Lede, Huis ter /ter Lee
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Lede, Huis ter /ter Lee
Lede, Huis ter /ter Lee
Locatie
Adres: Rhenenseweg 22, 4041 GS
Kesteren
Gemeente Kesteren
Provincie Gelderland
Het voormalige kasteelterrein ligt even ten noorden van Kesteren tegen de noordkant van het sportterrein.
Adres: Rhenenseweg 22, 4041 GS
Kesteren
Gemeente Kesteren
Provincie Gelderland
Het voormalige kasteelterrein ligt even ten noorden van Kesteren tegen de noordkant van het sportterrein.
Typologie
(?)
(?)
Mogelijk is er bij Ter lede sprake van een vierkant kasteel zonder torens op de hoeken. Dit is (later) gecompenseerd door drie hoeken te voorzien van arkeltorentjes. Een tweede mogelijkheid is dat het kasteel behoorde tot de compacte zaal-torenkastelen.
(?)
(?)
Mogelijk is er bij Ter lede sprake van een vierkant kasteel zonder torens op de hoeken. Dit is (later) gecompenseerd door drie hoeken te voorzien van arkeltorentjes. Een tweede mogelijkheid is dat het kasteel behoorde tot de compacte zaal-torenkastelen.
Etymologie
Het huis zal genoemd zijn naar de nabij gelegen stroom de Lee (ook wel Lede en Leigraaf geheten). Met 'lede' werd vrijwel altijd een kanaal of wetering bedoeld.
Het huis zal genoemd zijn naar de nabij gelegen stroom de Lee (ook wel Lede en Leigraaf geheten). Met 'lede' werd vrijwel altijd een kanaal of wetering bedoeld.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: Jan. 2001
Boerenbedrijf.
Laatst bijgewerkt: Jan. 2001
Boerenbedrijf.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Op het voormalige kasteelterrein is nu een boerenbedrijf gevestigd. De boerderij ligt hoger dan het omringende weiland waarin zich een restant van een grachten profiel lijkt af te tekenen. Mogelijk zijn er in situ nog ondergrondse muurresten.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Op het voormalige kasteelterrein is nu een boerenbedrijf gevestigd. De boerderij ligt hoger dan het omringende weiland waarin zich een restant van een grachten profiel lijkt af te tekenen. Mogelijk zijn er in situ nog ondergrondse muurresten.
Afmetingen
Oudste vermelding
Datum: 1379
Bron: Sloet, J.J.S, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven, 1924, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen etc.,het kwartier van Nijmegen, Arnhem, p 395-397, nr. 167.
"Dat huys ter Lede met vier mergen landts daer dat huys op steet, ontfangen bij Johan heer van Lyenden"
Dat huys ter Lede met viermergen landts daer dat huys op steet, ontfangen bij Johan heer van Lyenden, anno 1379. (Sloet, J.J.S, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven, 1924, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen etc.,het kwartier van Nijmegen. Arnhem p 395-397, nr 167).
Datum: 1379
Bron: Sloet, J.J.S, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven, 1924, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen etc.,het kwartier van Nijmegen, Arnhem, p 395-397, nr. 167.
"Dat huys ter Lede met vier mergen landts daer dat huys op steet, ontfangen bij Johan heer van Lyenden"
Dat huys ter Lede met viermergen landts daer dat huys op steet, ontfangen bij Johan heer van Lyenden, anno 1379. (Sloet, J.J.S, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven, 1924, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen etc.,het kwartier van Nijmegen. Arnhem p 395-397, nr 167).
