Deurne, Groot / Nieuw Kasteel van
BASISREGISTRATIE [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Deurne, Groot / Nieuw Kasteel van
Deurne, Groot / Nieuw Kasteel van
Locatie
Adres: Haageind 37
Deurne
Gemeente Deurne
Provincie Noord-Brabant
De ruine van het Groot Kasteel is gelegen aan het Haageind, een doorgaande weg tussen Deurne-centrum en het kerkdorp Walsberg, ten noorden van het centrum van Deurne.
Adres: Haageind 37
Deurne
Gemeente Deurne
Provincie Noord-Brabant
De ruine van het Groot Kasteel is gelegen aan het Haageind, een doorgaande weg tussen Deurne-centrum en het kerkdorp Walsberg, ten noorden van het centrum van Deurne.
Typologie
Het kasteel was oorspronkelijk een woontoren.
Het kasteel was oorspronkelijk een woontoren.
Etymologie
Het voorzetsel 'groot' is gegeven ter onderscheiding van het er tegenover gelegen Klein Kasteel. De betiteling 'nieuw kasteel' stamt uit de 15e eeuw (bouwperiode), de betiteling 'groot' van na de middeleeuwen.
Het voorzetsel 'groot' is gegeven ter onderscheiding van het er tegenover gelegen Klein Kasteel. De betiteling 'nieuw kasteel' stamt uit de 15e eeuw (bouwperiode), de betiteling 'groot' van na de middeleeuwen.
Huidige situatie
Laatst bijgewerkt: 06-04-2003
Op het terrein staat naast de de ruine van het Groot Kasteel het zogenaamde Dinghuis, dat vanaf omstreeks 1660 tot 1805 in gebruik was als zetel van de dingbank. In de jaren '60 van de 20ste eeuw werd het gerestaureerd. Het biedt huisvesting aan de Vrije Academie Deurne. Ten westen van de ruine ligt een landschapspark. Buiten het park ligt nog steeds de bijbehorende kasteelboerderij.
Laatst bijgewerkt: 06-04-2003
Op het terrein staat naast de de ruine van het Groot Kasteel het zogenaamde Dinghuis, dat vanaf omstreeks 1660 tot 1805 in gebruik was als zetel van de dingbank. In de jaren '60 van de 20ste eeuw werd het gerestaureerd. Het biedt huisvesting aan de Vrije Academie Deurne. Ten westen van de ruine ligt een landschapspark. Buiten het park ligt nog steeds de bijbehorende kasteelboerderij.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het kasteel is een ruïne. Er resten slechts 2 van de 4 buitenmuren tot goothoogte, de overige buitenmuren zijn aanwezig tot een hoogte van een meter. De volledig bewaard gebleven muren zijn de oorspronkelijke middeleeuwse gevels (noord- en westzijde), voor zover deze gehandhaafd bleven bij de restauratie van 1906-1908. Tevens zijn nog twee grote en mogelijk een kleine gewelfkelder aanwezig (zowel ton- als kruisgewelven). Ook de zaalruimte boven de kelders is bewaard gebleven. Het is een Rijksmonument, het AMK terrein is niet archeologisch beshermd.
Zichtbaar:
Grondgebruik:
Het kasteel is een ruïne. Er resten slechts 2 van de 4 buitenmuren tot goothoogte, de overige buitenmuren zijn aanwezig tot een hoogte van een meter. De volledig bewaard gebleven muren zijn de oorspronkelijke middeleeuwse gevels (noord- en westzijde), voor zover deze gehandhaafd bleven bij de restauratie van 1906-1908. Tevens zijn nog twee grote en mogelijk een kleine gewelfkelder aanwezig (zowel ton- als kruisgewelven). Ook de zaalruimte boven de kelders is bewaard gebleven. Het is een Rijksmonument, het AMK terrein is niet archeologisch beshermd.
Afmetingen
Het gebied tussen de bekende grachten (het huidige hertenkamp met kasteel en Dinghuis) is in totaal 14746 vierkante meter. Het in Engelse landschapsstijl aangelegde park daarachter is er nog NIET bij geteld, omdat het strict genomen niet door de kasteelgracht wordt omsloten. Dat park wordt in het noorden weliswaar begrenst door de Bakelse Aa, in het oosten door de kasteelgracht en in het zuiden en westen door een wetering, maar een omgrachting kunnen we dat toch niet noemen. Het hoort echter wel bij het kasteelterrein! De grootte van dat parkachtige gebied bedroeg in 1832 zo'n 32150 vierkante meter, maar een groot deel hiervan is inmiddels aan het kasteelterrein onttrokken door de bouw van een huis en aanleg van een provinciale weg en tennispark.
