Gunterstein
VOLLEDIG [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Gunterstein
Gunterstein
Locatie
Adres: Zandpad 48
Breukelen
Gemeente Breukelen
Provincie Utrecht
Gunterstein is gelegen aan de oostzijde van de Vecht, nabij de Vechtbrug van Breukelen.
Adres: Zandpad 48
Breukelen
Gemeente Breukelen
Provincie Utrecht
Gunterstein is gelegen aan de oostzijde van de Vecht, nabij de Vechtbrug van Breukelen.
Typologie
Het is niet bekend hoe het eerste huis Gunterstein eruit heeft gezien. Dit huis is in 1511 afgebroken. Het kasteel is waarschijnlijk kort hierna herbouwd en dit is het kasteel dat we kennen van de vroegste afbeeldingen van Gunterstein.
Het is niet bekend hoe het eerste huis Gunterstein eruit heeft gezien. Dit huis is in 1511 afgebroken. Het kasteel is waarschijnlijk kort hierna herbouwd en dit is het kasteel dat we kennen van de vroegste afbeeldingen van Gunterstein.
Etymologie
Gunterstein is vermoedelijk genoemd naar de stichter van het huis, Gijsbrecht Gunter.
Gunterstein is vermoedelijk genoemd naar de stichter van het huis, Gijsbrecht Gunter.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 31 maart 2000
Huis Gunterstein is een blokvormig, bakstenen gebouw omgeven door water. De ingang bevindt zich aan de zijde die van de Vecht is afgewend en wordt geflankeerd door korte vleugels. Vermoedelijk bevinden zich in het gebouw nog resten van een middeleeuwse voorganger. Het kasteel had een voorburcht volgens een schilderij van na 1673. De aanleg van het geheel op dit schilderij is mogelijk terug te voeren op de voorgaande situatie. Op het huidige voorplein, dat eveneens omgracht is, liggen twee rechthoekige bouwhuizen. Er ligt nu een tuin in landsschapsstijl, die teruggaat in hoofdstructuur op een 17de-eeuwse geometrische aanleg. Aan weerszijden van de Laan van Gunterstein staan twee identieke toegangshekken. Ten noorden hiervan liggen een laat-18de-eeuws koetshuis een een 19de-eeuwse boerderij.
Laatst bijgewerkt: 31 maart 2000
Huis Gunterstein is een blokvormig, bakstenen gebouw omgeven door water. De ingang bevindt zich aan de zijde die van de Vecht is afgewend en wordt geflankeerd door korte vleugels. Vermoedelijk bevinden zich in het gebouw nog resten van een middeleeuwse voorganger. Het kasteel had een voorburcht volgens een schilderij van na 1673. De aanleg van het geheel op dit schilderij is mogelijk terug te voeren op de voorgaande situatie. Op het huidige voorplein, dat eveneens omgracht is, liggen twee rechthoekige bouwhuizen. Er ligt nu een tuin in landsschapsstijl, die teruggaat in hoofdstructuur op een 17de-eeuwse geometrische aanleg. Aan weerszijden van de Laan van Gunterstein staan twee identieke toegangshekken. Ten noorden hiervan liggen een laat-18de-eeuws koetshuis een een 19de-eeuwse boerderij.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het 17de-eeuwse kasteel is nog volledig intact. Het is niet bekend of er zich nog middeleeuws werk van voor 1511 in het huidige gebouw bevindt.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het 17de-eeuwse kasteel is nog volledig intact. Het is niet bekend of er zich nog middeleeuws werk van voor 1511 in het huidige gebouw bevindt.
Afmetingen
Het huidige huis meet 17 x 27 meter.
Het huidige huis meet 17 x 27 meter.
Fysisch-geografische situering
Het kasteel werd gebouwd op een stevige ondergrond van zand. Dit zand werd in de Romeinse tijd afgezet door een zijtak van de Rijn, nl. de Oude Vecht. Gunterstein ligt op de rivierinversierug van zand en silt, door inklinking van veengebieden. Ook sporen van de verzanding van de Vecht zijn in de ondergrond aanwezig in de vorm van geulafzettingen.
Het kasteel werd gebouwd op een stevige ondergrond van zand. Dit zand werd in de Romeinse tijd afgezet door een zijtak van de Rijn, nl. de Oude Vecht. Gunterstein ligt op de rivierinversierug van zand en silt, door inklinking van veengebieden. Ook sporen van de verzanding van de Vecht zijn in de ondergrond aanwezig in de vorm van geulafzettingen.
Oudste vermelding
Datum: 5 mei 1386
Bron: J.C. Kort, Repertorium op de graflijke lenen in 's-Gravenhage 1281-1650, in: Ons Voorgeslacht 40, 1985. Quarles van Ufford 1979, 9.
(...)
Datum: 5 mei 1386
Bron: J.C. Kort, Repertorium op de graflijke lenen in 's-Gravenhage 1281-1650, in: Ons Voorgeslacht 40, 1985. Quarles van Ufford 1979, 9.
(...)