Bezitsgeschiedenis
Huis Ter Leede was een Gelders leen. Als eerste heer van huys ter Lede staat vermeld Johan heer van Lienden anno 1379. In 1402 is het huis bezit van Derk van Lienden om in 1429 over te gaan op diens broer Johan van Loen. In 1431 ontvangt Johan van Gimmenich, heer tot Visschel tot zijn rechten 'dat huys en borch ter Lee'. In 1434 gaat voornoemde Johan Gimmenich met Jan van Arkel, heer tot Hoekelum een verbond aan tegen Walraven van Meurs. In 1436 echter blijkt Van Meurs het huis in bezit te hebben als hij het verpandt aan zijn broer Hendrik, bisschop van Munster. In 1437 bekent Jan van Arkel, de voormalige bondgenoot van Johan van Gimmenich, een bedrag van 1800 gulden ontvangen te hebben van Walraven van Meurs en hij doet hiervoor afstand van zijn rechten op ter Lede. Nadat Walraven van Meurs het huis in 1453 nogmaals verpand heeft, ditmaal aan zijn neef, komt het kasteel in 1455 terug bij Johan van Gimmenich als deze ter Lede weer koopt van Walraven van Meurs, samen met de heerlijkheid van Lienden en Ommeren. Het huis komt in bezit van de familie van Culenborch als Gerrit van Culenborch er in 1470 mee wordt beleend. Kleindochter Anna, weduwe van Pallant, erft het huis in 1527. Haar zoon en kleinzoon zijn beleend als heer tot Palland waarna achterkleinzoon Floris in 1598 vermeld staat als graef van Culenborch. In 1639 wordt neef Philips Theodor graaf van Waldeck Piermont en Culenborch beleend met het huis. In september 1700 draagt Louisa Anna vorstin tot Waldeck en gravin van Culenborch het leen op aan de nog onmondige Willem prins van Sachsen. De laatste van dit geslacht die het huis in leen hield was Josias Franciscus. In 1733 draagt hij Ter Lede op aan Otto Roeleman Frederik van Byland. Het huis blijft bezit van de Van Bylands tot Christiaan Reynolt en Anna Constantia Henrietta van Byland het huis overgedragen aan Matthias Spillenaar die er vervolgens op 23 juli 1773 mee werd beleend. Als laatste bezitter staat vermeld de zoon van Matthias' broer Jan Hendrik, eveneens Matthias Spillenaar geheten d.d. 5 oktober 1792. Het huis is dan al lang niet meer bewoond. In 1741 staat het huis nog bijna geheel in "zyne muuren", maar heeft het voor het merendeel geen dak meer (tegenw. staat, 1740). In 1823 is het geheel verdwenen (De Beaufort, R. 1968).
Huis Ter Leede was een Gelders leen. Als eerste heer van huys ter Lede staat vermeld Johan heer van Lienden anno 1379. In 1402 is het huis bezit van Derk van Lienden om in 1429 over te gaan op diens broer Johan van Loen. In 1431 ontvangt Johan van Gimmenich, heer tot Visschel tot zijn rechten 'dat huys en borch ter Lee'. In 1434 gaat voornoemde Johan Gimmenich met Jan van Arkel, heer tot Hoekelum een verbond aan tegen Walraven van Meurs. In 1436 echter blijkt Van Meurs het huis in bezit te hebben als hij het verpandt aan zijn broer Hendrik, bisschop van Munster. In 1437 bekent Jan van Arkel, de voormalige bondgenoot van Johan van Gimmenich, een bedrag van 1800 gulden ontvangen te hebben van Walraven van Meurs en hij doet hiervoor afstand van zijn rechten op ter Lede. Nadat Walraven van Meurs het huis in 1453 nogmaals verpand heeft, ditmaal aan zijn neef, komt het kasteel in 1455 terug bij Johan van Gimmenich als deze ter Lede weer koopt van Walraven van Meurs, samen met de heerlijkheid van Lienden en Ommeren. Het huis komt in bezit van de familie van Culenborch als Gerrit van Culenborch er in 1470 mee wordt beleend. Kleindochter Anna, weduwe van Pallant, erft het huis in 1527. Haar zoon en kleinzoon zijn beleend als heer tot Palland waarna achterkleinzoon Floris in 1598 vermeld staat als graef van Culenborch. In 1639 wordt neef Philips Theodor graaf van Waldeck Piermont en Culenborch beleend met het huis. In september 1700 draagt Louisa Anna vorstin tot Waldeck en gravin van Culenborch het leen op aan de nog onmondige Willem prins van Sachsen. De laatste van dit geslacht die het huis in leen hield was Josias Franciscus. In 1733 draagt hij Ter Lede op aan Otto Roeleman Frederik van Byland. Het huis blijft bezit van de Van Bylands tot Christiaan Reynolt en Anna Constantia Henrietta van Byland het huis overgedragen aan Matthias Spillenaar die er vervolgens op 23 juli 1773 mee werd beleend. Als laatste bezitter staat vermeld de zoon van Matthias' broer Jan Hendrik, eveneens Matthias Spillenaar geheten d.d. 5 oktober 1792. Het huis is dan al lang niet meer bewoond. In 1741 staat het huis nog bijna geheel in "zyne muuren", maar heeft het voor het merendeel geen dak meer (tegenw. staat, 1740). In 1823 is het geheel verdwenen (De Beaufort, R. 1968).
