechter zijde van de linker voormalige poort een rechte deur van recente datum. Aan de geveleinden een oeil de boeuf met 4-ruitsvenster. Ter weerszijden van de rechter mergel-pilaster eveneens een oeil de boeuf met 4-ruitsvenster. Ter weerszijden van de linker mergel- pilaster een segmentboog-vormig venster met 16-ruitsindeling. Laatstgenoemde vensters zijn evenals de oeil de boeufs van mergelomlijstingen voorzien. Op de verdieping recht boven de mergelpilasters en de voormalige segmentboogvormige poorten vijf 9-ruits dakkapellen, die door een fronton worden bekroond.ZO-gevel: twee rechte dubbele staldeuren met in de rechter deur een 10-ruitslicht. Op de verdieping drie aan de voorzijde identieke dakkapellen.NO-gevel: aan de hofzijde op de verdieping twee aan de voorgevel identieke dakkapellen. Aan de naar de moestuin gericht zijde buiten het hof twee segmentboog-vormige 4-ruitsvensters.NW-gevel: centraal een segmentboogvormige deur met 5-ruits bovenlicht. Links hiervan een segmentboogvormig 16-ruitsvenster. Rechts een met rode baksteen dichtgemetselde nis. Op de verdieping twee aan de voorgevel identieke dakkapellen. Inwendig: in de door een elliptisch tongewelf gedekte kelder een lange aanrechtbank; gelijkvloers een eenvoudige schoorsteenmantel en een eiken ondermantel met tegels.
Monumentnummer: 456118
OMSCHRIJVING UIT RCE: ORANJERIE. Rode bakstenen onderkelderde oranjerie op rechthoekige grondslag met glazen kas op eveneens rode bakstenen onderbouw ter weerszijden. De oranjerie werd in 1815 door de Dusseldorpse architect Charles Schaffer in neoclassicistische stijl gebouwd. De genoemde kassen dateren uit het begin van deze eeuw en vervangen oudere exemplaren, die waarschijnlijk in de loop van de 19e eeuw werden gebouwd, zo deze oorspronkelijke kassen niet uit de bouwtijd dateerden. Aan de achterzijde van de oranjerie, die naar het park is gericht, is centraal een halfrond door een fronton bekroond en door zuilen voorafgaand bordes gebouwd, dat in het park een grote ornamentele waarde als classicistische tuintempel vertegenwoordigt. De oranjerie is door een mansardedak met leien (maasdekking) overkapt en omgaande van een mergelstenen kroonlijst voorzien; centraal op de zijgevels wordt deze kroonlijst door een rechthoekige hoog opgetrokken bakstenen schoorsteen doorbroken.Voorgevel oranjerie: de gevel is door vijf rondboogingangen met dubbele deuren met 12-ruitsindeling (per deur) en met halfronde door spaakroeden in 10 ruiten gelede bovenlichten in traveeën geleed. Ter hoogte van de tussendorpel van de deurpartij een hardstenen geprofileerde kordonlijst. De gevel, die op de as van de moestuin is gelegen, rust op een hardstenen voeting. Voeting en kordonlijst zijn respectievelijk aan de boven- en onderzijde van een geprofileerde hardstenen lijst voorzien, zodat de muurvlakken ter weerszijden van de deurpartijen de suggestie van een pilastergeleding oproepen. Op de verdieping drie op de middelste traveeen geplaatste houten 6-ruitsdakkapellen, die door een fronton worden bekroond. Boven deze kapellen, halverwege het bovenste dakschild, drie kleine in het dak verzonken halfronde daklichten.Aan de linker- en rechterzijde van de orangerie de genoemde glazen kas op bakstenen onderbouw; van de naar de moestuin gekeerde zijde van de rechter kas is de beglazing tot de grond toe doorgetrokken. De linker kas heeft een tudorboogvormige overkapping, die ook naar de zijkant omgaat en die door een smeedijzeren piron van samengestelde voluten en krullen wordt bekroond. De rechterkas heeft een aan de zijkant recht afgesneden mansardedak en wordt door een identieke piron bekroond. Centraal aan de zijkant van de linker kas op souterrain-niveau een geblokte rondboogingang met dubbele deur. Aan weerszijden van de naar deze ingang afdalende oprit een driehoekige rode bakstenen keermuur, die haaks aansluit op de