Het gebied tussen de bekende grachten (het huidige hertenkamp met kasteel en Dinghuis) is in totaal 14746 vierkante meter. Het in Engelse landschapsstijl aangelegde park daarachter is er nog NIET bij geteld, omdat het strict genomen niet door de kasteelgracht wordt omsloten. Dat park wordt in het noorden weliswaar begrenst door de Bakelse Aa, in het oosten door de kasteelgracht en in het zuiden en westen door een wetering, maar een omgrachting kunnen we dat toch niet noemen. Het hoort echter wel bij het kasteelterrein! De grootte van dat parkachtige gebied bedroeg in 1832 zo'n 32150 vierkante meter, maar een groot deel hiervan is inmiddels aan het kasteelterrein onttrokken door de bouw van een huis en aanleg van een provinciale weg en tennispark.
Oudste vermelding
Datum: 1397
Bron: Hertogelijk leenregister, oorspronkelijk vervaardigd circa 1380, met onderstaande bijschrijving uit 1397
"sijn huijs mit sinen toebehoirten gelegen tot Dorne"
In het hertogelijk leenregister, oorspronkelijk vervaardigd circa 1380, wordt het kasteel als volgt genoemd: 'Gheevert van Dorne Everards zoen hout sijn huijs met sinen toebehoirten gelegen tot Dorne ende dat droech hi op in handen hertoghynne Johannen ende ontfing dat weder in leen also men zien mogen in brieven biden selven Ghevert daer op gegeven, dat geschiede inden jaer dusent driehondert negentich en zeven in meij'.
Datum: 1397
Bron: Hertogelijk leenregister, oorspronkelijk vervaardigd circa 1380, met onderstaande bijschrijving uit 1397
"sijn huijs mit sinen toebehoirten gelegen tot Dorne"
In het hertogelijk leenregister, oorspronkelijk vervaardigd circa 1380, wordt het kasteel als volgt genoemd: 'Gheevert van Dorne Everards zoen hout sijn huijs met sinen toebehoirten gelegen tot Dorne ende dat droech hi op in handen hertoghynne Johannen ende ontfing dat weder in leen also men zien mogen in brieven biden selven Ghevert daer op gegeven, dat geschiede inden jaer dusent driehondert negentich en zeven in meij'.
Bezitsgeschiedenis
Het Groot Kasteel werd in 1397 door Ghevard Everartszoon van Doerne, uit de niet-heerlijke tak van de familie Van Doerne, opgedragen aan hertogin Johanna van Brabant, die het meteen aan hem in leen terug gaf. Het Groot Kasteel werd niet, zoals zo vaak gedacht, als residentie van de heren van Deurne gebouwd. De bouwer had tussen 1397 en begin 15e eeuw mogelijk wel bepaalde heerlijke rechten, maar de lage jurisdictie was in handen van een verre neef. Na Ghevard was het Groot Kasteel in handen van zijn zoon Everard, kwartierschout van Peelland, en na hem van diens zoon Hendrick. Hendrick van Doerne werd in 1509 opgevolgd als leenman van het Groot Kasteel door zijn zoon Everard Henrickszoon van Doerne. Hij zou een belangrijke rol spelen in de historie van de heerlijkheid. Hij kocht in 1519 zowel de heerlijkheid als het Klein Kasteel van de nazaten van Ywan de Moll. Everard van Doerne had toen het gehele complex in handen. Vanaf hier lopen de historie van de heerlijkheid en Groot Kasteel qua leenmannen parallel. Everard verbleef als schepen van Den Bosch en eigenaar van nog enkele heerlijkheden, vermoedelijk niet vaak op een van zijn beide kastelen in Deurne. Hij werd in 1527 opgevolgd als heer van Deurne en leenman van het Groot Kasteel door zijn oudste zoon Hendrick van Doerne, kanunnik te Tongeren. Deze bleef heer van Deurne tot zijn dood in 1545. Uit de situatie die toen ontstond (er waren drie broers, dus drie opvolgers), kwam zijn broer Jan van Doerne (circa 1520 - voor 1606) als nieuwe heer tevoorschijn. Hij bleef meer dan 60 jaar aan als heer van Deurne. Omdat zijn dochter voor hem overleed, trad in april 1606 zijn kleinzoon Wolfaart Evert van