Nijerborch/Nijburg
IN BEWERKING [?]
algemeen | omschrijving | bezits- en bouwgeschiedenis | afbeeldingen, literatuur en documentatie | verdere informatie | terug naar de lijst
Object
Nijerborch/Nijburg
Nijerborch/Nijburg
Locatie
Adres: Nijburgsestraat 2, 6668 AX
Randwijk
Gemeente
Provincie Gelderland
Het terrein van de voormalige Nijerborch bevindt zich ten oosten en even buiten de plaats Randwijk op het adres Nijburgsestraat 2.
Adres: Nijburgsestraat 2, 6668 AX
Randwijk
Gemeente
Provincie Gelderland
Het terrein van de voormalige Nijerborch bevindt zich ten oosten en even buiten de plaats Randwijk op het adres Nijburgsestraat 2.
Typologie
voor alsnog onbekend
voor alsnog onbekend
Etymologie
Nijerborch betekent nieuwe burcht. Dit kan inhouden dat er al eerder een burcht op deze plek heeft gestaan.
Nijerborch betekent nieuwe burcht. Dit kan inhouden dat er al eerder een burcht op deze plek heeft gestaan.
Huidige situatie
Aan de Nijburgseweg 2 staat een boerderij uit 1947. Hier vlak achter (ten noorden) bevindt zich het voormalige kasteelterrein. Van het kasteel is niets meer zichtbaar. Vanaf de bocht in de weg ten oosten van het complex zijn de herstelde wallen en grachten te overzien.
Aan de Nijburgseweg 2 staat een boerderij uit 1947. Hier vlak achter (ten noorden) bevindt zich het voormalige kasteelterrein. Van het kasteel is niets meer zichtbaar. Vanaf de bocht in de weg ten oosten van het complex zijn de herstelde wallen en grachten te overzien.
Toestand van het middeleeuwse kasteel
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Zichtbaar: (vanaf 1986 hersteld.)
Grondgebruik:
Grondgebruik:
Van het kasteel is geen bovengronds muurwerk bewaard gebleven. Op het voormalige terrein liggen verscheidene kloostermoppen half of geheel bovengronds. De stenen werden gedateerd als ca 14e- tot 16e-eeuws(Hulst, R.S., 1986). Op enkele plaatsen is men indertijd tijdens werkzaamheden op ondergronds muurwerk gestoten. Volgend op een proefsleuf van het R.O.B. in 1985, heeft men in 1986 de wallen en grachten gedeeltelijk teruggebracht tot de oorspronkelijke situatie zoals die tot 1952 nog ten dele bestaan heeft. Hierbij heeft men de grachten niet dieper uitgegraven dan tot een halve meter. Door de geringe hoeveelheid water in de grachten heeft men last van vegetatie. Kloostermoppen van de Nijerborch zijn gebruikt bij de bouw van kasteel Wageningen. Voor de afvoer van deze stenen werd speciaal een weg aangelegd (Smals 2001).
Zichtbaar:
Zichtbaar:
Zichtbaar: (vanaf 1986 hersteld.)
Grondgebruik:
Grondgebruik:
Van het kasteel is geen bovengronds muurwerk bewaard gebleven. Op het voormalige terrein liggen verscheidene kloostermoppen half of geheel bovengronds. De stenen werden gedateerd als ca 14e- tot 16e-eeuws(Hulst, R.S., 1986). Op enkele plaatsen is men indertijd tijdens werkzaamheden op ondergronds muurwerk gestoten. Volgend op een proefsleuf van het R.O.B. in 1985, heeft men in 1986 de wallen en grachten gedeeltelijk teruggebracht tot de oorspronkelijke situatie zoals die tot 1952 nog ten dele bestaan heeft. Hierbij heeft men de grachten niet dieper uitgegraven dan tot een halve meter. Door de geringe hoeveelheid water in de grachten heeft men last van vegetatie. Kloostermoppen van de Nijerborch zijn gebruikt bij de bouw van kasteel Wageningen. Voor de afvoer van deze stenen werd speciaal een weg aangelegd (Smals 2001).
Afmetingen
Het totale terrein inclusief de wallen en buitenste grachten beslaat ca 5 1/2 hectare. Het terrein binnen de wallen exclusief de voorburcht beslaat ca 12000 m2.