bakstenen onderbouw van de kas. Even boven de overkapping van de kas zijn in beide zijgevels van de oranjerie bouwsporen zichtbaar van de zadeldakvormige overkapping van de 19e-eeuwse voorgangers van de twee kassen. Aan weerszijden van de schoorsteen aan de zijgevels van de oranjerie een 6-ruits dakkapel. Aan de parkzijde is de linker gevel van de oranjerie door een travee geleed, met op souterrain-niveau en segmentboogvenster met diefijzers en op de beganegrond en de eerste verdieping respectievelijk een segmentboogvormige nis. In de rechter gevel aan de parkzijde een identieke venstertravee, met op souterrain-niveau een segmentboog-venster met diefijzers en op de beganegrond en eerste verdieping een segmentboog-venster met respectievelijk een 6-en 4-ruitsindeling.Achtergevel: centraal in de achtergevel een halfrond ingebouwd bordes, voorafgegaan door een bordestrap van 5 rode bakstenen treden en door vier op een hardstenen onderdorpel geplaatste korintische licht geel geschilderde zuilen. De bordestrap wordt aan weerszijden door een brede bakstenen rechthoekige keermuur met hardstenen bovenstuk geflankeerd. De zuilen, waarvan de buitenste vierkant en de binnenste rond zijn, ondersteunen een brede geprofileerde kordonlijst als imitatie hoofdgestel. Boven de kroonlijst een centraal gelegen fronton met tympaan van mergelblokken met centraal gelegen 4-ruits radvenster. Centraal in de roze geschilderde door korintische pilasters gelede achterwand van het bordes een deur met door ruitvormig gezette roeden in 11 ruiten geleed bovenlicht. Aan weerszijden van de deur twee boven elkaar gelegen radvormige vensters met 4-ruitsindeling. Het bordes is door een met drie soorten rozetten gevuld stuc-cassetenplafond overdekt. Aan weerszijden van het bordes een venstertravee met beganegronds een segmentboogvormig venster met 6-ruitsindeling, diefijzers en persiennes en op de eerste verdieping een segmentboogvormige nis met beschildering van een 4- ruitsvenster .Inwendig: de kelders zijn overkluisd met bakstenen kappen op gordelbogen. De vertrekken zijn voorzien van moerbalkzolderingen. De houten trap in de oranjerie heeft een uitgezwenkte trappaal.
Monumentnummer: 456121
OMSCHRIJVING UIT RCE: POORT. Rechthoekige rode bakstenen poort uit ca. 1815 met centraal gelegen segmentboog-vormige doorgang en met rechte dubbele houten poortdeuren. Aan de straat(Hagendorenweg-)zijde is de poort van mergel-hoekblokken voorzien. Aan de moestuinzijde wordt de poort door steunberen gestut. De poort wordt door een rechthoekig bakstenen bovenstuk bekroond, dat via enkele halfsteense verspringingen uitkraagt. Het bovenstuk wordt door een met leien gedekt afgeplat mansardedak (maasdekking) overkapt, dat op de vier hoeken door een eenvoudige piroen wordt bekroond. Het ruime overstek van het dak wordt door houten consoles gestut. Aan weerszijden gaat de poort over in de bakstenen muur, die moestuin en hof deels omgeeft.
Monumentnummer: 456126
OMSCHRIJVING UIT RCE: RENTMEESTERSWONING AAN KEMKENSWEG. Rode bakstenen deels onderkelderde rentmeesterswoning uit de eerste kwart van de 19e eeuw op rechthoekige grondslag. De woning onderbreekt de muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin en is door een met leien (maasdekking) gedekt mansardedak overkapt. Als zodanig is de woning aangegeven op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit ca. 1820-1830.Voor(erf-)zijde: beganegronds van links naar rechts: twee getoogde 8-ruitsvensters, een rondboogdeur en een getoogd 8-ruitsvenster. Op de verdieping vier dakkapellen, die door een fronton worden bekroond. In de kapellen enkel-ruitsvensters van recente datum (oorspronkelijk 6-ruitsvensters). Achter(straat-)zijde: twee vensters met 8-ruitsindelingen. Links van deze gevel in de muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin een rechthoekige doorgang van recente datum.