Wittenhorst aan als nieuwe heer van Deurne. In augustus 1606 werd zijn broer Jan nog met Groot Kasteel en heerlijkheid beleend, maar hij gaf de rechten vermoedelijk weer snel terug aan broer Wolfaart Evert. Wolfaart Evert overleed reeds in mei 1619 en was zodoende maar 13 jaar heer van Deurne. Zijn dochter Margreta was van 1619 tot 1645 vrouwe van Deurne. Haar zoon Johan Francois Godefroid Huijn van Geleen was de laatste nazaat van de Van Doerne's die heer van Deurne mocht zijn. In 1649 verkocht hij de heerlijkheid aan zijn schoonvader Willem de Lamargelle. Deze bekleedde het ambt slechts 2 jaar en zal het kasteel niet bewoond hebben. In 1651 gaf hij de rechten terug aan de overheden en Deurne kende 2 jaar lang een heer-loze periode. In 1653 werd Rogier van Leeffdael, heer van Lieffringen, met de heerlijkheid beleend. Hij bewoonde het Groot Kasteel slechts sporadisch (hij bekleedde ambten in het bestuur van Den Bosch), maar liet het wel op een grootse wijze verbouwen. Toen hij in 1699 overleed, werd zijn oudste zoon Johan van Leeffdael zijn opvolger. Hij liet onder meer een nieuw stucplafond in de hal van het kasteel plaatsen. In 1714 overleed Johan in Den Bosch. Hij was ongehuwd en had geen kinderen. Daarom liet hij de heerlijkheid met het kasteel na aan Gerard Sulyard van Leeffdael (1691-1730), het zesde kind van zijn zuster Johanna van Leeffdael, die gehuwd was met majoor Thomas Sulyard. Gerard Sulyard verbleef geregeld op zijn Groot Kasteel te Deurne. Door geldproblemen moest hij in 1728 het Groot Kasteel en de heerlijkheid verkopen. Balthasar Coijmans (1699-1759) kocht de heerlijkheid en het Groot Kasteel als belegging, hij verbleef er nooit. We kennen hem dan ook als een kleurloze heer van Deurne. In 1760 kocht Theodorus de Smeth (1710-1772), koopman uit Amsterdam, de heerlijkheid Deurne. Enkele jaren later kocht hij ook de heerlijkheid Alphen aan den Rijn. In 1772 overleed deze eerste De Smeth; zijn weduwe Agatha Alewijn bleef tot haar dood in 1801 de zaken waarnemen en werd ook met heerlijkheid en Groot Kasteel beleend. Haar oudste zoon Pieter kreeg in 1801 Alphen aan den Rijn, de zoon van haar jongste zoon (haar kleinzoon dus) kreeg Deurne. Dit was Theodorus baron de Smeth (1779-1859; tot Nederlandse adel ingelijfd in 1816), zwager van koning Willem I door het huwelijk van zijn halfzus Henriette d'Oultremont de Wegimont met de koning. Theodorus werd in 1859 opgevolgd door zijn jongste zoon Henri baron de Smeth (1821-1870). Theodorus' oudste (volwassen) zoon was al in 1837 gestorven en de middelste zoon Ferdinand was handelsonbekwaam. Na Henri baron de Smeth kwamen er nog twee heren van Deurne. Henri's oudste zoon Theodore (1855-1924) kreeg Deurne toebedeeld, en de jongste zoon Paul kreeg Alphen, dat inmiddels ook aan deze tak was toegekomen. Theodore was gehuwd met Mary Fagel en verbleef meestal met haar in haar woning te Den Haag aan het Lange Voorhout, de huidige Zwitserse Ambassade. Toen Mary in 1929 overleed kreeg de kleinzoon van Theodore's broer de heerlijkheid. Theodore baron de Smeth (1919-1988) was toen pas 10 jaar, maar werd feitelijk wel de heer van Deurne. Hij bewoonde het Groot Kasteel in Deurne samen met zijn broers, halfbroer, vader en stiefmoeder. Van een familiebegraafplaats in de tuin, waarvoor plannen bestonden, is nooit wat gekomen. Zijn broers gingen het huis uit en vader overleed, moeder bleef in Den Haag, en zo bleef Theodore tot 1944 alleen in het kasteel In dat jaar, slechts twee weken na de verwoesting, huwde hij met zijn secretaresse Maria C.J. Snethlage; hij overleed in 1988 in Zuid-Frankrijk. In 1949 kocht de gemeente Deurne het Groot Kasteel met de kasteeltuin van hem over.
