Natewisch
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Natewisch
Natewisch
Locatie
Adres: Lekdijk 21
Amerongen
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Provincie Utrecht
Natewisch lag ongeveer halverwege tussen de kastelen Duurstede en Amerongen, binnendijks aan de Rijn.
Adres: Lekdijk 21
Amerongen
Gemeente Utrechtse Heuvelrug
Provincie Utrecht
Natewisch lag ongeveer halverwege tussen de kastelen Duurstede en Amerongen, binnendijks aan de Rijn.
Typologie
Op de vroegste afbeelding van Natewisch, een tekening van Roelant Roghman uit 1646/47, is een woontoren op een omgracht terrein te zien.
Op de vroegste afbeelding van Natewisch, een tekening van Roelant Roghman uit 1646/47, is een woontoren op een omgracht terrein te zien.
Etymologie
Over de etymologie van de naam Natewisch zijn verschillende meningen. Er zijn twee plausibele verklaringen. Mogelijk komt Natewisch van `Nabij Wijk', dus nabij Wijk bij Duurstede. De andere mogelijkheid is dat Natewisch betrekking heeft op de natte weiden in de omgeving.
Over de etymologie van de naam Natewisch zijn verschillende meningen. Er zijn twee plausibele verklaringen. Mogelijk komt Natewisch van `Nabij Wijk', dus nabij Wijk bij Duurstede. De andere mogelijkheid is dat Natewisch betrekking heeft op de natte weiden in de omgeving.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 08-08-2011
Natewisch is een middeleeuwse woontoren met kruisramen op een omgracht terrein. Op het terrein staan ook een boerderij en een jachthuis.
Laatst bijgewerkt: 08-08-2011
Natewisch is een middeleeuwse woontoren met kruisramen op een omgracht terrein. Op het terrein staan ook een boerderij en een jachthuis.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De middeleeuwse woontoren is nog intact.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
De middeleeuwse woontoren is nog intact.
Afmetingen
De hoofdburcht meet 9 x 9 meter.
De hoofdburcht meet 9 x 9 meter.
Fysisch-geografische situering
Het kasteel ligt binnendijks van de Neder-Rijn. De aanleg van de dijk van de Neder-Rijn in 1150 en de ophoging in 1234 maakte de ontginning van de laagveenmoerassen mogelijk. Bodemonderzoek moet vaststellen of de fundering met houten balken en puin op klei gebouwd is of op minder slappe oeverwal- en overslagafzettingen. Het is ook mogelijk dat de toren gefundeerd is op grove zanden en grind, rivierafzettingen uit de laatste ijstijd. Deze liggen plaatselijk, gemiddeld op 4,5 bmeter diepte of meer. Oeverwal- en overslagafzettingen bestaan uit een zand en siltlaag van decimeters tot meters dik. De grond bestaat verder uit rivierklei (Coppelmans 2005, nr. 60).
Het kasteel ligt binnendijks van de Neder-Rijn. De aanleg van de dijk van de Neder-Rijn in 1150 en de ophoging in 1234 maakte de ontginning van de laagveenmoerassen mogelijk. Bodemonderzoek moet vaststellen of de fundering met houten balken en puin op klei gebouwd is of op minder slappe oeverwal- en overslagafzettingen. Het is ook mogelijk dat de toren gefundeerd is op grove zanden en grind, rivierafzettingen uit de laatste ijstijd. Deze liggen plaatselijk, gemiddeld op 4,5 bmeter diepte of meer. Oeverwal- en overslagafzettingen bestaan uit een zand en siltlaag van decimeters tot meters dik. De grond bestaat verder uit rivierklei (Coppelmans 2005, nr. 60).
Oudste vermelding
Datum: 1270
Bron: lijst van leenmannen van de graaf van Gelre op Utrechts territorium (Sloet en Van Veen, Uitheemsche leenen, no. 725)
"'Item Giselbertus de Zulen, contulit Zulenbruch, cum omni attinencia infra ultimum fossatum, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes'."
