Kronenburg
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Kronenburg
Kronenburg
Locatie
Adres: Cronenburgerlaan ong.
Loenen a/d Vecht
Gemeente Loenen
Provincie Utrecht
Het kasteel is gebouwd op de westelijke oeverwal van de Vecht. Het stond in het zuid-westelijke deel van de grote weide ten zuiden van de dorpskern van Loenen, ten oosten van de Rijksstraatweg, ten zuiden van de Cronenburgherlaan en ten noorden van de Bloklaan. In de weide lagen zowel hoofdburcht, voorburcht, singel als de bijbehorende tuinen en boomgaarden. Delen van de in landschappelijke stijl vergraven westelijke gracht van de hoofdburcht zijn nog aanwezig. De ingang met oprijlaan ligt nog steeds in het verlengde van de Dorpsstraat.
Adres: Cronenburgerlaan ong.
Loenen a/d Vecht
Gemeente Loenen
Provincie Utrecht
Het kasteel is gebouwd op de westelijke oeverwal van de Vecht. Het stond in het zuid-westelijke deel van de grote weide ten zuiden van de dorpskern van Loenen, ten oosten van de Rijksstraatweg, ten zuiden van de Cronenburgherlaan en ten noorden van de Bloklaan. In de weide lagen zowel hoofdburcht, voorburcht, singel als de bijbehorende tuinen en boomgaarden. Delen van de in landschappelijke stijl vergraven westelijke gracht van de hoofdburcht zijn nog aanwezig. De ingang met oprijlaan ligt nog steeds in het verlengde van de Dorpsstraat.
Typologie
Getuige de vroegste afbeelding op een 17de-eeuwse kaart en andere afbeeldingen was de hoofdburcht van dit object een vierkant kasteel.
Getuige de vroegste afbeelding op een 17de-eeuwse kaart en andere afbeeldingen was de hoofdburcht van dit object een vierkant kasteel.
Etymologie
het element -burg in de naam betekent dat het gaat om versterkt object. Het is niet bekend waar het element Kronen- in de naam op zou duiden.
het element -burg in de naam betekent dat het gaat om versterkt object. Het is niet bekend waar het element Kronen- in de naam op zou duiden.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 24 oktober 2009
Waar het kasteel gestaan heeft, ligt nu een weiland. Hier zijn geen muurresten van het kasteel meer zichtbaar. Wel bewaard zijn de ingang en de oprijlaan, en het westelijk deel van de gracht.
Laatst bijgewerkt: 24 oktober 2009
Waar het kasteel gestaan heeft, ligt nu een weiland. Hier zijn geen muurresten van het kasteel meer zichtbaar. Wel bewaard zijn de ingang en de oprijlaan, en het westelijk deel van de gracht.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van Kronenburg rest nog een gedeelte van de gracht. Waarschijnlijk zijn er ondergronds nog muurresten van het kasteel aanwezig, aangezien bij het opschonen van de grachten muurwerk is aangetroffen. Het object is gelegen in een weiland ten zuiden van het dorp, dat het gehele kasteelterrein beslaat. Het terrein is onderdeel van Beschermd Dorpsgezicht Loenen a/d Vecht. Dit terrein maakt voor het grootste gedeelte deel uit van het bestemmmingsplan Landelijk Gebied. Het overige, noordwestelijk deel met bebouwing valt in het bestemmingsplan Kom Loenen. Het terrein is een rijksmonument, nr.45757 met de volgende omschrijving: 'Terrein waarin de overblijfselen van het kasteel Cronenburg uit de Late Middeleeuwen, gelegen in rivierklei met zand op een oeverwal.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Van Kronenburg rest nog een gedeelte van de gracht. Waarschijnlijk zijn er ondergronds nog muurresten van het kasteel aanwezig, aangezien bij het opschonen van de grachten muurwerk is aangetroffen. Het object is gelegen in een weiland ten zuiden van het dorp, dat het gehele kasteelterrein beslaat. Het terrein is onderdeel van Beschermd Dorpsgezicht Loenen a/d Vecht. Dit terrein maakt voor het grootste gedeelte deel uit van het bestemmmingsplan Landelijk Gebied. Het overige, noordwestelijk deel met bebouwing valt in het bestemmingsplan Kom Loenen. Het terrein is een rijksmonument, nr.45757 met de volgende omschrijving: 'Terrein waarin de overblijfselen van het kasteel Cronenburg uit de Late Middeleeuwen, gelegen in rivierklei met zand op een oeverwal.