Bezitsgeschiedenis
Gunterstein werd vermoedelijk rond 1350 gebouwd door Gijsbrecht Gunter. Deze Gunter werd in 1344 leenman van de graaf van Holland, en hij droeg het kasteel in leen aan de graaf op. Het huis was in 1386 nog in de familie, toen zijn kleindochter Petronella Gunter met het huis beleend werd. Vervolgens kwam het aan Splinter van Loenersloot, die het naliet aan zijn dochter Elsabee. Deze verkreeg in 1415 Gunterstein tot een vrij eigen bezit van de graaf van Holland. Omdat zij haar man Willem van Isendoorn naar Gelderland volgde, verkocht Elsabee het kasteel in 1417 aan Hugo de Blote. Hij droeg het vervolgens in leen op aan Jacoba van Beieren en ontving het weer van haar in leen. Gunterstein ging na zijn dood over op zijn kleindochter Ermgard van Valkendael, en in 1459 op haar zoon Daniel van Everdingen. Het kasteel is tot 1500 in bezit van de familie van Everdingen geweest. Toen werd het verkocht aan Hendrik, bastaard van Nijenrode. In de oorlog tussen keizer Maximiliaan van Oostenrijk en Karel van Gelre koos deze Hendrik de kant van de Habsburgers. Hij liet Habsburgse troepen toe op Gunterstein, die in 1508 door Karel van Gelre verdreven werden. In datzelfde jaar werd de kastelein van Gunterstein door de Utrechters gevangen genomen omdat Hendrik de kant van de Habsburgers had gekozen. Deze Utrechters veroverden in 1511 het kasteel en dat werd daarna afgebroken, zodat met de stenen de Bemuurde Weerd in Utrecht hersteld kon worden. Gijsbrecht van Nijenrode volgde in 1518 zijn vader op en herbouwde waarschijnlijk Gunterstein, aangezien het in 1539 als ridderhofstad werd erkend. Gijsbrecht werd eerst opgevolgd door zijn oudste zoon, die al spoedig stierf zonder erfgenaam na te laten. Ook zijn tweede zoon stierf zonder opvolger, zodat Gunterstein in bezit kwam van Gijsbrechts weduwe, jonkvrouwe Cornelia Lap van Waveren. Deze vermaakte het in 1571 aan haar kleindochter Christina Monix. Twee jaar later, in 1573, werd Gunterstein door de Spanjaarden ingenomen. Christina's zoon, Carel van Brouxelles volgde zijn moeder in 1603 op. Hij verkocht Gunterstein aan Johan van Oldebarneveldt, de raadspensionaris van Holland. Na zijn veroordeling werd Gunterstein geconfisceerd, maar uiteindelijk werd toch zijn kleindochter Deliana van Brederode met het kasteel beleend. Na haar dood ging het eerst over op haar zoon Willem van Cats, en later op haar dochters Catharina Maria en Anna van Cats. Anna verkocht het in 1653 aan Agnes van Bijler, wier zoon Engelbert Ploos van Amstel in 1659 met Gunterstein beleend werd. In 1673 werd Gunterstein door de Fransen verwoest. De ruïne van het kasteel werd in 1680 gekocht door Magdalena Poulle, die het huis herbouwde. Het was haar uitdrukkelijke wens dat Gunterstein in handen van haar nabestaanden zou blijven. Na haar dood ging het over op haar broer, die het vermaakte aan zijn nicht Maria de Bordes, gehuwd met Ferdinand van Collen. Het bleef in de familie van Collen tot 1853, toen Gunterstein bij de dood van Johanna van Collem overging aan haar echtgenoot Daniël Willink, die de naam Van Collem aan zijn naam toevoegde. Gunterstein kwam in handen van zijn zoon Herman, en vervolgens in 1935 in die van zijn kleinzoon Lous Henri Quarles van Ufford. Bij diens dood in 1950 werd het nagelaten aan zijn beide zoons Louis Albert en Herman Quarles van Ufford. Gunterstein werd door hen in 1952 ondergebracht in de Stichting Ridderhofstad Gunterstein, en Louis Albert werd de voorzitter van de stichting. In 1991 werd hij als voorzitter van de stichting opgevolgd door Herman Quarles van Ufford, zijn broer.
Gunterstein werd vermoedelijk rond 1350 gebouwd door Gijsbrecht Gunter. Deze Gunter werd in 1344 leenman van de graaf van Holland, en hij droeg het kasteel in leen aan de graaf op. Het huis was in 1386 nog in de familie, toen zijn kleindochter Petronella Gunter met het huis beleend werd. Vervolgens kwam het aan Splinter van Loenersloot, die het naliet aan zijn dochter Elsabee. Deze verkreeg in 1415 Gunterstein tot een vrij eigen bezit van de graaf van Holland. Omdat zij haar man Willem van Isendoorn naar Gelderland volgde, verkocht Elsabee het kasteel in 1417 aan Hugo de Blote. Hij droeg het vervolgens in leen op aan Jacoba van Beieren en ontving het weer van haar in leen. Gunterstein ging na zijn dood over op zijn kleindochter Ermgard van Valkendael, en in 1459 op haar zoon Daniel van Everdingen. Het kasteel is tot 1500 in bezit van de familie van Everdingen geweest. Toen werd het verkocht aan Hendrik, bastaard van Nijenrode. In de oorlog tussen keizer Maximiliaan van Oostenrijk en Karel van Gelre koos deze Hendrik de kant van de Habsburgers. Hij liet Habsburgse troepen toe op Gunterstein, die in 1508 door Karel van Gelre verdreven werden. In datzelfde jaar werd de kastelein van Gunterstein door de Utrechters gevangen genomen omdat Hendrik de kant van de Habsburgers had gekozen. Deze Utrechters veroverden in 1511 het kasteel en dat werd daarna afgebroken, zodat met de stenen de Bemuurde Weerd in Utrecht hersteld kon worden. Gijsbrecht van Nijenrode volgde in 1518 zijn vader op en herbouwde waarschijnlijk Gunterstein, aangezien het in 1539 als ridderhofstad werd erkend. Gijsbrecht werd eerst opgevolgd door zijn oudste zoon, die al spoedig stierf zonder erfgenaam na te laten. Ook zijn tweede zoon stierf zonder opvolger, zodat Gunterstein in bezit kwam van Gijsbrechts weduwe, jonkvrouwe Cornelia Lap van Waveren. Deze vermaakte het in 1571 aan haar kleindochter Christina Monix. Twee jaar later, in 1573, werd Gunterstein door de Spanjaarden ingenomen. Christina's zoon, Carel van Brouxelles volgde zijn moeder in 1603 op. Hij verkocht Gunterstein aan Johan van Oldebarneveldt, de raadspensionaris van Holland. Na zijn veroordeling werd Gunterstein geconfisceerd, maar uiteindelijk werd toch zijn kleindochter Deliana van Brederode met het kasteel beleend. Na haar dood ging het eerst over op haar zoon Willem van Cats, en later op haar dochters Catharina Maria en Anna van Cats. Anna verkocht het in 1653 aan Agnes van Bijler, wier zoon Engelbert Ploos van Amstel in 1659 met Gunterstein beleend werd. In 1673 werd Gunterstein door de Fransen verwoest. De ruïne van het kasteel werd in 1680 gekocht door Magdalena Poulle, die het huis herbouwde. Het was haar uitdrukkelijke wens dat Gunterstein in handen van haar nabestaanden zou blijven. Na haar dood ging het over op haar broer, die het vermaakte aan zijn nicht Maria de Bordes, gehuwd met Ferdinand van Collen. Het bleef in de familie van Collen tot 1853, toen Gunterstein bij de dood van Johanna van Collem overging aan haar echtgenoot Daniël Willink, die de naam Van Collem aan zijn naam toevoegde. Gunterstein kwam in handen van zijn zoon Herman, en vervolgens in 1935 in die van zijn kleinzoon Lous Henri Quarles van Ufford. Bij diens dood in 1950 werd het nagelaten aan zijn beide zoons Louis Albert en Herman Quarles van Ufford. Gunterstein werd door hen in 1952 ondergebracht in de Stichting Ridderhofstad Gunterstein, en Louis Albert werd de voorzitter van de stichting. In 1991 werd hij als voorzitter van de stichting opgevolgd door Herman Quarles van Ufford, zijn broer.
