Meer, Ter / Huis te Maarssen / Zuilenburg
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Meer, Ter / Huis te Maarssen / Zuilenburg
Meer, Ter / Huis te Maarssen / Zuilenburg
Locatie
Adres: Ter hoogte van de Julianaweg 23
Maarssen
Gemeente Maarssen
Provincie Utrecht
Ter Meer was gelegen ten oosten van de Julianaweg te Maarssen.
Adres: Ter hoogte van de Julianaweg 23
Maarssen
Gemeente Maarssen
Provincie Utrecht
Ter Meer was gelegen ten oosten van de Julianaweg te Maarssen.
Typologie
Ter Meer was een vierkant kasteel, maar het is onduidelijk of het kasteel ook in eerste aanleg als een vierkant kasteel is geconcipieerd.
Ter Meer was een vierkant kasteel, maar het is onduidelijk of het kasteel ook in eerste aanleg als een vierkant kasteel is geconcipieerd.
Etymologie
Ter Meer is genoemd naar de oudste bekende familie die het kasteel bezat, de familie Van der Meer.
Ter Meer is genoemd naar de oudste bekende familie die het kasteel bezat, de familie Van der Meer.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 23-7-2009
Huis Ter Meer is gesloopt, en er is thans niets meer zichtbaar van het huis.
Laatst bijgewerkt: 23-7-2009
Huis Ter Meer is gesloopt, en er is thans niets meer zichtbaar van het huis.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het huis Ter Meer is in 1903 gesloopt. Op de plaats van het huis werden herenhuizen gebouwd.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het huis Ter Meer is in 1903 gesloopt. Op de plaats van het huis werden herenhuizen gebouwd.
Afmetingen
De afmetingen zijn onbekend.
De afmetingen zijn onbekend.
Fysisch-geografische situering
Het kasteel stond in het dorp Maarssen op de oever van de huidige Vecht. Het kasteel lag in de binnenkant van de bocht, die de rivier maakt in het centrum van het dorp. Het was gebouwd op bodemkundig recent oeverwalmateriaal van fijn zand op geulafzettingen van grover zand van de Oude Vecht (Coppelmans 2005, nr. 54).
Het kasteel stond in het dorp Maarssen op de oever van de huidige Vecht. Het kasteel lag in de binnenkant van de bocht, die de rivier maakt in het centrum van het dorp. Het was gebouwd op bodemkundig recent oeverwalmateriaal van fijn zand op geulafzettingen van grover zand van de Oude Vecht (Coppelmans 2005, nr. 54).
Oudste vermelding
Datum: 9-2-1455
Bron: Maris 1956, 219-220.
In 1455 wordt Joest van der Meer genoemd als eigenaar van 'dat huys tot Meer'.
Datum: 9-2-1455
Bron: Maris 1956, 219-220.
In 1455 wordt Joest van der Meer genoemd als eigenaar van 'dat huys tot Meer'.
Bezitsgeschiedenis
Ter Meer was een leen van de bisschop van Utrecht. In 1394 werd de oudste ons bekende bezitter van het goed Ter Meer genoemd. Dit was Frederik van der Meer. In 1455 wordt er dan voor het eerst gesproken over 'dat huys tot Meer'. Frederiks kleinzoon, Jan van der Meer, droeg dit kasteel in dit jaar over aan Jacob van Amerongen. Zijn nakomelingen bezaten Ter Meer tot 1525. Maria van Amerongen droeg Ter Meer toen over aan Steven van Zuylen van Nyevelt als de landcommandeur van de Duitsche Orde te Utrecht. Hij wijzigde de naam van Ter Meer in Zuylenburg, ter meerdere eer van zijn geslacht. Zijn opvolgers woonden ook op het kasteel. In 1546 werd Zuylenburg verkocht aan Anthonij van Meerten van Esschenstein. Zijn nakomelingen, van verschillende takken van de familie, bleven in bezit van Zuylenburg tot 1671. Adam van Lockhorst werd toen beleend met Zuylenburg in opdracht van Jan van Gent. Na 1710 werd Zuylenburg weer Ter Meer genoemd. De familie Van Lockhorst bezat Ter Meer tot 1788. Diederik van Tuyll van Serooskerken erfde toen het huis van zijn tante Agnes Geertruida van Lockhorst. Diederik Reinoud Philibert van Tuyll van Serooskerken erfde het huis vervolgens in 1841 als fidei-commissaire van Agnes Geertruida van Lockhorst. In 1853 werd Ter Meer verkocht aan mr. Evert du Marche van Voorthuysen. Zijn zoon verkocht het op zijn beurt in 1894 aan Henrick van Weede. Na nog 3 keer van eigenaar gewisseld te zijn, werd het in 1901 bezit van de NV Hollandsche Bank voor Onroerende Goederen. Het terrein was bedoeld voor het bouwen van herenhuizen, en in 1903 werd het huis Ter Meer gesloopt.