Het Groot Kasteel werd in 1397 door Ghevard Everartszoon van Doerne, uit de niet-heerlijke tak van de familie Van Doerne, opgedragen aan hertogin Johanna van Brabant, die het meteen aan hem in leen terug gaf. Het Groot Kasteel werd niet, zoals zo vaak gedacht, als residentie van de heren van Deurne gebouwd. De bouwer had tussen 1397 en begin 15e eeuw mogelijk wel bepaalde heerlijke rechten, maar de lage jurisdictie was in handen van een verre neef. Na Ghevard was het Groot Kasteel in handen van zijn zoon Everard, kwartierschout van Peelland, en na hem van diens zoon Hendrick. Hendrick van Doerne werd in 1509 opgevolgd als leenman van het Groot Kasteel door zijn zoon Everard Henrickszoon van Doerne. Hij zou een belangrijke rol spelen in de historie van de heerlijkheid. Hij kocht in 1519 zowel de heerlijkheid als het Klein Kasteel van de nazaten van Ywan de Moll. Everard van Doerne had toen het gehele complex in handen. Vanaf hier lopen de historie van de heerlijkheid en Groot Kasteel qua leenmannen parallel. Everard verbleef als schepen van Den Bosch en eigenaar van nog enkele heerlijkheden, vermoedelijk niet vaak op een van zijn beide kastelen in Deurne. Hij werd in 1527 opgevolgd als heer van Deurne en leenman van het Groot Kasteel door zijn oudste zoon Hendrick van Doerne, kanunnik te Tongeren. Deze bleef heer van Deurne tot zijn dood in 1545. Uit de situatie die toen ontstond (er waren drie broers, dus drie opvolgers), kwam zijn broer Jan van Doerne (circa 1520 - voor 1606) als nieuwe heer tevoorschijn. Hij bleef meer dan 60 jaar aan als heer van Deurne. Omdat zijn dochter voor hem overleed, trad in april 1606 zijn kleinzoon Wolfaart Evert van Wittenhorst aan als nieuwe heer van Deurne. In augustus 1606 werd zijn broer Jan nog met Groot Kasteel en heerlijkheid beleend, maar hij gaf de rechten vermoedelijk weer snel terug aan broer Wolfaart Evert. Wolfaart Evert overleed reeds in mei 1619 en was zodoende maar 13 jaar heer van Deurne. Zijn dochter Margreta was van 1619 tot 1645 vrouwe van Deurne. Haar zoon Johan Francois Godefroid Huijn van Geleen was de laatste nazaat van de Van Doerne's die heer van Deurne mocht zijn. In 1649 verkocht hij de heerlijkheid aan zijn schoonvader Willem de Lamargelle. Deze bekleedde het ambt slechts 2 jaar en zal het kasteel niet bewoond hebben. In 1651 gaf hij de rechten terug aan de overheden en Deurne kende 2 jaar lang een heer-loze periode. In 1653 werd Rogier van Leeffdael, heer van Lieffringen, met de heerlijkheid beleend. Hij bewoonde het Groot Kasteel slechts sporadisch (hij bekleedde ambten in het bestuur van Den Bosch), maar liet het wel op een grootse wijze verbouwen. Toen hij in 1699 overleed, werd zijn oudste zoon Johan van Leeffdael zijn opvolger. Hij liet onder meer een nieuw stucplafond in de hal van het kasteel plaatsen. In 1714 overleed Johan in Den Bosch. Hij was ongehuwd en had geen kinderen. Daarom liet hij de heerlijkheid met het kasteel na aan Gerard Sulyard van Leeffdael (1691-1730), het zesde kind van zijn zuster Johanna van Leeffdael, die gehuwd was met majoor Thomas Sulyard. Gerard Sulyard verbleef geregeld op zijn Groot Kasteel te Deurne. Door geldproblemen moest hij in 1728 het Groot Kasteel en de heerlijkheid verkopen. Balthasar Coijmans (1699-1759) kocht de heerlijkheid en het Groot Kasteel als belegging, hij verbleef er nooit. We kennen hem dan ook als een kleurloze heer van Deurne. In 1760 kocht Theodorus de Smeth (1710-1772), koopman uit Amsterdam, de heerlijkheid Deurne. Enkele jaren later kocht hij ook de heerlijkheid Alphen aan den Rijn. In 1772 overleed deze eerste De Smeth; zijn weduwe Agatha Alewijn bleef tot haar dood in 1801 de zaken waarnemen en werd ook met heerlijkheid en Groot Kasteel beleend. Haar oudste zoon Pieter kreeg in 1801 Alphen aan den Rijn, de zoon van haar jongste zoon (haar kleinzoon dus) kreeg Deurne. Dit was Theodorus baron de Smeth (1779-1859; tot Nederlandse adel ingelijfd in 1816), zwager van koning Willem I door het huwelijk van zijn halfzus Henriette d'Oultremont de Wegimont met de koning. Theodorus werd in 1859 opgevolgd door zijn jongste zoon Henri baron de Smeth (1821-1870). Theodorus' oudste (volwassen) zoon was al in 1837 gestorven en de middelste zoon Ferdinand was handelsonbekwaam. Na Henri baron de Smeth kwamen er nog twee heren van Deurne. Henri's oudste zoon Theodore (1855-1924) kreeg Deurne toebedeeld, en de jongste zoon Paul kreeg Alphen, dat inmiddels ook aan deze tak was toegekomen. Theodore was gehuwd met Mary Fagel en verbleef meestal met haar in haar woning te Den Haag aan het Lange Voorhout, de huidige Zwitserse Ambassade. Toen Mary in 1929 overleed kreeg de kleinzoon van Theodore's broer de heerlijkheid. Theodore baron de Smeth (1919-1988) was toen pas 10 jaar, maar werd feitelijk wel de heer van Deurne. Hij bewoonde het Groot Kasteel in Deurne samen met zijn broers, halfbroer, vader en stiefmoeder. Van een familiebegraafplaats in de tuin, waarvoor plannen bestonden, is nooit wat gekomen. Zijn broers gingen het huis uit en vader overleed, moeder bleef in Den Haag, en zo bleef Theodore tot 1944 alleen in het kasteel In dat jaar, slechts twee weken na de verwoesting, huwde hij met zijn secretaresse Maria C.J. Snethlage; hij overleed in 1988 in Zuid-Frankrijk. In 1949 kocht de gemeente Deurne het Groot Kasteel met de kasteeltuin van hem over.