Historische betekenis
Gunterstein was een ridderhofstad.
Gunterstein was een ridderhofstad.
Bouwgeschiedenis
Het is niet bekend hoe het eerste huis Gunterstein eruit heeft gezien. Dit werd in 1511 door de magistraat van Utrecht afgebroken om stenen te leveren voor de Bemuurde Weerd. Van het tweede huis, gebouwd in 1518, zijn enkele afbeeldingen bewaard gebleven. Het bestond uit vier vleugels met elk twee of drie woonlagen onder zadeldaken, die eindigden tegen bakstenen trapgevels, gebouwd rond een kleine binnenplaats. Op de zuid-oosthoek van het huis was een poorttoren gelegen, die iets uitsprong en hoger was dan de rest. Op de noordwesthoek lag een grote ronde toren. Het geheel was omgeven door een gracht. Dit kasteel is in 1673 verwoest. Het derde huis Gunterstein werd in 1680 gebouwd door Magdalena Poulle op dezelfde plaats als het eerdere huis. Het kreeg een nagenoeg vierkante plattegrond en bestond uit twee verdiepingen en een zolder boven een kelder. De ingang ligt in het midden van de voorgevel en aan weerskanten van het gebouw werden balkons aangebracht. Midden op het dak staat een schoorsteenvormige toren, die hol is uitgevoerd en vanaf de zolder bereikbaar is. Voor het huis ligt een kasteelplein met aan weerskanten vleugels van oorspronkelijk een, na de 18de eeuw twee verdiepingen. In de jaren 30 van de twintigste eeuw is het huis op verschillende punten aangepast om de grote familie Quarles van Ufford met personeel te kunnen herbergen.
Het is niet bekend hoe het eerste huis Gunterstein eruit heeft gezien. Dit werd in 1511 door de magistraat van Utrecht afgebroken om stenen te leveren voor de Bemuurde Weerd. Van het tweede huis, gebouwd in 1518, zijn enkele afbeeldingen bewaard gebleven. Het bestond uit vier vleugels met elk twee of drie woonlagen onder zadeldaken, die eindigden tegen bakstenen trapgevels, gebouwd rond een kleine binnenplaats. Op de zuid-oosthoek van het huis was een poorttoren gelegen, die iets uitsprong en hoger was dan de rest. Op de noordwesthoek lag een grote ronde toren. Het geheel was omgeven door een gracht. Dit kasteel is in 1673 verwoest. Het derde huis Gunterstein werd in 1680 gebouwd door Magdalena Poulle op dezelfde plaats als het eerdere huis. Het kreeg een nagenoeg vierkante plattegrond en bestond uit twee verdiepingen en een zolder boven een kelder. De ingang ligt in het midden van de voorgevel en aan weerskanten van het gebouw werden balkons aangebracht. Midden op het dak staat een schoorsteenvormige toren, die hol is uitgevoerd en vanaf de zolder bereikbaar is. Voor het huis ligt een kasteelplein met aan weerskanten vleugels van oorspronkelijk een, na de 18de eeuw twee verdiepingen. In de jaren 30 van de twintigste eeuw is het huis op verschillende punten aangepast om de grote familie Quarles van Ufford met personeel te kunnen herbergen.
Afbeeldingen
- Tekening van Gunterstein vanuit het noordoosten, door Roelant Roghman, 1646/47. Part. coll. (Van der Wyck 1989, 77; Hensbergen 1995, 212) - Schilderij van Gunterstein, door Willem van Drielenburgh, ca. 1680. (Olde Meierink e.a. 1995, t.o. 129). - Tekening van Gunterstein, vanaf de Vecht gezien, door Jan de Beijer, 1745. Part. coll. - Luchtfoto van Gunterstein, KLMAerocarto uit 1949. - Luchtfoto van Gunterstein, KLMAerocarto uit 1952. - Plattegrond van Gunterstein op kelderniveau, tekening van R.G. Bosch van Drakestein naar ir. C. Hensbergen, 1995 (Hensbergen 1995, 217).
- Tekening van Gunterstein vanuit het noordoosten, door Roelant Roghman, 1646/47. Part. coll. (Van der Wyck 1989, 77; Hensbergen 1995, 212) - Schilderij van Gunterstein, door Willem van Drielenburgh, ca. 1680. (Olde Meierink e.a. 1995, t.o. 129). - Tekening van Gunterstein, vanaf de Vecht gezien, door Jan de Beijer, 1745. Part. coll. - Luchtfoto van Gunterstein, KLMAerocarto uit 1949. - Luchtfoto van Gunterstein, KLMAerocarto uit 1952. - Plattegrond van Gunterstein op kelderniveau, tekening van R.G. Bosch van Drakestein naar ir. C. Hensbergen, 1995 (Hensbergen 1995, 217).
Bronnen
- J.C. Kort, Repertorium op de graflijke lenen in 's-Gravenhage 1281-1650, in: Ons Voorgeslacht 40, 1985. Quarles van Ufford 1979, 9. - Wyck, H.W.M. van der, 1989, De kasteeltekeningen van Roelant Roghman I, Alphen aan de Rijn, 77.