Het totale terrein inclusief de wallen en buitenste grachten beslaat ca 5 1/2 hectare. Het terrein binnen de wallen exclusief de voorburcht beslaat ca 12000 m2.
Oudste vermelding
Datum: 1372-31-08
Bron: (Reg.Av.,T. 13, fol.591). Vermelding in: Brom, G.,1896, Bullarium Trajectense etc., Arnhem, volumen secundum, p. 223, nr 2082.
"Henrico de Homoet domino loci de Nienborch ejusque uxori Margaritae nobilus Traj. dioec. concenditur licentia habendi altare portatile."
Henrico de Homoet domino loci de Nienborch ejusque uxori Margaritae nobilus Traj. dioec. concenditur licentia habendi altare portatile: aan de edele heer Henricus van Homoet van de plaats van Nienborch en aan zijn vrouw Margarita wordt door de diocese van Utrecht toestemming verleend voor het hebben van een draagbaar altaar.(Reg.Av.,T. 13, fol.591). Vermelding in: Brom, G., 1896, Bullarium Trajectense, deel 2, Arnhem,p 223, nr 2082.
Datum: 1372-31-08
Bron: (Reg.Av.,T. 13, fol.591). Vermelding in: Brom, G.,1896, Bullarium Trajectense etc., Arnhem, volumen secundum, p. 223, nr 2082.
"Henrico de Homoet domino loci de Nienborch ejusque uxori Margaritae nobilus Traj. dioec. concenditur licentia habendi altare portatile."
Henrico de Homoet domino loci de Nienborch ejusque uxori Margaritae nobilus Traj. dioec. concenditur licentia habendi altare portatile: aan de edele heer Henricus van Homoet van de plaats van Nienborch en aan zijn vrouw Margarita wordt door de diocese van Utrecht toestemming verleend voor het hebben van een draagbaar altaar.(Reg.Av.,T. 13, fol.591). Vermelding in: Brom, G., 1896, Bullarium Trajectense, deel 2, Arnhem,p 223, nr 2082.
Bezitsgeschiedenis
De bezitsgeschiedenis, voor zover die bekend is, begint met Hendrik van Homoet als hij in een charter d.d. 31 augustus 1372 genoemd wordt als heer van de Nijerborch Deze Hendrik is vermoedelijk rond 1376 overleden. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Johan van Homoet. In maart 1383 wordt voornoemde Johan beleend met het huis ter Nijerborch en 4 morgen land genaamd de Steynkempen, de Nedersteweert, en 50 pond jaarlijks uit het goed te Alpen. Hiernaast nog 96 morgen land onder Valborg (Van Schilfgaarde, A.P., 1932, reg. lijst v oork. nr 211). Johan komt voor tot 1399. Na zijn dood erfde zijn vrouw Elisabeth van Bronckhorst het huis. Via Johan van Culenborch gaat de Nijerborch in 1402 over op haar zoon Hendrik van Homoet, in 1407 gehuwd met Stevina van Wisch. In mei 1486 verkoopt Hendrik van Homoet en Wisch de Nijerborch aan Osewald heer van Bergh. Deze Osewald behoort tot het geslacht Van der Leck. Nadat Osewald en diens zoon Willem hertog Karel van Gelre "viantschap gedain hebben", verklaart deze laatste de goederen verbeurd en wijst de inkomsten in ca 1507 toe aan Albert van Ermell, borchsate van Wageningen (Smals & Soenthgerat, 1998, Castellogica III (1993-1999)).Op 23 april 1515 verklaart Karel van Gelre datgene dat Osewald Sr (overleden 1506) en zijn zonen Willem (overleden 1511) en Frederik tegen hem misdreven hadden, kwijt te schelden. De minderjarige Osewald, zoon van de overleden Willem zou bij meerderjarigheid en na de eed van trouw aan Karel de goederen in leen terug ontvangen.De eed van trouw heeft Osewald II gedaan in 1525. Volgens de leenakten ontvangt Osewald II de leengoederen echter pas in 1544 terug maar zonder de Nijerborch want die heeft Karel rond 1518 laten afbreken.In 1551 erft de nog onmondige zoon van Osewald II, Willem IV graaf van Bergh, de Nijerborch. Willem huwde Maria van Nassau-Dillenburg, zuster van Willem de Zwijger. Willem IV sterft in 1586 en de Nijerborch blijft aan zijn vrouw Maria. Zijn zoon