Historische betekenis
(De ruïne van) het Groot Kasteel is een voorbeeld van een woontoren (donjon) met op de 4 hoeken uitgekraagde hoektorentjes. De 17e eeuwse neo-classisistische gevels zijn door de brand in 1944 nagenoeg geheel verloren gegaan. Het Groot Kasteel was een leen van de hertogen van Brabant. Van 1397 tot 1519 was het Groot Kasteel een edelmanswoning van de niet-heerlijke tak van het geslacht Van Doerne. Toen de bewoners van dit kasteel in 1519 zowel de heerlijkheid als het er tegenover gelegen Klein Kasteel kochten, werd het Groot Kasteel de residentie van de heerlijkheid.
(De ruïne van) het Groot Kasteel is een voorbeeld van een woontoren (donjon) met op de 4 hoeken uitgekraagde hoektorentjes. De 17e eeuwse neo-classisistische gevels zijn door de brand in 1944 nagenoeg geheel verloren gegaan. Het Groot Kasteel was een leen van de hertogen van Brabant. Van 1397 tot 1519 was het Groot Kasteel een edelmanswoning van de niet-heerlijke tak van het geslacht Van Doerne. Toen de bewoners van dit kasteel in 1519 zowel de heerlijkheid als het er tegenover gelegen Klein Kasteel kochten, werd het Groot Kasteel de residentie van de heerlijkheid.
Bouwgeschiedenis
In 1397 werd het "huis" door Ghevaert Everaertsz van Doerne opgedragen aan hertogin Johanna van Brabant en in leen terug ontvangen. Het Groot Kasteel werd gebouwd als een vierkante woontoren met op elke hoek een torentje, dat boven de goothoogte uitstak. Het formaat van de oudste bakstenen is 23/24 x 11,5/12 x 5,5 centimeter., De muren zijn onderaan maar een meter dik, naar boven nog minder. Verder zijn er boogfriezen en zware steunberen aanwezig. Van die hoektorentjes resten er nu nog maar twee. De overige twee moeten verdwenen zijn in de 16e en 17e eeuw, maar getuige de laatste bewoner zouden de bouwsporen van de torentjes in 1940 nog zichtbaar zijn geweest. Dit alles is bij de verwoesting van 1944 verloren gegaan. Vermoedelijk in de 16e eeuw liet men aan de zuidzijde een vierkante toren aanbouwen. Daarvoor zal een van de vier hoektorentjes gesloopt zijn. Tevens heeft men in de 16e eeuw de neerhuizing gebouwd, het huidige Dinghuis. Dat werd in vakwerkbouw uitgevoerd. Mogelijk stond er al eerder een neerhuizing. In 1651 werden de heerlijkheid Deurne en het Groot Kasteel gekocht door Rogier van Leeffdael, heer van Lieffringen. Ondanks dat hij voornamelijk in zijn woning te 's-Hertogenbosch verbleef, liet hij het Groot Kasteel flink verbouwen. Aan de oost- en zuidzijde liet hij een sobere, classicistische vleugel tegen het kasteel bouwen. Daarvoor moest het torentje op de zuidoosthoek wijken. De oude oost en zuid-gevel zullen gedeeltelijk in de nieuwe binnenmuur zijn opgenomen, maar deze zijn door de beschietingen van 1944 nagenoeg geheel verdwenen. Daarnaast liet Van Leeffdael naast het kasteel een poortgebouw oprichten, dat bij opgravingen in 1998 werd terug gevonden. De neerhuizing voorzag hij van stenen muren. Deze drie bouwwerken werden uitgevoerd met zwartgekleurde stenen, die gebakken zouden zijn op de Hanenberg, een gehucht bij Deurne waar vanaf eind 16e eeuw de potten- en steenbakkerij als nijverheid was opgekomen. Zo bleef het Groot Kasteel een eeuw lang bestaan. Dat veranderde toen Theodorus de Smeth, koopman uit Amsterdam, in 1760 door koop de heerlijkheid Deurne met het Groot Kasteel verwierf. Hij liet het poortgebouw slopen en het Groot Kasteel in de sobere stijl van de 18e eeuw verbouwen. De middeleeuwse west- en noordzijde werden door strakke gevels met veel blinde ramen ommanteld. We mogen van geluk spreken dat men daarbij de middeleeuwse gevels relatief gespaard heeft. Een nazaat van De Smeth, Theodore de Smeth (1855-1924), kennen we als de meest fanatieke heer van Deurne van na de afschaffing van de heerlijke rechten in 1798. Hij startte in 1906 een grootse restauratie. De oude blinde gevels werden verwijderd en het kasteel gerestaureerd naar de vorm die het tussen 1651 en 1760 had. Deze situatie bleef zo tot de 24e september 1944. Op deze dag werd Deurne bevrijd, maar het Groot Kasteel door Engels vuur in puin geschoten. Slechts enkele muren resteerden. Na een consolidatie in 1952 onder leiding van architect Geenen, kreeg het verscheidene functies. Sinds 1966 huist er een jongerensocieteit. In 2002 werd opnieuw een consolidatie uitgevoerd.