Afmetingen
De globale afmetingen van de hoofdburcht waren 25 x 25 meter. De voorburcht had de afmetingen van 50 x 120 m. Hoofd- en voorburcht inclusief de buitenste grachten maten 90 x 120 m. Het gehele terrein met tuinen, boomgaarden en wal mat 90 x 270 meter.
De globale afmetingen van de hoofdburcht waren 25 x 25 meter. De voorburcht had de afmetingen van 50 x 120 m. Hoofd- en voorburcht inclusief de buitenste grachten maten 90 x 120 m. Het gehele terrein met tuinen, boomgaarden en wal mat 90 x 270 meter.
Fysisch-geografische situering
Het kasteel lag op de rivierinversierug van een brede oude Rijnarm, de Vecht. De Rijnarm raakte na de Romeinse tijd verzand tot de huidige Vecht. Zodanig, dat de stevige ondergrond van zand gebruikt kon worden voor een stevige fundering.
Het kasteel lag op de rivierinversierug van een brede oude Rijnarm, de Vecht. De Rijnarm raakte na de Romeinse tijd verzand tot de huidige Vecht. Zodanig, dat de stevige ondergrond van zand gebruikt kon worden voor een stevige fundering.
Oudste vermelding
Datum: begin 14e eeuw
Bron: Rijmkroniek van Melis Stoke (Brill 1885, dl. 42 p. 17 e.v., Burgers, 2004, Handschrift A, r. 6428-6430)
"'dat huys van Cronenborche'"
De Rijmkroniek van Melis Stoke uit het begin van de 14de eeuw beschrijft de gebeurtenissen van 1296 als volgt: 'Geraert van Velsen de reet voort op dat huys van Cronenborche; daer waende hi wesen sonder sorge'.
Datum: begin 14e eeuw
Bron: Rijmkroniek van Melis Stoke (Brill 1885, dl. 42 p. 17 e.v., Burgers, 2004, Handschrift A, r. 6428-6430)
"'dat huys van Cronenborche'"
De Rijmkroniek van Melis Stoke uit het begin van de 14de eeuw beschrijft de gebeurtenissen van 1296 als volgt: 'Geraert van Velsen de reet voort op dat huys van Cronenborche; daer waende hi wesen sonder sorge'.
