Sandenburg
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Sandenburg
Sandenburg
Locatie
Adres: Langbroekerdijk A 22-28
Langbroek
Gemeente Wijk bij Duurstede
Provincie Utrecht
Sandenburg ligt ten noorden van de Langbroekerwetering, ten zuidoosten van Nederlangbroek.
Adres: Langbroekerdijk A 22-28
Langbroek
Gemeente Wijk bij Duurstede
Provincie Utrecht
Sandenburg ligt ten noorden van de Langbroekerwetering, ten zuidoosten van Nederlangbroek.
Typologie
Op basis van geschreven bronnen kan worden vastgesteld dat Sandenburg waarschijnlijk een woontoren is geweest. Dit blijkt echter niet uit de vroegste afbeeldingen.
Op basis van geschreven bronnen kan worden vastgesteld dat Sandenburg waarschijnlijk een woontoren is geweest. Dit blijkt echter niet uit de vroegste afbeeldingen.
Etymologie
Sandenburg is een `burg', een kasteel, gelegen op een met klei bedekte dekzandrug. De aanduiding `Sanden' in de naam is waarschijnlijk afgeleid van deze grondsoort.
Sandenburg is een `burg', een kasteel, gelegen op een met klei bedekte dekzandrug. De aanduiding `Sanden' in de naam is waarschijnlijk afgeleid van deze grondsoort.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: mei 1999
Sandenburg is een witgepleisterd buitenhuis in neo-gotische stijl, dat in zijn huidige vorm dateert uit ongeveer 1860. De vierkante toren kreeg toen een ingesnoerd tentdak en arkeltorentjes op de hoeken, en de nieuwe woonvleugel voor de toren kreeg achtkantige hoektorens. Op het terrein staan een poorthek, een portierswoning, een oranjerie en een koetshuis, alle in tudorstijl en witgepleisterd. Rond het huis ligt een park in vroeg-landschappelijke stijl, dat eveneens rond 1860 veranderd is.
Laatst bijgewerkt: mei 1999
Sandenburg is een witgepleisterd buitenhuis in neo-gotische stijl, dat in zijn huidige vorm dateert uit ongeveer 1860. De vierkante toren kreeg toen een ingesnoerd tentdak en arkeltorentjes op de hoeken, en de nieuwe woonvleugel voor de toren kreeg achtkantige hoektorens. Op het terrein staan een poorthek, een portierswoning, een oranjerie en een koetshuis, alle in tudorstijl en witgepleisterd. Rond het huis ligt een park in vroeg-landschappelijke stijl, dat eveneens rond 1860 veranderd is.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De middeleeuwse woontoren is boven de grond niet meer zichtbaar, aangezien het kasteel in de 18e eeuw een keer gesloopt is, en na opbouw, ook in de 19e eeuw nog een keer verbouwd is. Vermoedelijk zijn er onder de grond nog wel de oude funderingen aanwezig.
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De middeleeuwse woontoren is boven de grond niet meer zichtbaar, aangezien het kasteel in de 18e eeuw een keer gesloopt is, en na opbouw, ook in de 19e eeuw nog een keer verbouwd is. Vermoedelijk zijn er onder de grond nog wel de oude funderingen aanwezig.
Afmetingen
Op basis van de kadastrale minuut kan worden vatgesteld dat het hele terrein ca. 80 x 68 m. mat, de hoofdburcht 18x 35 m. en de voorburcht 24 x 60 m.
Op basis van de kadastrale minuut kan worden vatgesteld dat het hele terrein ca. 80 x 68 m. mat, de hoofdburcht 18x 35 m. en de voorburcht 24 x 60 m.
Fysisch-geografische situering
Voordelig voor de fundering van dit kasteel was het feit dat een lange relatief smalle stuifduin van dekzand in de ondergrond bedekt is geraakt met een moeras waarin klei is afgezet. Het permanente moeras ontstond door stijging van de grondwaterstand door stijging van de zeespiegel. Op de vestigingsplaats werd ondiep een stevige ondergrond uitgezocht in een moeras dat plaats maakte voor ontginningscultuurgrond. Deze ontginning zorgde voor de ontsluiting van de plaats met wegen en waterwegen (Coppelmans 2005, nr. 75).
Voordelig voor de fundering van dit kasteel was het feit dat een lange relatief smalle stuifduin van dekzand in de ondergrond bedekt is geraakt met een moeras waarin klei is afgezet. Het permanente moeras ontstond door stijging van de grondwaterstand door stijging van de zeespiegel. Op de vestigingsplaats werd ondiep een stevige ondergrond uitgezocht in een moeras dat plaats maakte voor ontginningscultuurgrond. Deze ontginning zorgde voor de ontsluiting van de plaats met wegen en waterwegen (Coppelmans 2005, nr. 75).
Oudste vermelding
Datum: 1391
Bron: HUA, dom, nr. 2368-1, f. 6v (1391 mei 9)
"`sinen toern in Langbroec' (Dekker 1983, 277)"
De eerste vermelding van een huis Sandenburg stamt uit een leenregister van de Domproosdij, waar Jan van Zijl in 1391 beleend wordt met `sinen toern in Langbroec'. In 1402 wordt de naam van deze toren gegeven, en dan staat er 'dat huus dat gheheten is Sandenborch' (Dekker 1983, 277).
Datum: 1391
Bron: HUA, dom, nr. 2368-1, f. 6v (1391 mei 9)
"`sinen toern in Langbroec' (Dekker 1983, 277)"
De eerste vermelding van een huis Sandenburg stamt uit een leenregister van de Domproosdij, waar Jan van Zijl in 1391 beleend wordt met `sinen toern in Langbroec'. In 1402 wordt de naam van deze toren gegeven, en dan staat er 'dat huus dat gheheten is Sandenborch' (Dekker 1983, 277).