Herman, de volgende graaf van Bergh, wordt in 1610 met de Nijerborch beleend. Met het overlijden van Willem IV's achterkleinzoon Osewald III in 1712, sterft het huis Bergh- van der Leck uit. De bezittingen gaan via vrouwelijke lijn over aan Franz Wilhelm von Hohenzollern, dan nog onmondig. Zijn kleinzoon Anton Aloisius staat vermeld als laatste bezitter van het huis als hij in 1787 met de Nijerborch beleend wordt. Of het huis toen nog bewoond werd, valt te betwijfelen. De doorlopende bezitsgeschiedenis geeft waarschijnlijk een vertekend beeld. Duidelijk is dat in 1797 Johan Ockhorst en diens vrouw Cornelia Sanders van de graaf van Hohenzollern in eigendom krijgen, wat in de leenakten vermeld staat als: Een afsplitsing van het oude goed "vooreerst een bouwinge bestaande in huys hof" etc. vanouds den Nijenburg genaamd.
De bezitsgeschiedenis, voor zover die bekend is, begint met Hendrik van Homoet als hij in een charter d.d. 31 augustus 1372 genoemd wordt als heer van de Nijerborch Deze Hendrik is vermoedelijk rond 1376 overleden. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Johan van Homoet. In maart 1383 wordt voornoemde Johan beleend met het huis ter Nijerborch en 4 morgen land genaamd de Steynkempen, de Nedersteweert, en 50 pond jaarlijks uit het goed te Alpen. Hiernaast nog 96 morgen land onder Valborg (Van Schilfgaarde, A.P., 1932, reg. lijst v oork. nr 211). Johan komt voor tot 1399. Na zijn dood erfde zijn vrouw Elisabeth van Bronckhorst het huis. Via Johan van Culenborch gaat de Nijerborch in 1402 over op haar zoon Hendrik van Homoet, in 1407 gehuwd met Stevina van Wisch. In mei 1486 verkoopt Hendrik van Homoet en Wisch de Nijerborch aan Osewald heer van Bergh. Deze Osewald behoort tot het geslacht Van der Leck. Nadat Osewald en diens zoon Willem hertog Karel van Gelre "viantschap gedain hebben", verklaart deze laatste de goederen verbeurd en wijst de inkomsten in ca 1507 toe aan Albert van Ermell, borchsate van Wageningen (Smals & Soenthgerat, 1998, Castellogica III (1993-1999)).Op 23 april 1515 verklaart Karel van Gelre datgene dat Osewald Sr (overleden 1506) en zijn zonen Willem (overleden 1511) en Frederik tegen hem misdreven hadden, kwijt te schelden. De minderjarige Osewald, zoon van de overleden Willem zou bij meerderjarigheid en na de eed van trouw aan Karel de goederen in leen terug ontvangen.De eed van trouw heeft Osewald II gedaan in 1525. Volgens de leenakten ontvangt Osewald II de leengoederen echter pas in 1544 terug maar zonder de Nijerborch want die heeft Karel rond 1518 laten afbreken.In 1551 erft de nog onmondige zoon van Osewald II, Willem IV graaf van Bergh, de Nijerborch. Willem huwde Maria van Nassau-Dillenburg, zuster van Willem de Zwijger. Willem IV sterft in 1586 en de Nijerborch blijft aan zijn vrouw Maria. Zijn zoon Herman, de volgende graaf van Bergh, wordt in 1610 met de Nijerborch beleend. Met het overlijden van Willem IV's achterkleinzoon Osewald III in 1712, sterft het huis Bergh- van der Leck uit. De bezittingen gaan via vrouwelijke lijn over aan Franz Wilhelm von Hohenzollern, dan nog onmondig. Zijn kleinzoon Anton Aloisius staat vermeld als laatste bezitter van het huis als hij in 1787 met de Nijerborch beleend wordt. Of het huis toen nog bewoond werd, valt te betwijfelen. De doorlopende bezitsgeschiedenis geeft waarschijnlijk een vertekend beeld. Duidelijk is dat in 1797 Johan Ockhorst en diens vrouw Cornelia Sanders van de graaf van Hohenzollern in eigendom krijgen, wat in de leenakten vermeld staat als: Een afsplitsing van het oude goed "vooreerst een bouwinge bestaande in huys hof" etc. vanouds den Nijenburg genaamd.