Bezitsgeschiedenis
Melis Stoke is de eerste die, in het begin van de 14de eeuw, Kronenburg met name noemt in zijn Rijmkroniek, en wel in verband met de moord op Floris V in 1296. Enkele moordenaars, waaronder Gerard van Velsen en Arnold van Benschop, zochten hun toevlucht op Kronenburg. Arnold was lid van de familie Van Amstel. Er zijn aanwijzingen die er op duiden dat Kronenburg - met de rechtsmacht over het Loenen-Kronenburgse gerecht met tijns en tiend en het collatierecht over de kerk van Loenen - in de 13de eeuw in bezit is geweest van de familie Van Amstel. In dat geval zou het kasteel wel eens een van de Amstelse kastelen kunnen zijn geweest, in reactie waarop in 1258-60 door de bisschop het kasteel Vreeland werd gesticht. Volgens de auteur Th. Van Amstel zou huis Kronenburg al in 1280 voor het eerst vermeld worden, maar helaas geeft hij geen verwijzing waardoor dit gestaafd kan worden. (Van Amstel 1999, 123).Na de moord op Floris V werd het Kronenburgse gerecht met de bijbehorende goederen door de grafelijkheid van Holland geconfisceerd. Het kasteel werd (deels?) afgebroken. Kronenburg met bijbehorende rechtsmacht en rechten werd dus een Hollands leen dat als een soort enclave binnen het Sticht was gelegen. Rond het midden van de 14de eeuw is het kasteel herbouwd en in 1354 beleende graaf Willem V Dirk Claeszoon van den Gheyne met 373 morgen land, gelegen tussen kasteel Kronenburg en kasteel Vreeland, en stelde hij hem tevens als 'burchzate' (=kastelein) van het kasteel Kronenburg aan. Dirk ging zich naar het kasteel 'Van Kronenburg' noemen. Het huis ging na zijn dood over op zijn broer Willem. Diens zoon Jan werd in 1397 door de graaf van Holland met het huis beleend. Zijn zoon Hendrik van Kronenburg verkocht het kasteel aan zijn neef Amelis van Amstel van Mijnden. Het kasteel ging gedurende bijna anderhalve eeuw over van vader op zoon binnen de familie Van Amstel van Mijnden. Via het huwelijk van Clementia van Amstel van Mijnden met Frans van Lynden, heer van Hemmen, kwam het kasteel in 1578 in het geslacht van Van Lynden. Anthonis van Lynden moest de ruïne van het kasteel - verwoest door de Fransen - in 1710 verkopen. De nieuwe eigenaar werd Adriaen Wittert van der Aa, die het kasteel liet verbouwen tot een buitenhuis en het terrein om het huis liet veranderen in een landschapspark met forse waterpartjen. Adriaens weduwe Anna Maria Moens hertrouwde met Dominicus Franciscus van Cammingha. Na hen bleef Kronenburg in het bezit van de familie Moens, die het huis in 1754 verkocht aan IJsbrand Balde en zijn vrouw Nicola Geertruy Smissaert. Hun oudste dochter Sophia Johanna van de Poll-Balde erfde Kronenburg en verkocht het aan mr. Jacobus Henricus van Reenen. Deze overleed in 1793 en zijn erfgenamen verkochten Kronenburg in 1803 aan mr. Gerard van den Burgh. Na hem was de buitenplaats nog in eigendom bij W.H. Gompertze en in 1824 werd de heer Abraham Dubois te Amsterdam de laatste eigenaar. Hij was Heer van Loenen en liet Kronenburg in 1837 slopen.