De eerste vermelding van Natewisch staat in een lijst van leenmannen van de graaf van Gelre op Utrechts grondgebied. Daar wordt gezegd: 'Item Giselbertus de Zulen, contulit Zulenbruch, cum omni attinencia infra ultimum fossatum, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes.' (Hetzelfde met betrekking tot Giselbertus van Zulen, hij droeg Zulenbruch op met alle erbij horende zaken binnen de buitenste gracht, en twee hoeven lands met zijn huis [=Zulenbruch], liggend tussen zijn huis en de Rijn.) (Sloet en Van Veen, Uitheemsche leenen, no. 725). Gezien de situering en de historische context gaat het hier waarschijnlijk om Natewisch of een voorganger daarvan. De naam Natewisch komt in 1403 voor het eerst voor, als Jan van Zuylen door de hertog van Gelre wordt beleend met 'dat huys te Natewisch met vier mergen lants tot den dyck weerdt, tot eenen Zutphenschen rechte met eenen witten becker te verhergewaden'. (Sloet en Van Veen, deel V, p. 6)
Datum: 1270
Bron: lijst van leenmannen van de graaf van Gelre op Utrechts territorium (Sloet en Van Veen, Uitheemsche leenen, no. 725)
"'Item Giselbertus de Zulen, contulit Zulenbruch, cum omni attinencia infra ultimum fossatum, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes'."
De eerste vermelding van Natewisch staat in een lijst van leenmannen van de graaf van Gelre op Utrechts grondgebied. Daar wordt gezegd: 'Item Giselbertus de Zulen, contulit Zulenbruch, cum omni attinencia infra ultimum fossatum, et duos mansos cum domo sua et de domo sua versus Renum tendentes.' (Hetzelfde met betrekking tot Giselbertus van Zulen, hij droeg Zulenbruch op met alle erbij horende zaken binnen de buitenste gracht, en twee hoeven lands met zijn huis [=Zulenbruch], liggend tussen zijn huis en de Rijn.) (Sloet en Van Veen, Uitheemsche leenen, no. 725). Gezien de situering en de historische context gaat het hier waarschijnlijk om Natewisch of een voorganger daarvan. De naam Natewisch komt in 1403 voor het eerst voor, als Jan van Zuylen door de hertog van Gelre wordt beleend met 'dat huys te Natewisch met vier mergen lants tot den dyck weerdt, tot eenen Zutphenschen rechte met eenen witten becker te verhergewaden'. (Sloet en Van Veen, deel V, p. 6)
Bezitsgeschiedenis
Mogelijk heeft Natewisch al voor de dertiende eeuw gefunctioneerd als een uithof van de curtis Wijk, die toebehoorde aan de Benedictijner abdij te Deutz. Of er toen als een versterkt huis aanwezig was, is niet bekend. De eerste ons bekende bezitter van kasteel Natewisch was Gijsbert I van Zuylen. Zijn naam werd vermeld in een lijst bij leenmannen van de graaf van Gelre uit 1270, en daarin werd hij beleend met een huis dat gezien de ligging en historische context waarschijnlijk Natewisch is geweest. De eerste keer dat de naam Natewisch expliciet genoemd werd, was in 1403. Johan (of Jan) I van Zuylen werd toen de de hertog van Gelre met Natewisch beleend. De familie Van Zuylen van Natewisch, zoals ze zich gingen noemen, bleef tot 1690 eigenaar van Natewisch. Daarbij werd het in 1536 als ridderhofstad erkend. In 1671 huwde erfdochter Emerentia van Zuylen van Natewisch met Joost Taets van Amerongen, en na haar overlijden in 1690 vererfde Natewisch op haar zoons. Drie van hen sneuvelden op jonge leeftijd in de legers van koning-stadhouder Willem III, waarna het huis in 1704 geerfd werd door haar vierde zoon, Gerard Godart Taets van Amerongen. Hij heeft Natewisch ingrijpend verbouwd. Sindsdien is het huis steeds binnen deze familie vererfd, totdat het in 1961 ondergebracht is in de Taets van Amerongen-Van Natewisch Stichting.