- J.C. Kort, Repertorium op de graflijke lenen in 's-Gravenhage 1281-1650, in: Ons Voorgeslacht 40, 1985. Quarles van Ufford 1979, 9. - Wyck, H.W.M. van der, 1989, De kasteeltekeningen van Roelant Roghman I, Alphen aan de Rijn, 77.
Literatuur
- Hensbergen, K., 1995, Gunterstein, in: B. Olde Meierink e.a. (red.), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 212-217.- Munnig Schmidt, E., e.a., 1993, Plaatsen aan de Vecht en de Angstel, Alphen aan de Rijn, 96-97, 223-224. - Quarles van Ufford, L.A., 1979, Gunterstein, een ridderhofstad aan de Vecht, Alphen aan de Rijn. - Quarles van Ufford, L.A., 1980, Gunterstein, uitgegeven 300 jaar na de herbouw, Alphen aan de Rijn. - Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, II, 176-194. - Verburgt, J.W., 1917, 'Ridderhofstad Gunterstein', Jaarboek Nifterlake, 44-83.
- Hensbergen, K., 1995, Gunterstein, in: B. Olde Meierink e.a. (red.), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, Utrecht, 212-217.- Munnig Schmidt, E., e.a., 1993, Plaatsen aan de Vecht en de Angstel, Alphen aan de Rijn, 96-97, 223-224. - Quarles van Ufford, L.A., 1979, Gunterstein, een ridderhofstad aan de Vecht, Alphen aan de Rijn. - Quarles van Ufford, L.A., 1980, Gunterstein, uitgegeven 300 jaar na de herbouw, Alphen aan de Rijn. - Wittert van Hoogland, E.B.F.F., 1912, Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden, 's-Gravenhage, II, 176-194. - Verburgt, J.W., 1917, 'Ridderhofstad Gunterstein', Jaarboek Nifterlake, 44-83.
Documentatie
E. Blok, 1993, Beheersvisie buitenplaats Gunterstein in Breukelen, Stichting PHB, Elburg.
E. Blok, 1993, Beheersvisie buitenplaats Gunterstein in Breukelen, Stichting PHB, Elburg.
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 508234
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'HOOFDGEBOUW (Gunterstein). Geheel omgracht, blokvormig pand op vrijwel vierkante grondslag opgetrokken uit baksteen en bestaande uit een onderbouw, twee verdiepingen en een attiek. De hoeken zijn afgewerkt met geblokte lisenen. De attiekverdieping wordt gevormd door een hoofdgestel met triglyfen en metopen. Het met Oud-Hollandse pannen gedekte afgeplatte schilddak (oorspronkelijk met een rondlopende zakgoot) wordt bekroond door een hoge vierkant gemetselde schoorsteenvormige toren met dubbele hoekpilasters waartussen gemetselde rondboognissen. In elke nis staat een op een sokkel geplaatst vrouwenbeeld, die de vier seizoenen voorstellen. Tegen de voorgevel twee vooruitspringende korte zijvleugels onder een plat dak die een kleine haute-cour omsluiten. De hoofdingang is tussen de twee zijvleugels gelegen en bestaat uit een dubbele deur met halfrond bovenlicht geflankeerd door zuilen die een balkon dragen. Boven de deur staat in Romeinse cijfers het bouwjaar (1681). Op de hoeken van de balustrade van het balkon twee beelden (putti). De dubbele glazen balkondeuren met luiken worden bekroond door een driehoekig fronton waarboven het wapen van de familie Poulle is aangebracht. De zijvleugels, die oorspronkelijk één bouwlaag hoog waren, werden in de achttiende eeuw met een verdieping verhoogd. De indeling van de gevel bestaat uit een zesruitsvenster met halfrond bovenlicht op de begane grond en een zesruitsvenster op de verdieping. De opbouw van de zuid- en noordzijde bestaat uit twee naast elkaar geplaatste vierkante keldervensters (1-lichts) waarboven een vierruitsvenster met halfrond bovenlicht op de begane grond en een rond gemetselde nis op de verdieping. De zuid- en noordgevel hebben elk zes vensterassen bestaande uit twee naast elkaar geplaatste vierkante keldervensters, die deels blind zijn uitgevoerd, en negentiende-eeuws zesruits schuifvensters met persiennes op de begane grond en op de verdieping. In de noordgevel is de linker vensteras dicht gemetseld en is er een rond venster in geplaatst. De achtergevel bestaat uit drie vensterassen met dezelfde opbouw als de assen van de zijgevels. In het midden een ovale uitbouw van vier Dorische zuilen staande op een deels bakstenen deels natuurstenen plateau die toegang geeft tot kelderverdieping. De zuilen dragen een halfrond balkon met balustrade. De glazen balkondeuren met halfrond bovenlicht zijn bekroond door een hardstenen gebroken halfrond fronton met het wapen van het geslacht Gunter. In het begin van de negentiende eeuw werd een ouder rechthoekig balkon vervangen door deze halfronde uitbouw. In de noordwestmuur onder de waterspiegel is een marmeren plaatje gemetseld met de inscriptie 'Pieter Poulle zoon van Benjamin Poulle heeft de eerste steen geleyt op den 1sten November 1680 out synde op dezen dagh drie jaer'. In de kelder zeventiende-eeuwse gemetselde kruisgewelven, houten balkenplafond en een zestiende-eeuws tongewelf. In het INTERIEUR is ondermeer van belang de gaaf bewaarde zeventiende-eeuwse plattegrond bestaande uit een lange gang in het midden (oost-west) waarlangs aan weerszijde de kamers zijn gelegen. In de gang boven de deuropeningen segmentvormige nissen met bustes van Romeinse keizers, op de verdieping cirkelvormige nissen met bustes van vrouwenfiguren. Zeventiende-eeuwse Gobelinkamer met gobelins uit het atelier van Maximiliaan van der Gucht te Delft waar het huis op staat afgebeeld. In deze kamer een marmeren schouw met als boezemstuk een schilderij van D. van der Plas (1683) waarop Magdalena Poulle is afgebeeld met haar neefje Pieter, die een tekening van het huis en tuinaanleg vasthoudt. Vormgeving van deurlijsten, lambriseringen, kozijnen e.d. gedeeltelijk naar ontwerp van Dortsman. Waardering HOOFDGEBOUW van algemeen belang: - vanwege het gaaf bewaard gebleven exterieur en gedeeltelijk aanwezige interieur van het 17de-eeuwse huis in classicistische stijl, vermoedelijk naar ontwerp van de architect Dortsman; - vanwege de 17de-eeuwse ruimte-indeling en aankleding van het interieur met de bijzondere 17de-eeuwse Gobelinkamer; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508241