In 1397 werd het "huis" door Ghevaert Everaertsz van Doerne opgedragen aan hertogin Johanna van Brabant en in leen terug ontvangen. Het Groot Kasteel werd gebouwd als een vierkante woontoren met op elke hoek een torentje, dat boven de goothoogte uitstak. Het formaat van de oudste bakstenen is 23/24 x 11,5/12 x 5,5 centimeter., De muren zijn onderaan maar een meter dik, naar boven nog minder. Verder zijn er boogfriezen en zware steunberen aanwezig. Van die hoektorentjes resten er nu nog maar twee. De overige twee moeten verdwenen zijn in de 16e en 17e eeuw, maar getuige de laatste bewoner zouden de bouwsporen van de torentjes in 1940 nog zichtbaar zijn geweest. Dit alles is bij de verwoesting van 1944 verloren gegaan. Vermoedelijk in de 16e eeuw liet men aan de zuidzijde een vierkante toren aanbouwen. Daarvoor zal een van de vier hoektorentjes gesloopt zijn. Tevens heeft men in de 16e eeuw de neerhuizing gebouwd, het huidige Dinghuis. Dat werd in vakwerkbouw uitgevoerd. Mogelijk stond er al eerder een neerhuizing. In 1651 werden de heerlijkheid Deurne en het Groot Kasteel gekocht door Rogier van Leeffdael, heer van Lieffringen. Ondanks dat hij voornamelijk in zijn woning te 's-Hertogenbosch verbleef, liet hij het Groot Kasteel flink verbouwen. Aan de oost- en zuidzijde liet hij een sobere, classicistische vleugel tegen het kasteel bouwen. Daarvoor moest het torentje op de zuidoosthoek wijken. De oude oost en zuid-gevel zullen gedeeltelijk in de nieuwe binnenmuur zijn opgenomen, maar deze zijn door de beschietingen van 1944 nagenoeg geheel verdwenen. Daarnaast liet Van Leeffdael naast het kasteel een poortgebouw oprichten, dat bij opgravingen in 1998 werd terug gevonden. De neerhuizing voorzag hij van stenen muren. Deze drie bouwwerken werden uitgevoerd met zwartgekleurde stenen, die gebakken zouden zijn op de Hanenberg, een gehucht bij Deurne waar vanaf eind 16e eeuw de potten- en steenbakkerij als nijverheid was opgekomen. Zo bleef het Groot Kasteel een eeuw lang bestaan. Dat veranderde toen Theodorus de Smeth, koopman uit Amsterdam, in 1760 door koop de heerlijkheid Deurne met het Groot Kasteel verwierf. Hij liet het poortgebouw slopen en het Groot Kasteel in de sobere stijl van de 18e eeuw verbouwen. De middeleeuwse west- en noordzijde werden door strakke gevels met veel blinde ramen ommanteld. We mogen van geluk spreken dat men daarbij de middeleeuwse gevels relatief gespaard heeft. Een nazaat van De Smeth, Theodore de Smeth (1855-1924), kennen we als de meest fanatieke heer van Deurne van na de afschaffing van de heerlijke rechten in 1798. Hij startte in 1906 een grootse restauratie. De oude blinde gevels werden verwijderd en het kasteel gerestaureerd naar de vorm die het tussen 1651 en 1760 had. Deze situatie bleef zo tot de 24e september 1944. Op deze dag werd Deurne bevrijd, maar het Groot Kasteel door Engels vuur in puin geschoten. Slechts enkele muren resteerden. Na een consolidatie in 1952 onder leiding van architect Geenen, kreeg het verscheidene functies. Sinds 1966 huist er een jongerensocieteit. In 2002 werd opnieuw een consolidatie uitgevoerd.