Ter Meer was een leen van de bisschop van Utrecht. In 1394 werd de oudste ons bekende bezitter van het goed Ter Meer genoemd. Dit was Frederik van der Meer. In 1455 wordt er dan voor het eerst gesproken over 'dat huys tot Meer'. Frederiks kleinzoon, Jan van der Meer, droeg dit kasteel in dit jaar over aan Jacob van Amerongen. Zijn nakomelingen bezaten Ter Meer tot 1525. Maria van Amerongen droeg Ter Meer toen over aan Steven van Zuylen van Nyevelt als de landcommandeur van de Duitsche Orde te Utrecht. Hij wijzigde de naam van Ter Meer in Zuylenburg, ter meerdere eer van zijn geslacht. Zijn opvolgers woonden ook op het kasteel. In 1546 werd Zuylenburg verkocht aan Anthonij van Meerten van Esschenstein. Zijn nakomelingen, van verschillende takken van de familie, bleven in bezit van Zuylenburg tot 1671. Adam van Lockhorst werd toen beleend met Zuylenburg in opdracht van Jan van Gent. Na 1710 werd Zuylenburg weer Ter Meer genoemd. De familie Van Lockhorst bezat Ter Meer tot 1788. Diederik van Tuyll van Serooskerken erfde toen het huis van zijn tante Agnes Geertruida van Lockhorst. Diederik Reinoud Philibert van Tuyll van Serooskerken erfde het huis vervolgens in 1841 als fidei-commissaire van Agnes Geertruida van Lockhorst. In 1853 werd Ter Meer verkocht aan mr. Evert du Marche van Voorthuysen. Zijn zoon verkocht het op zijn beurt in 1894 aan Henrick van Weede. Na nog 3 keer van eigenaar gewisseld te zijn, werd het in 1901 bezit van de NV Hollandsche Bank voor Onroerende Goederen. Het terrein was bedoeld voor het bouwen van herenhuizen, en in 1903 werd het huis Ter Meer gesloopt.
Historische betekenis
Ter Meer was een ridderhofstad.
Ter Meer was een ridderhofstad.
Bouwgeschiedenis
De oudste vermelding van Ter Meer stamt uit 1394. Het is onduidelijk hoe het kasteel er toen uit zag. Op de eerste afbeelding van Ter Meer, een tekening van Roelant Roghman uit 1646/47, is een laatmiddeleeuws slot te zien. Het stond op een omgracht terrein, en het had volgens een kaart uit 1610, een rechthoekig grondplan met een onregelmatige opbouw. Het kasteel had deze vorm gekregen door verschillende uitbreidingen en verbouwingen. De belangrijkste van deze verbouwingen vond plaats in 1525-26. De noordwestelijke toren lag uitspringend in het grondplan. Hij was zwaar, vierkant en had een hoog schilddak. Vermoedelijk was dit het oudste gedeelte van het kasteel. De zuidwestelijke toren was kleiner en had een achthoekig tentdak. Bij de verbouwing van 1525-26 werd er aan de oostzijde van het kasteel een extra woongedeelte met trapgevel en schilddak gebouwd. Dit gedeelte en de twee torens waren met elkaar verbonden door hoge muren met een overdekte weergang. Op 12 december 1672 werd Ter Meer door de Fransen geplunderd en in brand gestoken. De ruïne werd pas aan het begin van de 18de eeuw door Vincent van Lockhorst opgeruimd. Hij liet op de voorburcht een nieuw landhuis bouwen, getuige een vergelijking van de plattegrond van het kasteel met de kadastrale minuut. Dit huis was gebouwd in Lodewijk XIV-stijl en bestond uit een hoofdgebouw met twee bouwlagen, een zolderverdieping en een tuingevel met twee zijrisalieten. De gevel van dit hoofdgebouw had een ongewone indeling met twee hoofddeuren. Uit een reconstructietekening van 1903 blijkt dat het huis ook dubbel bewoond was. Aan de achterzijde van het hoofdgebouw bevonden zich twee korte, smalle zijvleugels. De hoeken waren voorzien van geblokte banden. In de 19de eeuw raakte het huis in verval en het werd in 1903 afgebroken.