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'KEERMUUR. Rondom het voorplein een zeventiende-eeuwse rode bakstenen keermuur met Y-vormige muurankers bekroond door een gemetselde ezelsrug. De keermuur vormt voor een deel het basement van de bouwhuizen en dient tevens ter ondersteuning van beide bruggen. Waardering KEERMUUR van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - als typisch voorbeeld van een 17de-eeuwse keermuur van een omgracht voorplein van een kasteel; - als functioneel onderdeel van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508249
ODB Beschijving (www.kich.nl): 'DUBBEL TOEGANGSHEK. Aan weerszijden van de Laan van Gunterstein twee identieke tegenover elkaar liggende inrijhekken op een dam; één naar het hoofdgebouw en één naar het koetshuis en de boerderij. De halfronde bakstenen keermuren zijn afgedekt met een hardstenen plaat en vormen het fundament van het inrijhek. Het hekwerk bestaat uit twee geschilderde pijlers met strakke profilering bekroond met een vaas. Tussen de pijlers een dubbel smeedijzeren spijlenhekwerk met aan weerszijde van de pijlers zijstukken rustend op een console-vormige ligger. Op de halfronde keermuur een laag hekje. Waardering DUBBEL TOEGANGSHEK van algemeen belang: - vanwege de markering van de toegang tot het park enerzijds en tot de boerderij/koetshuis anderzijds; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de ensemblewaarde; - vanwege de ornamentele waarde; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508240
ODB beschrijving (www.kich.nl):' 'KRAKELINGEN'BRUG. Aan het eind van de achttiende eeuw gebouwde brug met houten balustrade waarin versieringen in de vorm van krakelingen. Oorspronkelijk met drie boogcoulissen, thans rustend op twee gemetselde jukken met hardstenen ligger. Tussen de leuning van de balustrade en de pijlers zijn gietijzeren krullen aangebracht. Waardering 'KRAKELINGEN'BRUG van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving; - vanwege de markering van de toegang tot het kasteel; - vanwege de ensemblewaarde; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508239
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'TOEGANGSBRUG. Aan het einde van de achttiende eeuw is de ophaalbrug naar het voorplein vervangen door een vaste brug bestaande uit houten loopplank met aan weerszijden een negentiende-eeuwse smeedijzeren balustrade. De brug rust op de zeventiende-eeuwse bakstenen keermuur van het voorplein, een bakstenen keermuur aan de parkzijde en op twee gemetselde jukken. Aan de kant van het voorplein staan twee hardstenen pijlers bekroond met een hardstenen vaas. Waardering TOEGANGSBRUG van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de markering van de toegang tot het voorplein; - vanwege de ensemblewaarde; - vanwege de ornamentele waarde; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508238
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'NOORDELIJK BOUWHUIS. Op rechthoekige grondslag opgetrokken zeventiende-eeuws bakstenen bouwhuis van één bouwlaag onder een met Oud-Hollandse dakpannen gedekt schilddak. Het bouwhuis sluit het voorplein aan de noordzijde af en vormt als zodanig het pendant van het zuidelijk bouwhuis. De achtergevel (noord) en de kopgevel (oost) rijzen direct uit de gracht op. De voorgevel en kopgevels zijn identiek aan die van het zuidelijk bouwhuis. Tegen de voorgevel aan de westzijde een buitenpomp bestaande uit een hardstenen pilaster van blokwerk met pomp, slinger en waterbak. In de achtergevel één meerruitsvenster. Waardering NOORDELIJK BOUWHUIS van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het gave exterieur; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508237
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'ZUIDELIJK BOUWHUIS. Op rechthoekige grondslag opgetrokken zeventiende-eeuws bakstenen bouwhuis van één bouwlaag onder een met Oud-Hollandse pannen gedekt schilddak. Op de nok een vierkant gemetselde schoorsteen. Het bouwhuis sluit het voorplein aan de zuidzijde af en vormt als zodanig het pendant van het noordelijk bouwhuis. De achtergevel (zuid) en de kopgevel (oost) rijzen direct uit de gracht op. Symmetrisch ingedeelde voorgevel met drie houten toegangsdeuren en zes tweeruitsvensters op de verdieping. In het midden van de gevel een dakkapel, die deels de lijstgevel onderbreekt. In de kopgevel aan de westkant een groot zestienruitsvenster met luiken, aan de oostkant een meerruitsvenster. In het midden van de negentiende eeuw werd het bouwhuis als oranjerie in gebruik genomen, waarvoor naar ontwerp van J.A. van Lunteren in de achtergevel zes grote gietijzeren vensters werden aangebracht (1852/53). Bij de verbouwing tot woonhuis in 1955 werden deze vensters vervangen door meerruitsvensters. In het dakschild twee dakkapellen. Waardering ZUIDELIJK BOUWHUIS van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508255
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'TOEGANGSHEK. Een negentiende-eeuws hek bestaande uit twee hardstenen pijlers waartussen een spijlenhekwerk vormt de doorgang naar de rechthoekige moestuin. Het hek is in vervallen staat. Waardering TOEGANGSHEK van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de ensemblewaarde; - vanwege de functioneel en ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508236
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Gunterstein. Deels in structuur en deels in detail gaaf bewaarde aanleg in landschapsstijl binnen een formele structuur van lanen en waterlopen. Beeldbepalend voor de aanleg is de zeventiende-eeuwse monumentale as op het huis, bestaande uit een dubbele rij oude linden (XIXb). De laan kent een visuele versmalling aan het einde, daar in het verlengde van de laan na WOII een populierenbos is geplant waarin een smalle zichtas is uitgespaard. Ter hoogte van dit bosperceel maakt de laan een knik en loopt als slingerpad door naar de Achterplaats. Door de aswerking lijkt, vanaf het einde van de laan, de schoorsteentoren op het huis bekroond te worden door een obelisk-achtige bekroning, hetgeen in werkelijkheid het torendak van de Nederlands Hervormde Kerk van Breukelen is. De 17de-eeuwse classicistische opbouw van een op het huis geprojecteerde hoofdas wordt versterkt door de symmetrisch geplaatste bouwhuizen aan weerszijden van het voorplein. Voor het voorplein een dwarsas bestaande uit een kastanje- en beukenlaan, die