Melis Stoke is de eerste die, in het begin van de 14de eeuw, Kronenburg met name noemt in zijn Rijmkroniek, en wel in verband met de moord op Floris V in 1296. Enkele moordenaars, waaronder Gerard van Velsen en Arnold van Benschop, zochten hun toevlucht op Kronenburg. Arnold was lid van de familie Van Amstel. Er zijn aanwijzingen die er op duiden dat Kronenburg - met de rechtsmacht over het Loenen-Kronenburgse gerecht met tijns en tiend en het collatierecht over de kerk van Loenen - in de 13de eeuw in bezit is geweest van de familie Van Amstel. In dat geval zou het kasteel wel eens een van de Amstelse kastelen kunnen zijn geweest, in reactie waarop in 1258-60 door de bisschop het kasteel Vreeland werd gesticht. Volgens de auteur Th. Van Amstel zou huis Kronenburg al in 1280 voor het eerst vermeld worden, maar helaas geeft hij geen verwijzing waardoor dit gestaafd kan worden. (Van Amstel 1999, 123).Na de moord op Floris V werd het Kronenburgse gerecht met de bijbehorende goederen door de grafelijkheid van Holland geconfisceerd. Het kasteel werd (deels?) afgebroken. Kronenburg met bijbehorende rechtsmacht en rechten werd dus een Hollands leen dat als een soort enclave binnen het Sticht was gelegen. Rond het midden van de 14de eeuw is het kasteel herbouwd en in 1354 beleende graaf Willem V Dirk Claeszoon van den Gheyne met 373 morgen land, gelegen tussen kasteel Kronenburg en kasteel Vreeland, en stelde hij hem tevens als 'burchzate' (=kastelein) van het kasteel Kronenburg aan. Dirk ging zich naar het kasteel 'Van Kronenburg' noemen. Het huis ging na zijn dood over op zijn broer Willem. Diens zoon Jan werd in 1397 door de graaf van Holland met het huis beleend. Zijn zoon Hendrik van Kronenburg verkocht het kasteel aan zijn neef Amelis van Amstel van Mijnden. Het kasteel ging gedurende bijna anderhalve eeuw over van vader op zoon binnen de familie Van Amstel van Mijnden. Via het huwelijk van Clementia van Amstel van Mijnden met Frans van Lynden, heer van Hemmen, kwam het kasteel in 1578 in het geslacht van Van Lynden. Anthonis van Lynden moest de ruïne van het kasteel - verwoest door de Fransen - in 1710 verkopen. De nieuwe eigenaar werd Adriaen Wittert van der Aa, die het kasteel liet verbouwen tot een buitenhuis en het terrein om het huis liet veranderen in een landschapspark met forse waterpartjen. Adriaens weduwe Anna Maria Moens hertrouwde met Dominicus Franciscus van Cammingha. Na hen bleef Kronenburg in het bezit van de familie Moens, die het huis in 1754 verkocht aan IJsbrand Balde en zijn vrouw Nicola Geertruy Smissaert. Hun oudste dochter Sophia Johanna van de Poll-Balde erfde Kronenburg en verkocht het aan mr. Jacobus Henricus van Reenen. Deze overleed in 1793 en zijn erfgenamen verkochten Kronenburg in 1803 aan mr. Gerard van den Burgh. Na hem was de buitenplaats nog in eigendom bij W.H. Gompertze en in 1824 werd de heer Abraham Dubois te Amsterdam de laatste eigenaar. Hij was Heer van Loenen en liet Kronenburg in 1837 slopen.
Historische betekenis
Kronenburg was van belang als steunpunt van Van Amstel en vervolgens van Holland in het Nedersticht. Vanuit het kasteel kon men de Vecht beheersen.
Kronenburg was van belang als steunpunt van Van Amstel en vervolgens van Holland in het Nedersticht. Vanuit het kasteel kon men de Vecht beheersen.
Bouwgeschiedenis
Het is niet bekend hoe het middeleeuwse Kronenburg eruit heeft gezien. Het is gesticht voor 1296, mogelijk door een lid van de familie Van Amstel. In dat jaar zochten de moordenaars van Floris V namelijk hun toevlucht op Kronenburg. Het kasteel is hierna ingenomen en (geheel of gedeeltelijk) afgebroken. In het midden van de dertiende eeuw was het kasteel weer hersteld (of herbouwd). Vervolgens is het door 'die van Utrecht' in 1374 veroverd en wederom (geheel of gedeeltelijk) afgebroken. Willem van Amstel kreeg in 1386 een