De oudste vermelding van Ter Meer stamt uit 1394. Het is onduidelijk hoe het kasteel er toen uit zag. Op de eerste afbeelding van Ter Meer, een tekening van Roelant Roghman uit 1646/47, is een laatmiddeleeuws slot te zien. Het stond op een omgracht terrein, en het had volgens een kaart uit 1610, een rechthoekig grondplan met een onregelmatige opbouw. Het kasteel had deze vorm gekregen door verschillende uitbreidingen en verbouwingen. De belangrijkste van deze verbouwingen vond plaats in 1525-26. De noordwestelijke toren lag uitspringend in het grondplan. Hij was zwaar, vierkant en had een hoog schilddak. Vermoedelijk was dit het oudste gedeelte van het kasteel. De zuidwestelijke toren was kleiner en had een achthoekig tentdak. Bij de verbouwing van 1525-26 werd er aan de oostzijde van het kasteel een extra woongedeelte met trapgevel en schilddak gebouwd. Dit gedeelte en de twee torens waren met elkaar verbonden door hoge muren met een overdekte weergang. Op 12 december 1672 werd Ter Meer door de Fransen geplunderd en in brand gestoken. De ruïne werd pas aan het begin van de 18de eeuw door Vincent van Lockhorst opgeruimd. Hij liet op de voorburcht een nieuw landhuis bouwen, getuige een vergelijking van de plattegrond van het kasteel met de kadastrale minuut. Dit huis was gebouwd in Lodewijk XIV-stijl en bestond uit een hoofdgebouw met twee bouwlagen, een zolderverdieping en een tuingevel met twee zijrisalieten. De gevel van dit hoofdgebouw had een ongewone indeling met twee hoofddeuren. Uit een reconstructietekening van 1903 blijkt dat het huis ook dubbel bewoond was. Aan de achterzijde van het hoofdgebouw bevonden zich twee korte, smalle zijvleugels. De hoeken waren voorzien van geblokte banden. In de 19de eeuw raakte het huis in verval en het werd in 1903 afgebroken.
Afbeeldingen
- Kaart van Ter Meer en omgeving omstreeks 1610, anonieme tekening. ARA, VTH 3028 (Koen 1995, 307).- Tekening van Ter Meer gezien vanuit het zuiden, door Roelant Roghman, 1646/47. Part. coll. (Koen 1995, 306).- Tekening van Ter Meer gezien vanaf de Vecht, door Cornelis Pronk, 1732. RDMZ, TH-235 (Koen 1995, 307).- Prent van Ter Meer en de tuinen in vogelvlucht, door Andries de Leth, 1739. HUA, TA 1599-1 (Koen 1995, 308).- Kadastrale minuut, 1818, gemeente Maarssen, Utrecht, sectie A, blad 03 nr. 671 (http://watwaswaar.nl/#US-WG-6-ed-1v-1-35vM-2B6G---5g, geraadpleegd op 11-03-2010).- Tekening van Ter Meer, door P.J. Lutgers, 1870. CM, 9379-44 (Koen 1995, 309).- Tekening 'Kasteel Ter Meer in de herfst'(Koen 1995, 80).- Twee tekeningen van Ter Meer door Abraham Rademaker (Beelaerts van Blokland en Dumas 2006, 252).- Reconstructietekening van het huis, 1903. RCE Schetsboek A. Mulder nr. 60.- Kadastrale minuut (1818) over Google Earth foto, 2009, Locatie terrein Ter Meer. (NKS digitale documentatie)
- Kaart van Ter Meer en omgeving omstreeks 1610, anonieme tekening. ARA, VTH 3028 (Koen 1995, 307).- Tekening van Ter Meer gezien vanuit het zuiden, door Roelant Roghman, 1646/47. Part. coll. (Koen 1995, 306).- Tekening van Ter Meer gezien vanaf de Vecht, door Cornelis Pronk, 1732. RDMZ, TH-235 (Koen 1995, 307).- Prent van Ter Meer en de tuinen in vogelvlucht, door Andries de Leth, 1739. HUA, TA 1599-1 (Koen 1995, 308).- Kadastrale minuut, 1818, gemeente Maarssen, Utrecht, sectie A, blad 03 nr. 671 (http://watwaswaar.nl/#US-WG-6-ed-1v-1-35vM-2B6G---5g, geraadpleegd op 11-03-2010).- Tekening van Ter Meer, door P.J. Lutgers, 1870. CM, 9379-44 (Koen 1995, 309).- Tekening 'Kasteel Ter Meer in de herfst'(Koen 1995, 80).- Twee tekeningen van Ter Meer door Abraham Rademaker (Beelaerts van Blokland en Dumas 2006, 252).- Reconstructietekening van het huis, 1903. RCE Schetsboek A. Mulder nr. 60.- Kadastrale minuut (1818) over Google Earth foto, 2009, Locatie terrein Ter Meer. (NKS digitale documentatie)
Bronnen
- Maris, A.J., 1956, Repertorium op de Stichtse leenprotocollen uit het landsheerlijke tijdvak, 's-Gravenhage, 214-215 en 219-220.