met een knik rondom de Nieuwe Tuin en het Engels Werk loopt. Langs de lindelaan liggen achtereenvolgens van west naar oost, gevat in de zeventiende-eeuwse grachtenstructuur: het driehoekige weiland naast het huis; het omgrachte park in landschapsstijl (Nieuwe Tuin en Engelse Werk), een weiland met boomgroepen en een landschappelijke aanleg op de Achterplaats. Het Engelse Werk kent een vroeg-landschappelijke aanleg met slingerpaden en een waterkom. Deze aanleg dateert vermoedelijk uit het einde van de achttiende eeuw, daar in 1793 het pittoreske tuinhuis 'de rots' werd gebouwd (combinatie van een kluizenaarsgrot en een kinderspeelhuisje, in 1970 afgebroken). Naar het ontwerp van de tuinarchitect Van Lunteren uit 1849 is de gebogen verbreding in de gracht uitgevoerd en zijn enkele paden in wijde curven om een open ruimte aangelegd. Ten westen van deze aanleg een modern tuingedeelte uit 1935, de Nieuwe Tuin genaamd, bestaande uit een open aanleg met enkele solitairen en een rondlopend pad. Aansluitend op het Engels Werk, gescheiden door een slingerende laan (beplanting van Zomereiken en Gewone Essen 1958), een brede strook weiland. Het weiland is ingericht met boomgroepen, daterend uit de vroege landschapsperiode, om een dieptewerking te verkrijgen. Vanaf de lindelaan, die de grens vormt aan de noordzijde, zijn fraaie zichten op deze open ruimte met coulissenwerking geprojecteerd. Een slingerende laan, onderdeel van de 'Belt walk' kadert het weiland aan de zuidzijde af. Door de aankoop van de hofstede Boomrijk in 1832 werd ten zuiden van de buitenplaats een brede strook weiland toegevoegd. Ter verfraaiing werd een slingerlaan (buitenlaan) aangelegd van diverse bomenaanplant (Rode beuk, Paardekastanje, Plataan en Linde). De ronde waterkom in de formele aanleg van de Achterplaats werd in 1865 door Copijn vergraven tot een slingerende vijver. De aanleg van de Achterplaats heeft een besloten karakter door de dichte begroeiing (iepen) langs de randen. Waardering HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats van algemeen belang: - vanwege de gaaf bewaard gebleven 17de-eeuwse formele grachten- en lanenstructuur; - vanwege de 17de-eeuwse classicistische opbouw van de aanleg, bestaande uit een lange zichtas (hoofdas) loodrecht op het huis geprojecteerd, het voorplein met de symmetrische geplaatste bouwhuizen en het hoofdgebouw; - vanwege de verschillende fasen van aanleg in landschapsstijl, namelijk de vroege-landschapsstijl (einde 18de-eeuw), de aanleg naar ontwerp van S.A. van Lunteren (1849) en Copijn (1865)'.
Status:
Monumentnummer: 508234
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'HOOFDGEBOUW (Gunterstein). Geheel omgracht, blokvormig pand op vrijwel vierkante grondslag opgetrokken uit baksteen en bestaande uit een onderbouw, twee verdiepingen en een attiek. De hoeken zijn afgewerkt met geblokte lisenen. De attiekverdieping wordt gevormd door een hoofdgestel met triglyfen en metopen. Het met Oud-Hollandse pannen gedekte afgeplatte schilddak (oorspronkelijk met een rondlopende zakgoot) wordt bekroond door een hoge vierkant gemetselde schoorsteenvormige toren met dubbele hoekpilasters waartussen gemetselde rondboognissen. In elke nis staat een op een sokkel geplaatst vrouwenbeeld, die de vier seizoenen voorstellen. Tegen de voorgevel twee vooruitspringende korte zijvleugels onder een plat dak die een kleine haute-cour omsluiten. De hoofdingang is tussen de twee zijvleugels gelegen en bestaat uit een dubbele deur met halfrond bovenlicht geflankeerd door zuilen die een balkon dragen. Boven de deur staat in Romeinse cijfers het bouwjaar (1681). Op de hoeken van de balustrade van het balkon twee beelden (putti). De dubbele glazen balkondeuren met luiken worden bekroond door een driehoekig fronton waarboven het wapen van de familie Poulle is aangebracht. De zijvleugels, die oorspronkelijk één bouwlaag hoog waren, werden in de achttiende eeuw met een verdieping verhoogd. De indeling van de gevel bestaat uit een zesruitsvenster met halfrond bovenlicht op de begane grond en een zesruitsvenster op de verdieping. De opbouw van de zuid- en noordzijde bestaat uit twee naast elkaar geplaatste vierkante keldervensters (1-lichts) waarboven een vierruitsvenster met halfrond bovenlicht op de begane grond en een rond gemetselde nis op de verdieping. De zuid- en noordgevel hebben elk zes vensterassen bestaande uit twee naast elkaar geplaatste vierkante keldervensters, die deels blind zijn uitgevoerd, en negentiende-eeuws zesruits schuifvensters met persiennes op de begane grond en op de verdieping. In de noordgevel is de linker vensteras dicht gemetseld en is er een rond venster in geplaatst. De achtergevel bestaat uit drie vensterassen met dezelfde opbouw als de assen van de zijgevels. In het midden een ovale uitbouw van vier Dorische zuilen staande op een deels bakstenen deels natuurstenen plateau die toegang geeft tot kelderverdieping. De zuilen dragen een halfrond balkon met balustrade. De glazen balkondeuren met halfrond bovenlicht zijn bekroond door een hardstenen gebroken halfrond fronton met het wapen van het geslacht Gunter. In het begin van de negentiende eeuw werd een ouder rechthoekig balkon vervangen door deze halfronde uitbouw. In de noordwestmuur onder de waterspiegel is een marmeren plaatje gemetseld met de inscriptie 'Pieter Poulle zoon van Benjamin Poulle heeft de eerste steen geleyt op den 1sten November 1680 out synde op dezen dagh drie jaer'. In de kelder zeventiende-eeuwse gemetselde kruisgewelven, houten balkenplafond en een zestiende-eeuws tongewelf. In het INTERIEUR is ondermeer van belang de gaaf bewaarde zeventiende-eeuwse plattegrond bestaande uit een lange gang in het midden (oost-west) waarlangs aan weerszijde de kamers zijn gelegen. In de gang boven de deuropeningen segmentvormige nissen met bustes van Romeinse keizers, op de verdieping cirkelvormige nissen met bustes van vrouwenfiguren. Zeventiende-eeuwse Gobelinkamer met gobelins uit het atelier van Maximiliaan van der Gucht te Delft waar het huis op staat afgebeeld. In deze kamer een marmeren schouw met als boezemstuk een schilderij van D. van der Plas (1683) waarop Magdalena Poulle is afgebeeld met haar neefje Pieter, die een tekening van het huis en tuinaanleg vasthoudt. Vormgeving van deurlijsten, lambriseringen, kozijnen e.d. gedeeltelijk naar ontwerp van Dortsman. Waardering HOOFDGEBOUW van algemeen belang: - vanwege het gaaf bewaard gebleven exterieur en gedeeltelijk aanwezige interieur van het 17de-eeuwse huis in classicistische stijl, vermoedelijk naar ontwerp van de architect Dortsman; - vanwege de 17de-eeuwse ruimte-indeling en aankleding van het interieur met de bijzondere 17de-eeuwse Gobelinkamer; - vanwege de kenmerkende ligging binnen de historische tuin- en parkaanleg; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508241