Historische betekenis
Het terrein van de voormalige Nijerborch is van belang als illustratie van hoe men in de late middeleeuwen tot ca het midden van de 16e eeuw oudere kastelen beschermde tegen kanonvuur door ze "in te pakken" met aarden wallen (al dan niet voorzien van rondelen). De heren van de Nijerborch behoorden tot de aanzienlijke geslachten Van Homoet, Van der Leck en Van Hohenzollern en zijn belangrijke personen geweest in de geschiedenis van Gelre.
Het terrein van de voormalige Nijerborch is van belang als illustratie van hoe men in de late middeleeuwen tot ca het midden van de 16e eeuw oudere kastelen beschermde tegen kanonvuur door ze "in te pakken" met aarden wallen (al dan niet voorzien van rondelen). De heren van de Nijerborch behoorden tot de aanzienlijke geslachten Van Homoet, Van der Leck en Van Hohenzollern en zijn belangrijke personen geweest in de geschiedenis van Gelre.
Bouwgeschiedenis
Van de bouwgeschiedenis van de Nijerborch is nagenoeg niets bekend, behalve dat het kasteel in een latere fase voorzien is van dubbele grachten, van elkaar gescheiden door een hoge singelwal. De in de 19e eeuw levende dominee Heldring heeft in 1838 nog muurwerk gezien en spreekt van overblijfselen van twee zware gebouwen gescheiden door een brede gracht. Hiervoor liggend zou hij het geringe overblijfsel en twee "steenen hoeken" van een "kolossale" poort hebben gezien. Op een "ander punt" zou hij een hoogte waargenomen hebben waarop een molen zou hebben gestaan. Het meest opmerkelijke noemt hij de door grachten omgeven "hooge wallen, die ver in den omtrek den Nijburg omringen". Een groot gedeelte van de wallen en grachten heeft nog bestaan tot in de winter van 1952, toen een van de eigenaren de wallen in de grachten heeft laten schuiven.Afbeeldingen van het huis zijn tot op heden niet gevonden. De kans hierop lijkt klein omdat het er naar uitziet dat het kasteel in de eerste twee decennia van de 16e eeuw geheel is afgebroken. In 1518 geeft hertog Karel de ambtman van de Over-Betuwe opdracht om met wagens de stenen van het huis naar de Rijn af te voeren. Om dit beter te laten verlopen moet er tevens een weg van het huis naar de rivier aangelegd worden. In de landrentmeestersrekeningen over de jaren 1519-1520 en 1521-1522 staan drie verdere vermeldingen van de sloop. In de laatste optekening krijgt Ambtman Goesen Honseler de opdracht om 50.000 stenen van de Nijerborch per boot naar Wageningen te vervoeren. Als boerenbedrijf is het goed de Nijerborch in ieder geval blijven bestaan.Dit blijkt uit de doorlopende beleningen.In het archief huis Bergh bevinden zich nog 16e- en 17e-eeuwse charters betreffende de Nijerborch; misschien kunnen deze de vraag beantwoorden of er na ca 1522 nog iets de sloop heeft overleefd.