- Maris, A.J., 1956, Repertorium op de Stichtse leenprotocollen uit het landsheerlijke tijdvak, 's-Gravenhage, 214-215 en 219-220.
Literatuur
- Beelaerts van Blokland, W. en Ch. Dumas, 2006, De Kasteeltekeningen van Abraham Rademaker, Zwolle, 252.- Bloemendaal, C.W.P., 1978, 'De geschiedenis van het Huis ter Meer', in: Historische Kring Maarssen jg. 5 (1978), p. 63.- Bloemendaal, C.W.P., 1979a, 'De geschiedenis van het slot te Maarssen II', in: Historische Kring Maarssen jg. 6(1979), p. 18-20.- Bloemendaal, C.W.P., 1979b, 'De geschiedenis van het Huis ter Meer III', in: Historische Kring Maarssen jg. 6 (1979), p. 32 - 34.- Koen, D., 1995, 'Ter Meer'; in: B. Olde Meierink e.a. (red.), 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, p. 306-309.- Mook, A.J. en C.W.P. Bloemendaal, 1995, 'Het landgoed Ter Meer', in: Historische Kring Maarssen ; 22(1995), nr. 3, p. 54-55 en nr. 4, p. 83-84 en 23(1996), nr. 1, p. 17-19 en nr. 2, p. 26-28 en nr. 3, p. 57-60 en 24(1997), nr. 1, p. 8-11 en nr. 3, p. 48-49, (1998), nr. 1, p. 9-11, nr. 2, p. 30-32, (1999), nr. 1, p. 12-18.- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909 - 1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, I, p. 686-700.
- Beelaerts van Blokland, W. en Ch. Dumas, 2006, De Kasteeltekeningen van Abraham Rademaker, Zwolle, 252.- Bloemendaal, C.W.P., 1978, 'De geschiedenis van het Huis ter Meer', in: Historische Kring Maarssen jg. 5 (1978), p. 63.- Bloemendaal, C.W.P., 1979a, 'De geschiedenis van het slot te Maarssen II', in: Historische Kring Maarssen jg. 6(1979), p. 18-20.- Bloemendaal, C.W.P., 1979b, 'De geschiedenis van het Huis ter Meer III', in: Historische Kring Maarssen jg. 6 (1979), p. 32 - 34.- Koen, D., 1995, 'Ter Meer'; in: B. Olde Meierink e.a. (red.), 1995, Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, p. 306-309.- Mook, A.J. en C.W.P. Bloemendaal, 1995, 'Het landgoed Ter Meer', in: Historische Kring Maarssen ; 22(1995), nr. 3, p. 54-55 en nr. 4, p. 83-84 en 23(1996), nr. 1, p. 17-19 en nr. 2, p. 26-28 en nr. 3, p. 57-60 en 24(1997), nr. 1, p. 8-11 en nr. 3, p. 48-49, (1998), nr. 1, p. 9-11, nr. 2, p. 30-32, (1999), nr. 1, p. 12-18.- Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1909 - 1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, I, p. 686-700.
Documentatie
Coppelmans, J.W.M., 2005, Overzicht van de fysisch-geografische situering van de kastelen in de provincie Utrecht voor de SKLN, Amsterdam, no. 54. Documentatiecentrum Nederlandse Kastelenstichting.
Coppelmans, J.W.M., 2005, Overzicht van de fysisch-geografische situering van de kastelen in de provincie Utrecht voor de SKLN, Amsterdam, no. 54. Documentatiecentrum Nederlandse Kastelenstichting.
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: Onbekend
Bestemming:
Bestemmingsplan: Onbekend
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 14 juni 1999
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 14 juni 1999
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
B, Bebouwing.
B, Bebouwing.
Bodemkundige codering
Ih, Bebouwing.
Ih, Bebouwing.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.