Bezitsgeschiedenis
Sandenburg was een leen van de Domproosdij. Het kasteel stamt waarschijnlijk uit het laatste kwart van de 13de eeuw. Er is namelijk een vermelding uit 1303 van ene Daem van Sandenburg, die optrad als getuige van de bisschop van Utrecht. Zeven jaar later is er sprake van Adam van Zijl van Sandenburg. Het gaat hier vermoedelijk om dezelfde persoon. De toevoeging Van Sandenburg maakt het aannemelijk dat deze Adam de stichter van Sandenburg is geweest. Mogelijk was het kasteel echter al eerder gebouwd, door Adams vader Pontiaan van Zijl, die in 1279 beschreven werd als grondbezitter in Langbroek. Daarmee kan de stichting van kasteel Sandenburg in het laatste kwart van de 13de eeuw gedateerd worden. In 1399 transporteerde Jan van Zijl, vermoedelijk de zoon van Adam, Sandenburg aan Gerrit van Eck. Hij droeg het al in 1402 over aan Steven de Ridder, wiens familie het goed bijna een eeuw in bezit had. In 1491 trouwde Antonia de Riddere met Floris van Pallaes, en in 1510 werd haar zoon Adriaan met Sandenburg beleend. Tot 1583 zou het in handen blijven van de familie Van Pallaes, waarna het door overerving in handen kwam van Willem Borre van Amerongen. Zijn nakomelingen bezaten Sandenburg tot 1766. Toen droegen de dochters van Eleonora Sophia Borre van Amerongen Sandenburg over aan Johan Mathias Singendonk. Na zijn dood werd het goed in 1786 verkocht aan Barend Hendrik van Reede van Oudshoorn, die het op zijn beurt weer doorverkocht aan Gijsbert Carel Cornelis Jan van Lynden. De familie Van Lynden is tot op de dag van vandaag de eigenaar van Sandenburg.
Sandenburg was een leen van de Domproosdij. Het kasteel stamt waarschijnlijk uit het laatste kwart van de 13de eeuw. Er is namelijk een vermelding uit 1303 van ene Daem van Sandenburg, die optrad als getuige van de bisschop van Utrecht. Zeven jaar later is er sprake van Adam van Zijl van Sandenburg. Het gaat hier vermoedelijk om dezelfde persoon. De toevoeging Van Sandenburg maakt het aannemelijk dat deze Adam de stichter van Sandenburg is geweest. Mogelijk was het kasteel echter al eerder gebouwd, door Adams vader Pontiaan van Zijl, die in 1279 beschreven werd als grondbezitter in Langbroek. Daarmee kan de stichting van kasteel Sandenburg in het laatste kwart van de 13de eeuw gedateerd worden. In 1399 transporteerde Jan van Zijl, vermoedelijk de zoon van Adam, Sandenburg aan Gerrit van Eck. Hij droeg het al in 1402 over aan Steven de Ridder, wiens familie het goed bijna een eeuw in bezit had. In 1491 trouwde Antonia de Riddere met Floris van Pallaes, en in 1510 werd haar zoon Adriaan met Sandenburg beleend. Tot 1583 zou het in handen blijven van de familie Van Pallaes, waarna het door overerving in handen kwam van Willem Borre van Amerongen. Zijn nakomelingen bezaten Sandenburg tot 1766. Toen droegen de dochters van Eleonora Sophia Borre van Amerongen Sandenburg over aan Johan Mathias Singendonk. Na zijn dood werd het goed in 1786 verkocht aan Barend Hendrik van Reede van Oudshoorn, die het op zijn beurt weer doorverkocht aan Gijsbert Carel Cornelis Jan van Lynden. De familie Van Lynden is tot op de dag van vandaag de eigenaar van Sandenburg.
Historische betekenis
Sandenburg was een ridderhofstad.
Sandenburg was een ridderhofstad.
Bouwgeschiedenis
Waarschijnlijk was kasteel Sandenburg oorspronkelijk een woontoren. Dit is een vierkante toren op een omgracht terrein. Deze woontoren werd in de loop der tijd uitgebouwd naar een gebouw met meerdere woonvleugels en een toren die boven de rest uitstak. Dit is te zien op een tekening uit ca. 1665. Er was toen ook een ommuurde en omgrachte voorburcht, door een brug verbonden met de hoofdburcht. Aan het eind van de 18e eeuw is Sandenburg gesloopt, en waarschijnlijk is er toen een geheel nieuw torenachtig landhuis opgetrokken. Dit landhuis werd op zijn beurt tussen 1860 en 1864 in opdracht van Constantijn Theodoor van Lynden naar een ontwerp van de Utrechtse architect S.A. van Lunteren verbouwd. Op de hoeken van de gevels kwamen achthoekige torentjes, en aan de voorkant werd een vleugel van twee bouwlagen toegevoegd. Het geheel werd wit gepleisterd. Door de verbouwing kreeg het kasteel een uiterlijk naar de neo-Tudorstijl, ook wel Willem II-neogotiek genoemd, aangezien Willem II deze stijl in Nederland geintroduceerd had. Aan het kasteel werden een portierswoning, een oranjerie en een koetshuis toegevoegd, en de tuin werd veranderd naar (een rijpere vorm van) landschapsstijl. De gracht werd grotendels gedempt. Sinds deze verbouwing is het huis niet ingrijpend meer veranderd. Er is wel onlangs een restauratie uitgevoerd om het huis in stand te houden.
Waarschijnlijk was kasteel Sandenburg oorspronkelijk een woontoren. Dit is een vierkante toren op een omgracht terrein. Deze woontoren werd in de loop der tijd uitgebouwd naar een gebouw met meerdere woonvleugels en een toren die boven de rest uitstak. Dit is te zien op een tekening uit ca. 1665. Er was toen ook een ommuurde en omgrachte voorburcht, door een brug verbonden met de hoofdburcht. Aan het eind van de 18e eeuw is Sandenburg gesloopt, en waarschijnlijk is er toen een geheel nieuw torenachtig landhuis opgetrokken. Dit landhuis werd op zijn beurt tussen 1860 en 1864 in opdracht van Constantijn Theodoor van Lynden naar een ontwerp van de Utrechtse architect S.A. van Lunteren verbouwd. Op de hoeken van de gevels kwamen achthoekige torentjes, en aan de voorkant werd een vleugel van twee bouwlagen toegevoegd. Het geheel werd wit gepleisterd. Door de verbouwing kreeg het kasteel een uiterlijk naar de neo-Tudorstijl, ook wel Willem II-neogotiek genoemd, aangezien Willem II deze stijl in Nederland geintroduceerd had. Aan het kasteel werden een portierswoning, een oranjerie en een koetshuis toegevoegd, en de tuin werd veranderd naar (een rijpere vorm van) landschapsstijl. De gracht werd grotendels gedempt. Sinds deze verbouwing is het huis niet ingrijpend meer veranderd. Er is wel onlangs een restauratie uitgevoerd om het huis in stand te houden.