Historische betekenis
Huis ter Lede heeft historische betekenis als verblijfplaats Walraven van Meurs, heer van Baer. Deze was elect-bisschop van Utrecht tijdens het Utrechts schisma (1423-1433). In 1450 volgde hij zijn broer Hendrik op als bisschop van Munster. Op bouwkundig vlak is de poorttoren interessant. Gezien de afmetingen heeft de toren mogelijk ook als woontoren gefunctioneerd. Ook dit kasteel is later tijd omgeven met aarden wallen.
Huis ter Lede heeft historische betekenis als verblijfplaats Walraven van Meurs, heer van Baer. Deze was elect-bisschop van Utrecht tijdens het Utrechts schisma (1423-1433). In 1450 volgde hij zijn broer Hendrik op als bisschop van Munster. Op bouwkundig vlak is de poorttoren interessant. Gezien de afmetingen heeft de toren mogelijk ook als woontoren gefunctioneerd. Ook dit kasteel is later tijd omgeven met aarden wallen.
Bouwgeschiedenis
Ter lede is getekend door A. de Haen en J. de Beyer. Op de tekeningen van De Haen is het huis nog vrijwel in takt, op die van De Beyer is het huis al en ruïne. Het kasteel lijkt een duidelijk vierkant grondplan te hebben gehad. Wat direct opvalt, is de in de oostgevel min of meer centraal geplaatste en licht uitspringende poorttoren. Gezien de afmetingen lijkt men deze toren terecht te benoemen tot hoofdtoren. De borstwering is aan de voorzijde voorzien van arkeltorens, waartussen zich mogelijk een bakmachicoulis bevindt. De Haen heeft het huis weergegeven met een horizontale lijn ter hoogte van het vloerniveau. Deze lijn kan de schaduwwerking van het talud zijn, maar kan ook een bouwfase weergeven. Zo is het mogelijk dat oorspronkelijke weermuren zijn opgehoogd waarna er aan de binnenzijde gebouwen tegenaan zijn geplaatst. In 1741 werd het huis beschreven als een herenhuis, maar ook als een "vierkant zwaar gevaarte, grof en dik van muuren" met op iedere hoek "eenen dikken hang-Tooren en nog een vierkanten [toren], onder welken men, door eene Poort, over eene vaste Brug, in 't Kasteel treedt. Het staat in eene diepe gracht die met eenen hoogen aarden wal omringd is" (Tegenw. staat, 1741). Van ter Lede is een inventaris bewaard gebleven. Omdat Erhard van Palland, graaf van Culemborch, hierbij wordt genoemd, wordt verondersteld dat het stuk van ca 1530 dateert. Ten tijde van deze inventaris had dit kasteel onder meer een zaal, een kapel en een keuken. Verder worden negen ruimten met bedden genoemd, waarvan drie kamers zich op de 'poerte' bevinden. Ook staat een van deze kamers vermeld als 'staetkamer'. Verder was er een brouwkelder met "eene braukettel van XXIII tonnen", een bierkelder en een gevangenkelder. Tenslotte was er nog een zolder met handmolen (queern solder), een bouwhuis en een kruitkamertje (Van Ingen, K. 1997).
Ter lede is getekend door A. de Haen en J. de Beyer. Op de tekeningen van De Haen is het huis nog vrijwel in takt, op die van De Beyer is het huis al en ruïne. Het kasteel lijkt een duidelijk vierkant grondplan te hebben gehad. Wat direct opvalt, is de in de oostgevel min of meer centraal geplaatste en licht uitspringende poorttoren. Gezien de afmetingen lijkt men deze toren terecht te benoemen tot hoofdtoren. De borstwering is aan de voorzijde voorzien van arkeltorens, waartussen zich mogelijk een bakmachicoulis bevindt. De Haen heeft het huis weergegeven met een horizontale lijn ter hoogte van het vloerniveau. Deze lijn kan de schaduwwerking van het talud zijn, maar kan ook een bouwfase weergeven. Zo is het mogelijk dat oorspronkelijke weermuren zijn opgehoogd waarna er aan de binnenzijde gebouwen tegenaan zijn geplaatst. In 1741 werd het huis beschreven als een herenhuis, maar ook als een "vierkant zwaar gevaarte, grof en dik van muuren" met op iedere hoek "eenen dikken hang-Tooren en nog een vierkanten [toren], onder welken men, door eene Poort, over eene vaste Brug, in 't Kasteel treedt. Het staat in eene diepe gracht die met eenen hoogen aarden wal omringd is" (Tegenw. staat, 1741). Van ter Lede is een inventaris bewaard gebleven. Omdat Erhard van Palland, graaf van Culemborch, hierbij wordt genoemd, wordt verondersteld dat het stuk van ca 1530 dateert. Ten tijde van deze inventaris had dit kasteel onder meer een zaal, een kapel en een keuken. Verder worden negen ruimten met bedden genoemd, waarvan drie kamers zich op de 'poerte' bevinden. Ook staat een van deze kamers vermeld als 'staetkamer'. Verder was er een brouwkelder met "eene braukettel van XXIII tonnen", een bierkelder en een gevangenkelder. Tenslotte was er nog een zolder met handmolen (queern solder), een bouwhuis en een kruitkamertje (Van Ingen, K. 1997).