vergoeding voor de door de Utrechters veroorzaakte schade. Blijkbaar liet hij ook zijn kasteel weer opknappen. Op basis van onder meer een anonieme kaart van ca. 1660 met daarop een schetsmatige plattegrond en de afbeeldingen uit de 17de eeuw kan een beeld worden verkregen van het kasteel in de 17de eeuw, kort vóór de verwoesting door de Fransen in 1672. Het kasteel is opgetrokken op een vierkante plattegrond en werd met grachten omringd. De voorburcht lag aan de zijde van de Vecht en de toegang aan de noordzijde. De hoofdburcht bestond uit een binnenplaats, aan drie zijden afgesloten door gekanteelde muren en aan de vierde zijde, de westzijde, door een woonvleugel. Met uitzondering van de westmuur konden de muren worden beheerst vanuit een grote vierkante toren op de noordoosthoek en een grote ronde toren op de zuidoosthoek. Tussen de beide torens bevond zich een naar voren springende poorttoren, die qua vorm en situering gelijkenis met de poorttoren van het Muiderslot vertoonde. De op de noordoosthoek gelegen vierkante hoektoren met uitkragende weergang en arkeltorentjes op de hoeken vertoont 14de-eeuwse kenmerken. De ronde hoektoren, voorzien van een overkragende weergang, was veel hoger en bepaalde evenals de grote ronde toren van Abcoude in belangrijke mate het beeld. Of deze toren een oudere 13de-eeuwse oorsprong heeft is op het ogenblik niet duidelijk. Een schilderij van Adam Willaerts uit 1639 geeft een goed beeld van de westvleugels van de hoofdburcht. Op de noordwesthoek bevond zich een naar voren springende tweebeukige woonvleugel onder zadeldaken tussen bakstenen trapgevels en een weergang met kantelen langs de druipzijde. Aan de zuidzijde sloot hier een langgerekte eenbeukige woonvleugel op aan, die in tegenstelling tot het hiervoor beschreven deel niet in de muur was opgenomen, maar tegen de zuidmuur geplaatst. Aan de zuidzijde eindigde het zadeldak tegen een tuitgevel met nokschoorsteen. Op de zuidwesthoek bevond zich een hoog opgaande ronde arkeltoren. De toren was plat afgedekt en voorzien van een borstwering met kantelen. Op het schilderij van Adam Willaerts lijkt de zuidmuur, waar de woonvleugel tegenaan is gebouwd, in oorsprong deel van een vierkante toren te hebben uitgemaakt. Grondplan, torens, schildmuur en zaalbouw zouden terug kunnen gaan tot in de 14de eeuw, waarbij het niet is uit te sluiten dat we nog te maken hebben met herbouw uit de jaren vijftig van de 14de eeuw. Het kasteel speelde een belangrijke militaire rol ten tijde van de Opstand, toen het was versterkt. Kronenburg werd in 1672 ten dele verwoest, waarbij vooral de schildmuur deels werd afgebroken. Afbeeldingen uit het eind van de 17de eeuw en onderstaande beschrijving lijken dit te bevestigen. In de koopakte van 1710 wordt het kasteel bovendien nog omschreven als: 'hebbende het Huys seer schoone en groote vertrekken en uytstekende groote kelders, die alle overwulft en overkluyst sijn, leggende in groote, weyde, diepe grachten, soo dat men seer commodieuselijk met groote geladene schepen uyt de rivier de Vecht van en aen het voorschreve slot kan komen'. In genoemd jaar is het kasteel, of wat daar van over was, in opdracht van de nieuwe eigenaar Wittert van der Aa voor een bedrag van 95.000 gulden gemoderniseerd en veranderd in een riante buitenplaats. Voor 1818 ondergingen de formele tuin en boomgaard een wijziging in een park in landschapstijl. Het kasteel is in 1837 gesloopt.