Afbeeldingen
- Deurne, Groot Kasteel, tekening, W. Hordijk, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (11)- Deurne, Groot Kasteel, houtgravure, P.T. Panhuyzen, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (10)- Gravure, 17e eeuws, Prospectus Castelli Doirne, door J. van Croes, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (6) (van Boven 1982, 51).- Ets, 18e eeuws, 't Huis te Doorne, door H. Spilman, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (2) (van Boven 1982, 52).- Kasteel te Deurne, penseeltekening, 1725, A. de Haan, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (1) - 1725, aquarel A. de Haan - Gewassen pentekening, 1738, Groot asteel te Deurne, door J. de Beijer (van Boven 1982, 51).- 1843, tekening van onbekend persoon in kastelenwerk C.P.E. Robide van der Aa - voor 1906, foto van onbekend persoon met de situatie van voor de restauratie van 1906-1908 - 1908, foto van onbekend persoon, Groot Kasteel met auto en 2 personen - 1912, reportage met diverse foto's in tijdschrift Buiten onbekend jaartal, foto stucwerk plafond hal met jaartal anno 1700.- Kadastrale minuut, 1811-1832, Deurne, Noord Brabant. Sectie C, blad 4, 483(http://watwaswaar.nl/#cK-Gm-8-ed-1v-1-3pdg-182a---3DX, geraadpleegd op 20-10-2011).- Google Earth foto, 2011, locatie Groot Kasteel en Klein Kasteel van Deurne (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
- Deurne, Groot Kasteel, tekening, W. Hordijk, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (11)- Deurne, Groot Kasteel, houtgravure, P.T. Panhuyzen, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (10)- Gravure, 17e eeuws, Prospectus Castelli Doirne, door J. van Croes, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (6) (van Boven 1982, 51).- Ets, 18e eeuws, 't Huis te Doorne, door H. Spilman, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (2) (van Boven 1982, 52).- Kasteel te Deurne, penseeltekening, 1725, A. de Haan, Tilburg, KUB D 38 / 820.11 Groo (1) - 1725, aquarel A. de Haan - Gewassen pentekening, 1738, Groot asteel te Deurne, door J. de Beijer (van Boven 1982, 51).- 1843, tekening van onbekend persoon in kastelenwerk C.P.E. Robide van der Aa - voor 1906, foto van onbekend persoon met de situatie van voor de restauratie van 1906-1908 - 1908, foto van onbekend persoon, Groot Kasteel met auto en 2 personen - 1912, reportage met diverse foto's in tijdschrift Buiten onbekend jaartal, foto stucwerk plafond hal met jaartal anno 1700.- Kadastrale minuut, 1811-1832, Deurne, Noord Brabant. Sectie C, blad 4, 483(http://watwaswaar.nl/#cK-Gm-8-ed-1v-1-3pdg-182a---3DX, geraadpleegd op 20-10-2011).- Google Earth foto, 2011, locatie Groot Kasteel en Klein Kasteel van Deurne (Documentatiecentrum NKS, digitale documentatie).
Bronnen
N.v.t.
N.v.t.
Literatuur
- Aa., van der, A. J., 1839, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorinchem, dl. 3, 265.- Becx, E., et al., 1999, Kastelengids van Noord-Brabant, Utrecht, 45-47.- Berkvens, R., 1998, Middeleeuwse archeologie in Deurne; archeologische vondsten rondom het kastelencomplex van Deurne. Archeologische werkgroep Heemkundekring H.N. Ouwerling, Deurne/Asten. (Rapport aanwezig in de bibliotheek van de Heemkundekring H.N. Ouwerling te Deurne.)- Boven, M.M.A. van, 1982, Kastelen in Brabant. ‘Van Burcht tot Landhuis’, ’s-Hertogenbosch, 11, 51-52, 105-106, 148.- Keunen, L.J., 2004, De relatie tussen drie adellijke Deurnese complexen: Ter Vloet, Klein Kasteel en Groot Kasteel. Het Brabants Kasteel jrg. 25 (2002), nr. 1/2, uitgave oktober 2004, p. 3-40. - Keunen, L.J. Kadastrale studie grondbezit De Smeth (in voorbereiding) - Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1997, Monumenten in Nederland Noord-Brabant, Zeist/Zwolle, 131.- Oirschot, A. Van, 1981, Middeleeuwse kastelen van Noord-Brabant. Hun bewoners en bewogen geschiedenis, Rijswijk, 189-195.- Schulte, A.G. red., 1997, Ruïnes in Nederland, Zwolle, 43, 222-223.- Spamer, T., 2002. Dochter van Echternach. De parochie Deurne tot 1800. In: De Sint Willibrorduskerk belicht, Lions Club Deurne, 2002.- Spamer, A.P.G. Toponiemenlijst Deurne 1300-1900 (in voorbereiding).