Afbeeldingen
- Twee tekeningen van huis ter Lede van Albert de Haen, anno 1727. Het huis staat afgebeeld van de noordwesthoek en vanuit het zuidoosten (Van Ingen 1997,p. 119-126).- Voor de noordwesthoek door A. de Haen (Beaufort 1968, CXXIII afb. 294).- Drie tekeningen van Jan de Beyer uit het midden van de 18e eeuw (Romers 1987, nr. 194,195,196).- Ter Lede in opstand op rivieren kaart, Rag, archief collectie algemene kaarten verzameling nr. 347.2 neg. 2086.
- Twee tekeningen van huis ter Lede van Albert de Haen, anno 1727. Het huis staat afgebeeld van de noordwesthoek en vanuit het zuidoosten (Van Ingen 1997,p. 119-126).- Voor de noordwesthoek door A. de Haen (Beaufort 1968, CXXIII afb. 294).- Drie tekeningen van Jan de Beyer uit het midden van de 18e eeuw (Romers 1987, nr. 194,195,196).- Ter Lede in opstand op rivieren kaart, Rag, archief collectie algemene kaarten verzameling nr. 347.2 neg. 2086.
Bronnen
Literatuur
Beaufort, R.F.P., De, en H. M., van den Berg 1968, Nederlandse. Monumenten van Geschiedenis en Kunst, dl III, de Betuwe, Den Haag, p. 296.Van Ingen, K., 1997, Een 16e eeuwse beschrijving van het huis Ter Leede: in Kruiend door de Betuwe, Kesteren, p. 119-126.Nijhoff, I,A, 1830-1875, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van gelderland, deel IV, Arnhem, p .273-274, nr. 301.Sloet, J.J.S, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven, 1924, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen etc., het kwartier van Nijmegen, Arnhem, 395-397, nr. 167.Romers, H., 1987, Jan de Beyer. Achttiende eeuwse gezichten van steden dorpen en huizen, deel 1, Gelderland en Overijsel, Alphen a/d Rijn, nr. 194,195,196.Tegenwoordige staat der vereenigde Nederlanden, 1740, dl. 3 Beschrijvende den tegenwoordige staat van Gelderland, Amsterdam, p. 271-272.
Beaufort, R.F.P., De, en H. M., van den Berg 1968, Nederlandse. Monumenten van Geschiedenis en Kunst, dl III, de Betuwe, Den Haag, p. 296.Van Ingen, K., 1997, Een 16e eeuwse beschrijving van het huis Ter Leede: in Kruiend door de Betuwe, Kesteren, p. 119-126.Nijhoff, I,A, 1830-1875, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van gelderland, deel IV, Arnhem, p .273-274, nr. 301.Sloet, J.J.S, J.S. van Veen en A.H. Martens van Sevenhoven, 1924, Register op de leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen etc., het kwartier van Nijmegen, Arnhem, 395-397, nr. 167.Romers, H., 1987, Jan de Beyer. Achttiende eeuwse gezichten van steden dorpen en huizen, deel 1, Gelderland en Overijsel, Alphen a/d Rijn, nr. 194,195,196.Tegenwoordige staat der vereenigde Nederlanden, 1740, dl. 3 Beschrijvende den tegenwoordige staat van Gelderland, Amsterdam, p. 271-272.
Documentatie
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: L.J. Smals
Beschrijving gemaakt: 11-06-2003
Auteur: L.J. Smals
Beschrijving gemaakt: 11-06-2003
Bouwhistorisch onderzoek RCE
Archeologisch onderzoek RCE
Overig onderzoek
Geomorfologische codering
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.