Mogelijk heeft Natewisch al voor de dertiende eeuw gefunctioneerd als een uithof van de curtis Wijk, die toebehoorde aan de Benedictijner abdij te Deutz. Of er toen als een versterkt huis aanwezig was, is niet bekend. De eerste ons bekende bezitter van kasteel Natewisch was Gijsbert I van Zuylen. Zijn naam werd vermeld in een lijst bij leenmannen van de graaf van Gelre uit 1270, en daarin werd hij beleend met een huis dat gezien de ligging en historische context waarschijnlijk Natewisch is geweest. De eerste keer dat de naam Natewisch expliciet genoemd werd, was in 1403. Johan (of Jan) I van Zuylen werd toen de de hertog van Gelre met Natewisch beleend. De familie Van Zuylen van Natewisch, zoals ze zich gingen noemen, bleef tot 1690 eigenaar van Natewisch. Daarbij werd het in 1536 als ridderhofstad erkend. In 1671 huwde erfdochter Emerentia van Zuylen van Natewisch met Joost Taets van Amerongen, en na haar overlijden in 1690 vererfde Natewisch op haar zoons. Drie van hen sneuvelden op jonge leeftijd in de legers van koning-stadhouder Willem III, waarna het huis in 1704 geerfd werd door haar vierde zoon, Gerard Godart Taets van Amerongen. Hij heeft Natewisch ingrijpend verbouwd. Sindsdien is het huis steeds binnen deze familie vererfd, totdat het in 1961 ondergebracht is in de Taets van Amerongen-Van Natewisch Stichting.
Historische betekenis
Natewisch was een ridderhofstad.
Natewisch was een ridderhofstad.
Bouwgeschiedenis
Het is niet bekend wie kasteel Natewisch gebouwd heeft. Vermoedelijk werd het gebouwd vlak voor 1270. Natewisch was in zijn oudste vorm een woontoren op een omgracht terrein. Dit is te zien op een tekening van L.P. Serrurier uit 1732 naar Roelant Roghman. Op de tekening is ook een extra gebouwencomplex ten noorden van de toren te zien, dat op basis van de trapgevels in de 16de eeuw gedateerd kan worden. Ook was er een poortgebouw op een gemetstelde stenen brug over de gracht. De woontoren had drie verdiepingen onder een leistenen schilddak. Aan de noordzijde was een aanbouw van ca. 4 meter hoog, die vermoedelijk diende als portiek of trappenhuis. Tussen 1721 en 1730 heeft Gerard Godart Taets van Amerongen Natewisch ingrijpend verbouwd. Zoals te zien is op een tekening van Jan de Beijer uit 1744, had de toren aan de noordzijde nu een volledige traptoren. Bovendien was er een drieledige woonvleugel aangebouwd. In de 19de eeuw is Natewisch eerst wit en vervolgens geel gepleisterd naar de mode van die tijd. Tussen 1871 en 1873 zijn alle 18de en 19de-eeuwse delen van Natewisch weer gesloop. Alleen de toren bleef staan. Deze is in 1937-38 grondig gerestaureerd en is nog steeds intact. Deze toren is 14,74 m hoog en heeft een muurdikte van 1,3 m.