Monumentnummer: 513951
OMSCHRIJVING UIT RCE: Voormalige RENTMEESTERSWONING De Streek van het nabijgelegen kasteel Amstenrade, ca. 1900. Gebouwd voor rentmeester Meertens in een door het neo-classicisme beïnvloede stijl, in opdracht van kasteelheer graaf Marchant et d'Ansembourg. De bouwstijl van de rentmeesterswoning brengt de verbondenheid met het laat-achttiende eeuwse kasteel duidelijk tot uiting. De rentmeesterswoning is vrijstaand gesitueerd aan het begin van de Hommerterallee, een rechte laan die aan de zuidwestzijde loodrecht op het kasteelcomplex is geprojecteerd. Het huis is genoemd naar de bouwlocatie, een voormalige vloedgraaf genaamd 'De Streek', waar overtollig regenwater werd opgevangen. Van bescherming UITGESLOTEN zijn de bijgebouwde garage, het houten tuinhuis alsmede het voormalige zwembad dat thans als vijver in gebruik is.Omschrijving: De rentmeesterswoning heeft een in hoofdvorm rechthoekige plattegrond plus een uitbouw tegen de achtergevel aan de zuidoostzijde, telt een souterrain, twee bouwlagen en een zolderverdieping.Het geheel wordt gedekt door een geknikt schilddak met leien in Maasdekking. Boven elke vensteras een dwars op het dakschild ingestoken dakkapel met schildkapje en leien. De dakkapellen hebben een kruisvormig ingedeeld vensterkozijn. Nokschoorsteen, schoorsteen op het achterdakvlak.Het pand beschikt over houten paneeldeuren, deels met gietijzeren roosterwerken; segmentboogvormige houten kruiskozijnen; decoratief ingedeelde stalen souterrainvensters.De rentmeesterswoning is opgetrokken in handvormsteen, gemetseld in kruisverband en voorzien van gesneden voegen. Alle gevels hebben een gestucte plint, gestucte hoeklisenen met imitatievoegen, kroonlijsten, venster- c.q. deurlijsten. De vensterlijsten hebben waarschijnlijk een hardstenen dorpel. Hardstenen deurdorpels. Rollagen.Op het noordwesten gesitueerde symmetrische VOORGEVEL. Gestucte plint met profiellijst. Drie vensterassen met een centraal in de eerste laag geplaatste entree, hoeklisenen en kroonlijst. De hoeklisenen lopen uit in een gestileerd kapiteel. De middenas wordt bekroond door een fronton met een rond, kruisvormig ingedeeld oeil de boeuf-venster. In de zij-assen een segmentboogvormig stalen souterrainvenster met geleding in bloemmotief en twee segmentboogvormige houten kruiskozijnen. In de middenas een deels vernieuwde houten paneeldeur met verticaal ingedeeld bovenlicht in een segmentboogvormige stuclijst. De ZIJGEVEL aan de zuidwestzijde telt twee vensterassen, alsmede één vensteras in de terugliggende aanbouw dwars tegen de achtergevel. In elk van de vensterassen twee segmentboogvormige houten kruiskozijnen. Aan deze gevelzijde een dienstingang in de souterrainverdieping, waarin een decoratieve houten paneeldeur met smeedijzeren roosterwerk en een segmentboogvormig verticaal ingedeeld bovenlicht. Deze dienstingang is bereikbaar via een trap, parallel aan de zuidwestelijke zijgevel, die aan het oog wordt onttrokken door een balustrade met bakstenen balusters, gestucte hoekkolommen en een gestucte bovenafdekking. De ZIJGEVEL aan de noordoostzijde telt drie vensterassen, elk voorzien van twee segmentboogvormige houten kruiskozijnen. In de plint vier segmentboogvormige souterrainvensters, waarvan enkele in staal met decoratieve indeling. De ACHTERGEVEL aan de zuidoostzijde is asymmetrisch ingedeeld. In de eerste laag van de achtergeveluitbouw een segmentboogvormig houten kruiskozijn. In het terugliggende achtergeveldeel een segmentboogvormige houten terrasdeur met verticaal ingedeeld bovenlicht, waarboven in de tweede laag een segmentboogvormig houten kruiskozijn. Tegen de achtergevel een terras met vernieuwde plavuizen en nog oorspronkelijke hardstenen traptreden. ERFSCHEIDING aan de straatzijde, bestaand uit twee gedeeltelijk vernieuwde hekpijlers op hardstenen basementen en nieuwe bovenafdekking, waartussen