Afbeeldingen
- Tekening in het Ridderhofstedenboek, ca. 1665, anoniem. HUA, TA 1119-1 (van Ginkel-Meester 1995, 400).- Ets van Sandenburg door J. van Vianen, ca. 1700, in De Riddermatige Huysen en Gezichten in de Provincie van Utrecht, 1698. HUA, TA 1120-9 (van Ginkel-Meester 1995, 401).- Tekening van Sandenburg door L.P. Serrurier naar C. Pronk, ca. 1731.- Tekening van Sandenburg gezien vanuit het zuidoosten, door Jan de Beijer, 1744. GMA, in bruikleen bij HUA, TA 1815-1 (van Ginkel-Meester 1995, 401).- Kaart van Sandenburg, anoniem, ca. 1808. HUA Van Lynden van Sandenburg inv. nr. 267- Tekening van Sandenburg, ca. 1828. I.P. Houtman naar M. Mouret. HUA, TA 124-59 (Van Ginkel-Meester en Kooiman 1990, 98).- Ontwerptekeningen van S.A. van Lunteren, 1860. HUA, familiearchief van Lynden van Sandenburg, 278-3 en 278-5 (van Ginkel-Meester 1995, 402).- Kadastrale minuut, 1828 , Gemeente Langbroek, Utrecht. sectie A, blad 02, nr. 345 (huis) 341-346 (http://watwaswaar.nl/#Xg-TQ-7-ed-1v-1-3Niq-1yMK---3Dx, geraadpleegd op 12-07-2010).- Google Earth foto, 2010, locatie Sandenburg (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
- Tekening in het Ridderhofstedenboek, ca. 1665, anoniem. HUA, TA 1119-1 (van Ginkel-Meester 1995, 400).- Ets van Sandenburg door J. van Vianen, ca. 1700, in De Riddermatige Huysen en Gezichten in de Provincie van Utrecht, 1698. HUA, TA 1120-9 (van Ginkel-Meester 1995, 401).- Tekening van Sandenburg door L.P. Serrurier naar C. Pronk, ca. 1731.- Tekening van Sandenburg gezien vanuit het zuidoosten, door Jan de Beijer, 1744. GMA, in bruikleen bij HUA, TA 1815-1 (van Ginkel-Meester 1995, 401).- Kaart van Sandenburg, anoniem, ca. 1808. HUA Van Lynden van Sandenburg inv. nr. 267- Tekening van Sandenburg, ca. 1828. I.P. Houtman naar M. Mouret. HUA, TA 124-59 (Van Ginkel-Meester en Kooiman 1990, 98).- Ontwerptekeningen van S.A. van Lunteren, 1860. HUA, familiearchief van Lynden van Sandenburg, 278-3 en 278-5 (van Ginkel-Meester 1995, 402).- Kadastrale minuut, 1828 , Gemeente Langbroek, Utrecht. sectie A, blad 02, nr. 345 (huis) 341-346 (http://watwaswaar.nl/#Xg-TQ-7-ed-1v-1-3Niq-1yMK---3Dx, geraadpleegd op 12-07-2010).- Google Earth foto, 2010, locatie Sandenburg (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
Bronnen
HUA, dom, nr. 2368-1, f. 6v (1391 mei 9)
HUA, dom, nr. 2368-1, f. 6v (1391 mei 9)
Literatuur
- Ginkel-Meester, S. van, en Marinus Kooiman, 1990, Langbroek. Geschiedenis en architectuur. Monumenten-inventarisatie provincie Utrecht, Zeist.- Ginkel-Meester, S. van, 1995, "Sandenburg", in: Olde Meierink B., e.a., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 400 - 404.- Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 141-142.- Sandenburg, zoals het was en tot 1956 uitgroeide (27 augustus 1956). Speciale en beperkte uitgave ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van mr. Constant Theodore Emmo graaf van Lynden van Sandenburg en Laure Henriette Labouchère.- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, 26 - 42.
- Ginkel-Meester, S. van, en Marinus Kooiman, 1990, Langbroek. Geschiedenis en architectuur. Monumenten-inventarisatie provincie Utrecht, Zeist.- Ginkel-Meester, S. van, 1995, "Sandenburg", in: Olde Meierink B., e.a., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 400 - 404.- Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 141-142.- Sandenburg, zoals het was en tot 1956 uitgroeide (27 augustus 1956). Speciale en beperkte uitgave ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van mr. Constant Theodore Emmo graaf van Lynden van Sandenburg en Laure Henriette Labouchère.- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, 26 - 42.
Documentatie
B. Olde Meierink, 1993, Cultuurhistorische ontwikkeling in beheersvisie buitenplaats Sandenburg te Langbroek Stichting tot behoud van particuliere historische buitenplaatsen, Elburg (archief PHB, archief RDMZ).
B. Olde Meierink, 1993, Cultuurhistorische ontwikkeling in beheersvisie buitenplaats Sandenburg te Langbroek Stichting tot behoud van particuliere historische buitenplaatsen, Elburg (archief PHB, archief RDMZ).