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'KEERMUUR. Rondom het voorplein een zeventiende-eeuwse rode bakstenen keermuur met Y-vormige muurankers bekroond door een gemetselde ezelsrug. De keermuur vormt voor een deel het basement van de bouwhuizen en dient tevens ter ondersteuning van beide bruggen. Waardering KEERMUUR van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - als typisch voorbeeld van een 17de-eeuwse keermuur van een omgracht voorplein van een kasteel; - als functioneel onderdeel van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508249
ODB Beschijving (www.kich.nl): 'DUBBEL TOEGANGSHEK. Aan weerszijden van de Laan van Gunterstein twee identieke tegenover elkaar liggende inrijhekken op een dam; één naar het hoofdgebouw en één naar het koetshuis en de boerderij. De halfronde bakstenen keermuren zijn afgedekt met een hardstenen plaat en vormen het fundament van het inrijhek. Het hekwerk bestaat uit twee geschilderde pijlers met strakke profilering bekroond met een vaas. Tussen de pijlers een dubbel smeedijzeren spijlenhekwerk met aan weerszijde van de pijlers zijstukken rustend op een console-vormige ligger. Op de halfronde keermuur een laag hekje. Waardering DUBBEL TOEGANGSHEK van algemeen belang: - vanwege de markering van de toegang tot het park enerzijds en tot de boerderij/koetshuis anderzijds; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de ensemblewaarde; - vanwege de ornamentele waarde; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508240
ODB beschrijving (www.kich.nl):' 'KRAKELINGEN'BRUG. Aan het eind van de achttiende eeuw gebouwde brug met houten balustrade waarin versieringen in de vorm van krakelingen. Oorspronkelijk met drie boogcoulissen, thans rustend op twee gemetselde jukken met hardstenen ligger. Tussen de leuning van de balustrade en de pijlers zijn gietijzeren krullen aangebracht. Waardering 'KRAKELINGEN'BRUG van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de architectonische vormgeving; - vanwege de markering van de toegang tot het kasteel; - vanwege de ensemblewaarde; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508239
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'TOEGANGSBRUG. Aan het einde van de achttiende eeuw is de ophaalbrug naar het voorplein vervangen door een vaste brug bestaande uit houten loopplank met aan weerszijden een negentiende-eeuwse smeedijzeren balustrade. De brug rust op de zeventiende-eeuwse bakstenen keermuur van het voorplein, een bakstenen keermuur aan de parkzijde en op twee gemetselde jukken. Aan de kant van het voorplein staan twee hardstenen pijlers bekroond met een hardstenen vaas. Waardering TOEGANGSBRUG van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de markering van de toegang tot het voorplein; - vanwege de ensemblewaarde; - vanwege de ornamentele waarde; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508238
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'NOORDELIJK BOUWHUIS. Op rechthoekige grondslag opgetrokken zeventiende-eeuws bakstenen bouwhuis van één bouwlaag onder een met Oud-Hollandse dakpannen gedekt schilddak. Het bouwhuis sluit het voorplein aan de noordzijde af en vormt als zodanig het pendant van het zuidelijk bouwhuis. De achtergevel (noord) en de kopgevel (oost) rijzen direct uit de gracht op. De voorgevel en kopgevels zijn identiek aan die van het zuidelijk bouwhuis. Tegen de voorgevel aan de westzijde een buitenpomp bestaande uit een hardstenen pilaster van blokwerk met pomp, slinger en waterbak. In de achtergevel één meerruitsvenster. Waardering NOORDELIJK BOUWHUIS van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege het gave exterieur; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508237
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'ZUIDELIJK BOUWHUIS. Op rechthoekige grondslag opgetrokken zeventiende-eeuws bakstenen bouwhuis van één bouwlaag onder een met Oud-Hollandse pannen gedekt schilddak. Op de nok een vierkant gemetselde schoorsteen. Het bouwhuis sluit het voorplein aan de zuidzijde af en vormt als zodanig het pendant van het noordelijk bouwhuis. De achtergevel (zuid) en de kopgevel (oost) rijzen direct uit de gracht op. Symmetrisch ingedeelde voorgevel met drie houten toegangsdeuren en zes tweeruitsvensters op de verdieping. In het midden van de gevel een dakkapel, die deels de lijstgevel onderbreekt. In de kopgevel aan de westkant een groot zestienruitsvenster met luiken, aan de oostkant een meerruitsvenster. In het midden van de negentiende eeuw werd het bouwhuis als oranjerie in gebruik genomen, waarvoor naar ontwerp van J.A. van Lunteren in de achtergevel zes grote gietijzeren vensters werden aangebracht (1852/53). Bij de verbouwing tot woonhuis in 1955 werden deze vensters vervangen door meerruitsvensters. In het dakschild twee dakkapellen. Waardering ZUIDELIJK BOUWHUIS van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - als karakteristiek en functioneel onderdeel van de buitenplaats; - vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508255
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'TOEGANGSHEK. Een negentiende-eeuws hek bestaande uit twee hardstenen pijlers waartussen een spijlenhekwerk vormt de doorgang naar de rechthoekige moestuin. Het hek is in vervallen staat. Waardering TOEGANGSHEK van algemeen belang: - vanwege de ouderdom; - vanwege de ensemblewaarde; - vanwege de functioneel en ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats'.