Het is niet bekend hoe het middeleeuwse Kronenburg eruit heeft gezien. Het is gesticht voor 1296, mogelijk door een lid van de familie Van Amstel. In dat jaar zochten de moordenaars van Floris V namelijk hun toevlucht op Kronenburg. Het kasteel is hierna ingenomen en (geheel of gedeeltelijk) afgebroken. In het midden van de dertiende eeuw was het kasteel weer hersteld (of herbouwd). Vervolgens is het door 'die van Utrecht' in 1374 veroverd en wederom (geheel of gedeeltelijk) afgebroken. Willem van Amstel kreeg in 1386 een vergoeding voor de door de Utrechters veroorzaakte schade. Blijkbaar liet hij ook zijn kasteel weer opknappen. Op basis van onder meer een anonieme kaart van ca. 1660 met daarop een schetsmatige plattegrond en de afbeeldingen uit de 17de eeuw kan een beeld worden verkregen van het kasteel in de 17de eeuw, kort vóór de verwoesting door de Fransen in 1672. Het kasteel is opgetrokken op een vierkante plattegrond en werd met grachten omringd. De voorburcht lag aan de zijde van de Vecht en de toegang aan de noordzijde. De hoofdburcht bestond uit een binnenplaats, aan drie zijden afgesloten door gekanteelde muren en aan de vierde zijde, de westzijde, door een woonvleugel. Met uitzondering van de westmuur konden de muren worden beheerst vanuit een grote vierkante toren op de noordoosthoek en een grote ronde toren op de zuidoosthoek. Tussen de beide torens bevond zich een naar voren springende poorttoren, die qua vorm en situering gelijkenis met de poorttoren van het Muiderslot vertoonde. De op de noordoosthoek gelegen vierkante hoektoren met uitkragende weergang en arkeltorentjes op de hoeken vertoont 14de-eeuwse kenmerken. De ronde hoektoren, voorzien van een overkragende weergang, was veel hoger en bepaalde evenals de grote ronde toren van Abcoude in belangrijke mate het beeld. Of deze toren een oudere 13de-eeuwse oorsprong heeft is op het ogenblik niet duidelijk. Een schilderij van Adam Willaerts uit 1639 geeft een goed beeld van de westvleugels van de hoofdburcht. Op de noordwesthoek bevond zich een naar voren springende tweebeukige woonvleugel onder zadeldaken tussen bakstenen trapgevels en een weergang met kantelen langs de druipzijde. Aan de zuidzijde sloot hier een langgerekte eenbeukige woonvleugel op aan, die in tegenstelling tot het hiervoor beschreven deel niet in de muur was opgenomen, maar tegen de zuidmuur geplaatst. Aan de zuidzijde eindigde het zadeldak tegen een tuitgevel met nokschoorsteen. Op de zuidwesthoek bevond zich een hoog opgaande ronde arkeltoren. De toren was plat afgedekt en voorzien van een borstwering met kantelen. Op het schilderij van Adam Willaerts lijkt de zuidmuur, waar de woonvleugel tegenaan is gebouwd, in oorsprong deel van een vierkante toren te hebben uitgemaakt. Grondplan, torens, schildmuur en zaalbouw zouden terug kunnen gaan tot in de 14de eeuw, waarbij het niet is uit te sluiten dat we nog te maken hebben met herbouw uit de jaren vijftig van de 14de eeuw. Het kasteel speelde een belangrijke militaire rol ten tijde van de Opstand, toen het was versterkt. Kronenburg werd in 1672 ten dele verwoest, waarbij vooral de schildmuur deels werd afgebroken. Afbeeldingen uit het eind van de 17de eeuw en onderstaande beschrijving lijken dit te bevestigen. In de koopakte van 1710 wordt het kasteel bovendien nog omschreven als: 'hebbende het Huys seer schoone en groote vertrekken en uytstekende groote kelders, die alle overwulft en overkluyst sijn, leggende in groote, weyde, diepe grachten, soo dat men seer commodieuselijk met groote geladene schepen uyt de rivier de Vecht van en aen het voorschreve slot kan komen'. In genoemd jaar is het kasteel, of wat daar van over was, in opdracht van de nieuwe eigenaar Wittert van der Aa voor een bedrag van 95.000 gulden gemoderniseerd en veranderd in een riante buitenplaats. Voor 1818 ondergingen de formele tuin en boomgaard een wijziging in een park in landschapstijl. Het kasteel is in 1837 gesloopt.