Bescherming gebouw
Status: (518104)
Monumentnummer: 518104
ODB Beschrijving: 'Het LANDHUIS is opgetrokken op een in hoofdvorm T-vormige plattegrond. De hoofdtoren heeft een vierkant grondplan en telt vier bouwlagen onder een ingesnoerd, achthoekig tentdak. Aan de voorzijde (oost) is dwars op de hoofdtoren een vleugel gezet op rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen onder een plat zinken roevendak, dat aan drie zijden wordt beëindigd met achthoekige torens met torenhelmen. Tegen de achtergevel van het hoofdvolume is op elke hoek een toren geplaatst. De gevels zijn voorzien van cordonlijsten, kantelen, torenachtige elementen en balustrades. De vensters in de voor- en linker zijgevel van het hoofdvolume zijn over het algemeen voorzien van persiennes. De voorgevel van de rechthoekige aanbouw telt boven een kelderverdieping met vensters twee bouwlagen. Het iets terugliggende middendeel bevat de hoofdentree, die bestaat uit een moderne (?) dubbele glasdeur met bovenlicht en zijlichten aan weerszijden. Voor de entree is een hardstenen bordes met vijf treden en basementen met gietijzeren tuinvazen. De tweede bouwlaag van het terugliggende middendeel bevat balkondeuren en vensters ter weerszijden, met lamberkijns. Ervoor is een balkon met een houten balustrade. De geveltop is als getrapte gevel uitgevoerd met een balkonhek en torenachtige pinakels op consoles. In het midden is het alliantiewapen van de familie Van Lynden geplaatst. Ter weerszijden van de entreepartij is de gevel geaccentueerd door torenachtige hoekelementen. De gevels zijn bekroond met een gietijzeren balustrade. In elke bouwlaag zijn twee vensters aangebracht. De hoektorens zijn, in beide bouwlagen, omgaand voorzien van vensters met lamberkijns dan wel als spaarveld uitgevoerd. De linker-, rechterzijgevel en de achtergevel van de hoofdtoren tellen alle drie vensterassen. De linkerzijgevel is uitgevoerd met twee cordonlijsten en bezit boven de vensters wenkbrauwen. Tegen de eerste bouwlaag is een houten aanbouw gezet. Op de hoek van de linkerzijgevel en de achtergevel is een toren geplaatst. Het interieur is oorspronkelijk met eenvoudige schouwen, plafonds met ornamenten en badkamers. De indeling van de beletage is als volgt: Aan de zuidoostzijde bevindt zich in het midden een hal die toegang geeft tot de toren. Aan weerszijden van deze hal is een vertrek gelegen, waarvan de linker met twee torenkamers en de rechter met één torenkamer is uitgevoerd. De plattegrond van de hoofdtoren bestaat uit een drietal vertrekken, die uitkomen op een hal. Aan de zuidzijde is het trappenhuis gelegen met een bordestrap die de bouwlagen met elkaar verbindt. In de vertrekken aan de noordwestzijde en de zuidwestzijde zijn schouwen aangebracht met achttiende eeuwse bloemstillevens boven de haard. De eetkamer heeft een schouw met een spiegel en een grisaille met putti die sterrebeelden symboliseren. De tweede bouwlaag heeft een nagenoeg identieke indeling. In de noordwestelijke kamer is een marmeren schouw met spiegel en erboven een medaillon waarin geschilderd een Japanse voorstelling. De derde bouwlaag is nagenoeg identiek van indeling. In de vierde bouwlaag zijn rond een waterreservoir de bediendenkamers gesitueerd. Op de zolder staat, in een glazen kast, het torenuurwerk. De kelderverdieping herbergt de keuken met aanrecht, kasten en schouw alsmede een aantal kleinere vertrekken. De gang onder de aanbouw is uitgevoerd met kruisgewelven. Onder het terras aan de noordoostzijde van het kasteel liggen twee kelders, die een restant vormen van het in de achttiende eeuw gesloopte kasteel. Waardering Het landhuis is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als gaaf en zeldzaam voorbeeld van een door Tudor stijlmotieven gekenmerkte neo-gotische stijl. Tevens van belang als onderdeel in het oeuvre van architect S.A. van Lunteren. Het landhuis is van cultuurhistorische waarde vanwege de onstaans- en bewoningsgeschiedenis. Van ensemblewaarde in relatie met de overige complexonderdelen'.
Monumentnummer: 5108105
ODB Beschrijving (www.kich.nl): 'KOETSHUIS ten noordoosten van het landhuis gelegen. Het bepleisterde, twee bouwlagen tellende pand is opgetrokken op een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en is gedekt met een afgeplat schilddak. Het pand is rondom voorzien van kanteelbekroningen met accenten op de hoeken. Onder de kantelen is een tandfries aangebracht. De voorgevel (zuid) is symmetrisch van indeling met een middenrisaliet die de inrijdeuren bevat. Deze zijn geplaats onder een Tudorboog en zijn voorzien van een getrapte wenkbrauw. Boven de entree is temidden van twee gepaarde blindnisjes een klein venster aangebracht. Het risaliet wordt op de hoeken beëindigd door torenachtige elementen. De geveldelen ter weerszijden bevatten een venster met keperboogvormig bovenlicht. Met uitzondering van het linkervenster zijn de zijkanten van de vensters bezet met smalle pseudo-schietsleuven. De rechter zijgevel bevat in beide bouwlagen een aantal vensters, waarvan alleen begane gronds de meest linker met een wenkbrauw is uitgevoerd. Op de verdieping steekt hier één venster door de fries. De linker zijgevel heeft rechts een risaliet waarin in de eerste bouwlaag twee vensters onder wenkbrauwen zijn gezet. Het linker deel met vier vensterassen bevat twee keperboogvormige deuropeningen begane gronds alsmede een aantal vensters. De achtergevel springt met geveldeel links waarin twee vensterassen, terug en bevat rechts twee vensters en een deur. Het interieur is door een nieuwe functie geheel gewijzigd en tesamen met de vele moderne dakramen zijn deze onderdelen van ondergeschiukt belang. Waardering Het koetshuis is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een koetshuis in neo-gotiek in Tudorstijl. Het is voorts van belang vanwege de plaats in het oeuvre van de architect S.A. van Lunteren. Tevens is het object van cultuurhistorische en ensemblewaarde vanwege de relatie en de ligging binnen het complex Sandenburg'.
Monumentnummer: 518106
ODB Beschrijving: 'TOEGANGSHEK met BRUG, geplaatst aan de noordwestzijde van het complex. De hekpijlers zijn van hardsteen en voorzien van profileringen, spaarvelden en een afgeronde bovenzijde. Aan de hekpijlers is een dubbel gietijzeren draaihek met spijlen en vleugels bevestigd. Het toegangshek staat aan de zijde van het terrein. De vaste brug met planken brugdek, heeft bakstenen landhoofden met natuurstenen dekstukken op de hoeken. De gietijzeren brugleuningen zijn aan de uiteinden bevestigd aan de hekpijlers; aan de straatzijde zijn deze naar beneden gebogen. Waardering Het toegangshek met de brug is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een eenvoudig ontwerp en het toegepaste materiaalgebruik. Van ensemblewaarde als onderdeel van het complex'.