een dubbel smeedijzeren hekwerk. Voor het overige is de erfscheiding vernieuwd.De indeling van het INTERIEUR is ongewijzigd bewaard gebleven. De oorspronkelijk in de souterrain ingerichte keuken is verplaatst naar de achterkamer op de begane grond. Op de begane grond, achter de voordeur, een centrale gang waarop dwars het trappenhuis is geprojecteerd. Twee getoogde doorgangen tussen de woon- en zitkamer. De tweede laag en de zolderverdieping hebben een centrale gang waarop aan weerszijden vertrekken uitkomen. Het bordes van de trap komt niet overeen met de hoogte van de vensters in de tweede laag van de oostelijke zijgevel. In dit interieur zijn onder meer van belang de kelderruimten met tongewelven, de oorspronkelijke rode plavuizen en de transportlift; de centrale gang op de begane grond met authentieke polychrome tegelvloer en stucplafond; de paneeldeuren in lijsten; diverse vertrekken met stucornamenten, plafondlijsten en haardpartijen.Waardering: De voormalige rentmeesterswoning van kasteel Amstenrade is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-maatschappelijke, economische en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl, de esthetische kwaliteiten, de ornamentiek en de kwaliteit van het interieur.De rentmeesterswoning heeft een functionele historische relatie met het kasteel Amstenrade, is vanwege de situering verbonden met de ontwikkeling van het dorp, is van grote betekenis voor het aanzien van Amstenrade en beschikt over een historisch-ruimtelijke relatie met de bodemgesteldheid.Het pand is van belang vanwege de architectonische gaafheid van exterieur en interieur, staat in relatie tot de structurele gaafheid van het kasteelcomplex en de visuele gaafheid van de dorpsbebouwing.Bovendien beschikt het rentmeesterhuis De Streek in regionaal opzicht over een aanzienlijke architectuurhistorische, typologische en functionele zeldzaamheidswaarde.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: N (Op het kasteelterrein is van toepassing het door de gemeenteraad van Schinnen maart 2013 vastgestelde bestemmingsplan kernen- Schinnen. Hierbij is voor het terrein van het kasteel zelf van toepassing de enkelbestemming "Gemengd" en de dubbelbestemming "Beschermd stadsgezicht". Voor het parkgedeelte is van toepassing de enkelbestemming "Groen-Park" en de dubbelbestemmingen "Archeologie 1 en 2".)
Bestemming: (enkelbestemming 'Gemengd' en de dubbelbestemming 'Beschermd stadsgezicht'.)
Bestemming: (enkelbestemming 'Groen-Park' en de dubbelbestemmingen 'Archeologie 1 en 2'.)
Bestemmingsplan: N (Op het kasteelterrein is van toepassing het door de gemeenteraad van Schinnen maart 2013 vastgestelde bestemmingsplan kernen- Schinnen. Hierbij is voor het terrein van het kasteel zelf van toepassing de enkelbestemming "Gemengd" en de dubbelbestemming "Beschermd stadsgezicht". Voor het parkgedeelte is van toepassing de enkelbestemming "Groen-Park" en de dubbelbestemmingen "Archeologie 1 en 2".)
Bestemming: (enkelbestemming 'Gemengd' en de dubbelbestemming 'Beschermd stadsgezicht'.)
Bestemming: (enkelbestemming 'Groen-Park' en de dubbelbestemmingen 'Archeologie 1 en 2'.)
Auteur en datum
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: november 2014
Auteur: J.H.Wendrich
Beschrijving gemaakt: november 2014
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Onbekend
Onbekend
Archeologisch onderzoek RCE
Onbekend
Onbekend
Overig onderzoek
Onbekend
Onbekend
Geomorfologische codering
13/12A2 / 2S3: Afbraakwand / Droog dal (+/- dekzand / loss)
13/12A2 / 2S3: Afbraakwand / Droog dal (+/- dekzand / loss)
Bodemkundige codering
Ld(d)6: Ooivaaggronden met roest beginnend dieper dan 80cm; siltige leem in situ resp. colluvium in dal;
Ld(d)6: Ooivaaggronden met roest beginnend dieper dan 80cm; siltige leem in situ resp. colluvium in dal;
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.