Van de bouwgeschiedenis van de Nijerborch is nagenoeg niets bekend, behalve dat het kasteel in een latere fase voorzien is van dubbele grachten, van elkaar gescheiden door een hoge singelwal. De in de 19e eeuw levende dominee Heldring heeft in 1838 nog muurwerk gezien en spreekt van overblijfselen van twee zware gebouwen gescheiden door een brede gracht. Hiervoor liggend zou hij het geringe overblijfsel en twee "steenen hoeken" van een "kolossale" poort hebben gezien. Op een "ander punt" zou hij een hoogte waargenomen hebben waarop een molen zou hebben gestaan. Het meest opmerkelijke noemt hij de door grachten omgeven "hooge wallen, die ver in den omtrek den Nijburg omringen". Een groot gedeelte van de wallen en grachten heeft nog bestaan tot in de winter van 1952, toen een van de eigenaren de wallen in de grachten heeft laten schuiven.Afbeeldingen van het huis zijn tot op heden niet gevonden. De kans hierop lijkt klein omdat het er naar uitziet dat het kasteel in de eerste twee decennia van de 16e eeuw geheel is afgebroken. In 1518 geeft hertog Karel de ambtman van de Over-Betuwe opdracht om met wagens de stenen van het huis naar de Rijn af te voeren. Om dit beter te laten verlopen moet er tevens een weg van het huis naar de rivier aangelegd worden. In de landrentmeestersrekeningen over de jaren 1519-1520 en 1521-1522 staan drie verdere vermeldingen van de sloop. In de laatste optekening krijgt Ambtman Goesen Honseler de opdracht om 50.000 stenen van de Nijerborch per boot naar Wageningen te vervoeren. Als boerenbedrijf is het goed de Nijerborch in ieder geval blijven bestaan.Dit blijkt uit de doorlopende beleningen.In het archief huis Bergh bevinden zich nog 16e- en 17e-eeuwse charters betreffende de Nijerborch; misschien kunnen deze de vraag beantwoorden of er na ca 1522 nog iets de sloop heeft overleefd.
Afbeeldingen
Plattegrond van aarden wallen aan buiten- en binnenzijde, voorzien van grachten met restant van voormalig kasteelterrein binnen de wallen: nettekening van de veldminuten voor de topografische kaart van het koninkrijk der Nederlanden blad 39 opname d.d.1846 schaal 1:50000, ARA kaarten, afdeling topografie-9 blad 39-11Luchtfoto 6 september 1944 met daarop een groot deel van de oorspronkelijke 16e-eeuwse wallen en grachten: Topografische dienst Emmen nr 4207, doos 764.
Plattegrond van aarden wallen aan buiten- en binnenzijde, voorzien van grachten met restant van voormalig kasteelterrein binnen de wallen: nettekening van de veldminuten voor de topografische kaart van het koninkrijk der Nederlanden blad 39 opname d.d.1846 schaal 1:50000, ARA kaarten, afdeling topografie-9 blad 39-11Luchtfoto 6 september 1944 met daarop een groot deel van de oorspronkelijke 16e-eeuwse wallen en grachten: Topografische dienst Emmen nr 4207, doos 764.
Bronnen
Literatuur
Rag, Arnhem, Ha, 0001-2, inv 806,Ambtman rekeningen van Goesen Honseler, fol 65 versoRag,.Arnhem, Ha, 0001-2, inv 1085, landrentmeestersrekeningen de Groiff, fol. 46, en idem inv 1089, fol.62, en fol.91.Aa, A.J. van der, 1839-1851, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Gorkum, deel 8, p.190-191;(Overgenomen van Heldrin,O., 1838).Brom, G.,1896, Bullarium Trajectense etc., Arnhem, volumen secundum, p 223, nr 2082.Doornick, P.N. Van, 1901, Leenakten van Gelre en Zutphen 1376-1402, Haarlem, p. 114-115.Driel, M., Van, 1996 in: Tabula Batavorum, jaargang XIV, no 1, p 15-17.Heek, J.H. van, 1987, Huis Berg,kasteel en collectie, Nijmegen, p. 28-33.Heldring, O.G., 1838, Wandelingen ter opsporing van Romeinse oudheden en legenden, etc, dl 1, Amsterdam, p 58-61.Hulst, R.S.,1986 in: Bijdragen en mededelingen van de Vereniging "Gelre", dl XXVII, Arnhem,p 141-156.Nijhoff, I.A., 1862, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van gelderland, Arnhem, VI-2, nr 784, 822, 830, 914, 1322.Schilfgaarde, A.P. Van, 1932, Het archief van het huis Bergh, de inleiding, Nijmegen,p 148-150. Schilfgaarde, A.P. Van, 1932, Het archief van het huis Bergh, regestenlijst van oorkonden, eerste stuk (anno 828-1490),Nijmegen, p 59, nr 211.Sloet, J.J.S. en Veen, J.S. Van, 1911, Register op de leenakten van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, het kwartier van Nijmegen, vereniging Gelre, Arnhem, p 159-162, nr 63.Smals, L.J.& Soentgerath, J.H., Het kasteel van Wageningen. In: Castellogica, verkenningen en mededelingen van de Nederlandse kastelenstichting, III(1993-1999), p 302. Smals, L.J., De Nijerborch, Niewsbruef SKLNrg. 6, april 2001 .