Monumentnummer: 5108107
ODB Beschrijving: 'ORANJERIE, enigszins verhoogd gelegen in het midden van de buitenplaats, ten noorden van de oprijlaan. De op een rechthoekige plattegrond opgetrokken oranjerie telt één bouwlaag onder een met gesmoorde pannen gedekt zadeldak met de nok evenwijdig aan de oprijlaan. Het pand is boven een grijsgeschilderde plint witbepleisterd. De gevels van het gebouw zijn geleed door een soort halfzuilen met afgeschuinde zijden. Ter plaatse van de risaliet accentueren opzetstukken de beide hoeken. Onder de door kantelen afgesloten gevel is een trigliefenfries met een zaagtandlijst aangebracht. De deuren hebben een tudorboogvormige beëindiging. De voorgevel telt vijf traveeën en heeft in het midden een iets hoger opgetrokken risaliet waarin openslaande deuren met zijlichten. Aan weerszijden bevat de gevel twee paar openslaande deuren. De linker- en rechterzijgevel bevat een openslaande deur met zijlichten. Tegen de achtergevel is een bouwdeel onder schilddak gezet, dat als tuinmanswoning dienst deed. De achtergevel bevat twee schuifvensters. In de oksels zijn lagere aanbouwen gezet, waarvan één onder plat dak en één onder lessenaardak. Dit bouwdeel bevat in een overhoeks geplaatste zijde een vierkant venster. Het interieur van de oranjerie bestaat uit een bakstenen vloer met natuurstenen patronen. Pilasters en consoles dragen een daklijst. De kap is uitgevoerd met polonceauspanten met ronde stangen en gietijzeren knooppunten met rozetten. Waardering De oranjerie is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een oranjerie in Tudor-gotiekstijl en vanwege het ontwerp van architect S.A. van Lunteren. Voorts is het object van belang vanwege de kapconstructie alsmede van ensemblewaarde binnen het complex van Sandenburg'.
Monumentnummer: 5108108
ODB Beschrijving: 'TUINMANSWONING, tevens portierswoning, gelegen aan de zuidoostzijde, rechts van de oprijlaan. Het pand is opgetrokken op een kruisvormige plattegrond en telt één bouwlaag onder elkaar snijdende zadeldaken. De voor- en achtergevel zijn voorzien van een beëindiging in de vorm van kantelen. De zijgevels zijn als tuitgevel uitgevoerd. Alle gevels zijn bepleisterd. De voorgevel (west) telt drie assen en heeft in het midden een risaliet. Hierin is een Tudorboogvormig portiek gezet waarin een voordeur met segmentboogvormig bovenlicht. Aan weerszijden van het portiek komt een lichtspleet voor. Boven het portiek bevat de gevel vier smalle rondboogvensters, op gezamenlijke vensterdorpel. De zijgevels van het risaliet bevatten eveneens een smal rondboogvenster. Aan weerszijden van het risaliet bevindt zich een Tudorboogvormig schuifvenster. Onder de kantelen komt een geprofileerde lijst voor. De rechterzijgevel bevat een Tudorboogvormig schuifvenster met zijlichten. Het venster is voorzien van een wenkbrauw. Erboven zijn twee smalle rondboogvensters voorzien van een wenkbrauw. Tegen de achtergevel is in het midden een risaliet gezet dat boven de gevel uitsteekt en is voorzien van kantelen. Dit geveldeel bevat een Tudorboogvormig schuifvenster en rondboogvenster in de zijgevels. De linkerzijgevel is blind uitgevoerd. Waardering De tuinmanswoning is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een Tuinmanswoning in Tudor-gotiekstijl en vanwege het ontwerp van S.A. van Lunteren. Tevens is de woning van ensemblewaarde binnen het complex'.
Monumentnummer: 5108109
ODB Beschrijving: 'Het aan de Langbroekerdijk gelegen TOEGANGSHEK vormt de hoofdentree tot de buitenplaats Sandenburg. De oprijlaan wordt ontsloten door een houten brug over de Langbroeker Wetering. Het inrijhek bestaat uit twee draaibare smeedijzeren delen tussen stenen bepleisterde hekpijlers. De hekpijlers zijn geleed door een tandfries en spaarvelden en hebben een tentdakvormige beëindiging waarop een moderne lantaarn die van ondergeschikt belang is. Evenwijdig aan het hek is aan elke pijler een gekrulde smeedijzeren vleugel aangebracht. Waardering Het toegangshek is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een ontwerp van S.A. van Lunteren. Tevens is het hek van ensemblewaarde binnen het complex en als entree aan de Langbroekerdijk'.
Monumentnummer: 5108110
ODB Beschrijving: 'De PARKAANLEG van de buitenplaats Sandenburg is omstreeks 1860 aangelegd binnen een oudere structuur. De aanleg is ontworpen in Engelse landschapsstijl door S.A. van Lunteren. De aanleg is deels gevoegd binnen de oudere, zeventiende eeuwse hoofdstructuur. De huidige buitenplaats, die de voormalige ridderhofstad bevatte, is gelegen ten noordoosten van de Langbroekerwetering, binnen een rechthoekig omgracht terrein. Aan het einde van de negentiende eeuw is aan de zuid- en noordoostzijde van het complex een grotendeels ommuurd terrein ingericht ten behoeve van de fruitteelt. Het huidige landhuis ligt in de zuidwesthoek van de buitenplaats. Vanwege de vervolmaking van de landschappelijke aanleg rond het hoofdgebouw is de Langbroekerdijk naar het zuiden verlegd. De ruimte tussen de wetering en de weg is beplant met bomen, met uitzondering van de zuidwestzijde, waar ten behoeve van het landhuis een zichtas is opengelaten. Aan de zuidoostzijde is de hoofdentree van het complex gelegen. Vanaf de brug over de wetering loopt de oprijlaan in een bocht naar links naar het landhuis. Rechts naast de toegang tot het complex staat de portiers- annex tuinmanswoning. De oprijlaan leidt langs de iets verhoogd gelegen oranjerie. Verderop achter een paar boomgroepen licht meer naar achteren het koetshuis. Het grasveld tussen kasteel, tuinmanswoning en orangerie wordt aan de zuidzijde geflankeerd door hoog opgaande bomen, aan de noordzijde door lagere heesterbeplanting, die de gebouwen deels aan het zicht onttrekt, en aan de oostzijde eveneens door hogere bomen. Langs de oprijlaan staat een marmeren tuinbeeld van een vrouwelijk naakt met een dolfijn aan haar voeten. Het terrein direct om het hoofdgebouw wordt aan de zuidwest- en aan de noordwestzijde omgeven door een waterpartij, die aan de noordwestzijde wordt geflankeerd door een aantal rijen bomen langs het water. Aan de noordzijde ligt een weiland. In de vijver bij het landhuis is een eiland gelegen, dat met de oever wordt verbonden door een eenvoudig houten bruggetje. Vanuit de noordoostzijde van het landhuis is een zichtas gecreëerd over een weiland aan de noordzijde, dat omgeven is door bomen. In de zichtas staat een solitaire esdoorn. Direct rond het huis resteert een aantal bijzondere boomsoorten, waaronder naaldbomen en coniferen. Aan het water, tussen een heg aan de zuidwestzijde van het huis staat een zinken beeld van een gevleugelde waternimf op plompenbladeren. Achter het huis staat een theehuisje op zeshoekige plattegrond, aan drie zijden gesloten, met houten stammen en met een rieten dak. Een gebogen pad leidt vanaf het huis langs het koetshuis naar een brug aan de noordzijde van de buitenplaats. Een ommuurd gedeelte binnen het omgrachte terrein, gelegen aan de noordoostzijde, fungeerde als boomgaard en kwekerij. Aan de noordzijde staat de voormalige fruitschuur, die onderdeel uitmaakt van de muur langs de kasteelgracht. De schuur is tot woonhuis verbouwd en is van ondergeschikt belang. Parallel aan de omgrachting aan de noordzijde van het complex loopt een met klinkers bestraatte laan met een beplanting van lindebomen. Aan deze laan ligt aan de noordoostzijde een groot schuur- annex stalgebouw, dat als van ondergeschikt belang wordt aangemerkt. Van hieruit is het voormalige kasteelterrein via twee bruggen toegankelijk. Aan de zuidoostzijde ligt, eveneens buiten het eigenlijke terrein, nog een ommuurde voormalige kwekerij. Hier bevindt aan de zuidzijde van het terrein een in 1996 opgetrokken houten schuur, alsmede een kleine varkensstal, die beiden buiten de bescherming vallen. Waardering De parkaanleg is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde vanwege de aanleg in landschappelijke stijl, ontworpen door S.A. van Lunteren. Tevens is de aanleg van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een aan de buitenplaats verbonden fruitteeltbedrijf van rond 1900. De aanleg is van ensemblewaarde in relatie tot de op het terrein gelegen objecten en de gaaf bewaarde omgeving van de Langbroekerwetering'.