Monumentnummer: 508236
ODB beschrijving (www.kich.nl): 'HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Gunterstein. Deels in structuur en deels in detail gaaf bewaarde aanleg in landschapsstijl binnen een formele structuur van lanen en waterlopen. Beeldbepalend voor de aanleg is de zeventiende-eeuwse monumentale as op het huis, bestaande uit een dubbele rij oude linden (XIXb). De laan kent een visuele versmalling aan het einde, daar in het verlengde van de laan na WOII een populierenbos is geplant waarin een smalle zichtas is uitgespaard. Ter hoogte van dit bosperceel maakt de laan een knik en loopt als slingerpad door naar de Achterplaats. Door de aswerking lijkt, vanaf het einde van de laan, de schoorsteentoren op het huis bekroond te worden door een obelisk-achtige bekroning, hetgeen in werkelijkheid het torendak van de Nederlands Hervormde Kerk van Breukelen is. De 17de-eeuwse classicistische opbouw van een op het huis geprojecteerde hoofdas wordt versterkt door de symmetrisch geplaatste bouwhuizen aan weerszijden van het voorplein. Voor het voorplein een dwarsas bestaande uit een kastanje- en beukenlaan, die met een knik rondom de Nieuwe Tuin en het Engels Werk loopt. Langs de lindelaan liggen achtereenvolgens van west naar oost, gevat in de zeventiende-eeuwse grachtenstructuur: het driehoekige weiland naast het huis; het omgrachte park in landschapsstijl (Nieuwe Tuin en Engelse Werk), een weiland met boomgroepen en een landschappelijke aanleg op de Achterplaats. Het Engelse Werk kent een vroeg-landschappelijke aanleg met slingerpaden en een waterkom. Deze aanleg dateert vermoedelijk uit het einde van de achttiende eeuw, daar in 1793 het pittoreske tuinhuis 'de rots' werd gebouwd (combinatie van een kluizenaarsgrot en een kinderspeelhuisje, in 1970 afgebroken). Naar het ontwerp van de tuinarchitect Van Lunteren uit 1849 is de gebogen verbreding in de gracht uitgevoerd en zijn enkele paden in wijde curven om een open ruimte aangelegd. Ten westen van deze aanleg een modern tuingedeelte uit 1935, de Nieuwe Tuin genaamd, bestaande uit een open aanleg met enkele solitairen en een rondlopend pad. Aansluitend op het Engels Werk, gescheiden door een slingerende laan (beplanting van Zomereiken en Gewone Essen 1958), een brede strook weiland. Het weiland is ingericht met boomgroepen, daterend uit de vroege landschapsperiode, om een dieptewerking te verkrijgen. Vanaf de lindelaan, die de grens vormt aan de noordzijde, zijn fraaie zichten op deze open ruimte met coulissenwerking geprojecteerd. Een slingerende laan, onderdeel van de 'Belt walk' kadert het weiland aan de zuidzijde af. Door de aankoop van de hofstede Boomrijk in 1832 werd ten zuiden van de buitenplaats een brede strook weiland toegevoegd. Ter verfraaiing werd een slingerlaan (buitenlaan) aangelegd van diverse bomenaanplant (Rode beuk, Paardekastanje, Plataan en Linde). De ronde waterkom in de formele aanleg van de Achterplaats werd in 1865 door Copijn vergraven tot een slingerende vijver. De aanleg van de Achterplaats heeft een besloten karakter door de dichte begroeiing (iepen) langs de randen. Waardering HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats van algemeen belang: - vanwege de gaaf bewaard gebleven 17de-eeuwse formele grachten- en lanenstructuur; - vanwege de 17de-eeuwse classicistische opbouw van de aanleg, bestaande uit een lange zichtas (hoofdas) loodrecht op het huis geprojecteerd, het voorplein met de symmetrische geplaatste bouwhuizen en het hoofdgebouw; - vanwege de verschillende fasen van aanleg in landschapsstijl, namelijk de vroege-landschapsstijl (einde 18de-eeuw), de aanleg naar ontwerp van S.A. van Lunteren (1849) en Copijn (1865)'.
Bescherming terrein
Status: (Geen waardemelding in Archis2)
Status: (Geen waardemelding in Archis2)
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 30-3-2000
Auteur: M.D. Saan
Beschrijving gemaakt: 30-3-2000
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
N.v.t.
N.v.t.
Geomorfologische codering
4K26, Rivier-inversierug
4K26, Rivier-inversierug
Bodemkundige codering
Rn95C-VI, Kalkloze poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5
Rn95C-VI, Kalkloze poldervaaggronden; zware zavel en lichte klei, profielverloop 5
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.