Rag, Arnhem, Ha, 0001-2, inv 806,Ambtman rekeningen van Goesen Honseler, fol 65 versoRag,.Arnhem, Ha, 0001-2, inv 1085, landrentmeestersrekeningen de Groiff, fol. 46, en idem inv 1089, fol.62, en fol.91.Aa, A.J. van der, 1839-1851, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Gorkum, deel 8, p.190-191;(Overgenomen van Heldrin,O., 1838).Brom, G.,1896, Bullarium Trajectense etc., Arnhem, volumen secundum, p 223, nr 2082.Doornick, P.N. Van, 1901, Leenakten van Gelre en Zutphen 1376-1402, Haarlem, p. 114-115.Driel, M., Van, 1996 in: Tabula Batavorum, jaargang XIV, no 1, p 15-17.Heek, J.H. van, 1987, Huis Berg,kasteel en collectie, Nijmegen, p. 28-33.Heldring, O.G., 1838, Wandelingen ter opsporing van Romeinse oudheden en legenden, etc, dl 1, Amsterdam, p 58-61.Hulst, R.S.,1986 in: Bijdragen en mededelingen van de Vereniging "Gelre", dl XXVII, Arnhem,p 141-156.Nijhoff, I.A., 1862, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van gelderland, Arnhem, VI-2, nr 784, 822, 830, 914, 1322.Schilfgaarde, A.P. Van, 1932, Het archief van het huis Bergh, de inleiding, Nijmegen,p 148-150. Schilfgaarde, A.P. Van, 1932, Het archief van het huis Bergh, regestenlijst van oorkonden, eerste stuk (anno 828-1490),Nijmegen, p 59, nr 211.Sloet, J.J.S. en Veen, J.S. Van, 1911, Register op de leenakten van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, het kwartier van Nijmegen, vereniging Gelre, Arnhem, p 159-162, nr 63.Smals, L.J.& Soentgerath, J.H., Het kasteel van Wageningen. In: Castellogica, verkenningen en mededelingen van de Nederlandse kastelenstichting, III(1993-1999), p 302. Smals, L.J., De Nijerborch, Niewsbruef SKLNrg. 6, april 2001 .
Documentatie
n
n
Bescherming gebouw
Status:
Status:
Bescherming terrein
Status:
Status:
Bestemming
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Bestemmingsplan:
Bestemming:
Auteur en datum
Auteur: L.J. Smals
Beschrijving gemaakt: 03-09-2001
Auteur: L.J. Smals
Beschrijving gemaakt: 03-09-2001
Bouwhistorisch onderzoek RCE
n
n
Archeologisch onderzoek RCE
1985 proefsleuf
1985 proefsleuf
Overig onderzoek
n
n
Geomorfologische codering
2M22, Rivierkom en oeverwalvlakte
2M22, Rivierkom en oeverwalvlakte
Bodemkundige codering
Basisregistratie - er zijn in ieder geval gegevens over naam en locatie van het object, en verwijzingen naar de beschikbare afbeeldingen, literatuur, documentatie en bronnen. Aan de hand van deze informatie kan eenieder die geïnteresseerd is zich gaan verdiepen in het desbetreffende kasteel. Het is de bedoeling dat deze basisregistratie-beschrijvingen in de toekomst tot volwaardige beschrijvingen worden uitgebreid.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.
In bewerking - de beschrijvingen zijn veelal voorzien van meer uitgebreide informatie over de geschiedenis en bouwgeschiedenis van het kasteel. Deze beschrijvingen zijn echter nog niet door de wetenschappelijke redactie van het Kastelenlexicon gezien, of moeten nog bijgewerkt worden naar aanleiding van redactie-opmerkingen.
Volledig - deze beschrijvingen zijn door de redactie gezien en goedgekeurd.