Monumentnummer: 23895
ODB Beschrijving: 'PORTIERSWONING, witgepleisterd gebouwtje met gekanteelde dakranden'.
Status: (518104)
Monumentnummer: 518104
ODB Beschrijving: 'Het LANDHUIS is opgetrokken op een in hoofdvorm T-vormige plattegrond. De hoofdtoren heeft een vierkant grondplan en telt vier bouwlagen onder een ingesnoerd, achthoekig tentdak. Aan de voorzijde (oost) is dwars op de hoofdtoren een vleugel gezet op rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen onder een plat zinken roevendak, dat aan drie zijden wordt beëindigd met achthoekige torens met torenhelmen. Tegen de achtergevel van het hoofdvolume is op elke hoek een toren geplaatst. De gevels zijn voorzien van cordonlijsten, kantelen, torenachtige elementen en balustrades. De vensters in de voor- en linker zijgevel van het hoofdvolume zijn over het algemeen voorzien van persiennes. De voorgevel van de rechthoekige aanbouw telt boven een kelderverdieping met vensters twee bouwlagen. Het iets terugliggende middendeel bevat de hoofdentree, die bestaat uit een moderne (?) dubbele glasdeur met bovenlicht en zijlichten aan weerszijden. Voor de entree is een hardstenen bordes met vijf treden en basementen met gietijzeren tuinvazen. De tweede bouwlaag van het terugliggende middendeel bevat balkondeuren en vensters ter weerszijden, met lamberkijns. Ervoor is een balkon met een houten balustrade. De geveltop is als getrapte gevel uitgevoerd met een balkonhek en torenachtige pinakels op consoles. In het midden is het alliantiewapen van de familie Van Lynden geplaatst. Ter weerszijden van de entreepartij is de gevel geaccentueerd door torenachtige hoekelementen. De gevels zijn bekroond met een gietijzeren balustrade. In elke bouwlaag zijn twee vensters aangebracht. De hoektorens zijn, in beide bouwlagen, omgaand voorzien van vensters met lamberkijns dan wel als spaarveld uitgevoerd. De linker-, rechterzijgevel en de achtergevel van de hoofdtoren tellen alle drie vensterassen. De linkerzijgevel is uitgevoerd met twee cordonlijsten en bezit boven de vensters wenkbrauwen. Tegen de eerste bouwlaag is een houten aanbouw gezet. Op de hoek van de linkerzijgevel en de achtergevel is een toren geplaatst. Het interieur is oorspronkelijk met eenvoudige schouwen, plafonds met ornamenten en badkamers. De indeling van de beletage is als volgt: Aan de zuidoostzijde bevindt zich in het midden een hal die toegang geeft tot de toren. Aan weerszijden van deze hal is een vertrek gelegen, waarvan de linker met twee torenkamers en de rechter met één torenkamer is uitgevoerd. De plattegrond van de hoofdtoren bestaat uit een drietal vertrekken, die uitkomen op een hal. Aan de zuidzijde is het trappenhuis gelegen met een bordestrap die de bouwlagen met elkaar verbindt. In de vertrekken aan de noordwestzijde en de zuidwestzijde zijn schouwen aangebracht met achttiende eeuwse bloemstillevens boven de haard. De eetkamer heeft een schouw met een spiegel en een grisaille met putti die sterrebeelden symboliseren. De tweede bouwlaag heeft een nagenoeg identieke indeling. In de noordwestelijke kamer is een marmeren schouw met spiegel en erboven een medaillon waarin geschilderd een Japanse voorstelling. De derde bouwlaag is nagenoeg identiek van indeling. In de vierde bouwlaag zijn rond een waterreservoir de bediendenkamers gesitueerd. Op de zolder staat, in een glazen kast, het torenuurwerk. De kelderverdieping herbergt de keuken met aanrecht, kasten en schouw alsmede een aantal kleinere vertrekken. De gang onder de aanbouw is uitgevoerd met kruisgewelven. Onder het terras aan de noordoostzijde van het kasteel liggen twee kelders, die een restant vormen van het in de achttiende eeuw gesloopte kasteel. Waardering Het landhuis is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als gaaf en zeldzaam voorbeeld van een door Tudor stijlmotieven gekenmerkte neo-gotische stijl. Tevens van belang als onderdeel in het oeuvre van architect S.A. van Lunteren. Het landhuis is van cultuurhistorische waarde vanwege de onstaans- en bewoningsgeschiedenis. Van ensemblewaarde in relatie met de overige complexonderdelen'.