- Aa., van der, A. J., 1839, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorinchem, dl. 3, 265.- Becx, E., et al., 1999, Kastelengids van Noord-Brabant, Utrecht, 45-47.- Berkvens, R., 1998, Middeleeuwse archeologie in Deurne; archeologische vondsten rondom het kastelencomplex van Deurne. Archeologische werkgroep Heemkundekring H.N. Ouwerling, Deurne/Asten. (Rapport aanwezig in de bibliotheek van de Heemkundekring H.N. Ouwerling te Deurne.)- Boven, M.M.A. van, 1982, Kastelen in Brabant. ‘Van Burcht tot Landhuis’, ’s-Hertogenbosch, 11, 51-52, 105-106, 148.- Keunen, L.J., 2004, De relatie tussen drie adellijke Deurnese complexen: Ter Vloet, Klein Kasteel en Groot Kasteel. Het Brabants Kasteel jrg. 25 (2002), nr. 1/2, uitgave oktober 2004, p. 3-40. - Keunen, L.J. Kadastrale studie grondbezit De Smeth (in voorbereiding) - Kolman, C., B. Olde Meierink, R. Stenvert, 1997, Monumenten in Nederland Noord-Brabant, Zeist/Zwolle, 131.- Oirschot, A. Van, 1981, Middeleeuwse kastelen van Noord-Brabant. Hun bewoners en bewogen geschiedenis, Rijswijk, 189-195.- Schulte, A.G. red., 1997, Ruïnes in Nederland, Zwolle, 43, 222-223.- Spamer, T., 2002. Dochter van Echternach. De parochie Deurne tot 1800. In: De Sint Willibrorduskerk belicht, Lions Club Deurne, 2002.- Spamer, A.P.G. Toponiemenlijst Deurne 1300-1900 (in voorbereiding).
Documentatie
Bakens, J., Het Haageind. Documentatie aanwezig in HIC Helmond.
Bakens, J., Het Haageind. Documentatie aanwezig in HIC Helmond.
Coördinaten
Coordinaten: 51°28'11.21''N, 5°48'10.39''O
Kaartblad: 52C , x: 183.884, y: 386.829, precisie 3
Coordinaten: 51°28'11.21''N, 5°48'10.39''O
Kaartblad: 52C , x: 183.884, y: 386.829, precisie 3
Bescherming gebouw
Status:
Monumentnummer: 12366
ODB Beschrijving (monumentenregister.cultureelerfgoed.nl): 'KASTEEL. Omstreeks 1460 vv. door de heren van Deurne gebouwd en bewoond. In 1651, met de heerlijkheid Deurne, gekocht door Rogier van Leerdael, die het in 1653 liet verbouwen en vergroten. In 1759 werden heerlijkheid en kasteel gekocht door Theodoor de Smeth, die het opnieuw verbouwd. In 1906 ingrijpend gerestaureerd. In 1944 op enig muurwerk na verwoest; de ruine wordt in stand gehouden; een vleugel met vierkante toren op de zuidoosthoek en uitgekraagde torentjes op de westelijke hoeken; een voorgebouw (1653 vv.) met een uitspringend torenvormig verhoogd midden paviljoen en eveneens uitspringende hoge hoekschoorstenen. Naast het kasteel de neerhuizing, uitwendig 17e eeuws, die tot de Franse tijd als rechthuis diende en de vergaderplaats was van de Dingbank (vandaar de naam Dinghuis). Bij de restauratie is het gebouw met 16e eeuwse houtskelet van het voorafgaande neerhuis ontdekt, dat als vakwerkbouw uitgevoerd was. Het slot is omgracht en in een park gelegen'.
Status:
Monumentnummer: 12366
ODB Beschrijving (monumentenregister.cultureelerfgoed.nl): 'KASTEEL. Omstreeks 1460 vv. door de heren van Deurne gebouwd en bewoond. In 1651, met de heerlijkheid Deurne, gekocht door Rogier van Leerdael, die het in 1653 liet verbouwen en vergroten. In 1759 werden heerlijkheid en kasteel gekocht door Theodoor de Smeth, die het opnieuw verbouwd. In 1906 ingrijpend gerestaureerd. In 1944 op enig muurwerk na verwoest; de ruine wordt in stand gehouden; een vleugel met vierkante toren op de zuidoosthoek en uitgekraagde torentjes op de westelijke hoeken; een voorgebouw (1653 vv.) met een uitspringend torenvormig verhoogd midden paviljoen en eveneens uitspringende hoge hoekschoorstenen. Naast het kasteel de neerhuizing, uitwendig 17e eeuws, die tot de Franse tijd als rechthuis diende en de vergaderplaats was van de Dingbank (vandaar de naam Dinghuis). Bij de restauratie is het gebouw met 16e eeuwse houtskelet van het voorafgaande neerhuis ontdekt, dat als vakwerkbouw uitgevoerd was. Het slot is omgracht en in een park gelegen'.
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan: J
Bestemming:
Bestemmingsplan: J
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: ir. L.J. Keunen
Beschrijving gemaakt: 06-04-2003
Auteur: ir. L.J. Keunen
Beschrijving gemaakt: 06-04-2003
Bouwhistorisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Archeologisch onderzoek RCE
N.v.t.
N.v.t.
Overig onderzoek
Archeologisch onderzoek door de Heemkundekring H.N. Ouwerling te Deurne, 1998.
Archeologisch onderzoek door de Heemkundekring H.N. Ouwerling te Deurne, 1998.
Geomorfologische codering
2R2
2R2
Bodemkundige codering
TW4
TW4
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.