Afbeeldingen
- De hoofdburcht vanuit het zuidwesten, schilderij op doek van Adam Willaerts uit 1639. (Hermans en De Ligt 1995, 209). - De hoofdburcht en een heel klein deel van de voorburcht vanuit het noordoosten, anonieme 17de-eeuwse(?) kopie naar een tekening van Roelant Roghman. (Van der Wyck, 1989, 115.) - Gezicht van uit het zuidoosten op het kasteel met het dorp Loenen op achtergrond, tekening van Anthony van Waterloo, midden 17de eeuw, coll. Rijksmuseum Amsterdam, RPK, inv. nr. A 1814. (Hermans en De Ligt 1995, 270.) - Plattegrond van het kasteel op een kaart van het gebied tussen Vecht en Angstel uit ca. 1660, toegeschreven aan Bernard de Roij. HUA, TA inv. nr. 2176. (Hermans en De Ligt 1995, kleurafb. 38 t.o. 209.) - Kadastrale minuut, kadastrale gemeente Loenen, 1828, sectie B, 2e blad, nrs. 206-215. (http://watwaswaar.nl/#UC-Xo-6-ed-1v-1-348O-2HJo---ZO, geraadpleegd op 10-03-2010)- Gezicht vanuit het zuidwesten met achterzijde van de gemoderniseerde woonvleugels, litho, Desquerrois en Co. naar tekening P.J. Lutgers (Hermans en De Ligt 1995, 272).- Kadastrale minuut (1828) over Google Earth foto, 2009, locatie terrein Kronenburg. (NKS digitale documentatie)
- De hoofdburcht vanuit het zuidwesten, schilderij op doek van Adam Willaerts uit 1639. (Hermans en De Ligt 1995, 209). - De hoofdburcht en een heel klein deel van de voorburcht vanuit het noordoosten, anonieme 17de-eeuwse(?) kopie naar een tekening van Roelant Roghman. (Van der Wyck, 1989, 115.) - Gezicht van uit het zuidoosten op het kasteel met het dorp Loenen op achtergrond, tekening van Anthony van Waterloo, midden 17de eeuw, coll. Rijksmuseum Amsterdam, RPK, inv. nr. A 1814. (Hermans en De Ligt 1995, 270.) - Plattegrond van het kasteel op een kaart van het gebied tussen Vecht en Angstel uit ca. 1660, toegeschreven aan Bernard de Roij. HUA, TA inv. nr. 2176. (Hermans en De Ligt 1995, kleurafb. 38 t.o. 209.) - Kadastrale minuut, kadastrale gemeente Loenen, 1828, sectie B, 2e blad, nrs. 206-215. (http://watwaswaar.nl/#UC-Xo-6-ed-1v-1-348O-2HJo---ZO, geraadpleegd op 10-03-2010)- Gezicht vanuit het zuidwesten met achterzijde van de gemoderniseerde woonvleugels, litho, Desquerrois en Co. naar tekening P.J. Lutgers (Hermans en De Ligt 1995, 272).- Kadastrale minuut (1828) over Google Earth foto, 2009, locatie terrein Kronenburg. (NKS digitale documentatie)
Bronnen
- Brill, W.G., (ed.), 1885, Rijmkroniek van Melis Stoke, Utrecht.- Burgers, J.W.J. (ed.), 2004, Rijmkroniek van Holland (366-1305) door een anonieme auteur en Melis Stoke, Den Haag. http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/Rijmkroniek
- Brill, W.G., (ed.), 1885, Rijmkroniek van Melis Stoke, Utrecht.- Burgers, J.W.J. (ed.), 2004, Rijmkroniek van Holland (366-1305) door een anonieme auteur en Melis Stoke, Den Haag. http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/Rijmkroniek
Literatuur
- Amstel, Th.A.A.M. van, 1999, De Heren van Amstel 1105-1378. Hun opkomst in het Nedersticht van Utrecht in de twaalfde en dertiende eeuw en hun vestiging in het hertogdom Brabant na 1296. Hilversum, 123-124.- Craandijk, J., 1888, Wandelingen door Nederland. Utrecht, Haarlem, 134-136.- Hermans, T., en E. de Ligt, 1995, Kronenburg, in: B. Olde Meierink, e.a. red., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht 269-273 en p. 209.- Lutterveld,J. van, 1948, De buitenplaatsen aan de Vecht, Lochem, p. 81-82.- Munnig Schmidt en A.J.A.M. Lisman, E., 1982, Plaatsen aan de Vecht en de Angstel, Alphen aan den Rijn, passim. - Oude Rengerink, J.A.M., 1998: Natuurontwikkeling kasteel Croonenburg, gemeente Loenen; een archeologische inventarisatie. RAAP-briefrapport 1998-1643/MW.- Robidé van der Aa, C.P.E., 1841, Oud-Nederland, in de, uit vroegere dagen overgeblevene burgen en kasteelen geschetst en afgebeeld, Nijmegen, nr 35 (een paginanummering ontbreekt).- Roosenschoon, J.H., 'Het land en het kasteel van Cronenburch, voorheen en thans', in: Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap 'Niftarlake' 1940, p. 34-48.