Monumentnummer: 5108105
ODB Beschrijving (www.kich.nl): 'KOETSHUIS ten noordoosten van het landhuis gelegen. Het bepleisterde, twee bouwlagen tellende pand is opgetrokken op een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en is gedekt met een afgeplat schilddak. Het pand is rondom voorzien van kanteelbekroningen met accenten op de hoeken. Onder de kantelen is een tandfries aangebracht. De voorgevel (zuid) is symmetrisch van indeling met een middenrisaliet die de inrijdeuren bevat. Deze zijn geplaats onder een Tudorboog en zijn voorzien van een getrapte wenkbrauw. Boven de entree is temidden van twee gepaarde blindnisjes een klein venster aangebracht. Het risaliet wordt op de hoeken beëindigd door torenachtige elementen. De geveldelen ter weerszijden bevatten een venster met keperboogvormig bovenlicht. Met uitzondering van het linkervenster zijn de zijkanten van de vensters bezet met smalle pseudo-schietsleuven. De rechter zijgevel bevat in beide bouwlagen een aantal vensters, waarvan alleen begane gronds de meest linker met een wenkbrauw is uitgevoerd. Op de verdieping steekt hier één venster door de fries. De linker zijgevel heeft rechts een risaliet waarin in de eerste bouwlaag twee vensters onder wenkbrauwen zijn gezet. Het linker deel met vier vensterassen bevat twee keperboogvormige deuropeningen begane gronds alsmede een aantal vensters. De achtergevel springt met geveldeel links waarin twee vensterassen, terug en bevat rechts twee vensters en een deur. Het interieur is door een nieuwe functie geheel gewijzigd en tesamen met de vele moderne dakramen zijn deze onderdelen van ondergeschiukt belang. Waardering Het koetshuis is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een koetshuis in neo-gotiek in Tudorstijl. Het is voorts van belang vanwege de plaats in het oeuvre van de architect S.A. van Lunteren. Tevens is het object van cultuurhistorische en ensemblewaarde vanwege de relatie en de ligging binnen het complex Sandenburg'.
Monumentnummer: 518106
ODB Beschrijving: 'TOEGANGSHEK met BRUG, geplaatst aan de noordwestzijde van het complex. De hekpijlers zijn van hardsteen en voorzien van profileringen, spaarvelden en een afgeronde bovenzijde. Aan de hekpijlers is een dubbel gietijzeren draaihek met spijlen en vleugels bevestigd. Het toegangshek staat aan de zijde van het terrein. De vaste brug met planken brugdek, heeft bakstenen landhoofden met natuurstenen dekstukken op de hoeken. De gietijzeren brugleuningen zijn aan de uiteinden bevestigd aan de hekpijlers; aan de straatzijde zijn deze naar beneden gebogen. Waardering Het toegangshek met de brug is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een eenvoudig ontwerp en het toegepaste materiaalgebruik. Van ensemblewaarde als onderdeel van het complex'.
Monumentnummer: 5108107
ODB Beschrijving: 'ORANJERIE, enigszins verhoogd gelegen in het midden van de buitenplaats, ten noorden van de oprijlaan. De op een rechthoekige plattegrond opgetrokken oranjerie telt één bouwlaag onder een met gesmoorde pannen gedekt zadeldak met de nok evenwijdig aan de oprijlaan. Het pand is boven een grijsgeschilderde plint witbepleisterd. De gevels van het gebouw zijn geleed door een soort halfzuilen met afgeschuinde zijden. Ter plaatse van de risaliet accentueren opzetstukken de beide hoeken. Onder de door kantelen afgesloten gevel is een trigliefenfries met een zaagtandlijst aangebracht. De deuren hebben een tudorboogvormige beëindiging. De voorgevel telt vijf traveeën en heeft in het midden een iets hoger opgetrokken risaliet waarin openslaande deuren met zijlichten. Aan weerszijden bevat de gevel twee paar openslaande deuren. De linker- en rechterzijgevel bevat een openslaande deur met zijlichten. Tegen de achtergevel is een bouwdeel onder schilddak gezet, dat als tuinmanswoning dienst deed. De achtergevel bevat twee schuifvensters. In de oksels zijn lagere aanbouwen gezet, waarvan één onder plat dak en één onder lessenaardak. Dit bouwdeel bevat in een overhoeks geplaatste zijde een vierkant venster. Het interieur van de oranjerie bestaat uit een bakstenen vloer met natuurstenen patronen. Pilasters en consoles dragen een daklijst. De kap is uitgevoerd met polonceauspanten met ronde stangen en gietijzeren knooppunten met rozetten. Waardering De oranjerie is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een oranjerie in Tudor-gotiekstijl en vanwege het ontwerp van architect S.A. van Lunteren. Voorts is het object van belang vanwege de kapconstructie alsmede van ensemblewaarde binnen het complex van Sandenburg'.
Monumentnummer: 5108108
ODB Beschrijving: 'TUINMANSWONING, tevens portierswoning, gelegen aan de zuidoostzijde, rechts van de oprijlaan. Het pand is opgetrokken op een kruisvormige plattegrond en telt één bouwlaag onder elkaar snijdende zadeldaken. De voor- en achtergevel zijn voorzien van een beëindiging in de vorm van kantelen. De zijgevels zijn als tuitgevel uitgevoerd. Alle gevels zijn bepleisterd. De voorgevel (west) telt drie assen en heeft in het midden een risaliet. Hierin is een Tudorboogvormig portiek gezet waarin een voordeur met segmentboogvormig bovenlicht. Aan weerszijden van het portiek komt een lichtspleet voor. Boven het portiek bevat de gevel vier smalle rondboogvensters, op gezamenlijke vensterdorpel. De zijgevels van het risaliet bevatten eveneens een smal rondboogvenster. Aan weerszijden van het risaliet bevindt zich een Tudorboogvormig schuifvenster. Onder de kantelen komt een geprofileerde lijst voor. De rechterzijgevel bevat een Tudorboogvormig schuifvenster met zijlichten. Het venster is voorzien van een wenkbrauw. Erboven zijn twee smalle rondboogvensters voorzien van een wenkbrauw. Tegen de achtergevel is in het midden een risaliet gezet dat boven de gevel uitsteekt en is voorzien van kantelen. Dit geveldeel bevat een Tudorboogvormig schuifvenster en rondboogvenster in de zijgevels. De linkerzijgevel is blind uitgevoerd. Waardering De tuinmanswoning is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een Tuinmanswoning in Tudor-gotiekstijl en vanwege het ontwerp van S.A. van Lunteren. Tevens is de woning van ensemblewaarde binnen het complex'.