Het is niet bekend wie kasteel Natewisch gebouwd heeft. Vermoedelijk werd het gebouwd vlak voor 1270. Natewisch was in zijn oudste vorm een woontoren op een omgracht terrein. Dit is te zien op een tekening van L.P. Serrurier uit 1732 naar Roelant Roghman. Op de tekening is ook een extra gebouwencomplex ten noorden van de toren te zien, dat op basis van de trapgevels in de 16de eeuw gedateerd kan worden. Ook was er een poortgebouw op een gemetstelde stenen brug over de gracht. De woontoren had drie verdiepingen onder een leistenen schilddak. Aan de noordzijde was een aanbouw van ca. 4 meter hoog, die vermoedelijk diende als portiek of trappenhuis. Tussen 1721 en 1730 heeft Gerard Godart Taets van Amerongen Natewisch ingrijpend verbouwd. Zoals te zien is op een tekening van Jan de Beijer uit 1744, had de toren aan de noordzijde nu een volledige traptoren. Bovendien was er een drieledige woonvleugel aangebouwd. In de 19de eeuw is Natewisch eerst wit en vervolgens geel gepleisterd naar de mode van die tijd. Tussen 1871 en 1873 zijn alle 18de en 19de-eeuwse delen van Natewisch weer gesloop. Alleen de toren bleef staan. Deze is in 1937-38 grondig gerestaureerd en is nog steeds intact. Deze toren is 14,74 m hoog en heeft een muurdikte van 1,3 m.
Afbeeldingen
- Tekening van Natewisch van L.P. Serrurier naar Roelant Roghman, 1732. HUA, TA 1640 (Taets van Amerongen 1995, 330).- Tekening van Natewisch door Jan de Beijer, 1744. KHA, MCS/762 (Taets van Amerongen 1995, 331).- Tekening van Natewisch, anoniem, 19e eeuw. Collectie familie Taets van Amerongen van Natewisch (Taets van Amerongen 1995, 332).- Litho door J.D. Steuerwald in P.J. Lutgers, Gezigten in de omstreken van Utrecht 1869. HUA, TA 127-68 (Taets van Amerongen 1995, 335).- Plattegronden en doorsnede van de woontoren van Natewisch met uitgebouwde traptoren. Tekeningen door R.G. Bosch van Drakestein naar eigen opmetingen, 1995 (Taets van Amerongen 1995, 334).- Kadastrale minuut, 1818, gemeente Amerongen, Utrechtm, sectie F, blad 1, nr. 33 (http://watwaswaar.nl/#XY-SO-6-ed-1v-1-3R2m-1vaC---1TV, geraadpleegd op 07-07-2010). - Google Earth foto, 2010, locatie Natewisch (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
- Tekening van Natewisch van L.P. Serrurier naar Roelant Roghman, 1732. HUA, TA 1640 (Taets van Amerongen 1995, 330).- Tekening van Natewisch door Jan de Beijer, 1744. KHA, MCS/762 (Taets van Amerongen 1995, 331).- Tekening van Natewisch, anoniem, 19e eeuw. Collectie familie Taets van Amerongen van Natewisch (Taets van Amerongen 1995, 332).- Litho door J.D. Steuerwald in P.J. Lutgers, Gezigten in de omstreken van Utrecht 1869. HUA, TA 127-68 (Taets van Amerongen 1995, 335).- Plattegronden en doorsnede van de woontoren van Natewisch met uitgebouwde traptoren. Tekeningen door R.G. Bosch van Drakestein naar eigen opmetingen, 1995 (Taets van Amerongen 1995, 334).- Kadastrale minuut, 1818, gemeente Amerongen, Utrechtm, sectie F, blad 1, nr. 33 (http://watwaswaar.nl/#XY-SO-6-ed-1v-1-3R2m-1vaC---1TV, geraadpleegd op 07-07-2010). - Google Earth foto, 2010, locatie Natewisch (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
Bronnen
- Sloet, J.J.S., en J.S. van Veen, Register op leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, Leenen buiten Gelderland (Uitheemsche leenen).
- Sloet, J.J.S., en J.S. van Veen, Register op leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, Leenen buiten Gelderland (Uitheemsche leenen).