- Amstel, Th.A.A.M. van, 1999, De Heren van Amstel 1105-1378. Hun opkomst in het Nedersticht van Utrecht in de twaalfde en dertiende eeuw en hun vestiging in het hertogdom Brabant na 1296. Hilversum, 123-124.- Craandijk, J., 1888, Wandelingen door Nederland. Utrecht, Haarlem, 134-136.- Hermans, T., en E. de Ligt, 1995, Kronenburg, in: B. Olde Meierink, e.a. red., Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht 269-273 en p. 209.- Lutterveld,J. van, 1948, De buitenplaatsen aan de Vecht, Lochem, p. 81-82.- Munnig Schmidt en A.J.A.M. Lisman, E., 1982, Plaatsen aan de Vecht en de Angstel, Alphen aan den Rijn, passim. - Oude Rengerink, J.A.M., 1998: Natuurontwikkeling kasteel Croonenburg, gemeente Loenen; een archeologische inventarisatie. RAAP-briefrapport 1998-1643/MW.- Robidé van der Aa, C.P.E., 1841, Oud-Nederland, in de, uit vroegere dagen overgeblevene burgen en kasteelen geschetst en afgebeeld, Nijmegen, nr 35 (een paginanummering ontbreekt).- Roosenschoon, J.H., 'Het land en het kasteel van Cronenburch, voorheen en thans', in: Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap 'Niftarlake' 1940, p. 34-48.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: Landelijk gebied (goedgekeurd 2004)
Bestemming:
Bestemmingsplan: Landelijk gebied (goedgekeurd 2004)
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: D.B.M. Hermans
Beschrijving gemaakt: 13 februari 1997
Auteur: D.B.M. Hermans
Beschrijving gemaakt: 13 februari 1997
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Tijdens een visuele inspectie in december 1963 (ROB; Groen en Bardet) waren de grachten nog gedeeltelijk aanwezig, en werden aan de hand daarvan de afmetingen van het kasteel op 100 x 180 meter gesteld. In het kader van het AMR-project is het terrein op 17 maart 2004 bezocht.
Tijdens een visuele inspectie in december 1963 (ROB; Groen en Bardet) waren de grachten nog gedeeltelijk aanwezig, en werden aan de hand daarvan de afmetingen van het kasteel op 100 x 180 meter gesteld. In het kader van het AMR-project is het terrein op 17 maart 2004 bezocht.
Overig onderzoek
- In 1998 is er archeologisch booronderzoek gedaan door RAAP, in opdracht van Stichting het Utrechts Landschap.
- In 1998 is er archeologisch booronderzoek gedaan door RAAP, in opdracht van Stichting het Utrechts Landschap.
Geomorfologische codering
4K26, Rivier-inversierug.
4K26, Rivier-inversierug.
Bodemkundige codering
Rn95C-VI, Kalkloze poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5.
Rn95C-VI, Kalkloze poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5.
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.