Monumentnummer: 5108109
ODB Beschrijving: 'Het aan de Langbroekerdijk gelegen TOEGANGSHEK vormt de hoofdentree tot de buitenplaats Sandenburg. De oprijlaan wordt ontsloten door een houten brug over de Langbroeker Wetering. Het inrijhek bestaat uit twee draaibare smeedijzeren delen tussen stenen bepleisterde hekpijlers. De hekpijlers zijn geleed door een tandfries en spaarvelden en hebben een tentdakvormige beëindiging waarop een moderne lantaarn die van ondergeschikt belang is. Evenwijdig aan het hek is aan elke pijler een gekrulde smeedijzeren vleugel aangebracht. Waardering Het toegangshek is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een ontwerp van S.A. van Lunteren. Tevens is het hek van ensemblewaarde binnen het complex en als entree aan de Langbroekerdijk'.
Monumentnummer: 5108110
ODB Beschrijving: 'De PARKAANLEG van de buitenplaats Sandenburg is omstreeks 1860 aangelegd binnen een oudere structuur. De aanleg is ontworpen in Engelse landschapsstijl door S.A. van Lunteren. De aanleg is deels gevoegd binnen de oudere, zeventiende eeuwse hoofdstructuur. De huidige buitenplaats, die de voormalige ridderhofstad bevatte, is gelegen ten noordoosten van de Langbroekerwetering, binnen een rechthoekig omgracht terrein. Aan het einde van de negentiende eeuw is aan de zuid- en noordoostzijde van het complex een grotendeels ommuurd terrein ingericht ten behoeve van de fruitteelt. Het huidige landhuis ligt in de zuidwesthoek van de buitenplaats. Vanwege de vervolmaking van de landschappelijke aanleg rond het hoofdgebouw is de Langbroekerdijk naar het zuiden verlegd. De ruimte tussen de wetering en de weg is beplant met bomen, met uitzondering van de zuidwestzijde, waar ten behoeve van het landhuis een zichtas is opengelaten. Aan de zuidoostzijde is de hoofdentree van het complex gelegen. Vanaf de brug over de wetering loopt de oprijlaan in een bocht naar links naar het landhuis. Rechts naast de toegang tot het complex staat de portiers- annex tuinmanswoning. De oprijlaan leidt langs de iets verhoogd gelegen oranjerie. Verderop achter een paar boomgroepen licht meer naar achteren het koetshuis. Het grasveld tussen kasteel, tuinmanswoning en orangerie wordt aan de zuidzijde geflankeerd door hoog opgaande bomen, aan de noordzijde door lagere heesterbeplanting, die de gebouwen deels aan het zicht onttrekt, en aan de oostzijde eveneens door hogere bomen. Langs de oprijlaan staat een marmeren tuinbeeld van een vrouwelijk naakt met een dolfijn aan haar voeten. Het terrein direct om het hoofdgebouw wordt aan de zuidwest- en aan de noordwestzijde omgeven door een waterpartij, die aan de noordwestzijde wordt geflankeerd door een aantal rijen bomen langs het water. Aan de noordzijde ligt een weiland. In de vijver bij het landhuis is een eiland gelegen, dat met de oever wordt verbonden door een eenvoudig houten bruggetje. Vanuit de noordoostzijde van het landhuis is een zichtas gecreëerd over een weiland aan de noordzijde, dat omgeven is door bomen. In de zichtas staat een solitaire esdoorn. Direct rond het huis resteert een aantal bijzondere boomsoorten, waaronder naaldbomen en coniferen. Aan het water, tussen een heg aan de zuidwestzijde van het huis staat een zinken beeld van een gevleugelde waternimf op plompenbladeren. Achter het huis staat een theehuisje op zeshoekige plattegrond, aan drie zijden gesloten, met houten stammen en met een rieten dak. Een gebogen pad leidt vanaf het huis langs het koetshuis naar een brug aan de noordzijde van de buitenplaats. Een ommuurd gedeelte binnen het omgrachte terrein, gelegen aan de noordoostzijde, fungeerde als boomgaard en kwekerij. Aan de noordzijde staat de voormalige fruitschuur, die onderdeel uitmaakt van de muur langs de kasteelgracht. De schuur is tot woonhuis verbouwd en is van ondergeschikt belang. Parallel aan de omgrachting aan de noordzijde van het complex loopt een met klinkers bestraatte laan met een beplanting van lindebomen. Aan deze laan ligt aan de noordoostzijde een groot schuur- annex stalgebouw, dat als van ondergeschikt belang wordt aangemerkt. Van hieruit is het voormalige kasteelterrein via twee bruggen toegankelijk. Aan de zuidoostzijde ligt, eveneens buiten het eigenlijke terrein, nog een ommuurde voormalige kwekerij. Hier bevindt aan de zuidzijde van het terrein een in 1996 opgetrokken houten schuur, alsmede een kleine varkensstal, die beiden buiten de bescherming vallen. Waardering De parkaanleg is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde vanwege de aanleg in landschappelijke stijl, ontworpen door S.A. van Lunteren. Tevens is de aanleg van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een aan de buitenplaats verbonden fruitteeltbedrijf van rond 1900. De aanleg is van ensemblewaarde in relatie tot de op het terrein gelegen objecten en de gaaf bewaarde omgeving van de Langbroekerwetering'.
Monumentnummer: 23895
ODB Beschrijving: 'PORTIERSWONING, witgepleisterd gebouwtje met gekanteelde dakranden'.
Bescherming terrein
Status: (45648)
Status: (45648)
Bestemming
Bestemmingsplan: N (Geen bestemmingsplan aanwezig, wel andere ruimtelijke plannen voor deze locatie (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl. Geraadpleegd WL 15-8-2011).)
Bestemming: (Geen bestemmingsplan voorhanden.)
Bestemmingsplan: N (Geen bestemmingsplan aanwezig, wel andere ruimtelijke plannen voor deze locatie (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl. Geraadpleegd WL 15-8-2011).)
Bestemming: (Geen bestemmingsplan voorhanden.)
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: mei 1999
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: mei 1999
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
N.v.t.
N.v.t.
Geomorfologische codering
3K14, Dekzandrug (+/- oud bouwlanddek).
3K14, Dekzandrug (+/- oud bouwlanddek).
Bodemkundige codering
Rn44Cv-III, Kalkloze polderbaaggronden; zware klei, profielverloop 4.
Rn44Cv-III, Kalkloze polderbaaggronden; zware klei, profielverloop 4.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.