Literatuur
- Ebbenhorst Tengbergen, E.J. van, 1958, `Nederlandse Kastelen en Landhuizen XXXVIII: De toren van Natewisch bij Amerongen', Cobouw (27 juni 1958).- Ebbenhorst Tengbergen, E.J. van, 1964, `Langs de wetering' XLV en XLVI', Cobouw (11 juni 1964).- Iterson, W. van, 1962, `De tinsheerslijkheid Natewisch onder Amerongen', in: Jaarboekje van "Oud-Utrecht" 1962. - Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 63.- Taets van Amerongen, J., 1995, 'Natewisch', in: Olde Meierink B., e.a., 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 330-335.- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, I, 260-277.
- Ebbenhorst Tengbergen, E.J. van, 1958, `Nederlandse Kastelen en Landhuizen XXXVIII: De toren van Natewisch bij Amerongen', Cobouw (27 juni 1958).- Ebbenhorst Tengbergen, E.J. van, 1964, `Langs de wetering' XLV en XLVI', Cobouw (11 juni 1964).- Iterson, W. van, 1962, `De tinsheerslijkheid Natewisch onder Amerongen', in: Jaarboekje van "Oud-Utrecht" 1962. - Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1996, Monumenten in Nederland. Utrecht, Zeist/Zwolle, 63.- Taets van Amerongen, J., 1995, 'Natewisch', in: Olde Meierink B., e.a., 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 330-335.- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909-1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, I, 260-277.
Documentatie
N.v.t.
N.v.t.
Coördinaten
Coordinaten: 51°58'44.47''N, 5°23'28.68''O
Kaartblad: 39B , x: 155.281, y: 443.401, precisie 3
Coordinaten: 51°58'44.47''N, 5°23'28.68''O
Kaartblad: 39B , x: 155.281, y: 443.401, precisie 3
Bescherming gebouw
Status: (7761)
Monumentnummer: 7761
ODB Beschrijving (monumentenregister): 'Toren Natewisch. Alleenstaande middeleeuwse toren met latere kruiskozijnen'.
Monumentnummer: 45457
ODB Beschrijving (monumentenregister): 'Terrein waarin overblijfselen van het versterkte huis Natewisch. Datering: 13e eeuw. a. het perceel met de kadastrale aanduiding 'Amerongen - sektie F-540' wordt afgevoerd van het register van beschermde archeologische monumenten voor de gemeente Amerongen; c. het perceel met de kadastrale aanduiding 'Amerongen - sektie F-546' gedeeltelijk met bescherming belast blijft, zijnde het gedeelte dat door middel van arcering is aangegeven op de aan ommezijde weergegeven situatietekening (er dient echter rekening mee te worden gehouden dat dit perceel belast is met bouwkundige bescherming).'
Status: (7761)
Monumentnummer: 7761
ODB Beschrijving (monumentenregister): 'Toren Natewisch. Alleenstaande middeleeuwse toren met latere kruiskozijnen'.
Monumentnummer: 45457
ODB Beschrijving (monumentenregister): 'Terrein waarin overblijfselen van het versterkte huis Natewisch. Datering: 13e eeuw. a. het perceel met de kadastrale aanduiding 'Amerongen - sektie F-540' wordt afgevoerd van het register van beschermde archeologische monumenten voor de gemeente Amerongen; c. het perceel met de kadastrale aanduiding 'Amerongen - sektie F-546' gedeeltelijk met bescherming belast blijft, zijnde het gedeelte dat door middel van arcering is aangegeven op de aan ommezijde weergegeven situatietekening (er dient echter rekening mee te worden gehouden dat dit perceel belast is met bouwkundige bescherming).'
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: mei 1999.
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: mei 1999.
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
Boringen in 2004 in het kader van het project Actualisering Monumentenregister.
Boringen in 2004 in het kader van het project Actualisering Monumentenregister.
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
1M23, Rivierkomvlakte.
1M23, Rivierkomvlakte.
Bodemkundige codering
bRn46C-VI, Kalkloze poldervaaggronden (bruine komgrond); zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4, of 4.
bRn46C-VI, Kalkloze poldervaaggronden (bruine komgrond); zware klei, profielverloop 3, of 3 en 4, of 4.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.